Terug naar zoekresultaten

2.10.27.01 Inventaris van het digitaal duplicaat van het archief van de Beheerder van het Surinaams Welvaartsfonds, (1926) 1947-1955 (1960)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.10.27.01
Inventaris van het digitaal duplicaat van het archief van de Beheerder van het Surinaams Welvaartsfonds, (1926) 1947-1955 (1960)

Auteur

J.A.A. Bervoets

Versie

20-11-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1982 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Digitaal Duplicaat: Beheerder Surinaams Welvaartsfonds
Beheer Surinaams Welvaartsfonds [digitaal duplicaat]

Periodisering

archiefvorming: 1947-1955
oudste stuk - jongste stuk: 1926-1960

Archiefbloknummer

DDK23096

Omvang

306 inventarisnummer(s);

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschriften.

Archiefbewaarplaats

Nationaal Archief, Den Haag

Locatie

Nationaal Archief, Den Haag

De originelen bevinden zich in

Nationaal Archief van Suriname, Paramaribo

Archiefvormers

Beheerder Surinaams Welvaartsfonds

Samenvatting van de inhoud van het archief

Om de ontwikkeling van Suriname te stimuleren werd in 1947 het Surinaams Welvaartsfonds in het leven geroepen. Dit fonds moest onder meer projecten op het gebied van luchtkartering, demografisch onderzoek en landbouw gaan financieren. De gouverneur van Suriname beheerde het fonds volgens richtlijnen vanuit Nederland.
Het archief bevat stukken betreffende de interne organisatie en de externe relaties van het fonds. Het grootste deel bestaat uit documenten betreffende werkzaamheden als de reeds eerder genoemde luchtkartering, landbouw, bijvoorbeeld onderzoeken naar de mogelijkheden voor de afzet van Surinaams fruit op de Nederlandse markt of de kwaliteit van vette palmvruchten. Voorts stukken over de ontginning van polders bij Nieuw-Nickerie en Coronie en daarnaast op het gebied van alle mogelijke te ontwikkelen te terreinen zoals veeteelt, bosbouw, visserij, mijnbouw, industrie, woningbouw, watervoorziening, educatie, cultuur en gezondheidszorg.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De administratie van het Surinaams Welvaartfonds
Het Surinaams Welvaartsfonds werd ingesteld bij wet van 1 augustus 1947 (Stbl. 285) met het doel, projecten ter hand te nemen of te financieren, die de ontwikkeling van Suriname zouden bevorderen. Te dien einde zou het Rijk een bijdrage van 8 miljoen gulden per jaar verstekken tot een totaal van 40 miljoen, aanvangende in 1948. Het beheer berustte bij de gouverneur van Suriname, die zou handelen volgens aanwijzingen van de Nederlandse ministeries van Overzeese Gebiedsdelen en Financiën. De beheerder zou worden bijgestaan door een Raad van Advies, bestaande uit hemzelf als voorzitter, een secretaris-administrateur en nog twee anderen. Zij zouden door het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen worden benoemd op voordracht van de Staten van Suriname.
De uit het fonds te bekostigen werkzaamheden moesten worden vastgelegd in een werkplan, op te stellen in overleg met de Staten van Suriname en de Nederlandse Staten-Generaal en goed te keuren door de Nederlandse minister van Financiën. Voor de voordracht van alle onderwerpen ter vaststelling van inkomsten en uitgaven was de gouverneur-beheerder verplicht de Raad van Advies te horen.
Op 2 juli 1948 stelden de Nederlandse ministers van Financiën en Overzeese Gebiedsdelen nadere beheersregelen voor het fonds vast: het algemeen beheer zou berusten bij de gouverneur-beheerder, het dagelijks beheer bij de secretaris-administrateur en de administratie bij een administrateur van Financiën. Per kwartaal zouden bij de Nederlandse minister van Financiën de gelden worden aangevraagd, die in de begroting van het Welvaartsfonds over die periode waren vastgesteld. Aan het einde van het begrotingsjaar zouden de uitgaven tegenover de Algemene Rekenkamer worden verantwoord. ( Zie inventarisnummer 2. )
