Terug naar zoekresultaten

2.16.58 Inventaris van het Archief van de Raad voor de Scheepvaart (1908) 1909-2010

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.16.58
Inventaris van het Archief van de Raad voor de Scheepvaart (1908) 1909-2010

Auteur

Doc-Direkt

Versie

14-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2018 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Raad voor de Scheepvaart
Raad voor de Scheepvaart

Periodisering

archiefvorming: 1909-2010
oudste stuk - jongste stuk: 1908-2010

Archiefbloknummer

W26951

Omvang

; 4576 inventarisnummer(s) 161,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften en zeekaarten

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Raad voor de Scheepvaart, , 1909-2010

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de Raad voor de Scheepvaart bevat dossiers van onderzoeken naar scheepsongevallen, uitspraken en beschikkingen over de periode van het bestaan van de Raad (1909-2010).
Het archief bevat een verzameling van ruim 2.200 zeekaarten (voornamelijk afkomstig van de Britse, Zweedse en Nederlandse hydrografische diensten), die veelal per ongeval werden aangeschaft om een beter inzicht te krijgen in de locatie waar een ongeluk zich voordeed.
Het archief is toegankelijk via indices (oorspronkelijk een kaartsysteem) op scheepsnamen [inv.nrs. 450-453, ook ook te raadplegen via de digitale index en inv.nrs. 2174-2181] welke verwijzingen naar dossiernummers bevat.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Raad voor de Scheepvaart is ingesteld ingevolge artikel 23 van de Schepenwet van 1 juli 1909 (Stbl. 219) en neemt de plaats in van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij die in datzelfde jaar werd opgeheven. De Raad voor de Scheepvaart heeft mede tot taak te oordelen over en maatregelen te nemen tegen gezagvoerders van koopvaardijschepen die zich ten opzichte van schip, lading, bemanning of passagiers misdragen hebben. Een dergelijk onderzoek wordt ingesteld naar aanleiding van een scheepsongeval of klachten.
Per 1 januari 2010 is de wijziging van de Schepenwet in werking getreden waarbij de Raad voor de Scheepvaart werd opgeheven. Vanaf die datum heeft de Raad geen nieuwe zaken meer in behandeling genomen. Wel zijn de leden van de Raad per die datum voor een half jaar herbenoemd, maar uitsluitend om de Raad in staat te stellen de lopende zaken af te handelen. Dat is binnen die termijn gebeurd en daarmee is de Raad per 1 juli 2010 definitief opgeheven.
De belangrijkste taken van de Raad voor de Scheepvaart (het onderzoek naar de oorzaak van scheepsrampen en de tuchtrechtelijke beoordeling van het beroepsmatig handelen van scheepsofficieren op schepen onder de roodwitblauwe koninkrijksvlag) worden voortgezet door de Onderzoeksraad voor Veiligheid en (per 1 januari 2010) door twee Tuchtcolleges voor de Scheepvaart. Het ene college is gevestigd in de Beurs van Berlage in Amsterdam, voor zover het gaat om in Nederland geregistreerde schepen, en het andere is gevestigd in Willemstad op Curaçao, voor zover het gaat om schepen geregistreerd op de Antillen. Het beroep tegen beslissingen van de Scheepvaartinspectie bij de voorzitter van de Raad voor de Scheepvaart is komen te vervallen en kan nu nog uitsluitend bij de bestuursrechter worden ingesteld.
Taakuitvoering (procedures)
Onder een scheepsramp wordt volgens de Schepenwet (SW) verstaan: een voorval, overkomen aan een schip, ten gevolge waarvan schade van betekenis aan dat schip of de zaken aan boord daarvan, of letsel aan een of meer van de opvarenden, of schade aan een ander schip of de zaken aan boord daarvan, dan wel letsel aan een of meer van de opvarenden daarvan is veroorzaakt. Voorts wordt onder een scheepsramp mede verstaan elk voorval, aan een schip overkomen, indien niet zozeer met het oog op de omvangrijkheid der gevolgen als wel op grond van de aard van het voorval de waarschijnlijkheid bestaat, dat uit een onderzoek lessen kunnen worden geput, dan wel de wenselijkheid kan blijken van het stellen van voorschriften, welke kunnen dienen ter voorkoming van scheepsrampen.
