Terug naar zoekresultaten

1.10.53 Inventaris van het archief van mr. P.B. van Lelyveld [levensjaren 1750-1824], 1547-1795

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

1.10.53
Inventaris van het archief van mr. P.B. van Lelyveld [levensjaren 1750-1824], 1547-1795

Auteur

Ch. Eymael

Versie

08-05-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1982 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie Lelyveld
Lelyveld

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1547-1795

Archiefbloknummer

1185

Omvang

; 126 inventarisnummer(s) 1,05 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bernard Pieter van Lelyveld (1750-1824)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de oranjegezinde Mr. Bernard Pieter van Lelyveld (1750-1824) bevat stukken opgemaakt tijdens zijn loopbaan en betreffen de Staten-Generaal, de Raad van State, de Admiraliteiten, het Huis van Oranje-Nassau, de Nationale Vergadering en Generaliteitszaken. De hier beschreven collectie is incompleet; een groot gedeelte van de stukken van Van Lelyveldt is verspreid geraakt onder verschillende archieven, vermoedelijk onder de archieven van de Staten-Generaal.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Leven en loopbaan van Mr. Bernard Pieter van Lelyveld
Mr. Bernard Pieter van Lelyveld werd geboren in Leiden op 19 februari 1750, als zoon van mr. Abraham van Lelyveld en Petronella Johanna de la Coste. ( A.A. Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandse familiën, Groningen 1885-1890. II, 219. ) Aan de Universiteit van Utrecht heeft hij in het jaar 1767 een studie in de Rechten gevolgd. ( Album Studiosorum Academiae Rheno-Traiectinae 1636-1886, Utrecht 1886,163. ) In 1766 heeft hij reeds een verhandeling gepubliceerd onder de titel "Dissertatio Juridica de Iure Albinagii (vulgo droit d'Aubaine )", ( A.J. van der AA, Biografisch woordenboek der Nederlanden, Haarlem 1869, VIII, 94. ) waarop hij in 1767 is gepromoveerd. ( Album Promotorum Academiae Rheno-Traiectinae 1636-1815, Utrecht 1936, 178. ) Van Lelyveld begon zijn loopbaan in 1778 als secretaris van de ambassadeur, Graaf Van Welderen in Engeland. ( O.Schutte, Repertorium der Nederlandse vertegenwoordigers, residerende in het buitenland 1584-1810, 's-Gravenhage 1976, 118. )
Onderklerk van de gezamenlijke Admiraliteitscolleges en secretaris van de Personele Commissie tot het Defensiewezen
Na zijn terugkomst uit Engeland trad Van Lelyveld in 1781 in dienst van de gezamenlijke Admiraliteitscolleges als onderklerk, afschrijver van de notulen en nouvelles ( Nouvelles zijn de ingekomen brieven van gezanten aan de Staten-Generaal met nieuwsberichten. ) ter griffie van de Staten-Generaal. Deze benoeming heeft hij waarschijnlijk verkregen op voorspraak van Hendrik Fagel Czn. ( O.Vries, "Klerken ter Griffie van de Staten-Generaal in de achttiende eeuw. Een prosopografisch onderzoek", in: BMGN,96, (1981), 34. ) In 1787 werd hij benoemd tot secretaris van de uiterst belangrijke Commissie tot het Defensiewezen, welke nevenfunctie hij tot 1789 heeft vervuld. Binnen de groep van onderklerken, die optraden als nouvelleschrijver in dienst van de Generaliteitscolleges, valt Van Lelyveld op door zijn opmerkelijke carrière. Hij is een van de weinige voorbeelden van iemand die van onderklerk is opgeklommen tot het op een na hoogste ambt in de griffiehiërarchie, namelijk het ambt van commies. ( O.Vries, "Klerken ter Griffie van de Staten-Generaal in de achttiende eeuw. Een prosopografisch onderzoek", in: BMGN,96, (1981), 48. )
