Suriname en Nederlandse Antillen: Vrijverklaarde slaven (Emancipatie 1863), Voornaam: -
Period:
1863
Voornaam-
AchternaamHuis van Negotie van J. en F. Marselis'
Beroep-
Straat en huisnummer-
PlaatsAmsterdam
LandNederland
Plaats plantaged'Alyda en Karelsburg
Aandeel eigenaar3/6 aandeel
Locatie plantageSuriname
BorderelnummerPL007
OpmerkingenFonds. Tot dit fonds behoorde d'Alyda en Karelsburg 1/2 aandeel; 1/6 aandeel behoorde aan fonds 'W.G. Deutz', onder directie van Jan van Marselis en Theodore van Marselis, en 2/6 aandeel was privébezit van Jan van Marselis en Theodore van Marselis. 'Huis van Negotie van J. en Th. van Marselis, [waren] de cantorerende directeuren van een Societeit van eigendom gesproten uit een negotiatie door W.G. Deutz in 1753, ten behoeve van plantages in Suriname opgericht'. Deze societeit is thans eigenaar van de plantages Vreeland, La Paix, Johannesburg en Alyda [= d'Alyda en Karelsburg) 1/6 aandeel. Commissarissen van dit fonds waren: Pieter Constantijn Gulcher, Jan van Eeghen en Frans van Heukelom. De 'generale geqaulificeerden van al de geïnteresseerden en houders van aandeelen in voorschreven negotiatie' waren: Ferdinand Rendorp, jonkheer L.M. Rutgers van Rozenburg en Hugo Cornelis Cruys. De aanspraak ten aanzien van het 1/6 aandeel ten name van het fonds 'W.G. Deutz' werd in eerste instantie afewezen omdat niet duidelijk was wie de gerechtigden tot dat fonds waren, maar werd in 1864 alsnog toegekend. De tegemoetkoming werd aangewend ter aflossing van schulden rustend op plantage d'Alyda en Karelsburg