De Raad voor de Scheepvaart kan besluiten tot een onderzoek naar een scheepsramp. Het resultaat van dat onderzoek wordt weergegeven in een schriftelijke uitspraak van de Raad, waarin vaak leringen en aanbevelingen zijn opgenomen. Bij het onderzoek wordt ook gekeken of de ramp (mede) is te wijten aan de schuld van in de SW genoemde Nederlandse scheepsofficieren. Toetssteen hierbij is of de ongeschreven norm van 'goede zeemanschap' is overschreden. Is dit het geval, dan kan een tuchtrechtelijke maatregel jegens een scheepsofficier ('betrokkene') worden uitgesproken, welke ook in de schriftelijke uitspraak van de Raad wordt opgenomen.
Het onderzoek naar de oorzaak van een scheepsramp begint met het vooronderzoek door de Scheepvaartinspectie (SI), van 1947 tot 2000 onderdeel van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W). Vanaf 2000 verandert de naam van de SI in Inspectie van Verkeer en Waterstaat. Het schriftelijke dossier van dit vooronderzoek wordt, met een advies, naar de Raad voor de Scheepvaart gestuurd. Een commissie uit de Raad bestaande uit de voorzitter en twee vaste leden beoordeelt het dossier. Indien nodig, wordt aan de Inspectie om aanvullende informatie gevraagd. Als het dossier compleet is, bepaalt de commissie of er al dan niet een openbaar onderzoek door de Raad zal volgen. Als dit niet het geval is, wordt het dossier gearchiveerd en de Inspectie van dit besluit op de hoogte gebracht. Als de commissie van oordeel is dat er wel een openbaar onderzoek moet volgen bepaalt de commissie wie er ter zitting moeten worden opgeroepen om te worden gehoord, en in welke hoedanigheid (als verdachte, getuige of getuige-deskundige). De Inspectie wordt van dit besluit op de hoogte gebracht.
Het secretariaat van de Raad regelt vervolgens de datum van de openbare zitting en zorgt voor de samenstelling van de raad (voorzitter en vier leden). Betrokkenen mogen zich tijdens het onderzoek laten bijstaan door een raadsman. Tijdens de openbare zitting worden de personen die zijn opgeroepen gehoord door de leden van de Raad, de Inspecteur voor de Scheepvaart die het Hoofd van de Scheepvaartinspectie vertegenwoordigt en eventuele raadslieden van betrokkenen. Na de verhoren leest de Inspecteur voor de Scheepvaart zijn standpunt voor, d.w.z. zijn oordeel over wat er volgens hem is gebeurd, en of personen (mede) schuldig zijn aan de oorzaak van de scheepsramp. Als het laatste het geval is dan geeft hij aan de Raad een advies met betrekking tot de te nemen tuchtrechtelijke maatregel. Aan eventuele betrokkenen (en hun raadslieden) wordt het recht gelaten het laatst te spreken.
Hierna wordt de openbare zitting gesloten (als er geen betrokkenen zijn), of geschorst (als er wel betrokkenen zijn). Vervolgens trekt de Raad zich terug in de raadkamer om zich een oordeel te vormen over de zaak. Als er sprake is van betrokkenen wordt de te nemen tuchtrechtelijke maatregel (intrekking van de vaarbevoegdheid voor een bepaalde periode in een bepaalde functie, of een berisping) vastgesteld. Na een schorsing wordt de openbare zitting door de voorzitter heropend en doet hij uitspraak door in het kort het oordeel van de raad weer te geven en het uitspreken van de tuchtrechtelijke maatregel. De Inspecteur voor de Scheepvaart is belast met de uitvoering van de tuchtrechtelijke maatregel voor wat betreft het intrekken van de vaarbevoegdheid. Een van de twee vaste leden van de Raad schrijft een conceptuitspraak, die volgens een bepaalde procedure tussen de deelnemende leden van de Raad rouleert. Nadat al deze leden het eens zijn over de conceptuitspraak tekenen de voorzitter en de secretaris de uitspraak. Deze wordt vervolgens naar de Staatsdrukkerij gestuurd, die de uitspraak publiceert in een bijlage in de Staatscourant.