Het ambt van commies
Op 4 november 1790 werd Van Lelyveld voorlopig benoemd tot commies ter griffie van de Staten-Generaal. ( inv. nr. 5 ) Deze benoeming heeft hij waarschijnlijk te danken gehad aan zijn optreden als secretaris van de Personele Commissie tot het Defensiewezen. Zijn definitieve benoeming kreeg hij op 21 december 1972. ( Resolutie van de Staten-Generaal, 21 december 1792; zie ook inv. nr. 6. ) De taken van een commies hielden volgens de in 1680 door de Staten-Generaal vastgestelde instructie ( Th. van Riemsdijk, De Griffie van Hare Hoog Mogenden. Bijdrage tot de kennis van het archief van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, 's-Gravenhage 1885, Bijlage VII, 201-206 ) in: het bijwonen van alle vergaderingen van de Staten-Generaal en het extenderen van alle ordinaris resoluties. De griffier zou zich voortaan bezighouden met het extenderen van de secrete resoluties en met commissoriale zaken. ( Th. van Riemsdijk, De Griffie van Hare Hoog Mogenden. Bijdrage tot de kennis van het archief van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, 's-Gravenhage 1885, Bijlage VII, 29. ) Tijdens afwezigheid van de griffier trad de commies op als plaatsvervangend griffier. In die hoedanigheid mocht hij de stukken ondertekenen met toevoeging van "in absentie van de griffier ". Zowel de griffier als de commies hadden tot taak toezicht te houden op de griffie en haar personeel, zorg te dragen voor het registreren van resoluties, het bewaren en inventariseren van het archief. Het bureau van de commies was in tegenstelling tot dat van de griffier klein. In de tijd van Van Lelyveld bestond het slechts uit twee klerken, die door hemzelf werden aangesteld. ( Th. van Riemsdijk, De Griffie van Hare Hoog Mogenden. Bijdrage tot de kennis van het archief van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, 's-Gravenhage 1885, Bijlage VII, 30, 44. ) Dat Van Lelyveld aanvankelijk slechts voorlopig werd aangesteld als commies had te maken met de enorm gestegen kosten van de schrijflonen bij de griffie van de Staten-Generaal. De inkomsten van de commies bestonden namelijk uit een jaarsalaris van f 1600,-, de recognitiën ( Met recognitiën wordt hier bedoeld: betaling aan de commies ter vergoeding van bewezen diensten door verschillende autoriteiten ) en zijn aanzienlijk aandeel in het schrijfloon. In de regel was het zo dat de klerken en onderklerken werden betaald naar het aantal bladzijden dat ze schreven. De commies en de griffier declareerden dit schrijfloon bij de Staten-Generaal. Maar slechts de helft van het verdiende schrijfloon werd aan de klerken uitgekeerd. De andere helft behielden de commies en de griffier. Door hun fors aandeel in de schrijflonen konden de commies en de griffier hun inkomen verhogen. ( Th. van Riemsdijk, 31, 45. ) In de 18e eeuw gingen de enorm gestegen kosten van de schrijflonen door toename van het schrijfwerk, een probleem voor de toch al armoedige Generaliteitskas vormen. Op 4 mei 1785 namen de Staten-Generaal het besluit om twee staats-commissies in te stellen, namelijk: ( W.R. Hugenholtz en H. Boels."De Griffie van de Staten-Generaal en van de Nationale Vergadering, 1780-1798" in T.v.G., 90, (1977), 392-393. )
  • de Personele Commissie tot het Defensiewezen. Het doel van deze commissie was een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden tot reorganisatie van de land- en zeemacht van de Generaliteit.
