Terug naar zoekresultaten

2.02.13 Inventaris van de archieven van de Staten-Generaal, 1814-1815 en van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, 1815-1945

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.02.13
Inventaris van de archieven van de Staten-Generaal, 1814-1815 en van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, 1815-1945

Auteur

H.A.J. van Schie

Versie

17-09-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1995 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Eerste Kamer der Staten-Generaal [1814-1945]
Eerste Kamer 1814-1945

Periodisering

archiefvorming: 1814-1945
oudste stuk - jongste stuk: 1814-1950

Archiefbloknummer

H28000

Omvang

; 758 inventarisnummer(s) 54,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten een klein gedeelte in het.
Nederlands
Frans

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden Eerste Kamer der Staten-Generaal Commissie tot Onderzoek der Geloofsbrieven Commissie van Beroep voor de Ambtenaren der Stenografische Inrichting Commissie voor de Huishoudelijke Aangelegenheden Commissie voor de Verzoekschriften, , 1814-1815, , 1815-heden

Samenvatting van de inhoud van het archief

Wetgeving en controle van het regeringsbeleid vormen de hoofdtaken van de Staten-Generaal. Omdat de beide hoofdtaken van de Staten-Generaal in principe alle beleidsterreinen van de rijksoverheid betreffen, komen in het archief stukken voor over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het archief bestaat hoofdzakelijk uit series, zoals agenda's, notulen, ingekomen stukken. De serie 'ingekomen officiële bescheiden en overgelegde stukken' bevat de informatie die de Kamers ontvingen van de ministeries en de hoge colleges van staat, zoals de door de minister van Buitenlandse Zaken ingezonden verdragen met andere staten. Ook is er een serie geloofsbrieven van nieuw verkozen Kamerleden. Een aparte serie vormen de ingekomen verzoekschriften van particuliere personen. In de serie 'Gedrukte stukken' kunnen voorkomen: memories van antwoord van de regering, nota's van inlichtingen en andere stukken betreffende de behandeling van wetsontwerpen. Stukken die in de series zijn opgenomen, kan veelal via het register op de Handelingen opsporen. Het archief bevat ook een aantal dossiers, onder meer over de regeling van de werkzaamheden, de rechtspositie van kamerleden, het gebouw en de huisvesting van de Kamer, en het griffiepersoneel.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Staten-Generaal 1814-1815
Na het vertrek der Fransen en het herstel van de onafhankelijkheid in november 1813, oefende de soevereine vorst Willem Frederik zowel de wetgevende als de uitvoerende macht uit. Dat was een overgangssituatie. De soevereine vorst wenste alleen te regeren "onder waarborging eener wijze constitutie". De grondwetscommissie, ingesteld bij besluit van 21 december 1813, nr. 1, had vrij snel een ontwerp gereed. Op 29 maart 1814 werd het aan vertegenwoordigers van het Nederlandse volk ter goedkeuring voorgelegd. Deze vertegenwoordigers, door de soevereine vorst opgeroepen, kwamen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam in vergadering bijeen en keurden het ontwerp met grote meerderheid goed. Nog dezelfde dag verklaarde de soevereine vorst dat de Grondwet aangenomen was en dat deze onmiddellijk ingevoerd zou worden. De Grondwet van 1814 hield onder meer in dat de soevereine vorst de wetgevende macht zou delen met een Staten-Generaal.
samenstelling
Deze Staten-Generaal, bestaande uit één kamer van 55 leden, vertegenwoordigden het gehele Nederlandse volk. De leden zouden benoemd worden door de Staten der provincies, in of buiten hun midden, en zoveel mogelijk uit alle delen van hun provincie. Elke provincie zou het aantal leden in evenredigheid met het inwonertal benoemen: Holland 22, Braband 7, Gelderland 6, Vriesland 5, Overijssel en Groningen elk 4, Zeeland en Utrecht elk 3 en Drenthe 1. De leden zouden zitting hebben gedurende drie jaren, waarbij jaarlijks eenderde zou aftreden, voor het eerst op 1 november 1817. De Staten der provincies, behoudens die van Noord-Brabant, hebben nooit van deze bevoegdheden gebruik kunnen maken. Op 6 april 1814 werden de leden der Staten-Generaal door de soevereine vorst benoemd, omdat op dat tijdstip de Staten der provincies zich nog niet geconstitueerd hadden. Nog voor de eerste datum van aftreding waren de Staten-Generaal al vervangen door de nieuwe, uit twee kamers bestaande Staten-Generaal van 1815.
Tot leden waren verkiesbaar alle (mannelijke) Nederlanders, mits tenminste 30 jaar oud en tevens ingezetenen van de provincie waaruit zij werden benoemd. Zij mochten tot elkaar niet nader staan dan in de derde graad van bloedverwantschap of zwagerschap. Evenmin mochten zij het lidmaatschap combineren met dat van enig rechterlijk college of van de Rekenkamer, danwel met de functie van rekenplichtig rijksambtenaar. Een lid van de Staten-provinciaal hield op lid te zijn van dat college zodra hij tot de Staten-Generaal werd verkozen. Officieren van land- en zeemacht beneden de rang van hoofdofficier konden niet verkozen worden. Bij het aanvaarden van hun functie legden de verkozen leden de eed van zuivering en de ambtseed af in handen van de soevereine vorst in de Raad van State, of, bij diens afwezigheid, in de handen van de Raad van State zelf. Van de beëdiging diende vanwege de soevereine vorst aan de vergadering van de Staten-Generaal kennisgegeven te worden, waarna het nieuw verkozen lid dadelijk zitting nam.
procedures
De Staten-Generaal behoorden tenminste eenmaal per jaar te vergaderen, en verder op beschrijving (uitnodiging) van de soevereine vorst, zo dikwijls als hij dat nodig achtte. In buitengewone omstandigheden of bij dreigend oorlogsgevaar moesten de Staten-Generaal bijeengeroepen worden. De gewone zitting werd geopend op de eerste maandag in november. De eerste opening evenwel vond plaats op de eerste maandag in mei 1814, zijnde dus een buitengewone, door de soevereine vorst beschreven zitting. De enige gewone zitting werd geopend op maandag 7 november 1814. Op 8 augustus 1815 kwamen de Staten-Generaal in dubbele getale in een buitengewone zitting bijeen in verband met de wijziging van de Grondwet. De zittingen werden door de soevereine vorst met groot ceremonieel geopend. De sluiting geschiedde door een commissie vanwege de soevereine vorst.
De voorzitter werd voor de duur van een zitting benoemd door de soevereine vorst, uit een nominatie van drie leden, door de Staten-Generaal opgemaakt. De Staten-Generaal benoemden hun griffier, maar de overige ambtenaren werden door de soevereine vorst uit het personeel van zijn Staatssecretarie ter beschikking gesteld.
Alle leden der Staten-Generaal dienden te stemmen voor zichzelf en zonder last of ruggespraak met de vergadering door welke ze benoemd zijn. Zij deden alle zaken af bij meerderheid van stemmen. Slechts bij wijziging van de Grondwet was een gekwalificeerde meerderheid van tweederde vereist. Bovendien behoorde ook in zo'n geval de Staten-Generaal in dubbele getale bijeengeroepen te worden, evenals bij de regeling van de erfopvolging en de benoeming van een regent. Slechts in augustus 1815, bij de grondwetsherziening, heeft de dubbele bijeenroeping plaats gevonden.
bevoegdheden
De Grondwet van 1814 regelde ook de bevoegdheden van de Staten-Generaal. Zo bezaten de Staten-Generaal het zelfstandig recht om, met ingang van de in de Grondwet vastgestelde dag, jaarlijks bijeen te komen, dus buiten de wil van de soevereine vorst om. De inhuldiging en beëdiging van de soevereine vorst diende plaats te vinden in de vergadering van de Staten-Generaal.
Een aantal regelingen moesten bij wet worden vastgesteld. Naast de herziening van de Grondwet betrof dat de erfopvolging, voogdij en regentschap, evenals de instelling van een ridderorde. De staatsbegroting, de rechtsspraak en de rechterlijke organisatie, de belastingheffing, de comptabiliteit, de militie (dienstplicht), de wijziging der provinciegrenzen en de financiële tegemoetkoming aan kerkgenootschappen dienden eveneens bij wet vastgesteld of geregeld te worden. De middelen (rijksinkomsten) en de nationale schuld moesten jaarlijks door de Staten-Generaal in overweging genomen worden.
Voorts moest de soevereine vorst aan de Staten-Generaal kennis geven van oorlogsverklaring en vredessluiting, het sluiten van verdragen en van dispensatieverlening van wettelijke bepalingen, voor zover niet al in de wet vastgelegd. Jaarlijks moest door of namens de soevereine vorst verslag worden gedaan van de staatsuitgaven, van de staat der hoge, middelbare en lagere scholen en van de staat van het armbestuur.
De Staten-Generaal hadden het recht van initiatief en mochten verzoekschriften van de provinciale besturen in behandeling nemen. Tenslotte bezaten de Staten-Generaal het nominatierecht van leden van het Hooggerechtshof, van het College van Raden en Generaalmeesters der Munt en van de Algemene Rekenkamer. De soevereine vorst benoemde dan de leden uit de drie personen, die de Staten-Generaal, ingeval van een vacature, hadden voorgesteld.