Alle zittingen van de Raad zijn openbaar geweest. In het vooronderzoek van de Scheepvaartinspectie (SI) worden ook individuele personen genoemd. Deze vooronderzoeken maken deel uit van de dossiers. Het archief van de SI is vernietigd dus deze dossiers bestaan alleen nog als onderdeel van dossiers van de Raad voor de Scheepvaart. De uitspraken worden vanaf 2000 ook via het internet gepubliceerd. Sinds enkele jaren zijn deze, op verzoek van betrokkenen, geanonimiseerd.
Geschiedenis van het archiefbeheer
In het verleden zijn er al twee bewerkingen van het archief van de Raad voor de Scheepvaart geweest die de volgende twee toegangen hebben opgeleverd:
  • Plaatsingslijst van het archief van de Raad voor de Scheepvaart: dossiers uitspraken en beschikkingen, 1909-1940, voorheen nummer toegang 2.16.58 (R. Kramer, 1987);
  • Inventaris van het archief van de Buitengewone Raad voor de Scheepvaart te Londen, (1939) 1940-1946, nummer toegang 2.16.31 (J. Vos, 1975).
Deze beide archieven waren overgedragen aan het Nationaal Archief en daar raadpleegbaar. Het archief van de voorganger van de Raad voor de Scheepvaart is slechts fragmentarisch bewaard gebleven. De beschrijving van dit archief is opgenomen in toegang 2.16.28: Inventaris van het archief van Raad van Tucht voor de Koopvaardij, 1856-1909.
De archiefbescheiden die in deze nieuwe inventaris werden opgenomen vormden een aanvulling op het archief dat eerder beschreven werd in plaatsingslijst 2.16.58. De bescheiden hebben tot oktober 2014 bij de Raad voor de Scheepvaart/het Tuchtcollege voor de Scheepvaart op het Damrak te Amsterdam opgeslagen gestaan. In oktober 2014 zijn de archieven ter bewerking naar Doc-Direkt overgebracht. Na oplevering van deze nieuwe versie van toegang 2.16.58 (gedeelte 1940-2010) werden de beschrijvingen van de oude toegang 2.16.58 (periode 1909-1940) in de nieuwe versie ingevoegd.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archiefblok bevat stukken betreffende het ontstaan en bestaan van de Raad, de neerslag van de onderzoeken van de Raad en jaarverslagen van de Raad. In de inventaris is een opsomming opgenomen van scheepsdossiers vanaf 1909 tot en met 2010. Daarnaast bevat zij een overzicht van de uitspraken en beschikkingen van de Raad voor de Scheepvaart op de onderzoeken. In de rubriek 'Organisme' zijn stukken opgenomen betreffende de werkwijze en samenstelling van de Raad. Het blok bevat tevens stukken over de Buitengewone Raad voor de Scheepvaart. In de rubriek 'Index op scheepsnamen' zijn twee series fichebakken opgenomen met alfabetisch geordende fiches (op scheepsnaam), één bestaande uit 4 fichebakken (inv.nrs. 450-453) en één beestaande uit 8 fichebakken (inv.nrs. 2174-2181). Om de uitspraken van de Raad beter te kunnen begrijpen zijn ruim 2.000 zeekaarten in de inventaris opgenomen, alsmede twee catalogi van de Admiralty Charts from the UK Hydrographic Office en andere publicaties. Veelal staat op de achterzijde van de kaarten het dossiernummer van het bijbehorende onderzoeksdossier vermeld.
​​De gedigitaliseerde versie van het kaartsysteem dat onder inventarisnummers 450-453 in deze toegang is opgenomen, geeft toegang tot de dossiers die beschreven staan onder inv.nrs. 1 t/m 449 (dossiernummers 4 t/m 7100). In de gedigitaliseerde versie is een klein gedeelte van het kaartsysteem niet verwerkt, omdat de bewuste dossiers zich op dat moment nog bij de Raad voor de Scheepvaart bevonden. Op de dossiers die onder inv.nrs. 571 t/m 2171 beschreven staan (dossiernummers 7101 t/m 15443) is vooralsnog geen digitale index beschikbaar. Deze dossiers worden ontsloten door het kaartsysteem onder inv.nrs. 2174-2181.