  • de Personele Commissie tot het Financiewezen. Deze commissie had tot doel een onderzoek in te stellen naar de mate waarin de Generaliteitskas kon bijdragen in de kosten van de verdediging van het land en naar de mogelijkheden tot het reguleren van de provinciale quoten.
De uit het onderzoek voortgekomen conclusies van de Commissie tot het Financiewezen hadden voor de griffie verstrekkende gevolgen.
De inkomens van de ambtenaren ter griffie zouden aanzienlijk verlaagd worden. Er werden nieuwe normen gesteld voor de schrijflonen en het aandeel van de commies en de griffier in het schrijfloon zou worden afgeschaft. ( W.R. Hugenholtz en H. Boels."De Griffie van de Staten-Generaal en van de Nationale Vergadering, 1780-1798" in T.v.G., 90, (1977), 402-403. ) Over met name deze laatste maatregel is tussen de Staten-Generaal en de commies Van Lelyveld en griffier Fagel een hele correspondentie gevoerd. ( Inv. nr. 6, 78. ) Om aan het aanzienlijke verlies dat zij door deze nieuwe maatregel leden tegemoet te komen, werden hun jaarsalarissen verhoogd. Het jaarsalaris van Van Lelyveld werd bepaald op ƒ 7600,- maar hiervan moest hij nu ook een klerk onderhouden. Na regeling van zijn tractement kreeg van Lelyveld nu ook zijn vaste aanstelling in 1792.
De reorganisatie van de griffie werd door griffier Hendrik Fagel Fzn. in 1792 doorgevoerd.
Ontslag en ballingschap
In het jaar van de omwenteling 1795 werd Van Lelyveld uit zijn functie van commies ontslagen. Wegens het afgeven van een in cijfercode gestelde brief aan de inmiddels ontslagen raadpensionaris Van de Spiegel, voor wie deze brief bestemd was, werd de oranjegezinde Van Lelyveld in hechtenis genomen. Na een onderzoek, dat geen aanleiding gaf tot gerechtelijke vervolging, werd Van Lelyveld op vrije voeten gesteld. ( "Journaal van de raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel, L.Wichers, ed." in: BUHG 15, (1894),7-13. )
Na zijn gedwongen ontslag vertrok hij met prins Willem V, als diens secretaris, naar Engeland. Deze functie heeft hij tot 1800 bekleed.
Door het in zijn ogen zeer ongunstige politieke klimaat in Nederland onder de Bataafse Republiek, had Van Lelyveld besloten niet meer terug te keren naar Nederland. Hij besloot voorgoed in Engeland te blijven wonen, ( Correspondentie tussen Van Lelyveld en Van der Hoop. Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage. Admiraliteitscollectie Van der Hoop. 4 maart 1800-27 februari 1805. ) alwaar hij ongehuwd op 25 december 1824 te Londen overleed. In 1813 werd hij benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. ( A.A. Vorsterman van Oyen, 2169. )
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief Van Lelyveld, dat een lengte van een meter heeft, bestaat uit stukken afkomstig uit 6 portefeuilles. Tijdens herinventarisatie van het archief Van Lelyveld, bleek dat het archief oorspronkelijk veel groter is geweest. In 1844 toen het archief door de heer J.F. van Oordt, een verwant van de familie Van Lelyveld, ( Nederlands Patriciaat, 61, 's-Gravenhage 1975, 233-235. ) aan het departement van Marine werd overgedragen, bestond het archief blijkens een lijst met stukken uit 17 portefeuilles. ( ARA, Ministerie van Marine. Verbalen van de minister van Marine, 16 oktober 1844, nr. 94, omslagnr. 2207. ) Het departement van Marine droeg 8 van de 17 portefeuilles, die men "voor Marine van geen belang achtte" in 1844 over aan het Rijksarchief. ( ARA, Archief van de archieven, corr. nr. 94. Minister van Marine aan de Rijksarchivaris, 16 oktober 1844. ) De andere 9 portefeuilles kwamen in 1854, bij overdracht van de oude archieven van het departement van Marine, eveneens op het Rijksarchief terecht. ( R.Fruin, De Gestie van Dr. R. C. Bakhuizen van den Brink als archivaris des rijks 1854-1865, 's-Gravenhage 1926,11-17. )
