Terug naar zoekresultaten

2.05.32.26 Inventaris van het archief van de Rijnvaartcommissaris, 1868-1940; met aanhangende documenten betreffende de Rijnvaart, 1832-1947

Vaak drietalige bescheiden, protocollen en registers m.b.t. de rijnvaart en de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Van 1868 tot 1940 probeerde Frankrijk, Duitsland en Nederland d.m.v. deze commissie bilaterale afspraken te maken voor de Rijnscheepsvaart.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.32.26
Inventaris van het archief van de Rijnvaartcommissaris, 1868-1940; met aanhangende documenten betreffende de Rijnvaart, 1832-1947

Auteur

A.C. van der Zwan, H.P. van Beers

Versie

14-10-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1990 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Rijnvaartcommissaris
Rijnvaartcommissaris

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1832-1947

Archiefbloknummer

Z26006

Omvang

; 411 inventarisnummer(s) 35,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het,, en.
Nederlands
Frans
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Rijnvaartcommissaris Centrale Commissie voor de Rijnvaart

Samenvatting van de inhoud van het archief

Vaak drietalige bescheiden, protocollen en registers m.b.t. de rijnvaart en de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Van 1868 tot 1940 probeerde Frankrijk, Duitsland en Nederland d.m.v. deze commissie bilaterale afspraken te maken voor de Rijnscheepsvaart.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
In de slotakte van het Congres van Wenen (1815) kwamen de betrokken staten overeen de problemen met betrekking tot de Rijnvaart gezamenlijk op te lossen. In de toekomst zouden de Rijnoeverstaten de rivier in principe als een vrije waterweg mogen gebruiken. Deze oeverstaten stelden een Centrale Commissie voor de Rijnvaart in, die dit uitgangspunt verder moest uitwerken. Dit resulteerde in de opstelling van de Rijnvaartakte van Mainz (1831) en de Rijnvaartakte van Mannheim (1868). Deze overeenkomsten vormden het juridisch kader van de taken van de Centrale Commissie. De laatstgenoemde akte werd na 1868 enige malen herzien, in het bijzonder door de werking van het Vredesverdrag van Versailles (1919).
Nederland is sinds 1817 vertegenwoordigd geweest in de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Tot de Eerste Wereldoorlog hadden voorts de Duitse staten Baden, Beieren, Hessen, Nassau en Pruisen zitting in de commissie. Frankrijk was tot 1870 vertegenwoordigd. Tussen 1870 en de Eerste Wereldoorlog had de streek Elzas-Lotharingen een eigen vertegenwoordiger bij de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Na de Eerste Wereldoorlog keerde Frankrijk terug in het Rijnvaartoverleg. Ook traden de geallieerde staten Groot-Brittannië, België en Italië toe, evenals het neutrale Zwitserland, dat zich niet langer aan het internationale overleg kon onttrekken.
In de periode 1817-1920 werd Nederland vertegenwoordigd door één commissaris.
Dit waren achtereenvolgens:
  • Bourcourd, van 1817 tot 1832.
  • I. Ruhr, 1832-1848.
  • T.J. Travers, 1848-1859.
  • Jonkheer E.F.E. Testa, 1859-1868.
  • R.W.J.C. de Menton Bake, 1868-1871.
  • W.A.P. Verkerk Pistorius, 1871-1879 en 1887-1889.
  • W.A. Baron van Verschuer, 1879-1887.
  • T.M.C. Asser, 1889-1895.
  • W.F. Leemans, 1895-1910.
  • Jonkheer W.J.M. van Eysinga, 1910-1920.
Na 1920 werd het aantal functionarissen uitgebreid. Tot 1940 waren de volgende personen werkzaam:
  • Jonkheer W.J.M. van Eysinga, 1920-1930.
  • Jolles, 1921-24.
  • A.G. Kröller, 1921-1940.
  • J.J. Canter Cremers, 1924-25.
  • F.L. Schlingemann, 1925-1940.
  • G. Bruins, 1931-33.
  • B.M. Telders, 1934-1940.
  • C.J.M. Schaepman, 1933-1940.