Als bijzonder individueel recht kan nog gemeld worden het recht van de leden van de Staten-Generaal om voor het Hooggerechtshof te recht te staan in geval van misdrijven in de waarneming van hun functies begaan.
In de korte tijd van hun bestaan hebben de Staten-Generaal niet al deze bevoegdheden kunnen uitoefenen. De inhuldiging van Willem Frederik als soevereine vorst in december 1813 kon uiteraard niet plaatsvinden in de Staten-Generaal, omdat deze toen nog niet bestonden. Doch na de aanneming van de koninklijke waardigheid vond de plechtige inhuldiging op 16 maart 1815 wel plaats in de Staten-Generaal in de Trèveszaal. Een aantal wetten is in deze periode tot stand gekomen, evenwel niet alle in de Grondwet genoemde. Van het recht van initiatief is slechts tweemaal gebruik gemaakt, en wel bij de schenking van een winterverblijf aan de soevereine vorst en bij de dotatie van het domein van Soestdijk aan de erfprins. Ook de jaarlijks verslagen betreffende de stand van het armwezen en het onderwijs hebben de Staten-Generaal niet bereikt. Dat geschiedde pas in 1816 voor de eerste maal. Eenmaal is van het nominatierecht gebruik gemaakt kunnen worden, en wel bij een vacature in de Algemene Rekenkamer.
De samenvoeging van de zuidelijke Nederlanden met het noorden betekende het einde van deze, uit één kamer bestaande Staten-Generaal. Op 19 augustus 1815 werd de vergadering gesloten.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal 1815-1848
samenstelling
De aanhechting van België aan de noordelijke Nederlanden maakte de invoering van een nieuwe Grondwet noodzakelijk. De door de Koning benoemde grondwetscommissie bestond uit twaalf noordelijke en twaalf zuidelijke leden. Op aandrang van de leden uit het zuiden werd het tweekamerstelsel opgenomen in het ontwerp van de Grondwet. De adel in België, die veel omvangrijker en invloedrijker was dan in het noorden, wenste terug te keren naar de periode van vóór 1794, waarin de adel een bijzonder aandeel in de regering bezat. Door een afzonderlijke kamer voor de aristocratie, zoals in Engeland en Frankrijk, meende men dit te bereiken.
De Grondwet van 1815 bepaalde dan ook dat de Staten-Generaal, die het gehele Nederlandse volk vertegenwoordigden, waren samengesteld uit twee kamers. De Eerste Kamer bestond uit niet minder dan veertig en niet meer dan zestig leden, elk ouder dan veertig jaar en door de koning voor het leven benoemd. Na de afscheiding van België in 1830 werd het aantal leden gehalveerd: niet minder dan twintig en niet meer dan dertig. In de Grondwet van 1840 is deze wijziging gelegaliseerd. De leden werden gekozen uit Nederlandse ingezeten, geboren binnen het Rijk of in de overzeese bezittingen, uit ouders aldaar gevestigd, en die door diensten aan de Staat bewezen, door hun geboorte of gegoedheid onder de aanzienlijken van het land behoorden. Zij konden niet tegelijk lid zijn van de Tweede Kamer, van de Algemene Rekenkamer, van Provinciale Staten, noch enige van rijkswege bezoldigde functie bekleden. Bij het aanvaarden van hun benoeming legden de leden in de handen van de koning de ambtseed en de eed van zuivering af. De leden genoten voor reis- en verblijfkosten jaarlijks fl. 3000.
procedures
De Staten-Generaal, en dus ook de Eerste Kamer vergaderden tenminste eenmaal per jaar, en verder kon de Koning, zo dikwijls als hij dat nodig achtte, een buitengewone vergadering bijeenroepen. De gewone zitting werd geopend op de derde maandag in oktober, en wel in een verenigde vergadering van beide kamers, door de koning, of door een commissie namens hem. De zittingen van de Staten-Generaal werden -tot 1830 - beurtelings om het andere jaar in ''s-Gravenhage en in Brussel gehouden: die beginnend in de oneven jaren in ''s-Gravenhage en de zittingen, beginnend in de even jaren in Brussel. De sluiting geschiedde door een commissie vanwege de koning.
De voorzitter werd voor de duur van een zitting door de koning benoemd. De voorzitter van de Eerste Kamer leidde ook de verenigde vergadering. De griffier werd door de Eerste Kamer benoemd, maar het overige personeel werd weer door de koning benoemd.
Als niet meer dan de helft der leden aanwezig was, kon de Kamer geen besluiten nemen. Alle besluiten werden bij volstrekte meerderheid van stemmen opgemaakt. Men stemde mondeling en bij hoofdelijke oproeping, behalve bij het doen van keuzen en voordrachten van personen, dan bij gesloten en ongetekende briefjes.
Lijst van voorzitters
Ontleend aan Parlement en kiezer 63 ('s-Gravenhage 1981)
periode lidmaatschap
namen der voorzitters
1814
jhr J.E.N. van Lynden van Hoevelaken
1814 - 1815
G.K. van Hogendorp
1815
jhr mr N. Steengracht van Oosterland
1815 - 1818
Ch.I.Ph. graaf de Thiennes de Lombize
1818 - 1819
jhr W.F. Röell
1819 - 1820
Ch.I.Ph. graaf de Thiennes de Lombize
1820 - 1821
W.F. baron Röell
1821 - 1822
Ch.I.Ph. graaf de Thiennes de Lombize
1822 - 1823
W.F. baron Röell
1823 - 1824
Ch.I.Ph. graaf de Thiennes de Lombize
1824 - 1825
W.F. baron Röell
1825 - 1826
Ch.I.Ph. graaf de Thiennes de Lombize
1826 - 1827
W.F. baron Röell
1827 - 1828
Ch.I.Ph. graaf de Thiennes de Lombize
1828 - 1829
W.F. baron Röell
1829 - 1830
Ch.I.Ph. graaf de Thiennes de Lombize
1830
Ch.A.F.R. prins de Gavre
1830 - 1832
W.F. baron Röell
1832 - 1833
W.F. graaf van Reede
1833 - 1834
W.F. baron Röell
1834 - 1838
W.F. graaf van Reede
1838 - 1845
mr A. van Gennep
1845 - 1848
H.R. Trip
1849 - 1850
L.G.A. graaf van Limburg Stirum
1850 - 1851
D. Blankenheym
1851 - 1852
jhr mr J.C. Martens van Sevenhoven
1852 - 1870
mr J.A. Philipse
1870 - 1871
dr H. van Beeck Vollenhoven
1871 - 1874
mr E.J.A. graaf van Bylandt
1874 - 1880
mr J.A.G. baron de Vos van Steenwijk
1880 - 1888
jhr mr F.J.J. van Eijsinga
1888 - 1889
mr W.A.A.J. baron Schimmelpenninck van der Oye
1889 - 1902
mr A. van Naamen van Eemnes
1902 - 1914
J.E.N. baron Schimmelpenninck van der Oye van Hoevelaken
1914 - 1929
J.J.G. baron van Voorst tot Voorst
1929 - 1946
mr W.L. baron de Vos van Steenwijk
Lijst van leden van de Staten-Generaal 1814 - 1815
De adellijke titels zijn in deze lijst vermeld, zoals ze waren bij de sluiting van de vergadering. Het sterretje (*) geeft aan dat de naam van het lid ook in de ledenlijst van de volgende periode voorkomt.
namen der leden
periode lidmaatschap
Alberda van Ekenstein, jhr mr O.R.
1814 - 1815*
Alberda van Rensuma, jhr mr O.T.
1814 - 1815*
Alewijn, mr F.
1815
Alphen, mr D.F. van
1815
Aulnis de Bourouill, jhr mr J.H. d'
1815
Aylva, jhr mr H.W. van
1814 - 1815*
Bentinck van Nijenhuis, jhr mr A.C.
1815
Bleiswijk, mr H.A. van
1814 - 1815*
Boetzelaer van Kijfhoek, jhr mr D. van
1814 - 1815
Bommel, jhr mr G.A.M. van
1814 - 1815
Borret, mr A.J.L.
1815
Bouwer, mr A.H. van Markel
1814 - 1815
Bowier, jhr mr M.
1814 - 1815*
Brakell tot den Brakell, jhr D.L. van
1815
Brantsen, mr J.
1815
Brienen van de Groote Lindt, jhr W.J. van
1815*
Brugghen van Croy, jhr mr J.C.G. van der
1814 - 1815
Busch, J.
1814 - 1815
Bijleveld, mr C.G.
1815*
Calkoen, mr N.
1814 - 1815
Carbasius, mr H.
1815
Citters, jhr mr A.C. van
1815
Clifford, mr G.
1814 - 1815
Clifford, mr P.
1815
Collot d'Escury, J.M. baron
1814 - 1815
Crommelin, mr J.P. van Wickevoort
1814 - 1815*
Cuypers, P.J.
1814 - 1815
Decker, mr F. van Harencarspel
1815
Dedel, mr P.S.
1815
Deutz van Assendelft, jhr mr A.A.
1814 - 1815*
Drabbe, Th.L.
1815
Duyn van Maasdam, jhr mr A.F.J.A.
1815*
Engelen, mr W.
1815
Ermerins, mr F.
1815
Eijsinga, jhr S.H.R. van
1814 - 1815
Gael, D. van Leyden
1815
Gevers, mr C.P.
1814 - 1815
Gockinga, mr C.H.
1814 - 1815
Goes, jhr mr H.M. van der
1815*
Groeninx van Zoelen, mr O.P.
1815
Halfwassenaer van Onsenoort, jhr mr J.W.
1814 - 1815
Heeckeren tot de Cloese, jhr L. van
1815
Heeckeren van Kell, jhr W.H.A.C. van
1814 - 1815
Heerdt tot Eversberg, jhr T.C. van
1814 - 1815*
Hees, F. van
1814 - 1815
Heiden Reinestein, jhr S.J. van
1814 - 1815
Heim, mr P. van der
1814 - 1815*
Heyden van Baak, J.H.A.A.J.J. van der
1814 - 1815
Hoeufft, jhr D.
1815
Hofstede, mr P.
1815
Hogendorp, jhr mr G.K. van
1814 - 1815
Hogendorp, J.F.
1814 - 1815*
Hondebeek Heerkens, mr E.J.B.
1815
Hoogstraten, S. van
1814 - 1815
Hoop, A. van der
1815*
Hope, A.
1814 - 1815
Hoyer, mr W.
1815
Huydecoper van Maarsseveen, jhr mr J.
1815
Huyssen van Kattendijke, jhr mr W.J.
1814 - 1815
Iddekinge, mr T.J. van
1815
Ingen Housz, A.J.
1815
Jarges, jhr mr J.
1814 - 1815*
Jonge, mr F.C. de
1814 - 1815*
Lidth de Jeude, mr C. Ph. van
1814 - 1815
Loon, mr J. van
1815
Lycklama à Nijeholt, T.M.
1814 - 1815*
Lynden van Hoevelaken, jhr mr J.E.N. van
1814 - 1815
Lynden van Blitterswijk, jhr W.C.H. van
1814 - 1815*
Mulert tot de Leemcule, jhr W.J.
1815
Onderwater, mr H.
1815
Pallandt van Eerde, jhr A.W. van
1814 - 1815*
Pesters, jhr mr W.N.
1814 - 1815*
Ram, mr Ph.
1814 - 1815
Reigersman, mr A.
1814 - 1815
Rengers, jhr B.W. van Welderen
1815
Repelaer, mr J.
1814 - 1815
Rhemen van Rhemenshuizen, jhr mr A. van
1815
Roest van Alkemade, jhr mr Th.J.
1814 - 1815
Rijckevorsel, V.A. van
1815
Sandberg, mr S.J.
1815
Sandoz, mr E.
1815
Sasse van Ysselt, jhr L.F.J.J.J. van
1814 - 1815
Schuylenburch, jhr mr F.P.W. van
1814 - 1815
Schwartzenberg en Hohenlansberg, J.S.T.C. baron thoe
1815
Slicher, jhr mr J.
1814 - 1815
Sloet tot Warmelo, jhr F.W.
1814 - 1815*
Sminia, mr H. van
1814 - 1815
Snouck van Loosen,S.
1815
Spaen tot Biljoen, jhr J.W.F. van