Hoewel ze evenals de eerder overgedragen portefeuilles werden opgenomen in de omvangrijke collectie Marinearchieven, werden beide bestanddelen niet met elkaar verenigd. Oorzaak hiervan was dat men ze niet meer herkende als één archief Van Lelyveld en dat men in die tijd nog niet uitging van het herkomstbeginsel, maar aan collectievorming deed.
In de loop van de 19e eeuw zijn de Marinearchieven verschillende malen geïnventariseerd, onder anderen door Leupe en later, in 1896, door Hingman. Pas De Hullu probeerde bij zijn herinventarisatie in 1921 de oorspronkelijke archieven te reconstrueren. Hierbij scheidde hij stukken die niet tot de Admiraliteitsarchieven en de diverse Admiraliteitscollecties behoorden van deze archieven af. Zo droeg hij 6 van de in 1844 overgedragen 8 portefeuilles, door Van Lelyveld voornamelijk in zijn functie van kommies van de Staten-Generaal gevormd, over aan Bondam om ze door een volontair te laten inventariseren. Dit inventariseren bestond uit het maken van een plaatsingslijst. Sindsdien berustte het archief Van Lelyveld in de archiefbewaarplaats onder de titel "Collectie Van Lelyveld".
De inhoud van de overige portefeuilles ( zie Aanhangsel ) is echter over andere archieven verspreid geraakt, vermoedelijk over de archieven van de Staten-Generaal. Hierbij gaat het om 2 portefeuilles van de overdracht van 1844, die resoluties van de Staten-Generaal uit 1794 en tractaten met buitenlandse mogendheden bevatten, en om de.9 portefeuilles van de overdracht van 1854, voornamelijk door Van Lelyveld ontvangen en opgemaakt in zijn functies van secretaris van de Personele Commissie tot het Defensiewezen en als onderklerk van de Admiraliteitscolleges, die vooral betrekking hebben op Admiraliteits- en Zeezaken. Van de ontbrekende stukken is slechts het " Schippersboek " ( Archief Staten-Generaal, inv. nr. 9264. ) achterhaald.
Het is overigens de vraag of veel van de afgedwaalde stukken nog op te sporen zijn omdat het grotendeels om gedrukte stukken gaat. Stukken kunnen aan andere archieven uitgedeeld zijn, wat nogal eens voorkwam, of vernietigd zijn.
Onder de rubriek 'Afgescheiden archiefmateriaal' is een lijst ("Lijst van stukken afkomstig van den Heer J.F. van Oordt") van ontbrekende stukken aan de inventaris toegevoegd om latere identificatie te vergemakkelijken en om een beeld te geven van het oorspronkelijke archief. Dat laatste lijkt het belangrijkste omdat veel van de verdwenen stukken ook in andere archieven te vinden zijn.
Het departement van Marine droeg 8 van de 17 portefeuilles, die men "voor Marine van geen belang achtte" in 1844 over aan het Rijksarchief. ( ARA, Archief van de archieven, corr. nr. 94. Minister van Marine aan de Rijksarchivaris, 16 oktober 1844. ) De andere 9 portefeuilles kwamen in 1854, bij overdracht van de oude archieven van het departement van Marine, eveneens op het Rijksarchief terecht. ( R.Fruin, De Gestie van Dr. R. C. Bakhuizen van den Brink als archivaris des rijks 1854-1865, 's-Gravenhage 1926,11-17. )
De rechtstitel is (nog) onbekend

