Terug naar zoekresultaten

2.13.209 Inventaris van het Fonds 1379 (Фонд 1379) en afkomstig van het Ministerie van Defensie en enkele krijgsmachtonderdelen uit de periode (1749) 1928-1940

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.13.209
Inventaris van het Fonds 1379 (Фонд 1379) en afkomstig van het Ministerie van Defensie en enkele krijgsmachtonderdelen uit de periode (1749) 1928-1940

Auteur

H.A.J. van Schie

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Defensie: Fonds 1379
Fonds 1379

Periodisering

archiefvorming: 1928-1940
oudste stuk - jongste stuk: 1749-1940

Archiefbloknummer

D27548

Omvang

; 382 inventarisnummer(s) 7,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het Nederlands

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Defensie Ministerie van Oorlog Ministerie van Marine Marinestaf Commissie van Reorganisatie Militair Onderwijs Commando Zeeland Territoriaal Bevelhebber Zuid-Limburg Regimenten Artillerie Regimenten Infanterie Regiment Genietroepen 2e Luchtvaartregiment, , 1928-1940, , 1843-1928, , 1843-1928, , 1934-1935

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat archiefbescheiden van het Ministerie van Defensie en van onderdelen van de krijgsmacht, welke in 1940 door de Duitse Wehrmacht als krijgsbuit naar Berlijn zijn afgevoerd. In 1945 hebben de Russen het vervolgens als krijgsbuit naar Moskou vervoerd, alwaar het tot 2002 is bewaard.
De aard en inhoud van dit materiaal is tamelijk willekeurig. Het betreft dossiers en documenten betreffende de mobilisatievoorbereiding, informatieverzameling over buitenlandse legers en over anti-democratische partijen en bewegingen, militaire oefeningen, voorschriften en instructies. Ook bevat het archief enig kaartmateriaal. De oudere stukken zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de bibliotheek van het Regiment Genietroepen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Na het vertrek der Fransen, eind 1813, werd de Ministeries van Oorlog en van Marine opnieuw opgericht. Het Ministerie van Oorlog, dat in 1843 definitief een minister als hoofd kreeg, was belast met de zorg voor de defensie van het Nederlandse grondgebied. De belangrijkste onderdelen van die taak hadden betrekking op de organisatie van de landmacht en het veldleger, de fysieke verdedigingswerken (fortificatiën, kazernering, oefenterreinen), het materiaal (bewapening, voer- en vaartuigen, artillerie, intendance), het militair en burgerlijk personeel van de landmacht, de dienstplicht, oefening en mobilisatie en de financiën benodigd voor de uitvoering van deze taak.
In de 19e eeuw is het Ministerie van Marine tweemaal met dat van Koloniën verenigd geweest. Het ministerie was belast met de zorg voor de defensie te water van Nederland en zijn koloniën. De belangrijkste onderdelen van die taak hadden betrekking op het materiaal der zeemacht (scheepsbouw, stoomvaartdienst, artillerie, intendance), het loodswezen, de hydrografie, het personeel der zeemacht en de financiën benodigd voor de uitvoering van deze taak.
In 1928 werden de ministeries van Oorlog en van Marine verenigd tot het Ministerie van Defensie.
De krijgsmacht was verdeeld in de Koninklijke Marine en de Koninklijke Landmacht. Deze laatste was weer ingedeeld in wapens (artillerie, cavalerie, genie, infanterie, luchtstrijdkrachten en marechaussee) en dienstvakken (administratie, geneeskundige dienst, intendance), met elk zijn eigen specifieke verdedigingstaak.
In mei 1940, na de inval van de Duitsers in Nederland, vestigde de Nederlandse regering zich in Londen, alwaar het Ministerie van Defensie in 1941 werd gesplitst in een Ministerie van Oorlog en een Ministerie van Marine. De onderdelen van de krijgsmacht, voor zover aanwezig op Nederlands grondgebied, werden opgeheven.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Na de capitulatie werden, overal in het land, de administraties aangetroffen van de commandanten der krijgsmachtonderdelen. De Duitse overwinnaar heeft, ogenschijnlijk geheel willekeurig, een gedeelte van het aangetroffen materiaal als krijgsbuit gevorderd en naar Duitsland afgevoerd. Het merendeel der archieven van de krijgsmachtonderdelen is na de capitulatie ingeleverd bij het Nederlandse Weermachtsarchief.
Tussen de buitgemaakte bescheiden van enkele landmachtonderdelen bevond zich ook een gering aantal stukken van particuliere aard. Het zijn waarschijnlijk documenten van militairen, welke in de stellingen zijn aangetroffen en door de Duitsers bij de officiële militaire stukken zijn gevoegd.