1815*
Steengracht van Oosterland, jhr mr N.
1814 - 1815*
Straalman, P.
1815
Stralen, mr H. van
1814 - 1815*
Suchtelen tot de Haere, A.J.B. van
1814 - 1815
Sweerts de Landas, jhr J.D.
1814
Sytzama, mr W.H. baron van
1814 - 1815
Tuyll van Serooskerken van Heeze, J.D. baron van
1814 - 1815
Tuyll van Serooskerken van Zuylen, W.R. baron van
1814 - 1815*
Umbgrove, J.L.
1815
Utenhove, jhr J.M.C. van
1815
Vegelin van Claerbergen, jhr V.L.
1815
Verheijen, mr A.J.J.H van
1815
Verheyen, J.B.
1814
Verschuir, mr G. Fontein
1815*
Voet van Winssen, mr P.E.
1815
Voocht, jhr A.J.J.C. de
1815
Vredenburch, mr J.W. van
1815
Wassenaer van Sint Pancras, J.N.A. baron van
1814 - 1815
Wendt, mr L. de
1815
Wesselman, jhr mr C.F.
1815
Westrenen van Leeuwenberg, mr A.J. van
1815
Willinge, mr J.A.
1815
Wijghel, H.L.
1815
Lijst van leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal 1815 - 1848
De adellijke titels zijn in deze lijst vermeld, zoals ze waren bij de sluiting van de vergadering. Het sterretje (*) geeft aan dat de naam van het lid ook in de ledenlijst van de volgende periode voorkomt.
namen der leden
periode lidmaatschap
Akerlaken, jhr mr P. van
1847 - 1848
Alberda van Ekenstein, jhr mr O.R.
1815 - 1821
Alberda van Rensuma, O. T. baron van
1824 - 1829
Anethan, F.F.H.J. baron d' (de vader)
1815 - 1824
Arschot Schoonhoven, Ph.J.M. graaf d'
1824 - 1830
Asbeck, G.F. baron van
1815 - 1836
Aylva van Waardenburg en Neerijnen, H.W. baron van
1815 - 1827
Berlaymont, F.Th.M.L. graaf de
1815 - 1825
Béthune, M.A.B.A.J.E.M. graaf de
1823 - 1830
Bleiswijk, mr H.A. van
1815 - 1821
Blochausen, J. baron de
1815 - 1816
Boers, F.W.
1815
Boetzelaer van Dubbeldam, C.V. baron van
1816 - 1829
Borchgrave d'Altena, J.G.M.P. graaf de
1815 - 1818
Borssele van der Hooghe, Ph.N.J. baron van
1815 - 1829
Bowier, jhr mr M.
1815 - 1830
Brienen van de Groote Lindt, A.W. baron van
1840 - 1848
Brienen van de Groote Lindt, W.J. baron van
1815 - 1839
Brouckère, jhr Ch. de
1828 - 1830
Brugmans, mr P.A.
1841 - 1848
Burch, Ch.A.L.A.H. graaf van der
1819 - 1830
Bylandt, J.Ch. graaf van
1831 - 1841
Bylandt, O.A. graaf van
1848
Bijleveld, mr C.G.
1835 - 1848
Cambier, mr J.J.
1816 - 1831
Carnin de Staden, J.Ch. graaf de
1816 - 1826
Chassé, D.H. baron
1839 - 1848
Chastel, R.Ch.H.M. graaf du
1815 - 1825
Clifford, jhr mr G.G.
1833 - 1847
Crommelin, J.I.H. van Wickevoort
1840 - 1841
Crommelin, mr J.P. van Wickevoort
1825 - 1837
Dedel, mr J.W.
1821 - 1848
Deutz van Assendelft, jhr mr A.A.
1831 - 1833
Dussen, jhr J. van der
1815 - 1820
Duyn van Maasdam, mr A.F.J.A. graaf van der
1848
Faille de Leverghem, jhr J.Ch.H.J.N. della
1815 - 1822
Feltz, G.A.F. baron de
1817 - 1820
Gavre, Ch.A.F.R. prins de
1815 - 1830
Gennep, mr A. van
1826 - 1846
Goër, L.Ph.M.J. baron de
1825 - 1830
Goes, jhr mr H.M. van der
1828 - 1830
Goes van Dirxland, mr M. baron van der
1815 - 1826
Goltz, F.A. graaf van der
1818 - 1848
Goubau d'Hovorst, M.J.F.Gh. baron
1826 - 1830
Hall, mr M.C. van
1842 - 1848
Hane Steenhuyse, J.B.M.J.F.Gh. graaf d'
1815 - 1826
Harchies de Vlamertinghe, L.F.G.J.M. markies de
1815 - 1822
Heeckeren van Enghuizen, E.F. baron van
1816 - 1831
Heeckeren van Enghuizen, H.J.C.J. baron van
1848*
Heerdt tot Eversberg, T.C. graaf van
1824 - 1844
Heim, jhr mr P. van der
1815 - 1823
Hemricourt de Ramioul, J.E.Ph.A. graaf de
1824 - 1830
Hinlopen, mr J.G.
1845 - 1848
Hogendorp, J.F. graaf van
1815 - 1831
Holvoet, jhr mr B.J.
1826 - 1830
Hoop, A. van der
1839 - 1848
Houven, H.Chr. van der
1846 - 1848
Hugenpoth tot Aerdt, mr A.W.J.J. baron van
1838 - 1848
Huyssen van Kattendijke, mr J.W. baron
1844 - 1848
Jarges, jhr mr J.
1831 - 1845
Jonge, jhr mr F.C. de
1826 - 1834
Junius van Hemert, jhr mr W.J.
1845 - 1848
Keverberg van Aldengoor, Ch.F.J. baron de
1817 - 1830
Kock, H. baron Merkus de
1842 - 1845
Lampsins, mr A.J.C. baron
1815 - 1822
Lens, baron van Meulebeke, Ph.B.M.Gh. graaf de
1815 - 1819 en 1826 - 1830
Leyden van Westbarendrecht, jhr mr F.A. van
1817 - 1821
Liedekerke Beaufort, prins de Gavre, M.F.H. graaf de
1822 - 1830
Liedel de Well, P.W. baron de (de vader)
1840 - 1848
Limburg Stirum, L. graaf van
1833 - 1840
Limburg Stirum, L.G.A. graaf van
1848*
Limburg Stirum, S.J. graaf van
1819 - 1824
Limburg Stirum, W.A.W. graaf van
1840 - 1848
Loën d'Enschede, J.B. baron de
1821 - 1830
Lycklama à Nijeholt, jhr T.M.
1835 - 1844
Lynden van Blitterswijk, jhr W.C.H. van
1815 - 1816
Lynden van Hemmen, F.G. baron van
1818 - 1845
Lynden van Lunenburg, jhr J.H. van
1831 - 1848
Marnix, Ch.Gh.M. graaf de
1824 - 1830
Martini, jhr mr H.B.
1823 - 1848
Méan, F.A.M.C. prins de
1815 - 1830
Meere, Ch.A.E. graaf van der
1824 - 1830
Membrède, jhr A.Ch.
1828 - 1831
Mist, mr J.A. Uitenhage de
1820 - 1823
Moreau de Bioul, J.M.R.Gh. ridder
1821 - 1830
Nes van Meerkerk, mr J.G. van
1844 - 1848
Néverlée de la Fortelle, Ch.J.R. baron de
1816 - 1821
Nicolaï, mr P.F.
1826 - 1830
Noot, markies d'Assche, M.L. van der
1815 - 1830
Obert de Quevy, burggraaf Z.V.J.
1815 - 1820
Osy de Zegwaart, C.B.Gh. baron
1816 - 1830
Oudermeulen, F. van der
1848*
Pallandt van Beerse, mr A.W. baron van
1822 - 1848
Pallandt van Eerde, A.W. baron van
1815 - 1822
Pesters van Cattenbroek, jhr mr W.N.
1824 - 1831
Piepers, M.
1841 - 1848
Poll, jhr mr W.G. van de
1827 - 1836
Preud'homme d'Hailly, burggraaf van Nieuwpoort, C.F.A.J. de
1815 - 1830
Rappard, mr W.L.F.Chr. ridder van
1844 - 1848
Reede, W.F. graaf van
1825 - 1838
Renesse-Breidbach, C.W.F.Ch.C.C.J.-N. graaf de
1815 - 1830
Rengers, mr S. van Welderen baron
1845 - 1848*
Riquet, graaf de Caraman, prins van Chimay, J.F.P.de
1820 - 1830
Röell, mr W.F. baron
1817 - 1835
Schimmelpenninck, G. graaf
1837 - 1848
Schimmelpenninck, mr R.J.
1815 - 1825
Schimmelpenninck van der Oye van den Poll, W.A. baron
1846 - 1847*
Sevenstern, mr P.G.
1848
Sloet tot Warmelo, F.W. baron
1815 - 1838
Spaen la Lecq, W.A. baron van
1815 - 1817
Spaen tot Biljoen, J.F.W. baron van
1825 - 1827
Spangen, F.L.A. graaf de
1815 - 1826
Steengracht van Oosterland, jhr mr N.
1815 - 1840
Stockhem de Heers, Ch.F. baron de
1815 - 1830
Stralen, mr H. van
1815 - 1822
Swinderen van Rensuma, jhr mr O. van
1840 - 1848
Sypkens, mr T.
1834 - 1842
Thiennes de Lombize, Ch.I.Ph. graaf de
1815 - 1830
Thiennes de Rumbeke, Chr.Ch.M.J.Gh.C. graaf de
1826 - 1830
Tour van Bellinchave, mr M.C.W. baron du
1836 - 1848
Trazegnies, G.Ph.M.J.G.Gh. markies de
1815 - 1830
Trip, H.R.
1840 - 1848
Tuyll van Serooskerken van Zuylen, W.R. baron van
1815 - 1830
Vaernewyck d'Angest, C.C.M.B.C.Gh. burggraaf de
1827 - 1830
Verheyen, mr A.G.
1831 - 1848
Verschuir van Heilo, Oesdom en ter Coulster, jhr mr G. Fontein
1831 - 1838
Vinck de Westwezel, I.J.J. baron de
1825 - 1830
Vos van Steenwijk, C. baron de
1816 - 1830
Wael, mr A.J. Vos de
1848*
Warin, jhr mr N.
1815
Wassenaer Starrenburg, W.L.Worbert graaf van
1816 - 1833
Weede van Dijkveld, jhr E. van
1842 - 1844
Weerts, mr J.
1840 - 1842
Wijck, jhr mr H.M.A.J. van Asch van
1840 - 1843
Lijst van leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal 1849 - 1945
De adellijke titels zijn in deze lijst vermeld, zoals ze waren bij de sluiting van de vergadering. De getallen in de laatste kolom verwijzen naar de geloofsbrieven in het archief van de Eerste Kamer, inventarisnummers 201-212.
namen der leden periode lidmaatschap nummer
Ablaing van Giessenburg, J.D.C.C.W.baron d' 1851 - 1859 188
Akerlaken, jhr mr D. van 1874 - 1892 240
Alberda van Ekenstein, jhr mr W.C.A. 1888 - 1902 300
Alphen, F.H.P. van 1890 - 1904 307
Amelink, H. 1925 - 1926 057
Andriessen, W.J. 1933 - 1937 084
Anema, mr A. 1921 - 1960 023
Arntz, J.F.C. 1921 - 1932 022
Barge, mr C.A.H. 1909 - 1913 395
Barge, dr J.A.J. 1937 - 1949 110
Batenburg, mr W.H.J.Th. van Basten 1901 - 1903 en 1907 - 1923 392
Bavinck, dr H. 1911 - 1921 410
Beaufort, mr W.H. de 1884 274
Beaufort, jhr mr K.A. Godin de 1893 - 1910 322
Beckman, dr H.B. Wiardi 1937 - 1940 108
Beelaerts van Blokland, jhr J. 1921 - 1923 461
Beerenbroek, L.F.H. 1849 - 1884 169
Beken Pasteel, jhr mr M.A.J. van der 1849 - 1859 134
Bella, S. de la 1935 - 1942 091
Berckel, mr A.H.M. van 1903 - 1907 365
Berg, mr L.W.C. van den 1911 - 1923 409
Bergh jr, S. van den 1923 - 1938 039
Bergmann, mr E.H.J.M. van Zinnicq 1892 - 1908 312
Bergsma, E.J. 1913 - 1922 424
Bergsma, mr W.A. 1894 - 1901 327
Berkhout, jhr mr A.V. Teding van 1877 - 1884 248
Bevers, mr J.G.S. 1902 - 1908 364
Beyma, jhr mr P.J. van 1904 - 1910 378
Biesen, mr J.W. van den 1896 - 1917 331
Bilt, Chr.W.J. van de 1937 - 1945 096
Binnerts, mr H. 1916 - 1922 438
Blankenheym, D. 1849 - 1872 147
Bloembergen Ezn, R. 1907 - 1914 389
Bloembergen Ezn, mr A. 1901 354
Blomjous, H.M.J. 1920 - 1946 019
Blussé, mr A. 1874 - 1890 239
Blijdenstein, A.J. 1878 - 1895 250
Boer, K.Czn. de 1910 - 1922 401
Bogaard, B. Verheij van den 1849 - 1853 136
Bönninghausen, jhr mr E.J.B.M. von 1937 - 1945 113
Boreel van Hogelanden, jhr mr W. 1860 - 1866 209
Borsius, mr W.Chr. 1871 - 1883 233
Borski, D. 1849 - 1860 154
Bosch, mr J.W.H. 1849 - 1851 159
Bosch van Drakestein, jhr mr F.L.H.J. 1850 - 1866 181
Bosch van Drakestein, jhr H.P.C. 1901 - 1914 353
Bosch van Oud-Amelisweerd, jhr mr J.M.W. 1914 - 1923 432
Boxman, mr A. 1850 - 1856 176
Brantsen van Zijp, mr W.G. baron 1897 - 1899 337
Brauw, jhr mr W.M. de 1850 - 1853 177