De digitale index op scheepsnamen geeft een verwijzing naar het juiste inventarisnumeer en dossiernummer, als volgt: Nummer toegang: 2.16.58, inventarisnummer: 31, (470).
Selectie en vernietiging
De selectie van dit archiefblok heeft in de periode 2014 t/m 2016 plaatsgevonden en is door Doc-Direkt Apeldoorn uitgevoerd. Uit het archiefblok zijn archiefbescheiden vernietigd. Voor de selectie zijn de volgende selectielijsten gebruikt:
  • (15) Handelingen beleidsterrein Rijksbegroting over de periode 1945-2000, kenmerk C/S&A/05/1163 d.d. 8 juni 2005, Stcrt. 136 / pag. 13 van 18 juli 2005);
  • (45) Handelingen beleidsterrein Rijkshuisvesting vanaf 1945, kenmerk C/S&A/07/599 d.d. 12 maart 2007, Stcrt. 142 pag. 6 van 26 juli 2007;
  • (72) Handelingen beleidsterrein Overheidspersoneel/Arbeidsverhoudingen over de periode 1945-1995 (1997), kenmerk R&B/OSA/2001/870 d.d. 30 juli 2001, Stcrt 200 / pag. 10 van 16 oktober 2001;
  • (73) Handelingen beleidsterrein Overheidspersoneel/Arbeidsvoorwaarden over de periode 1945-1995 (1997), kenmerk R&B/OSA/2001/870 d.d. 30 juli 2001, Stcrt. 200 / pag. 10 van 16 oktober 2001;
  • (75) Handelingen beleidsterrein Overheidspersoneel/Formatiebeleid over de periode 1945-1995 (1997), kenmerk R&B/OSA/2001/870 d.d. 30 juli 2001, Stcrt. 201 / pag. 10 van 17 oktober 2001:
  • (76) Handelingen beleidsterrein Overheidspersoneel/Arbeidsomstandigheden over de periode 1945-1995 (1997), kenmerk R&B/OSA/2001/870 d.d. 30 juli 2001, Stcrt. 201 / pag. 10 van 17 oktober 2001;
  • (77) Handelingen beleidsterrein Overheidspersoneel/Personeelsinformatievoorziening over de periode 1945-1995 (1997), kenmerk R&B/OSA/2001/870 d.d. 30 juli 2001, Stcrt. 201 / pag. 10 van 17 oktober 2001;
  • (92) Handelingen beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening over de periode 1945-1999, kenmerk C/S/03/1698, Stcrt. 202 / pag. 12 van 20 oktober 2003;
  • (143) Handelingen beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945-1999, kenmerk C/S&a/05/1360 d.d. 5 juli 2005, Stcrt. 245 / pag. 25 van 16 december 2005;
  • (168) Selectielijst voor P-Direkt (het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier) voor de periode vanaf 1945, kenmerk NA/2016/107520 d.d. 30 september 2016
De genoemde selectielijsten zijn toegepast op de archiefbescheiden die betrekking hebben op het organisme. Voor de selectie van de stukken betreffende de taakuitvoering is gebruik gemaakt van selectielijst (21): Selectielijst neerslag handelingen Minister van Verkeer en Waterstaat beleidsterrein Scheepvaart en maritieme zaken over de periode vanaf 1945, kenmerk 16 juni 2008/Nr. C/S&A/08/1140, Stcrt. 128 / pag. 7 van 7 juli 2008.
De scheepvaartdossiers worden bewaard op grond van artikel 5.1.e van het Archiefbesluit.
Aanvullingen
Op dit archief worden geen aanvullingen meer verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Bij oplevering van de toegang op het archief over de periode 1940-2010 onder nummer toegang 2.16.58 door Doc-Direkt, werden door het Nationaal Archief de beschrijvingen voor het archief over de periode 1909-1940 die in een plaatstingslijst onder hetzelfde nummer toegang waren beschreven, in de nieuwe toegang ingevoegd. Het betreft de beschrijvingen van de inv.nr.s 1 t/m 454.
De archiefbescheiden verkeren in goede staat. Er is geen sprake van (water)schade door roest, actieve schimmel of insecten. Aangetroffen nietjes, metalen hechtmechanieken, plastic zippels, elastiekjes e.d. werden bij de bewerking verwijderd. De archieven bestaan uit papieren documenten van A4 formaat. De fiches in fichebakken en de zeekaarten hebben afwijkende (anders dan A4) formaten.
In totaal werd 180 m1 bewerkt.
Ordening van het archief