Bij de vaststelling van het werkplan in 1948 deed zich de behoefte gevoelen aan planning op grotere schaal. Duidelijk bleek, dat bepaalde opgevoerde punten van meet af aan onuitvoerbaar waren, omdat zij in een groter kader moesten worden geplaatst: zo konden voorstellen tot stadsuitbreiding van Paramaribo of tot wegenaanleg in Nieuw-Nickerie vooralsnog geen doorgang vinden. Het gevolg was de oprichting van een Surinaams Planbureau, dat een algemeen ontwikkeling- en financieringsplan voor tien jaar moest ontwerpen. Onder invloed van dit in 1953 gereedgekomen plan werden in het werkplan van het fonds voordurend wijzigingen aangebracht.
Voorzien werd in een grote hoeveelheid projecten op allerlei terreinen. Ter exploratie van het land zou luchtkartering worden toegepast: dit geschiedde door de KLM. en de gegevens zouden worden bewerkt door een centraal bureau voor luchtkartering. Daarnaast zou een bureau voor sociaaleconomische documentatie onderzoekingen doen op demografisch terrein. Een van de projecten die het ontwikkelde was een in 1950 uitgevoerde telling van de bij de landseconomie betrokken bevolking. Ook werden arbeiders geworven uit Barbados en St. Lucia. Een volksplanting op de plantage Mariënburg mislukte echter en nadere immigratievoorstellen werden niet meer uitgewerkt.
Het fonds was rechtstreeks betrokken bij de uitvoering van agrarische projecten, bij de werkzaamheden van een Visserijdienst en bij de volkswoningbouw. Daarnaast verstrekte het leningen, verleende het subsidies voor onderzoek op mijnbouwkundig en industrieel terrein en op het gebied van het onderwijs. Ook legde het de basis voor een Surinaamse Volkskredietbank, die kredieten moest verlenen voor particuliere initiatieven.
De planning van agrarische ontginningsprojecten verliep gedeeltelijk in nauwe samenwerking met de Stichting tot ontwikkeling van Machinale Landbouw in Suriname. Nu het tekort aan arbeidskrachten niet door immigratie werd opgeheven, werd gepoogd de landbouw door mechanisering te verbeteren. De uitvoering geschiedde door een civieltechnische dienst in samenwerking met het departement van Openbare Werken en Verkeer; het bureau van de dienst werd naar een zolder van het departement overgebracht. Een dergelijke samenwerking vond ook plaats bij de aanbreng van infrastructurele verbeteringen als de verbetering van het Saramacca-kanaal en bij de waterwinning.
Uiteindelijk bleken de ontginning van een aantal proefpolders in de omgeving van Nieuw-Nickerie, de opzet van een reeks kleine boerderijen in het Lelydorpplan en de experimentele herontginning van de koffieplantage Slootwijk de belangrijkste initiatieven van het fonds op agrarisch gebied te zijn. Daarnaast werden experimenten ter verbetering van het gewas gesteund, zoals de cacao-pépinière in het Landbouwproefstation bij Paramaribo, terwijl ook door de opzet van verwerking- en exportcentrales van citrusvruchten geprobeerd werd de afzet te bevorderen. Al deze werkzaamheden lagen op experimenteel terrein en waren daardoor niet direct winstgevend. Het fonds zag ze echter als een aanzet tot investeringen op langere termijn.