Breebaart Kzn., J. 1892 - 1913 316
Breggen Azn, J. van der 1884 - 1894 275
Bressers, C.L. 1918 - 1919 445
Breuning, D. 1881 - 1896 262
Briët, mr P.E. 1923 en 1925 - 1946 053
Brouwers, J.S.H. 1902 - 1908 363
Bruineman, J.A.M. 1937 - 1945 101
Bruijn, A.C. de 1929 - 1952 066
Bruijn, F.J.T. de 1850 - 1856 173
Bruijn, mr J.G. de 1883 - 1892 267
Büchner, dr E.Chr. 1873 - 1882 237
Bultman, H.F. 1888 - 1907 297
Bylandt, mr E.J.A. graaf van 1868 - 1874 226
Carsten, mr H.J. 1875 - 1884 244
Citters, jhr dr S. van 1929 - 1942 070
Clercq, mr C. van der Lek de 1849 - 1871 157
Coenen, F.J.P.M. 1902 362
Coenen, jhr H.A.D. 1870 - 1876 en 1877 - 1896 247
Colijn, dr H. 1914 - 1920 en 1926 - 1929 en 1939 - 1944 062
Coppello, mr J. Kappeyne van de 1888 - 1893 en 1916 - 1920 437
Cramer, ir Ch.G. 1923 - 1925 047
Cremer, J.Th. 1912 - 1922 415
Cremers, mr E.J.J.B. 1891 - 1896 310
Cremers, mr J.J. 1850 - 1877 en 1879 - 1882 253
Cremers, mr W.C.J.J. 1893 - 1904 320
Croles, mr J. 1922 - 1929 033
Dam van Isselt, E.W. van 1852 - 1860 189
Danz, P. 1925 - 1937 056
Deventer, mr C.Th. van 1911 - 1913 412
Diemont, mr Chr. 1849 - 1850 151
Diepen, R.J.A. 1915 - 1920 435
Diepenhorst, dr P.A. 1920 - 1946 021
Dobbelmann, P.T.H.M. 1922 - 1932 029
Dojes, R.P. 1903 - 1922 367
Donker, C. 1887 - 1891 283
Douwes jr, J. 1922 - 1923 470
Dries, H.P. van den 1850 - 1863 172
Droogleever Fortuyn, mr P. 1932 - 1938 078
Drucker, mr H.L. 1913 - 1917 421
Dumbar, mr G. 1873 - 1878 238
Duyl, G. van 1937 112
Dijckmeester, mr A.J. 1900 - 1904 347
Elout van Soeterwoude, jhr mr P.J. 1886 - 1887 281
Embden, dr D. van 1918 - 1946 012
Engelberts, mr D. 1893 - 1897 319
Engelkens, mr H.J. 1849 - 1850 167
Eijsinga, jhr mr F.J.J. van 1850 - 1894 182
Faure, mr R.T.H.P.L.A. van Boneval 1894 - 1904 325
Feltz, mr G.W. baron van der 1904 - 1922 382
Fennema,H. 1896 - 1904 336
Ferf, P.B.J. 1912 - 1916 414
Fisenne, jhr P.M.G. von 1904 - 1910 370
Fleskens, A.N. 1935 - 1946 090
Fock, mr D. 1929 - 1935 067
Fokker, mr A.J. 1913 - 1922 423
Fokker, mr E. 1892 - 1896 318
Foreest, jhr mr C. van 1850 - 1853 179
Fransen Jzn, W. 1922 - 1929 030
Franssen, dr H. 1904 - 1926 001
Geertsema, C.J. 1864 - 1879 219
Geertsema, mr dr C.C. 1917 - 1922 443
Geertsema, mr J.H. 1894 - 1902 328
Gelderman, J. 1928 - 1937 en 1938 - 1946 064
Gennep, mr J. van 1888 - 1894 290
Gevers van Endegeest, jhr mr D. Th. 1849 - 1850 143
Gilissen, A.J.A. 1914 - 1923 431
Gleichman, mr J.G. 1901 - 1904 355
Goes van Dirxland, M.H.M.A. baron van der 1888 - 1890 291
Goltstein, mr J.K. baron van 1870 - 1872 228
Goltstein, mr W. baron van 1872 - 1874 235
Goltstein van Oldenaller, H.R.W. baron van 1853 - 1862 191
Groeninx van Zoelen, mr R.F. baron 1849 - 1850 149
Gijselaar, jhr mr dr N.C. de 1915 - 1937 007
Haar jr, J. ter 1930 - 1941 074
Haazevoet, P.J.J. 1922 - 1928 036
Haffmans, O.M.F. 1908 - 1932 003
Hall, mr M.C. van 1896 - 1900 334
Hardenbroek van Hardenbroek, G.C.D. d'Aumale baron van 1910 - 1923 403
Hartevelt Jzn, A. 1856 - 1863 198
Hartsen, jhr C. 1859 - 1877 204
Havelaar, J.P. 1902 - 1913 356
Heeckeren van Enghuizen, H.J.C.J. baron van 1849 - 1850 137
Heeckeren van Kell, mr J.D.C. baron van 1905 - 1910 384
Heeckeren van Wassenaar tot Twickel, mr J.D.C. baron van 1849 - 1867 165
Heek, G.J. van 1895 - 1903 330
Heerkens, Th.E.F. 1904 - 1909 380
Heim van Duivendijke, mr J.A. baron van der 1862 - 1865 212
Hein, J.W. 1865 - 1880 220
Hein, mr B.M. Vlielander 1888 - 1904 292
Heldring, dr E. 1938 - 1946 115
Hendrix, J.N. 1929 - 1931 071
Hengst, mr J.B.J. 1863 - 1890 214
Hermans, L.M. 1925 - 1937 055
Hiemstra, P. 1937 - 1946 102
Hoeven, mr A. van der 1914 - 1937 010
Hoffman, mr M.A.F.H. 1849 - 1850 144
Holthe tot Echten, jhr mr G.H. van 1914 - 1919 434
Hooft, mr J.Corver 1849 - 1850 153
Hooft, mr P.C. 't 1899 - 1921 344
Hooft van Benthuizen, O.B. 't 1849 - 1865 148
Houten, D.J. van 1913 - 1922 422
Houten, mr S. van 1904 - 1907 377
Hovy, W. 1901 - 1915 351
Huydecoper van Maarsseveen, jhr mr J. 1858 - 1887 en 1888 - 1890 293
Idenburg, A.W.F. van 1920 - 1924 018
Insinger, A.F. 1849 - 1859 150
Insinger, M.H. 1881 - 1891 261
IJsselmuiden, J.J.W. 1932 - 1933 081
Jacob, F.B. s' 1898 - 1904 341
Jansen, mr F.I.J. 1922 - 1946 024
Janssen de Limpens, mr C.H.J.A. 1932 - 1948 077
Jong, M. de 1893 - 1913 321
Jong, P.W. de 1923 - 1943 040
Jonge, jhr W.C. de 1923 - 1925 041
Jonge van Ellemeet, mr W.C.M. de 1849 - 1853 156
Jordens, mr W.H. Cost 1849 - 1873 164
Jurgens Hzn., A.J. 1919 - 1921 450
Kempenaer, jhr T.A.M.A. van Andringa de 1850 - 1865 183
Ketwich Verschuur, mr dr E. van 1923 - 1924 046
Kieft, J. van de 1945 - 1952 118
Kist, mr H.J. 1891 - 1912 311
Knottenbelt, mr H.J. 1933 - 1937 085
Kol, H.H. van 1913 - 1922 en 1923 - 1924 038
Kolff, mr G. 1935 - 1959 087
Koster, ir J. 1926 - 1933 060
Kranenburg, mr R. 1929 - 1935 en 1937 - 1951 068
Kraus, dr J. 1911 - 1922 411
Kropman, mr G.C.J.D. 1935 - 1963 092
Kun, E.A.M. van der 1910 - 1914 397
Kuyper, dr A. 1913 - 1920 419
Laan, D. 1897 - 1905 338
Laan, J.A. 1905 - 1918 385
Lamsweerde, A.M.J.E. baron van 1904 - 1919 369
Lande, J.C.L. van der 1913 - 1916 en 1920 - 1932 017
Lanschot, mr W.M. van 1911 - 1941 006
Leeuwen, mr W.F. van 1902 - 1911 358
Lely, dr C. 1910 - 1913 404
Lidth de Jeude, mr C.C. van 1849 - 1853 142
Lier, mr H. van 1888 - 1904 302
Lightenvelt, mr L.A. van 1849 - 1850 135
Limburg Stirum, mr C.W. graaf van 1904 - 1905 368
Limburg Stirum, L.G.A. graaf van 1849 - 1850 en 1880 - 1884 254
Lindeijer, G.F. 1925 - 1929 054
Lohman, jhr mr A.F. de Savornin 1892 - 1894 315
Lohman, jhr mr B.C. de Savornin 1926 - 1946 059
Loon, dr J.A.A.M. van 1919 - 1923 447
Loopuyt, mr P. 1856 - 1862 199
Lotsy, mr J.S. 1853 - 1856 192
Lucasse, mr C. 1910 - 1913 en 1915 - 1922 436
Lynden, mr R. Melvil baron van 1887 - 1901 287
Lynden van Hemmen, F.G. baron van 1890 - 1892 306
Lynden van Sandenburg, mr C.Th. graaf van 1883 - 1885 271
Maarsingh, J. 1937 - 1945 103
Maesen de Sombreff, jhr mr L.H.L.J. van der 1909 - 1926 005
Magnée de Horn, L.H.A. 1884 - 1902 279
Malefijt, J.H. de Waal 1917 - 1925 011
Marchant et d'Ansembourg, M.V.E.H.J.M. graaf de 1935 - 1937 095
Marle, mr H.R. van 1895 - 1899 329
Martens van Sevenhoven, jhr mr J.C. 1849 - 1857 158
Meeuwen, jhr mr E.J.P.Ch.E. van 1856 - 1871 197
Meinesz, mr S.A. Vening 1884 - 1904 en 1904 - 1909 376
Mendels, mr M. 1919 - 1937 013
Merkelbach, W. 1890 - 1911 304
Merkes van Gendt, jhr F.G.E. 1879 - 1884 251
Meurs van Hulsthorst, mr H.F. van 1849 - 1852 141
Michiels van Kessenich, jhr A.H.J.H. 1899 - 1922 346
Michiels van Kessenich, jhr mr F.B.H. 1859 - 1881 207
Michiels van Kessenich, jhr mr G.A.H. 1926 - 1946 058
Mierlo H.Ezn, J.C. van 1849 - 1850 138
Moltmaker, P. 1923 - 1941 049
Moolenburgh, mr J. 1883 - 1892 270
Mortel, J.C.A.M. van de 1939 - 1947 116
Muller Szn, H. 1881 - 1898 260
Muralt, jhr ir R.R.L. de 1923 - 1929 044
Naamen van Eemnes, mr A. van 1880 - 1902 258
Nagell van Ampsen, mr A.J. baron 1924 - 1928 051
Nagell van Ampsen, mr J.E.H. baron van 1888 - 1893 288
Nebbens Sterling, mr H.A. 1891 - 1904 309
Nierop, mr F.S. van 1899 - 1922 345
Nispen tot Pannerden, jhr mr C.E.J.F. van 1849 - 1870 139
Nispen tot Pannerden, jhr F.X.J. van 1889 - 1899 303
Nispen tot Sevenaer, jhr mr L.C.C.O.M.M.van 1887 - 1901 285
Nivard, F.L.D. 1931 - 1945 075
Nobel, mr C.J.R. 1862 - 1884 210
Nijkamp, H. Chr. 1940 - 1957 117
Nijssingh, mr A.E.J. 1890 - 1904 308
Ossendorp, F.L. 1924 - 1937 052
Otten, ir J.M.L. 1934 - 1937 086
Oudegeest, J. 1929 - 1935 072
Oudermeulen, F. van der 1853 - 1864 193
Oyens, mr J.C. de Marez 1910 - 1911 398
Pallandt van Eerde, R.Th. baron van 1910 - 1913 405
Pallandt van Keppel, mr F.J.W. baron van 1884 - 1887 273
Pallandt van Waardenburg en Neerijnen, H.W. baron van Aylva van 1849 - 1880 140
Pallandt van Waardenburg en Neerijnen, mr W.C. baron van 1887 - 1904 282
Paspoort van Grijpskerke, jhr mr M.C. 1853 - 1859 194
Peletier, mw mr A.E. Ribbius 1937 - 1947 104
Pelinck, mr E. 1907 - 1914 390
Philipse, mr J.A. 1849 - 1871 145
Pické, mr C.J. 1877 - 1887 243
Pincoffs, L. 1872 - 1879 234
Pité, jhr L.L.G.M. de Villers de 1850 - 1880 187
Polak, dr H. 1913 - 1922 en 1923 - 1937 042
Pollema, mr R. 1928 - 1965 065
Pont, mr D.F. 1937 097
Posthuis-Smit, mw W.C.B. 1920 - 1937 015
Prins, A. 1871 - 1880 en 1892 - 1899 317
Prins, J. 1888 - 1896 296
Prinzen, W.J.H. 1890 - 1913 305
Putte, I.D. Fransen van de 1880 - 1902 256
Putte, J. Fransen van de 1859 - 1875 205
Pyls, W.H. 1880 - 1899 259
Pijnacker Hordijk, mr C. 1894 - 1902 324
Pijnappel, mr M.J. 1882 - 1887 en 1888 - 1894 295
Quintus, jhr mr J.W. 1862 - 1864 213
Raadt, mr G.A. de 1871 - 1883 231
Rahusen, mr E.N. 1891 - 1910 313
Rahusen, H.J. 1866 - 1875 223
Rappard, mr A.G.A. ridder van 1935 - 1946 088
Raymakers, C.A.M. 1907 - 1911 387
Reekers, mr F.J.M.A. 1896 - 1922 332
Regout, H.G.L. 1881 - 1904 263
Regout, mr L.H.W. 1904 - 1909 en 1913 - 1915 417
Regout, P.D. 1849 - 1859 170
Reinalda, M.A. 1937 - 1947 098
Rengers, dr J.E. van Welderen baron 1922 462
Rengers, mr S. van Welderen baron 1849 - 1850 161
Rengers, Th.M.Th. van Welderen baron 1914 - 1916 433
Rengers, mr W.J. van Welderen baron 1888 - 1913 299
Reymer, mr P.J. 1928 - 1929 063
Rhemen van Rhemenshuizen, mr C.H. baron van 1850 - 1880 174
Rink, mr P. 1923 - 1932 037