Het archief is op onderwerp ontsloten. De bescheiden zijn chronologisch geordend.
Het blok bevat zowel archiefbescheiden die niet naar inhoud zijn beschreven (diverse jaarverslagen) als archiefbescheiden die wel naar inhoud zijn beschreven. Het deel naar inhoud beschreven omvat stukken inzake de organisatie en taakuitvoering van de Raad, en een uitgebreid overzicht aan zeekaarten.
De schependossiers zijn genummerd van 7101 tot en met 15443. Deze nummering sluit aan op die van de schependossiers geborgen onder inventarisnummer 442 van inventaris 2.16.58.
Om de uitspraken van de Raad voor de Scheepvaart beter te kunnen begrijpen is afgesproken de zeekaarten integraal te bewaren. Deze kaarten bevatten gegevens over de exacte locaties waar de door de Raad onderzochte scheepsrampen zich hebben voltrokken. De kaarten worden beschreven aan de hand van de Admiralty Charts from the UK Hydrographic Office, een overzicht van zeekaarten op nummer met een omschrijving per kaart en het jaar van uitgifte van de zeekaart. De omschrijvingen van de zeekaarten zijn in het Engels. Aangetroffen zeekaarten die niet in de Admiralty Charts voorkomen zijn eveneens in het Engels beschreven. Via de informatie en verwijzingen in de scheepsdossiers zijn de relevante zeekaarten te vinden.
De scheepsdossiers zijn op diverse manieren te benaderen. Allereerst via de rubriek Indexen op scheepsnamen. De acht kaartenbakken onder de inventarisnummers 2174-2181 bevatten fiches die alfabetisch zijn geordend op scheepsnaam A t/m Z. Elke fiche verwijst naar het bijbehorende onderzoeksdossiernummer dat het scheepsongeval verbindt aan het bewuste schip. Indien een schip meerdere ongevallen heeft gehad registreert het fiche meerdere dossiernummers. De scheepsdossiers zijn in oplopende nummering (7101-15443) te vinden in de rubriek Onderzoek scheepsongevallen, subrubriek Scheepsdossiers. Het op te vragen inventarisnummer (571-2171) is te vinden voor het onderzoeksdossiernummer, waarbij wordt aangetekend dat de dossiers als series zijn opgenomen, d.w.z. het eerste nummer en het laatste nummer met een liggend streepje ertussen moet worden gelezen als 'van-t/m'.
Voorbeeld: inv.nr. 2023 14976-14979 betekent dat de dossiers met nrs. 14976, 14977, 14978 en 14979 bij elkaar in een archiefdoos worden bewaard. In dit geval heeft de doos inv.nr. 2023.
Behalve de kaartenbakken bevat de inventaris ook diverse registers om in te zoeken. Het register met uitspraken registreert het nummer van de uitspraak met het bijbehorende schip.
De 'British Admiralty Charts' werden gepubliceerd door de Admiralty, op enkele zeekaarten na welke werden gepubliceerd door John Walker, geograaf bij de 'Honorable East India Company', door de 'Royal Danish Hydrographic Office' en door de 'Kungl. Sjökarteverket' in Stockholm. Zie ook inventarisnummers 2295 en 2296.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Stukken geborgen onder inv.nrs. 571 t/m 2171 en 2195 zijn beperkt openbaar met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van nog levende personen.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het Auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Raad voor de Scheepvaart, nummer toegang 2.16.58, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Raad voor de Scheepvaart, 2.16.58, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Andere toegang
Op inventarisnummers 1-449 is een digitale index beschikbaar van de scheepsnamen. Deze digitale index is gebaseerd op de gegevens die te vinden zijn onder inventarisnummers 450-453.
Verwante archieven
  • Inventaris ​2.16.28, Inventaris van het archief van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij, 1856-1909
  • Inventaris 2.16.31, Inventaris van het archief van de Buitengewone Raad voor de Scheepvaart te Londen, (1939) 1940-1946

Archiefbestanddelen