Nadat de door de wet voorziene betalingen aan het Welvaartsfonds waren opgehouden, werd dit in april 1955 geliquideerd. Het dagelijks beheer werd overgenomen door een liquidator, die de administratie verzorgde van projecten als de Prins Bernhardpolder en het Lelydorpplan, waarvan de overdracht aan andere instanties nog enige tijd vergde.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het hier beschreven archiefgedeelte werd in 1971 aangetroffen in het Gouvernementshuis van Paramaribo tezamen met een gedeelte van het Kabinetsarchief van de Gouverneur. Een ander, omvangrijker gedeelte werd reeds overgebracht naar het Centraal Archief van Suriname. Het is aan te nemen, dat de in het Centraal Archief berustende stukken hoofdzakelijk afkomstig zijn van de administrateur van Financiën en ongeschoond aan het Centraal Archief zijn overgedragen. Het archief van de beheerder, de secretaris-administrateur en de liquidator van het fonds werden in 1972 met de andere in het Gouvernementshuis aangetroffen stukken naar Nederland verscheept om te worden geïnventariseerd. ( Correspondentie van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief, 1972 D 10.10 en 1973 D 10.14. ) .Waarschijnlijk bevat dit archief de belangrijkste stukken over het door het fonds gevoerde beleid.
De verwerving van het archief
De collectie is een duplicaat van een archief dat elders bewaard wordt.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
  1. Algemeen
    • Duplicaten. (De duplicaten van werktekeningen en maandrapporten over polderontsluitingen zullen als documentatiemateriaal aan het ministerie van Openbare Werken en Verkeer worden afgestaan).
    • Begeleidbrieven van niet principiële aard en correspondentie over briefwisseling en telegramwisseling, eveneens van niet-principiële aard.
  2. Personeel
    • Stukken betreffende de bezoldiging van personeelsleden, van wie salaris- of pensioenstaten aanwezig zijn.
    • Niet-principiële correspondentie over voorschotten, reisdeclaratie, verlof e.d.
    • Niet-principiële correspondentie over aankomst, vertrek, binnenlands vervoer.
  3. Materieel
    • Stukken betreffende de aanschaffing (bestelling, verscheping, levering, betaling) van eenvoudige onderdelen.
    • Stukken betreffende de verrichtingen van eenvoudige onderhoud- en reparatiewerkzaamheden.
Totale omvang van het vernietigde gedeelte: 1.8m' of 33% van het totaal.
Verantwoording van de bewerking
Het archief was geordend in dossiers en rubrieken, die deels met een Romeins cijfer waren aangegeven, waarschijnlijk in volgorde van aanhangig maken. Een lijst, die een nadere verklaring over het gevolgde registratuurplan aangaf, ontbrak. Derhalve werd besloten om de zaaksgewijze ordening te handhaven en in een systematiek onder te brengen: omvangrijke dossiers werden nader ontleed en uitgesplitst om de toegankelijkheid van het archief te verhogen. Door deze strikt zaaksgewijze ordening en door het feit dat de dagelijkse beheerder van het fonds niet zelden handelingen verrichtte namens de gouverneur-beheerder, kon archieftechnisch geen onderscheid worden gemaakt tussen de beide functies. Dit heeft o.m. tot gevolg, dat het archief originele resoluties van de gouverneur bevat, die niet van de correspondentie van de secretaris kunnen worden gescheiden: kennelijk maakte de gouverneur bij zijn werkzaamheden voor het fonds geen onderscheid tussen zijn bestuurspositie in Suriname en zijn taak als beheerder van het fonds. Wel kon een onderscheid worden gemaakt tussen dossiers, die betrekking hadden op de interne organisatie van het fonds en op de taakuitoefening. Daarbij is een rubriek gevoegd, die betrekking heeft op de externe relaties van het fonds, die mede invloed hadden op zowel de organisatie als de beleidsvoering en daarom als een aparte categorie moet worden aangemerkt.