Röell, jhr mr J. 1887 - 1888 en 1898 - 1901 en 1910 - 1912 400
Roijen, mr A.J. van 1856 - 1862 200
Royen, mr B. van 1882 - 1893 265
Royen, mr I.A. van 1902 - 1904 360
Royen, mr I.A.S. van 1850 - 1853 184
Romme, mr C.P.M. 1937 099
Rugge, E. 1923 - 1937 045
Rutgers van Rozenburg, jhr mr J.W.H. 1898 - 1902 342
Ruijter, H. 1932 - 1937 082
Rijckevorsel Hzn, A. van 1850 - 1862 175
Rijckevorsel, mr C.J.A. van 1871 - 1883 229
Rijk, G.J. de 1849 - 1850 171
Rijke, mr W. de 1937 - 1945 114
Rijsterborgh, L. 1859 - 1864 203
Sasse van Ysselt, jhr mr A.F.O. van 1929 - 1939 069
Sasse van Ysselt, jhr L.J.B. van 1849 - 1883 133
Sassen, mr A.M. 1892 - 1907 314
Sassen, mr N.F.C.J. 1853 - 1871 190
Schimmelpenninck van der Oye, W.A. baron 1860 - 1872 208
Schimmelpenninck van der Oye van Hoevelaken, J.E.N. baron 1894 - 1914 323
Schimmelpenninck van der Oye van de Poll, mr W.A.A.J. baron 1876 - 1877 en 1880 - 1889 255
Schoemaker, A.J. 1932 - 1946 079
Scholten, J.E. 1902 - 1910 361
Schönfeld, mr H.J. 1922 - 1923 479
Schot, mr G. 1865 - 1881 222
Sels, C.M.E. van Löben 1905 - 1914 386
Serrarens, P.J.S. 1929 - 1937 073
Sichterman van den Brake, mr M. 1855 - 1856 196
Sickenga, mr J. 1902 - 1911 359
Sickesz, mr C.J. 1884 - 1888 en 1896 - 1898 333
Sikkes, P. 1937 - 1946 105
Sitter, J. de 1850 - 1855 185
Sitter, mr W. de 1877 - 1888 249
Six, jhr mr W. 1888 - 1893 298
Slingenberg, mr M. 1920 - 1935 020
Slotemaker de Bruine, dr J.R. 1922 - 1926 032
Smeenge, mr H. 1919 - 1935 014
Smit, mr H.J. 1864 - 1881 218
Smits, mr A.J.I.M. 1911 - 1923 407
Smits, H.M. 1888 - 1890 286
Smits van Oyen, J.Th. 1883 - 1892 268
Smitz, mr P.J.A. 1877 - 1896 246
Staal, H.P. 1907 - 1920 388
Steger, dr A.M.A.A. 1922 - 1923 en 1926 - 1945 061
Stenhuis, R. 1923 - 1925 050
Stork, C.Th. 1867 - 1895 225
Stork, D.W. 1903 - 1910 en 1916 - 1920 439
Straeter, B.T.C. 1920 452
Swaay, G.J. van 1913 - 1922 420
Sweerts de Landas Wyborgh, E.C. baron 1910 - 1911 399
Swinderen, jhr G.R.G. van 1849 - 1879 162
Swinderen, jhr mr J.H.F.K. van 1879 - 1902 252
Sijtsma, S. 1922 - 1923 474
Taets van Amerongen tot Natewisch, P.H. baron 1849 - 1850 146
Taets van Amerongen van Natewisch, mr J. baron 1859 - 1870 206
Tak van Poortvliet, mr J.P.R. 1884 - 1888 en 1901 - 1904 350
Tex, jhr mr C.J.A. den 1875 - 1882 242
Thooft, mr J. 1873 - 1893 236
Tienhoven, mr G. van 1880 - 1891 en 1894 - 1897 326
Thijssen, mr J.N.J.E. Heerkens 1922 - 1935 031
Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, jhr mr E. 1910 - 1917 406
Tonckens, mr W.J. 1849 - 1875 168
Twist, mr A.J. Duymaer van 1865 - 1881 221
Veer, mr A.A. de 1922 - 1932 034
Veld, mr J. in 't 1937 - 1964 107
Velzen, S. van 1901 - 1910 349
Verheyen, jhr mr F.X.A 1908 - 1929 004
Verheyen, jhr mr J.B.A.J.M. 1883 - 1898 266
Verkouteren, mr H. 1922 - 1930 026
Vermeulen, dr P.J.F. 1904 - 1913 373
Verschoor, H.E. 1864 - 1877 216
Verschuer, B.A. baron van 1849 - 1850 155
Verschuir van Heilo, jhr D.C. de Dieu Fontein 1866 - 1874 224
Vessem, mr A.J. van 1935 - 1945 094
Viëtor, mr J. Fresemann 1849 - 1850 166
Viruly, Th.P. 1862 - 1902 211
Visser, M. 1931 - 1935 076
Visser van Hazerswoude, mr D. 1883 - 1886 269
Vliegen, W.H. 1917 - 1922 444
Vlugt, dr W. de 1922 - 1939 035
Vollenhoven, J. van 1863 - 1888 215
Vollenhoven, dr H. van Beeck 1849 - 1871 152
Vollenhoven, mr J. Messchert van 1864 - 1873 217
Voorst tot Voorst, J.J.G. baron van 1908 - 1931 002
Voorst tot Voorst, L.F.J.M. baron van 1937 - 1939 106
Voorthuysen, mr E. du Marchie van 1857 - 1858 en 1874 - 1881 241
Vorrink, J.J. 1935 - 1946 093
Vos van Steenwijk, mr G.W. baron de 1884 - 1890 278
Vos van Steenwijk, mr J.A.G. baron de 1853 - 1880 195
Vos van Steenwijk, J.W.J. baron de 1932 - 1935 080
Vos van Steenwijk, mr W.L. baron de 1913 - 1946 008
Vries, L.W. de 1922 - 1928 025
Vries Czn, mr S. 1922 - 1923 477
Vijlbrief, N. 1936 - 1946 100
Wael, mr A.F. Vos de 1871 - 1883 230
Wael, mr A.J. Vos de 1849 - 1850 163
Waller, H. 1904 - 1913 371
Wassenaar tot Catwijck, mr O.J.E. baron van 1914 - 1932 009
Wassenaer van Rosande, J.D. baron van 1904 - 1914 374
Waterschoot van der Gracht, mr W.S.J. van 1904 - 1916 372
Weel Dzn, A. van 1850 - 1868 178
Welt, D.K. 1888 - 1911 301
Werker, mr W.H.M. 1935 - 1937 089
Wertheim, A.C. 1886 - 1897 280
Wessem, J.C. van 1850 - 1864 180
Westerdijk, J.B. 1916 - 1919 en 1922 - 1934 028
Wibaut, dr F.M. 1922 - 1935 027
Wichen, F.H. van 1916 - 1920 440
Willebois, jhr P.J.J.S.M. van der Does de 1898 - 1923 339
Willinge, mr J.J. 1904 - 1907 381
Wit, P.J.J. de 1923 - 1929 043
Wittert van Hoogland, dr E.B.F.F. baron 1920 - 1926 016
Woltjer, dr J. 1902 - 1917 357
Woltjer, dr R.H. 1937 - 1952 111
Wijck, S.M. van 1899 - 1901 343
Wijck, jhr C.H.A. van der 1904 375
Wijck, jhr mr H.A.M. van Asch van 1933 - 1947 083
Wijck, jhr mr H.M.J. van Asch van 1901 - 1910 352
Wijck, jhr mr T.A.J. van Asch van 1896 - 1901 335
Zeeuw, A.B. de 1923 - 1945 048
Zuylen van Nijevelt, mr J.P.P. 1888 - 1890 289
Zijlma, G. 1911 - 1916 413
Zwaan, dr J. de 1937 - 1956 109
Lijst van griffiers en commiezen ter griffie
van de Staten-Generaal
1814 - 1815 jhr J.M. van Pabst van Bingerden, griffier
1814 - 1815 mr L. de Witte van Citters, commies-griffier
1814 - 1815 B.H.W. Gevers, commies-griffier
1814 - 1815 H. Nieuwenhuizen, adjunct-commies
1814 - 1815 B. Surmont, adjunct-commies
1814 - 1815 J. Washington, adjunct-commies
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
griffier commies van Staat, waarnemende de dienst van commies-griffier commies-griffier commies-translateur adjunct-commies ter griffie (hoofd)commies ter griffie referendaris ter griffie
1815 - 1817 jhr J.M. van Pabst van Bingerden
1817 - 1842 jhr E. van Weede van Dijkveld
1842 - 1850 J.L.W. baron de Geer van Jutphaas
1850 - 1877 jhr mr J.A. Singendonck
1877 - 1880 jhr mr J.K.J. de Jonge
1880 - 1899 mr O.W. Star Numan
1900 - 1927 mr H. Zillesen
1927 - 1935 jhr dr W.A. Beelaerts van Blokland
1935 - 1957 mr A.L. de Block
1815 - 1817 B.H.W. Gevers
1817 - 1823 mr C. Huughe
1823 - 1826 jhr Th.J.F. Diert van Kerckwerve
1826 - 1830 H.J.A. graaf de Baillet
1830 jhr E.M.Gh. Joos de ter Beerst
1836 - 1838 mr C.Th.J. baron de Constant Rebecque
1838 - 1841 jhr mr J.G.H. van Tets
1841 - 1843 mr W.J. baron d'Ablaing van Giessenburg
1843 - 1850 jhr mr J.A. Singendonck
1851 - 1858 jhr mr H.J. van der Heim
1858 - 1877 jhr mr J.K.J. de Jonge
1878 - 1880 mr O.W. Star Numan
1880 - 1889 mr A.J.W. van Roijen
1890 - 1899 mr H. Zillesen
1900 - 1905 mr H.J. Romeijn
1906 - 1919 jhr mr E.B.F.F. Wittert van Hoogland
1919 - 1927 jhr mr W.A. Beelaerts van Blokland
1927 - 1935 mr A.L. de Block
1935 - 1955 mr J. van Andel Gzn.
1815 - 1830 J.L.J. Le Fevre
1815 - 1824 H. Nieuwenhuizen
1824 - 1827 A.J. Ravekes
1827 - 1835 A.J. Kuijpers
1835 - 1862 A.J. Kuijpers
1862 - 1884 G. Dijkmans
1884 - 1925 W.F. Pfeiffer
1926 - 1933 J.A. van Lakerveld
1934 - 1947 C. Chr. J. Kiewit
Lijst der zittingen
Ontleend aan G.W. Bannier, Grondwetten van Nederland (Zwolle 1936) en aan de archieven van de Staatssecretarie 1813 - 1840 en van het Kabinet des Konings / der Koningin vanaf 1841.
zitting tijdvak bijzonderheden
1814 2 mei - 5 november 1814. Eerste buitengewone zitting van de Staten-Generaal, geopend krachtens souverein besluit van 6 april 1814, nr.3 en gesloten krachtens souverein besluit van 3 november 1814, nr. 69.
1814-1815 7 november 1814 - 7 augustus 1815. Eerste en enige gewone zitting van de uit één kamer bestaande Staten-Generaal. Krachtens Koninklijk besluit van 6 augustus 1815, nr. 53 werd de zitting gesloten op 7 augustus 1815.
1815 8 - 19 augustus 1815. Buitengewone zitting in dubbele getale wegens herziening van de Grondwet, geopend krachtens Koninklijk besluit van 15 juli 1815, nr.75 en gesloten krachtens Koninklijk besluit van 19 augustus 1815, nr. 1.
1815 21 - 29 september 1815. Buitengewone zitting te Brussel na inwerkingtreding van de nieuwe Grondwet, ter inhuldiging van de Koning. Geopend krachtens Koninklijk besluit van 1 september 1815, nr. 106 en gesloten krachtens Koninklijk besluit van 28 september 1815, nr. 39.
1815-1816 16 oktober 1815 - 3 oktober 1816 te 's-Gravenhage
1816-1817 21 oktober 1816 - 30 januari 1817 te Brussel
1817-1818 20 oktober 1817 - 13 maart 1818 te 's-Gravenhage
1818-1819 19 oktober 1818 - 22 mei 1819 te Brussel
1819-1820 18 oktober 1819 - 12 juni 1820 te 's-Gravenhage
1820-1821 16 oktober 1820 - 12 juli 1821 te Brussel
1821-1822 15 oktober 1821 - 24 augustus 1822 te 's-Gravenhage
1822-1823 21 oktober 1822 - 29 maart 1823 te Brussel
1823-1824 20 oktober 1823 - 5 juni 1824 te 's-Gravenhage
1824-1825 18 oktober 1824 - 5 maart 1825 te Brussel
1825-1826 17 oktober 1825 - 25 maart 1826 te 's-Gravenhage
1826-1827 16 oktober 1826 - 8 mei 1827 te Brussel
1827-1828 15 oktober 1827 - 1 april 1828 te 's-Gravenhage
1828-1829 20 oktober 1828 - 20 mei 1829 te Brussel
1829-1830 19 oktober 1829 - 2 juni 1830 te 's-Gravenhage
1830 13 september - 2 oktober 1830. Buitengewone zitting te 's-Gravenhage wegens de ongeregeldheden in België, geopend krachtens Koninklijk besluit van 28 augustus 1830, nr. 56 en gesloten krachtens Koninklijk besluit van 1 oktober 1830, nr. 75.
1830-1831 18 oktober 1830 - 15 oktober 1831
1831-1832 17 oktober 1831 - 13 oktober 1832
1832-1833 15 oktober 1832 - 17 juni 1833