De Centrale Commissie voor de Rijnvaart hield tot de eerste wereldoorlog zitting in Mainz, Mannheim en Straatsburg. Na 1920 werd Straatsburg de standplaats voor de vergaderingen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het is niet bekend wanneer het archief van de Rijnvaartcommissaris is opgenomen in de depots van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Bij aanvang van de inventarisatiewerkzaamheden werd een vrijwel ontoegankelijk archief van ruim 20 meter aangetroffen. Een halve meter bescheiden bleek niet tot het archief te behoren. (B-dossiers, DEZ-archief, archief gezantschap Brussel) Ruim 5 meter bestond uit documenten uitgegeven door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, (protocollen van vergaderingen, jaarrapporten en tijdschriften) Deze stukken zijn niet in de inventaris opgenomen. De documenten worden aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen ten einde toegevoegd te worden aan een apart bestand documenten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Bij de ordening van het archief is de oorspronkelijk orde voor zover mogelijk gehandhaafd. Dit betekent dat de zogenaamde werkarchieven van de Nederlandse commissarissen van na 1920 niet zijn ingevoegd bij de formele dossiers. Vernietiging heeft slechts sporadisch plaatsgevonden en is beperkt gebleven tot dubbele exemplaren. Er resteert een archief van ongeveer 15 meter.
Er kan worden afgeleid, dat de bescheiden eerder van het archief van de Rijnvaartcommissaris waren losgemaakt dan februari 1990.
Bij het Algemeen Rijksarchief berustten reeds ook al aanzienlijke hoeveelheden gedrukten inzake de Rijnvaart, te weten:
  1. archief van het ministerie, periode 1813-1870, kodenummer inventaris 2.05.01 (1990), inv.nrs. 3647-3722, welke stukken afkomstig waren uit de verzameling sub c hieronder;
  2. archief van het ministerie, B-dossiers 1871-1940, kodenummer inventaris 2.05.38, inv.nrs. 542-559;
  3. verzameling archivalia betreffende de Centrale Commissie voor de Rijnvaart uit het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken 1816-1936, kodenummer inventaris 2.05.07;
  4. verzameling gedrukte bescheiden van het ministerie van Buitenlandse Zaken, kodenummer inventaris 2.05.41, inv.nr. 11.
Tegelijk met de overdracht, in februari 1990, van het archief van de Rijnvaartcommissaris leverde het ministerie van Buitenlandse Zaken conform gemaakte afspraken de ruim 5 meter gedrukte bescheiden uitgegeven door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart mee.
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
De reeksen stukken m.b.t. de Rijnvaart die behoren tot het archief 2.05.01 en 2.05.38 zijn zo goed als ongewijzigd gelaten. De rest van de stukken uit 2.05.07 en 2.05.41, plus de februari 1990 door het ministerie afgeleverde stukken, zijn onderling èn met de reeksen sub a en b vergeleken. Dubbelen zijn daarbij verwijderd en vernietigd. De interpretatie van het begrip "dubbel" is daarbij tamelijk eng genomen: een anderstalige versie van een bepaald stuk is niet beschouwd als dubbel. Veel van de Rijnvaartdocumenten werden in het verleden door het ministerie ingebonden. Wanneer in twee ogenschijnlijk identieke banden inhoudsverschillen werden geconstateerd, zijn beide bewaard gebleven.
Wat na deze vergelijking en selektie overbleef is weer bij het archief van de Rijnvaartcommissaris geplaatst, enerzijds omdat het daar eerder van was afgescheiden, anderzijds omdat het qua onderwerpelijke materie daar een logische en herkenbare plaats kon vinden. In de hier volgende inventaris hebben deze stukken de nummers 220-420. De verzameling sub c is daardoor opgeheven, inv.nr. 11 van verzameling sub d vervallen.
Nogmaals wordt geattendeerd op de hierboven sub a en b gegeven andere vindplaatsen van gedrukten betreffende de Rijnvaart. Uiteraard bevindt zich in de respektieve onderdelen van het ministerie-archief verder nog de ingekomen en uitgaande correspondentie betreffende de Rijnvaart.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Rijnvaartcommissaris, nummer toegang 2.05.32.26, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Rijnvaartcommissaris, 2.05.32.26, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Archief van het ministerie, periode 1813-1870, kodenummer inventaris 2.05.01
Archief van het ministerie, B-dossiers 1871-1940, kodenummer inventaris 2.05.38
Verzameling archivalia betreffende de Centrale Commissie voor de Rijnvaart uit het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken 1816-1936, kodenummer inventaris 2.05.07
Verzameling gedrukte bescheiden van het ministerie van Buitenlandse Zaken, kodenummer inventaris 2.05.41

Archiefbestanddelen