In de loop van 1940 en 1941 zijn door de Beauftragte des Chefs der Heeresarchive in Nederland delen van de archieven van het Ministerie van Defensie opgehaald en naar Duitsland afgevoerd. Het overgrote deel van het ministeriearchief is overigens in Nederland gebleven.
In Duitsland zijn deze archiefdelen onder het beheer gebracht van de Aktensammelstelle West des Chefs der Heeresarchive te Berlin-Wannsee. In de loop van 1942 zijn deze in het bereik gekomen van de Kriegsgeschichtliche Abteilung des OKW te Liegnitz (Silesië). De Duitsers hebben de bestanddelen geïnventariseerd, hetgeen blijkt uit de kenmerken en beknopte beschrijvingen die men op de mappen en portefeuilles heeft aangebracht. Van een gering aantal dossiers blijkt dat er inhoudelijk onderzoek gedaan is op basis van deze bescheiden. Maar de oorlogsomstandigheden maakten een grondige bestudering van dit materiaal onmogelijk.
In 1945 heeft het Rode Leger deze archiefbestanden, met een grote hoeveelheid ander archiefmateriaal, als krijgsbuit naar Moskou afgevoerd. Daar heeft het ruim vijftig jaar in het Speciaal Archief gelegen, waar het slechts zeer sporadisch is geraadpleegd. Eerst na 1989 werd het bestaan van dit archief bekend. Na onderhandelingen met de Russische autoriteiten, welke een periode van ruim tien jaar in beslag genomen hebben, zijn deze bescheiden in januari 2002 naar het Nationaal Archief overgebracht.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Na beschrijving blijkt het archief uit verscheidene onderdelen te bestaan. Er zijn de volgende hoofdgroepen te onderscheiden:
  • archiefbescheiden van het Ministerie van Defensie en voorlopers (Oorlog en Marine) en van de Marinestaf;
  • archief van territoriale commandanten en regimenten;
  • archiefbescheiden van particulieren, deels niet militair van aard;
  • archiefbescheiden van buitenlandse herkomst.
Het oudere gedeelte is vermoedelijk weggehaald bij het Nederlandse Weermachtsarchief. Dit geldt vooral voor de bescheiden, die afkomstig zijn uit de bibliotheek van het Regiment Genietroepen. Tijdens het verblijf van al deze archiefbescheiden in Duitsland en Rusland zijn archieven met elkaar vermengd geraakt. Zo zijn er stukken aangetroffen van Belgische, Duitse en Franse herkomst.
Selectie en vernietiging
Uit deze archiefcollectie is niets vernietigd. Ook dubbelen zijn bewaard.
Aanvullingen
Aanvullingen worden niet verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Het archief is op de gebruikelijke wijze beschreven, waarbij bestanddelen van heterogene samenstelling werden gesplitst in kleinere eenheden. Tevens zijn bij elkaar horende losse fragmenten samengevoegd tot nieuwe eenheden. Na ordening van de beschrijvingen zijn de bestanddelen opnieuw genummerd in een oplopende nummering. In deis aangegeven onder welke inventarisnummers de vroegere bestanddelen thans kunnen worden aangevraagd en geraadpleegd.
concordantie
Het archief was verpakt in oude dozen voor liggende berging van de bestanddelen. Deze dozen dienden vervangen te worden. De oorspronkelijke mappen waarin de bescheiden lagen geborgen, zijn zoveel mogelijk gehandhaafd, omdat daarop de Duitse beschrijvingen en de Duitse en Russische kenmerken staan vermeld. Slechts de oude portefeuilles zijn verwijderd. De sporen van het Russische beheer zijn, behalve blijkend uit de nummering, ook nog aanwezig in de vorm van beschrijvings- en uitleenbriefjes in de dossiers. Ook deze briefjes zijn in de dossiers gelaten.
Ordening van het archief
De bestanddelen zijn zoveel mogelijk geordend naar de archiefvormer waarvan ze afkomstig zijn. De bescheiden van het ministerie zijn onderverdeeld naar de taken van het ministerie. Vervolgens zijn de beschrijvingen en de bestanddelen chronologisch geordend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie: Fonds 1379, nummer toegang 2.13.209, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Fonds 1379, 2.13.209, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Deze archiefcollectie is een tamelijk willekeurige afsplitsing van archieven van het ministerie van Defensie en van verschillende krijgsmachtonderdelen. Voor een belangrijk deel zijn die archieven bewaard gebleven en worden ze thans beheerd in het Nationaal Archief. Ze zijn beschreven in de inventarissen die beginnen met de notatie 2.13.

Bijlagen

Archiefbestanddelen