1833-1834 21 oktober 1833 - 29 april 1834
1834-1835 20 oktober 1834 - 29 april 1835
1835-1836 19 oktober 1835 - 26 april 1836
1836-1837 17 oktober 1836 - 11 mei 1837
1837-1838 16 oktober 1837 - 3 april 1838
1838-1839 15 oktober 1838 - 22 juli 1839
1839-1840 21 oktober 1839 - 15 juni 1840
1840 4 augustus - 5 september 1840. Buitengewone zitting (Tweede Kamer in dubbele getale) wegens herziening van de Grondwet, geopend krachtens Koninklijk besluit van 7 juli 1840, S. 40 en gesloten krachtens Koninklijk besluit van 4 september 1840, nr. 80.
1840-1841 19 oktober 1840 - 15 oktober 1841
1841-1842 18 oktober 1841 - 11 juli 1842
1842-1843 17 oktober 1842 - 10 oktober 1843
1843-1844 16 oktober 1843 - 26 juni 1844
1844-1845 21 oktober 1844 - 28 juni 1845
1845-1846 20 oktober 1845 - 11 mei 1846
1846-1847 19 oktober 1846 - 11 augustus 1847
1847-1848 18 oktober 1847 - 14 oktober 1848
1848-1849 16 oktober 1848 - 13 februari 1849. Laatste zitting van de oude kamers. Ingevolge art. 1 van het Voorlopig Kiesreglement, opgenomen in additioneel art. 7 van de Grondwet van 1848, hielden deze kamers op te bestaan met ingang van de dag der opening van de zitting der nieuwe kamers, zijnde 13 februari 1849. Deze zitting is niet formeel in een verenigde vergadering gesloten. De Eerste en Tweede Kamer hielden hun laatste vergadering op 21 resp. 20 december 1848.
1849 13 februari - 20 augustus 1849. Eerste zitting der nieuwe kamers, gekozen krachtens het Voorlopig Kiesreglement. Bij Koninklijk besluit van 11 januari 1849, S. 2, werd de opening van de zitting der nieuwe kamers bepaald op 13 februari 1849.
1849-1850 17 september 1849 - 20 augustus 1850. Bij Koninklijk besluit van 9 augustus 1850, S. 50, werden beide kamers der Staten-Generaal met 20 augustus 1850 ontbonden, teneinde de nieuwe Kieswet zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.
1850-1851 7 oktober 1850 - 13 september 1851. Eerste zitting der kamers, gekozen krachtens de nieuwe Kieswet. Overeenkomstig art. 95 der Grondwet had deze zitting geopend moeten worden op de derde maandag van de maand september, de 16e dus. Wegens vertraging bij de verkiezingen werd de opening bij Koninklijk besluit van 12 september 1850, S. 59, uitgesteld tot 7 oktober 1850.
1851-1852 15 september 1851 - 18 september 1852
1852-1853 20 september 1852 - 21 april 1853. Krachtens Koninklijk besluit van 20 april 1853, nr. 66, werd de zitting op 21 april 1853 gesloten wegens ontbinding van de Tweede Kamer.
1853 14 juni - 10 september 1853. Bij Koninklijk besluit van 26 april 1853, S. 22, werd de opening van deze zitting bepaald op 14 juni 1853.
1853-1854 19 september 1853 - 4 september 1854
1854-1855 18 september 1854 - 23 augustus 1855
1855-1856 17 september 1855 - 5 juli 1856
1856-1857 15 september 1856 - 26 augustus 1857
1857-1858 21 september 1857 - 28 augustus 1858
1858-1859 20 september 1858 - 14 september 1859
1859-1860 19 september 1859 - 6 september 1860
1860-1861 17 september 1860 - 3 september 1861
1861-1862 16 september 1861 - 13 september 1862
1862-1863 15 september 1862 - 19 september 1863
1863-1864 21 september 1863 - 17 september 1864
1864-1865 19 september 1864 - 16 september 1865
1865-1866 18 september 1865 - 15 september 1866
1866-1867 17 september - 1 oktober 1866. Krachtens Koninklijk besluit van 28 september 1866, S. 162, werd de zitting op 1 oktober 1866 gesloten wegens ontbinding van de Tweede Kamer.
1866-1867 (II) 19 november 1866 - 16 augustus 1867. Tweede zitting. Bij Koninklijk besluit van 28 september 1866, S. 161, werd de opening van deze zitting bepaald op 19 november 1866.
1867-1868 16 september - 27 december 1867. Krachtens Koninklijk besluit van 22 december 1867, nr. 45, werd de zitting op 27 december 1867 gesloten wegens ontbinding van de Tweede Kamer.
1867-1868 (II) 25 februari - 19 september 1868. Tweede zitting. Bij Koninklijk besluit van 3 januari 1868, S. 3, werd de opening van deze zitting bepaald op 25 februari 1868.
1868-1869 21 september 1868 - 16 september 1869
1869-1870 20 september 1869 - 17 september 1870
1870-1871 19 september 1870 - 15 september 1871
1871-1872 18 september 1871 - 14 september 1872
1872-1873 16 september 1872 - 13 september 1873
1873-1874 15 september 1873 - 19 september 1874
1874-1875 21 september 1874 - 18 september 1875
1875-1876 20 september 1875 - 16 september 1876
1876-1877 18 september 1876 - 15 september 1877
1877-1878 17 september 1877 - 13 september 1878
1878-1879 16 september 1878 - 13 september 1879
1879-1880 15 september 1879 - 18 september 1880
1880-1881 20 september 1880 - 17 september 1881
1881-1882 19 september 1881 - 16 september 1882
1882-1883 18 september 1882 - 14 september 1883
1883-1884 17 september 1883 - 13 september 1884
1884-1885 15 september - 11 oktober 1884. Krachtens Koninklijk besluit van 5 oktober 1884, S. 209, werd de zitting op 11 oktober 1884 gesloten wegens ontbinding van de beide kamers der Staten-Generaal in verband met de voorgenomen herziening van de Grondwet.
1884-1885 (II) 17 november 1884 - 19 september 1885. Tweede zitting. Bij Koninklijk besluit van 5 oktober 1884, S. 209, werd het samenkomen der nieuw verkozen kamers bepaald op 17 november 1884.
1885-1886 21 september 1885 - 18 mei 1886. Krachtens Koninklijk besluit van 11 mei 1886, S. 105, werd de zitting op 18 mei 1886 gesloten wegens ontbinding van de Tweede Kamer.
1885-1886 (II) 14 juli - 18 september 1886. Tweede zitting. Bij Koninklijk besluit van 11 mei 1886, S. 105, werd de opening van deze zitting bepaald op 14 juli 1886.
1886-1887 20 september 1886 - 17 augustus 1887. Krachtens Koninklijk besluit van 13 augustus 1887, S. 155, werd de zitting gesloten op 17 augustus 1887 wegens ontbinding van de beide kamers der Staten-Generaal in verband met de voorgenomen herziening van de Grondwet.
1887-1888 19 september 1887 - 27 maart 1888. Bij Koninklijk besluit van 13 augustus 1887, S. 155, werd de opening van deze zitting bepaald op 19 september 1887. Ingevolge additioneel artikel VI van de Grondwet van 1887 en het Koninklijk besluit van 21 maart 1888, nr. 6, werd de zitting op 27 maart 1888 gesloten.
1888 1 mei - 15 september 1888. Eerste zitting der kamers gekozen volgens de Grondwet van 1887 en de Kieswet, zoals die bij additioneel artikel VII van die Grondwet voorlopig was gewijzigd. Ingevolge additioneel artikel VI en het Koninklijk besluit van 24 april 1888, S. 75, werd de opening van deze zitting bepaald op 1 mei 1888.
1888-1889 18 september 1888 - 14 september 1889
1889-1890 17 september 1889 - 13 september 1890
1890-1891 16 september 1890 - 12 september 1891
1891-1892 15 september 1891 - 17 september 1892
1892-1893 20 september 1892 - 16 september 1893
1893-1894 19 september 1893 - 20 maart 1894. Krachtens Koninklijk besluit van 17 maart 1894, nr. 36, werd de zitting gesloten op 20 maart 1894 wegens ontbinding van de Tweede Kamer.
1894 16 mei - 15 september 1894. Bij Koninklijk besluit van 20 maart 1894, S. 47, werd de opening van deze zitting bepaald op 16 mei 1894.
1894-1895 18 september 1894 - 14 september 1895
1895-1896 17 september 1895 - 12 september 1896
1896-1897 15 september 1896 - 18 september 1897
1897-1898 21 september 1897 - 17 september 1898
1898-1899 20 september 1898 - 16 september 1899
1899-1900 19 september 1899 - 15 september 1900
1900-1901 18 september 1900 - 14 september 1901
1901-1902 17 september 1901 - 13 september 1902
1902-1903 16 september 1902 - 12 september 1903
1903-1904 15 september 1903 - 23 juli 1904. Krachtens Koninklijk besluit van 19 juli 1904, nr. 23, werd de zitting gesloten op 23 juli 1904 wegens ontbinding van de Eerste Kamer in verband met de verwerping door die kamer van het wetsontwerp tot wijziging der Hooger-Onderwijswet.
1904-1905 20 september 1904 - 16 september 1905. Bij Koninklijk besluit van 19 juli 1904, S. 194, werd de opening van deze zitting bepaald op 20 september 1904.
1905-1906 19 september 1905 - 15 september 1906
1906-1907 18 september 1906 - 14 september 1907
1907-1908 17 september 1907 - 12 september 1908
1908-1909 15 september 1908 - 18 september 1909
1909-1910 21 september 1909 - 17 september 1910
1910-1911 20 september 1910 - 16 september 1911
1911-1912 19 september 1911 - 14 september 1912
1912-1913 17 september 1912 - 13 september 1913
1913-1914 16 september 1913 - 12 september 1914
1914-1915 15 september 1914 - 18 september 1915
1915-1916 21 september 1915 - 16 september 1916
1916-1917 19 september 1916 - 24 mei 1917. Krachtens Koninklijk besluit van 19 mei 1917, S. 402, werd de zitting gesloten op 24 mei 1917 wegens ontbinding van de beide kamers der Staten-Generaal in verband met de voorgenomen herziening van de Grondwet.
1917 28 juni - 15 september 1917. Bij Koninklijk besluit van 19 mei 1917, S. 402, werd de opening van deze zitting bepaald op 28 juni 1917.
1917-1918 18 september 1917 - 14 september 1918
1918-1919 17 september 1918 - 13 september 1919
1919-1920 16 september 1919 - 18 september 1920
1920-1921 21 september 1920 - 17 september 1921
1921-1922 20 september 1921 - 22 mei 1922. Krachtens Koninklijk besluit van 16 mei 1922, S. 295, werd de zitting gesloten op 22 mei 1922 wegens ontbinding van de beide kamers der Saten-Generaal in verband met de voorgenomen herziening van de Grondwet.