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Het hier beschreven gedeelte van het archief Van Lelyveld is beschouwd als het archief gevormd door Van Lelyveld als commies van de Staten-Generaal, en als zodanig geïnventariseerd. Enkele stukken kunnen echter ook wel in andere functies opgemaakt of ontvangen zijn, maar dat is moeilijk vast te stellen. Ook zitten er in de afgedwaalde stukken, gelet op de datering, stukken uit zijn ambtsperiode als commies. Daarom is een NB geplaatst onder de rubrieken "Admiraliteitszaken" en "Leger en Vloot", waaronder deze stukken, indien aanwezig, zouden zijn opgenomen. Naar aanleiding van het bovenstaande zijn in de titel van de inventaris zijn drie functies opgenomen.
Ordening van het archief De ordening is afgestemd op het "griffiersarchief Fagel" ( N.M. Japikse, Het archief van de familie Fagel, 's-Gravenhage 1964. ) dat vanuit hetzelfde gezichtspunt is gevormd als het archief Van Lelyveld dat zijn ordening grotendeels ontleend heeft aan het archief van de Staten-Generaal (vgl loketkast Staten-Generaal) Een merkwaardig stuk is het register van secrete resoluties. ( inv. nr. 12529 ) Dit register is onder de rubriek "diversen" geplaatst, omdat er geen relatie met andere stukken aanwijsbaar is. Het is niet in de ambtsperiode van commies afgeschreven, het is een 17e eeuws afschrift. Vermoedelijk is het door Van Lelyveld uit een ander archief gelicht.
Een bijkomende reden waarom het achteraan is geplaatst, is dat een eventuele overbrenging naar het archief waartoe het oorspronkelijk heeft behoord, zo de minste problemen oplevert.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie Lelyveld, nummer toegang 1.10.53, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Lelyveld, 1.10.53, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Zoals in de inleiding van deze inventaris is aangegeven, zijn in het verleden archiefstukken behorende tot het archief Van Lelyveld over andere archieven verspreid. Op grond van Van Lelyveld's functies en de lijst van afgedwaalde stukken, is er van uitgegaan dat deze stukken terug te vinden zouden zijn in het archief van de Staten-Generaal en/of in de Admiraliteitsarchieven, met name de collecties Van der Hoop en Van der Heim.
In het archief van de Staten-Generaal inv.nr. 9264 werd het "Schippersboek" (1784) aangetroffen met de handtekening van Van Lelyveld er in (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 17).
In de Admiraliteitscollectie Van der Heim werden stukken gevonden, waarvan vermoed wordt dat ze afkomstig zijn van Van Lelyveld. Omdat een aantal opschriften op omslagen en op stukken, ter aanduiding van het onderwerp, afkomstig zijn van de hand van Van Lelyveld, zoals ook aangetroffen in het geinventariseerde archief.
Van der Heim:
  • inv.nr. 24-25 Bevat twee dezelfde exemplaren zonder jaartal (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 4)
  • inv.nr. 39 Opschrift van Van Lelyveld (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 5)
  • inv.nr. 90 Een gedrukt stuk met opschrift "Salut in vreemde havens" en "Conceptreglement ten opzichte van het salut" (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 5)
  • inv.nr. 141 Op omslag staat "Concept-notulen en andere papieren voor de Besoignes, gehouden met de Commissie van het Defensiewezen en met de Admiraliteiten. Afgedaan en kan verscheurd worden, L." (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 16)
  • inv.nr. 142 In dit deel bevindt zich een kladje geschreven door Van Lelyveld (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 16)
  • inv.nr. 162 Op omslag "Inspectie van havens en zeegaten" (1787) en aantekeningen op de stukken (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 5)
In de volgende inventarisnummers van de collectie Van der Heim bevinden zich stukken die naar inhoud overeenkomen met een aantal afgedwaalde stukken van Van Lelyveld. Het blijft echter onduidelijk of zij uit het archief van Van Lelyveld afkomstig zijn.
  • inv.nr. 43
  • inv.nr. 64
  • inv.nr. 91
  • inv.nr. 100 Hierin bevindt zich een gedrukt rapport op een request van kooplieden te Amsterdam ter bescherming van de commercie en een brief met de volgende aantekening "ik verzoek deze klad terug, Lelyveld". (zie hierna Lijst van stukken van J.F. van Oordt, portefeuille n. 11)