Een inventaris werd in 1973 vervaardigd door drs. J.J.A. Bervoets, chartermeester bij de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, Nederland. In 1981 werd de inventaris herzien in het kader van een algehele herinventarisatie van het totaal bestand van archieven, aangetroffen in het Gouvernementshuis.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van orginele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopieren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Het originele archief bevindt zich in Suriname. U dient de digitale duplicaten via de website te raadplegen.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Digitaal Duplicaat: Beheerder Surinaams Welvaartsfonds, nummer toegang 2.10.27.01, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Beheer Surinaams Welvaartsfonds [digitaal duplicaat], 2.10.27.01, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Afgescheiden archiefmateriaal bevindt zich in:
  • Centraal Archief, Paramaribo
  • Archief van het Centraal Bureau voor Luchtkartering
  • Bibliotheek van 's Lands Bosbeheer
  • Bibliotheek van het Surinaams Museum
Lijst van stukken overgedragen aan het archief van het Centraal Bureau voor Luchtkartering
Nr. Beschrijving Datum Uiterijke vorm
1. Rapporten van het Centraal Bureau voor luchtkartering, aangeboden aan het Surinaams Welvaartsfonds.
N.B. Genoemd worden: Verslagen van dr. J.I.S. Zonneveld over zijn reizen naar Jamaica, 23-28 juni 1952, en naar Brits-Guyana, 17-25 oktober 1951, en een rapport over de landelijke bodemkartering van het savannegebied tussen Goliath-, Gran Poika- en Maripastonkreek (districten Saramacca en Brokopondo).
1951-1952 en Z.j. 1 pak
2. Stukken betreffende het Cartografisch Centrum van het Centraal Bureau voor luchtkartering. z.j. 1 omslag
3. Stukken betreffende de luchtkartering van de Zuidelijke helft van Suriname. z.j. 1 omslag
Lijst van stukken overgedragen aan de bibliotheek van 's Lands Bosbeheer
Nr. Beschrijving Datum Uiterijke vorm
1. Rapport over "de commissie voor naoorlogse problemen", door N.N. mei 1945 1 deel
2. Rapport over "De ontwikkeling van de geologische mijnbouwkundige dienst van Suriname over de jaren 1943 tot en met 1950", door ir. H. Schols. z.j. (ca. 1950) 1 deel
3. Rapporten van I.A. de Hulster en W.J.J. Snijders over "de Inschakeling van het bos voor de economische opbouw van Suriname", houdende voorstellen over vezelplatenindustrie en beschouwingen over de consequenties van het Brokopondoplan voor de bosbouw. z.j. (ca. 1950-1953) 2 delen
4. Rapport over het "eerste onderzoek op Diamant" in de Rosebellmijn in Sabanpassie door C. van Koote, uitgegeven door de Geologische Mijnbouwkundige Dienst van Suriname. september 1954 1 deel
Lijst van stukken overgedragen aan de bibliotheek van het Surinaams Museum
Nr. Beschrijving Datum Uiterijke vorm
1. Rapport van de commissie voor het uitbrengen van advies inzake het plan van gemechaniseerde landbouw in Suriname. z.j. (ca. 1949) 1 deel
2. Rapport over het "Noord-Nickerieplan (Eysvoogelplan)" door E.E. Hens en W .J. van Blommestein. z.j. (ca. 1949-1950) 1 deel
3. "The Lelydorp-project. A Pilotscheme for land development in Suriname", door J.H. de Haan en J.A. Hendriks. z.j. (ca. 1950) 1 deel
4. Advies van W.J. van Blommestein over "Een combinatieplan voor de Surinamerivier" (het Brokopondplan). z.j. (ca. 1953) 1 deel
5. "Enkele opmerkingen over de Surinaamse goudwinning, meer in het bijzonder over het kleinbedrijf", door G. Doeve. z.j. 1 deel
6. "Toekomstige verkeersontwikkelingen in Suriname", nota van J.J. Hanrath. z.j. 1 deel

Bijlagen

Nr.BeschrijvingDatumUiterijke vormNr.BeschrijvingDatumUiterijke vormNr.BeschrijvingDatumUiterijke vorm

Archiefbestanddelen