1922 25 juli - 16 september 1922. Bij Koninklijk besluit van 16 mei 1922, S. 295, werd de opening van deze zitting bepaald op 25 juli 1922.
1922-1923 19 september 1922 - 15 september 1923
1923-1924 18 september 1923 - 13 september 1924. Eerste zitting der Eerste Kamer, gekozen volgens de Grondwet van 1922 en de Kieswet en de Provinciale wet, zoals gewijzigd bij de wet van 23 juni 1923, S. 294.
1924-1925 16 september 1924 - 12 september 1925
1925-1926 15 september 1925 - 18 september 1926
1926-1927 21 september 1926 - 17 september 1927
1927-1928 20 september 1927 - 15 september 1928
1928-1929 18 september 1928 - 14 september 1929
1929-1930 17 september 1929 - 13 september 1930
1930-1931 16 september 1930 - 12 september 1931
1931-1932 15 september 1931 - 17 september 1932
1932-1933 20 september 1932 - 6 mei 1933. Krachtens Koninklijk besluit van 15 februari 1933, S. 49, werd de zitting gesloten op 6 mei 1933 wegens ontbinding van de Tweede Kamer.
1933 9 mei - 16 september 1933. Bij Koninklijk besluit van 15 februari 1933, S. 49, werd de opening van deze zitting bepald op 9 mei 1933.
1933-1934 19 september 1933 - 15 september 1934
1934-1935 18 september 1934 - 14 september 1935
1935-1936 17 september 1935 - 12 september 1936
1936-1937 15 september 1936 - 5 juni 1937. Krachtens Koninklijk besluit van 17 april 1937, S. 384, werd de zitting gesloten op 5 juni 1937 wegens ontbinding van de beide kamers der Staten-Generaal in verband met de voorgenomen herziening van de Grondwet.
1937 8 juni - 18 september 1937. Bij Koninklijk besluit van 17 april 1937, S. 384, werd de opening van deze zitting bepaald op 8 juni 1937.
1937-1938 21 september 1937 - 17 september 1938
1938-1939 20 september 1938 - 16 september 1939
1939-1940 19 september 1939 - 10 mei 1940. De laatste vergadering van de Eerste Kamer vond plaats op 29 april 1940. De Tweede Kamer ging op 10 mei 1940 als gevolg van de oorlogsomstandigheden, tot nadere oproeping uiteen. Bij Verordening van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied van 21 juni 1940 nr. 22 werd bepaald dat de werkzaamheden der beide kamers der Staten-Generaal tot nader order moesten blijven rusten.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De griffier was, krachtens zijn instructie, belast met het beheer van het archief. De feitelijke beheerswerkzaamheden zullen grotendeels zijn uitgevoerd door ambtenatern ter griffie. Zo heeft in 1910 "eene reeds lang voorziene ordening, gepaard gaande met eene schifting plaats gehad". Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd door de kamerbewaarder, de bode en de assistentbode, onder toezicht van de commies-griffier.
In de loop der tijd zijn dus archiefbescheiden vernietigd. Wat er is afgevoerd, is niet meer te achterhalen, omdat er geen proces-verbalen van vernietiging zijn opgemaakt. Zo is in 1941 ongeveer 3200 kg "gebruikt papier' vernietigd, dat verpakt is geweest in ruim 800 portefeuilles. Ook hier is niet vast te stellen om welk materiaal het gaat. Zeker is dat het archief niet volledig is. Met name het griffiearchief van voor 1855 vertoont hiaten.
Het archief van de Eerste Kamer is in 1981 overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief, gevolgd door enkele kleinere aanvullingen in de daarop volgende jaren.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Wetgeving en controle van het regeringsbeleid vormen de hoofdtaken van de Staten-Generaal. Zo beoordeelde de Eerste Kamer de wetsontwerpen die door de Tweede Kamer al waren aangenomen. Ook de Staatsbegroting moet bij wet worden vastgesteld. Om de regering te kunnen controleren heeft de Kamer onder meer het recht van interpellatie, het recht om vragen te stellen en het enquêterecht. Omdat de beide hoofdtaken van de Staten-Generaal in principe alle beleidsterreinen van de rijksoverheid betreffen, komen in het archief stukken voor over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Selectie en vernietiging
Bij een, overigens terughoudende vernietiging, kon ruim twintig meter archief worden afgevoerd ter vernietiging. Hierdoor reduceerde de omvang van het archief van 70 tot 48 strekkende meter plankruimte. Het 400 meter grote bestand van gedrukte stukken is hierbij buiten beschouwing gelaten. Dat bestand is beschreven in archiefinventaris 2.02.21.02.
Lijst van vernietigde stukken
categorie periode omvang motivering
Dubbelen, en afschriften waarvan het origineel aanwezig is 1814 - 1945 0,5 m bevat geen informatie die niet elders in het archief te vinden is.
Geschreven agenda's van de vergaderingen 1849 - 1940 0,6 m bevat geen informatie die niet ook in de net-notulen of Handelingen is te vinden.
Minuut-notulen zonder de bijlagen 1849 - 1940 2,0 m net-notulen veel uitgebreider.
Presentielijsten 1821 - 1940 2,8 m gegevens vermeld in net-notulen en in Handelingen.
Lijsten van bij de vergadering ingekomen stukken 1849 - 1940 1,8 m gegevens vermeld in net-notulen en in Handelingen.
Ingekomen berichten van verhindering 1818 - 1940 1,3 m gegevens vermeld in net-notulen en in Handelingen.
Ingekomen brieven van het Kabinet des Konings / der Koningin houdende mededeling van bekrachtiging van wetsontwerpen door de koning(in), zgn. Kabinetsmissives 1849 - 1940 2,5 m formulieren; gegevens vermeld in net-notulen, Handelingen, archief van het Kabinet en in dat van de betrokken minister.
Ingekomen regeringsmissives ten geleide van boekwerken en andere stukken 1816 - 1945 2,0 m gegevens vermeld in net-notulen en in Handelingen: de begeleide stukken bevinden zich gedeeltelijk in het archief en zijn gedeeltelijk teruggezonden; de kaarten berusten grotendeels bij de Kaartenafdeling van het Algemeen Rijksarchief, terwijl de drukwerken naar de bibliotheek van de Kamer zijn overgebracht en daar voor het merendeel zijn afgevoerd.
Van de Tweede Kamer ontvangen gedrukte wetsontwerpen, waarbij amendementen met de pen in de tekst zijn aangebracht 1849 -1905 2,5 m bevinden zich ook in de net-notulen; stukken van na 1906 zijn al ter griffie vernietigd.
Lijsten van trekking der afdelingen, van verkozen voorzitters en ondervoorzitters der afdelingen, van commissies en van rapporteurs over wetsontwerpen 1849 - 1940 0,4 m gegevens vermeld in net-notulen en in Handelingen.
Minuut-voorlopige en eindverslagen 1849 - 1878 1,0 m ernstig beschadigd wegens gebruik als kopij voor gedrukte stukken; stukken na 1878 zijn al ter griffie vernietigd.
Ingekomen memories van antwoord 1849 - 1878 0,5 m ernstig beschadigd wegens gebruik als kopij voor de gedrukte stukken; stukken na 1878 zijn al ter griffie vernietigd.
Stemlijsten 1849 - 1940 0,3 m 'turf'-lijsten, gegevens vermeld in net-notulen en Handelingen.
Handtekeningenlijsten behorend bij een verzoekschrift 1925 0,1 m restant van overigens aan de inzendende organisatie teruggezonden lijsten.
Stukken betreffende verzoeken om plaatskaarten voor en toewijzing van zitplaatsen in de Ridderzaal bij de opening van de Staten-Generaal 1904 - 1939 1,0 m stukken betreffende de organisatie van de opening blijven bewaard.
Triplicaat-declaraties wegens leveranties aan de Eerste Kamer en reis- en verblijfkosten der leden 1834 - 1945 1,0 m comptabele registers en overzichten blijven bewaard; eerste en tweede exemplaren zijn al vernietigd bij de Algemene Rekenkamer.
Aanvragen om décharge wegens het beheer van gelden ter goede rekening 1918 - 1945 0,5 m akten van décharge blijven bewaard.
Ingekomen circulaires van ministeries, houdende voorschriften op het gebied van financieel en materieel beheer en rijkspersoneel voorzover niet van toepassing geweest op de griffie van de Eerste Kamer 1923 - 1944 0,2 m gegevens niet relevant voor de Eerste Kamer en bovendien in ministerie-archieven te vinden.
Verantwoording van de bewerking
Het archief van de Eerste Kamer was vermengd met het archief van de Staten-Generaal uit de jaren 1814-1815. Bij de inventarisatie is deze archiefvermenging ongedaan gemaakt. De inventarisnummers 1 - 13 vormen het archief van de Staten-Generaal 1814-1815, terwijl het eigenlijke Eerste Kamer-archief begint met inventarisnummer 14. Niettemin zijn, ter wille van praktisch depotbeheer, de inventarisnummers 1 - 13 wel voorzien van het etiket "Eerste Kamer" op portefeuille en omslag.
Als einddatum is juni 1945 genomen, het tijdstip waarop de griffie de hervatting van de werkzaamheden van de Staten-Generaal begon voor te bereiden. Een enkel archiefbestanddeel loopt verder dan juni 1945 (b.v. inventarisnummer 641), andere bestanddelen zijn niet overgedragen, omdat ze gegevens van zowel vóór als na juni 1945 bevatten (b.v. inventarisnummers 198 en 572). In het algemeen is de scheiding strikt doorgevoerd en zijn stukken, jonger dan juni 1945 teruggebracht naar de griffie.
De aangetroffen ordening in het archief van de Eerste Kamer was in hoofdlijnen de volgende. Drie hoofdbestanddelen waren te onderscheiden: een omvangrijk bestand van Handelingen en gedrukte stukken (c. 400 m.), een klein onderwerpsgewijs geordend deel (c. 10 m.) en een chronologisch geordend deel, bestaande uit enkele series (c. 60 m.).