Lijst van stukken afkomstig van den Heer J.F. van Oordt, 1844
Uittreksel uit de lijst van stukken die door J.F. van Oordt zijn overgedragen aan het Departement van Marine op 16 oktober 1844. De onderstaande lijst bevat de portefeuilles die in deze inventaris niet zijn opgenomen.
De volledige lijst bevindt zich in: ARA Ministerie van Marine. Verbalen van de minister van Marine, 16 nov. (okt.?) 1844 nr. 94, omslagnummer 2207.
De kopie bevindt zich in: Het archief van mr. B. P. van Lelyveld, inv. nr. 126. Voor verdere informatie: zie inleiding.
  • Resoluties van haar H. M. 1794.
  • Verschillende Tractaten met vreemde Mogendheden; - stukken betreffende Venetië, Amerika; Geschillen met Den Keizer over de Schelde enz.
  1. Instructien voor de Admiraliteiten 1584-1665
  2. Reglement voor 's lands Werf te Amsterdam 1788.
  3. Memorie over de repartitie van Prinzen en Pruizen-gelden 1788.
  4. Memorie over het redres der zaken vande Admiraliteit. (zonder jaartal) (zie Admiraliteitscollectie Van der Heim, inv.nr. 24-25)
  5. Plans. Specterende de Generale Directie van de Marine. 1756 en 1787.
  6. Eerste denkbeelden over de verbetering van het Admiraliteitswezen. 1788.
  7. Stukken van de V.A. Reynst, over de Directie van Marine, enz. 1788.
  8. Convoyen en Licenten 1756 (toen onder het bestuur der Marine behoorende).
  9. Generale Directie van de Marine 1790-1793.
  10. Missive van de Generaliteits Rekenkamer over het introduceren van pointen van menage en redres inde Collegien ter admiraliteit 1757.
  11. Korte aanstipping eeniger defecten in de respective Collegien ter Admiraliteit.
  12. Stukken en annotatien, rakende het Collegie ter Admiraliteit op de Maze.
  13. Stukken en annotatien, rakende het Collegie ter Admiraliteit op de Maze te Amsterdam.
  14. Stukken en annotatien, rakende het Collegie ter Admiraliteit op de Maze in Zeeland
  15. Stukken en annotatien, rakende het Collegie ter Admiraliteit op de Maze in West-Vriesland enz.
  16. Stukken en annotatien, rakende het Collegie ter Admiraliteit op de Maze in Vriesland.
  17. Eenige stukken over het plan van vereeniging der Admiraliteiten, 1790.
  18. Advies te dien zake van den advokaat-fiskaal bij de Admir. in Zeeland Steengracht, 1791.
  19. Nog eenige losse stukken over hetzelfde onderwerp.
  • Staat van zaken van het gewezen Collegie ter Admiraliteit in Zeeland, bij de overgave aan de nieuwe Directie (1795).
  • Repartitie inde Quotes van Equipagie ter Zee. (zie Admiraliteitscollectie Van der Heim, inv.nr. 39)
  • Verrekening den vier petities van Equipage over 1793.
  • Stukken betrekkelijk eene gedane inspectie en daarop gevolgde afkeuring van een aantal oorlogs schepen bij de Collegien ter Admiraliteit in W. Friesland en Noorder Kwartier en in Friesland, 1793-1794.
  • Missive v.d. Admiralit. op de Maze, betrekkelijk competerende gelden, wegens diverse gepresteerde Equipagien 1793).
  • Rapport wegens pretensie der Crediteuren van de Admiraliteit in Vriesland (1791).
  • Rapport wegens pretensie der Crediteuren van de Admiraliteit in Vriesland (1790).
  • Gedelabreerde toestand der Collegien ter Admiraliteit, residerende in de Prov. van Holland (1791).
  • Overde betaling der soldijen van bij het Collegie ter Admiraliteit op de Maze aangenomen wordende manschappen (1787).
  • Inspectie van Havens en zeegaten (1787). (zie Admiraliteitscollectie Van der Heim, inv.nr. 162)
  • Concept Reglement ten op zigte van 't Salut. (zie Admiraliteitscollectie Van der Heim, inv.nr. 90)
  • Concept Reglement ten op zigte van 't Salut. in vreemde Havens. (zie Admiraliteitscollectie Van der Heim, inv.nr. 90)
  • Concept Articul brief.
  • Over de vermindering der Equipage Kosten van f. 40. op f. 36. per kop, enz. (1789).
  • Kopybrief aan den Luit. Admiraal Evertsen, over de Verdeeling der vloot, onder commando van den V.V.A.A. Almonde, Callenburgh en Evertsen (1689).
  • Rapport over het financie wezen van de Admiraliteit in Vriesland en bijlage 1786.
  • Gedrukte Rapporten en bijlagen over het niet vertrekken van 10 Oorlogsschepen naar Brest (1785).
  • Gedrukte missive en memorie vanden Prins van Oranje, over Zijne gehoudene directie als Admiraal Generaal vande Unie sedert 1766 (1782-1783).
  1. Generale Petitie vanden Raad van State over 1713 (gedrukt).