Het bestand 'gedrukte stukken', hoewel niet compleet, bevatte van vrijwel elk gedrukt kamerstuk, zowel van de Eerste als van de Tweede Kamer, meer dan één exemplaar: gemiddeld zo'n zes stuks. Uit dit bestand is een zo goed als complete serie gedrukte stukken van de Eerste Kamer samengesteld (inventarisnrs. 413-454), waarbij zoveel mogelijk gebruik is gemaakt van het exemplaar met de ondertekeningen in handschrift. De rest is buiten de inventarisatie gelaten en is, als zijnde dubbel, ter vernietiging afgevoerd.
Het was echter vrij snel duidelijk dat de series de kern van het archief vormen: de bescheiden betreffende de eigenlijke werkzaamheden van de Kamer waren in deze series terug te vinden. Een tiental series kon worden onderkend:
  1. gedrukte agenda's (1908-1940)
  2. net-notulen (1814-1940)
  3. kopie net-notulen (1814-1830)
  4. Franse notulen (1815-1830)
  5. notulen van het zgn. comité-generaal (1849-1940)
  6. minuut-notulen (1814 -1940)
  7. geloofsbrieven (1849-1940)
  8. overgelegde stukken (1887-1940)
  9. kabinetsmissives (1888-1907)
  10. diverse registers, lijsten en klappers (1814-1940)
Van de gemeenschappelijke griffie voor de verzoekschriften is in 1982 nog de serie verzoekschriften (1849-1940) overgenomen. Deze series zijn voor het merendeel in deze inventaris terug te vinden in het hoofdstuk 'Stukken geordend naar hun formele kenmerken'. Niet de inhoud van de stukken is bepalend geweest voor hun plaats in het archief, maar gelijkheid van redaktionele vorm (agenda's, notulen, ingekomen stukken) en van ontwikkelingsstadium (net-notulen, minuut-notulen, gedrukte stukken). De series vermeld onder c en i zijn niet in deze inventaris terug te vinden, omdat ze vernietigd zijn (zie Lijst van vernietigde stukken, categorie 1 en 7).
De omvangrijkste serie was die der minuut-notulen (serie f). Toch zal men ook die niet meer als zodanig terugvinden in deze inventaris. De minuut-notulen hebben een intensieve bewerking ondergaan. Zoals hiervoor beschreven is de term 'minuut-notulen' eigenlijk de benaming voor de verzameling stukken die in de vergadering behandeld zijn. In een omslag per vergadering zaten materieel bijeengevoegd de geschreven agenda's, de presentielijsten, de lijsten van ingekomen stukken, de ingekomen stukken zelf voor zover nog aanwezig, de wetsontwerpen in afschrift (de originelen, ondertekend en wel, bevinden zich in het archief van het Kabinet des Konings / der Koningin!), de memories van antwoord, de voorlopige en eindverslagen, de stemlijsten, alsmede enkele andere categorieën van stukken. Het geheel werd redactioneel bijeen en in volgorde gehouden door de kale minuut-notulen, de verbindende tekst tussen deze stukken. Deze serie minuut-notulen was inhoudelijk vrijwel identiek aan de serie net-notulen. Een groot deel van de stukken, behorend tot de minuut-notulen is in de net-notulen afgeschreven. Omdat het weinig zin had twee identieke, chronologische series naast de eveneens chronologische Handelingen in stand te houden, en omdat uit de minuut-notulen het een en ander vernietigd kon worden, zijn de te bewaren stukken uit de minuut-notulen gelicht en tot specifieke series geordend (inventarisnrs. 214-412). Wat overbleef, is vernietigd, met inbegrip van de kale minuut-notulen. Deze bescheiden zijn in de lijst van vernietigde stukken vermeld onder de categorieën 2-14. Aldus zijn de volgende specifieke series gevormd resp. aangevuld:
  • geloofsbrieven, met verslagen van de commissies voor de geloofsbrieven;
  • verzoekschriften, met nota's van inlichtingen en verslagen van de commissies voor de verzoekschriften;
  • door de regering overgelegde en toegezonden officiële bescheiden;
  • geschriften, en terzijde gelegde verzoekschriften, van particulieren;
  • adressen van de Staten-Generaal aan de koning(in);
  • voorstellen en moties;
Hiervan waren de drie eerste categorieën al grotendeels ter griffie als afzonderlijke serie uit de minuut-notulen gelicht. De overgelegde officiële bescheiden zijn eveneens seriematig geordend: eerst naar afzender en vervolgens naar periodieke reeks. Niet-periodiek overgelegde of toegezonden stukken zijn ook per afzender bijeengebracht. In toelichtingen bij de beschrijvingen zijn deze categorie stukken nader beschreven. Daartoe was temeer aanleiding toen bleek dat het grootste deel van dit soort stukken niet meer in het archief aanwezig is. Vaak bleken ze te zijn teruggestuurd naar de betrokken minister, of te zijn vernietigd. Gedrukte overgelegde of toegezonden stukken zijn in de bibliotheek terecht gekomen en daaruit voor een groot deel inmiddels ook weer afgevoerd. Nu kan men, als men b.v. via de Handelingen of de gedrukte stukken van het bestaan van een overgelegd stuk weet, via deze toelichtingen nazien of dit stuk nog in het archief aanwezig is. Het voorkomt nodeloos raadplegen van de betreffende bundels in het archief zelf.
Het onderwerpsgewijs geordende deel van het archief bleek de correspondentie van de voorzitter en de griffier te bevatten, als ook de boekhouding. Deze correspondentie handelt over de organisatie van de Eerste Kamer, over de financiën, over de materiële voorzieningen en over het griffiepersoneel. Dit onderwerpsgewijs geordende deel is in hoofdlijnen intact gelaten. Wel zijn te omvangrijke bundels, die bovendien te vaag omschreven waren - b.v. 'ambtenaren' - gesplitst en nauwkeuriger beschreven. Bundels, bestaande uit slechts enkele stukken, zijn meestal gevoegd bij andere. De ordening van deze bundels is wel gewijzigd: van een in feite nogal willekeurige alfabetische ordening is overgegaan naar een systematische ordening, welke gebaseerd is op de .07- en .08-rubrieken (organisme en personeel) van de standaardarchiefcode. Daar de administratie van de Eerste Kamer nogal afweek en afwijkt van die van een gemiddeld overheidsorgaan, zou strikte toepassing van die code met name in de .07-rubriek een nogal gewrongen en onlogische indeling opgeleverd hebben. Deze rubriek is danook niet ongewijzigd overgenomen, maar in overeenstemming met de specifieke organisatie en taken van de Eerste Kamer gebracht.
Een 300-tal documenten bleken door waterschade (schimmel) ernstig te zijn aangetast, waardoor restauratie noodzakelijk was. Van enkele documenten zijn tekstdelen verloren gegaan. Deze stukken bevinden zich vooral in de bundels met incidenteel overgelegde of toegezonden stukken (zie rubriek 1.3 van de inventaris).
Na voltooiing der inventarisatie (1995) zijn nog enkele bestanddelen uit het jongere archief van de Eerste Kamer tevoorschijn gekomen. Deze zijn fysiek achter het archief geplaatst, doch in de inventaris op een logische plaats vermeld. Het betreft de inventarisnummers 743-757.
Ordening van het archief
Het archief van de Eerste Kamer is verdeeld in twee afdelingen: A. Stukken geordend naar hun formeele kenmerken B. Stukken geordend naar hun inhoud.
De eerste afdeling is het meest omvangrijk en bevat de series, zoals de agenda's, notulen, ingekomen stukken. De serie 'ingekomen officiële bescheiden en overgelegde stukken' bevat de informatie die de Kamers ontvingen van de ministeries en de hoge colleges van staat, zoals de door de minister van Buitenlandse Zaken ingezonden verdragen met andere staten. Ook is er een serie geloofsbrieven van nieuw verkozen Kamerleden. Een aparte serie vormen de ingekomen verzoekschriften van particuliere personen.
De serie wetsontwerpen beslaat alleen de jaren 1815-1848 en 1905-1906: in de jaren 1849-1905 zijn de ontwerpen geborgen bij de bijlagen van van de notulen en na 1906 zijn ze niet bewaard gebleven. Bij de 'Gedrukte stukken' kunnen voorkomen: memories van antwoord van de regering, nota's van inlichtingen en andere stukken betreffende de behandeling van wetsontwerpen.
De tweede afdeling van het archief bevat onder meer stukken over de regeling van de werkzaamheden, de rechtspositie van kamerleden, het gebouw en de huisvesting van de Kamer, en de zorg voor het griffiepersoneel.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Eerste Kamer der Staten-Generaal [1814-1945], nummer toegang 2.02.13, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Eerste Kamer 1814-1945, 2.02.13, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Raadpleeg voor het archief van de Eerste Kamer van ná 1945 de archiefinventaris 2.02.25.
Een volledige verzameling gedrukte stukken van de Eerste en Tweede Kamer over de periode 1814-1940 is beschreven in archiefinventaris 2.02.21.02.
De Handelingen van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschreven in archiefinventaris 2.21.02.01. De Handelingen zijn ook in digitale vorm te raadplegen op de website statengeneraaldigitaal.nl .
Publicaties A. Postma, B.J. Bonenkamp, et al., Aan deze zijde van het Binnenhof : gedenkboek ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van de Eerste Kamer der Staten-Generaal , 's-Gravenhage 1990 J.Th. de Ruwe, De Eerste Kamer der Staten-Generaal , 1957 M.J. Kramer, De Eerste kamer in Nederland , Amsterdam 1918 C.C.W. Vis, De Eerste Kamer der Staten-Generaal in de praktijk , Utrecht 1885
namen der ledenperiode lidmaatschapnummergriffiercommies van Staat, waarnemende de dienst van commies-griffiercommies-griffiercommies-translateuradjunct-commies ter griffie(hoofd)commies ter griffiereferendaris ter griffiezittingtijdvakbijzonderhedencategorieperiodeomvangmotivering

Archiefbestanddelen