  2. Generale Petitien - en Staten van Oorlog over 1793, 1794 en 1798 (gedrukt).
  3. Ordinaris Staat van Oorlog 1780. (geschreven)
  4. Plan tot oprigting van een Korps Mariniers.
  • Petitien en Memorien tot de zee en andere stukken, rakende de Admiraliteiten 1779-1795.(meest gedrukte stukken).
  • Rapport overde gelijkheid te observeren inde constructie van 's Lands schepen.
  • Rampzalige Kruistogt vanden S.R.N. van Kinsbergen in de Noordzee (1782).
  • Procedure in de zaak van S.B.N. Rietveld, gecommandeerd hebbende 's Lands Eskader te Curaçao. (Gedrukte stukken).
  • Korte Staat van Uitgaven bij 't Kollegie ter Admiraliteit te Amsterdam, 1790 (geschreven).
  • Gedrukt Rapport over 2 Schepen, bestemd tot een present aan den Koning van Frankrijk (1786).
  • Gedrukt Rapport over de Crediteuren van de Admiraliteiten in Friesland - en over het onderhoud van defensie schepen (1786)
  • Gedrukt Rapport omtrent de inspectie der zeegaten (1787).
  • Instructie en Artikel brief voor de officieren enz. 1781.
  • Gedrukt Concept Rapport voorde Personeele Commissie van het Defensie Wezen, over het Bestier en de Verbeteringen van de Zaken van de Zee (1789). (Volgens daarop gestelde aanteekening ontworpen door B.P. van Lelyveld)
  • Kort begrip van boven gemeld Concept Rapport.
  • Gedrukte missive van het Haagsch Admiralts Besoigne, over de verbetering van het Zeewezen, geadresseerd aan de Commissie van het Defensie wezen 5 Oct. 1786.
  • Gedrukte Memorie van het Haagsch Admiraliteits Besoigne, over de verbetering van het Zeewezen 1786.
  • Missive omtrent de middelen ter voorkoming van het verzeilen van schepen in de Noord-Zee en het Kanaal
  • Gedrukte Lijst der Zeemagt 1787
  • Geschreven staat van 's Lands Marine 1782
  • Geschreven staat van 's Lands Marine 1785
  • Geschreven staat van 's Lands Marine 1787
  • Gedrukt Rapport op een Request van kooplieden te Amsterdam, om voorziening tot bescherming der Commercie, alsmede om eene voldoende directie omtrent het Zeewezen
  • Uitvoerige Staat der Admiraliteiten in 1786. (meest geschreven stukken)
  • Troubelen der jaren 1784, 1787, 1788 en 1789
  • Allen gedrukt met uitzondering van een cahier papieren, rakende den fiskaal van de Admiraliteit P. Paulus 1788
  • Concept-notulen en andere papieren voor de Besoignes, gehouden met de Commissie van het Defensiewezen en met de Admiraliteiten (1786) (zie Admiraliteitscollectie Van der Heim, inv.nr. 141)
  • Enige Conceptadvisen, gediend hebbende in de Haagsche Admiraliteits Besoignes (1786-1790); (op beide staat aangeteekend "afgedaan en kunnen verscheurd worden. L.")
  • Preadvies of te Memorie van de H.H. Gecommitteerden wegens de Mazen
  • Gedrukte Memorie, houdende het Generaal Rapport van de personele Commissie van het Defensiewezen (28 Oct. 1789) (zie Admiraliteitscollectie Van der Heim, inv.nr. 142)
  • Eenige daarop gevolgde (gedrukte) Resolutien 1790-1794
  • Schippersboek (1784)
Publicaties
Lijst van te raadplegen literatuur Deursen, A.Th. van." Staatsinstellingen in de Noordelijke Nederlanden, 1579-1780 ", in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, V, Bussum 1980, 350-385. Fockema Andreae, S.J. De Nederlandse Staat onder de Republiek , Amsterdam 1961. Hugenholtz, W.R. en Boels, H. " De Griffie van de Staten-Generaal en van de Nationale Vergadering, 1780-1798 ", in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 90, (1977), 391-422. Japikse, N.M. " De Staten Generaal in de achttiende eeuw" in: 500 jaar Staten-Generaal. Van Statenvergadering tot volksvertegenwoordiging, Assen 1963. Riemsdijk, Th. van. De Griffie van Hare Hoog Mogenden. Bijdrage tot de kennis van het archief van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden , 's-Gravenhage 1885. Schöffer, I. " Naar consolidatie en behoud onder Hollandse leiding, 1593-1717 ", in: 500 jaar Staten-Generaal. Van Statenvergadering tot Volksvertegenwoordiging, Assen 1963. Vries, O. " Klerken ter Griffie van de Staten-Generaal in de achttiende eeuw. Een prosopografisch onderzoek ", in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 96, (1981), 26-70. Wichers, L. " Journaal van den raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel ", in: Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap, 15, (1894), 1-61.

Bijlagen