Terug naar zoekresultaten

2.19.251 Inventaris van het archief van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en rechtsvoorgangers, 1952-2012

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.251
Inventaris van het archief van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en rechtsvoorgangers, 1952-2012

Auteur

DOCFactory

Versie

10-11-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2014 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nationaal Comité 4 en 5 mei, en voorgangers
Nat. Comité 4 en 5 mei

Periodisering

archiefvorming: 1952-2005
oudste stuk - jongste stuk: 1952-2012

Archiefbloknummer

I209

Omvang

553 inventarisnummer(s); 16,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het Het merendeel der stukken is in het. Een klein gedeelte is gesteld in talen als het, heten het.
Nederlands
Frans
Engels
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Het archief bevat ook foto’s, fotoalbums en vaantjes.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nationaal Comité 4 en 5 mei (1987-) Commissie Nationale Herdenking 1940-1945 (1945-1960) Commissie Nationale Herdenking (1961-1973) Comité Nationale Herdenking Militaire Gevallenen (ca 1959-1973) Comité Nationale Herdenking (1973-1987) Comité Nationale Viering Bevrijding (1980-1987) Project ‘Adopteer een Monument’ (1985-2004)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken over de inrichting en werkzaamheid van verschillende organisaties die zich bezig hebben gehouden met de viering van de bevrijding en de herdenking van de Tweede Wereldoorlog, alsmede dossiers over de bijeenkomsten en manifestaties die zijn georganiseerd en het educatieve materiaal dat is ontwikkeld om de doden van de Tweede Wereldoorlog te herdenken en de bevrijding te vieren.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
( Tekst afkomstig van/gebaseerd op J. Keesom; J. Keesom, ‘Breekbare dagen. 4 en 5 mei door de jaren heen (Amsterdam, 2012); J. Keesom, ‘Geschiedenis van Adopteer een Monument (2012). )
Commissie Nationale Herdenking 1940-1945 (1945-1960), Commissie Nationale Herdenking (1961-1973), Comité Nationale Herdenking Militaire Gevallenen (ca 1959-1973) en Comité Nationale Herdenking (1973-1987)
Na de officiële bevrijding van Nederland in mei 1945 besloot de Nederlandse regering dat het eerste nationale bevrijdingsfeest in het Olympisch Stadion in Amsterdam zou worden gevierd op de verjaardag van koningin Wilhelmina, op 31 augustus 1945. In kringen van de LO-KP, voormalige christelijke en katholieke verzetsgroepen, werd uit eerbied voor de oorlogsslachtoffers besloten op de avond voor dat bevrijdingsfeest op verschillende plaatsen in het land stille tochten te houden naar plaatsen waar hun dierbaren tijdens de oorlog gefusilleerd waren. Dat gebeurde onder andere op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag. Vervolgens werd in diezelfde stad en in dezelfde voormalige verzetskringen de Commissie Nationale Herdenking 1940-1945 opgericht met als doel van de stille tochten op de avond voor de viering van de bevrijding een nationale traditie te maken. Het bestuur onder voorzitterschap van Hagenaar Jan Drop, bestond uit verzetsmensen uit verschillende provincies en trad naar buiten via secretaris M. Hartog.
De regering Schermerhorn nam in 1946 de richtlijnen voor de plaatselijke herdenking op van de Commissie Nationale Herdenking over. Voortaan werden die richtlijnen jaarlijks na formele goedkeuring van de regering via de VNG aan alle gemeentebesturen en via Buitenlandse Zaken aan alle ambassadeurs gestuurd. Daarnaast organiseerde de Commissie Nationale Herdenking vanaf 1947 op de middag van 4 mei een nationale herdenking met het Corps Diplomatique in de Ridderzaal. Dit was een besloten bijeenkomst, die een cultureel karakter had.
De regering Drees vond begin jaren vijftig dat de nationale herdenking naar het voorlopige Nationale Monument op de Dam in Amsterdam moest worden verplaatst en bovendien moest worden samengevoegd met de talloze militaire herdenkingen die daar op andere data plaatsvonden. Veteranen die in voormalig Nederlands Indië – en later in Korea - hadden gevochten en zich verenigd hadden in het Veteranen Legioen Nederland (VLN) zochten erkenning en wilden meedoen aan de Nationale Herdenking. In 1959 werden alle officiële militaire herdenkingen met de veteranenherdenking samengevoegd tot één jaarlijkse herdenking voor de Militaire Gevallenen op 4 mei om 16.00 uur op de Dam gehouden, in aanwezigheid van de koningin. Hiervoor werd het Comité Nationale Herdenking Militaire Gevallenen (CNHMG) opgericht.
De Commissie Nationale Herdenking 1940-1945 werd dringend verzocht de herdenking in de Ridderzaal op te geven en te gaan samenwerken met het CNHMG. Daardoor werd vanaf 1961 de Nationale Herdenking op 4 mei ’s middags op de Dam gehouden, waarbij volgens het Memorandum aandacht werd besteed aan de Nederlanders die na 1945 tijdens oorlogshandelingen waren gesneuveld. Na jaren van nogal moeizame samenwerking fuseerde de Commissie Nationale Herdenking uiteindelijk in 1973 met het Comité Nationale Herdenking Militaire Gevallenen tot het Comité Nationale Herdenking.
Het Comité Nationale Herdenking heeft bestaan tot eind 1987. Daarna heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei de taken overgenomen.
Comité Nationale Viering Bevrijding
In 1945 en 1946 vonden twee grote manifestaties plaats in het Olympisch Stadion te Amsterdam om de bevrijding van Nederland nationaal te vieren. Daarna kalfde de maatschappelijke betekenis van de viering van de bevrijding snel af. Omdat het land zich in de wederopbouwperiode geen extra vrije dag kon permitteren, werd 5 mei geen officiële nationale feestdag. Het voorstel van minister-president Drees om de bevrijding voortaan maar te combineren met de verjaardag van de nieuwe koningin Juliana op 30 april, leidde begin jaren vijftig wel tot hevige protesten in kringen van het – rechtse - voormalig verzet. Dat was bang dat de herdenking op 4 mei daarmee ‘in de lucht kwam te hangen’. Drees zag af van zijn plannen en riep voor de nationale viering van de tienjarige bevrijding in 1955 een speciaal comité in het leven, dat op 5 mei ‘het gemeenschapsgevoel en de offervaardigheid van de bevolking’ moest stimuleren. Na 1955 lukte het niet meer om een jaarlijkse 5 meiviering in stand te houden en in 1958 besloot de regering Drees dat de nationale viering van de bevrijding voortaan eenmaal in de vijf jaar zou worden gehouden, waarvoor steeds gelegenheidscomité ’s werden opgericht.
Pas in de jaren zeventig groeide de politieke belangstelling voor 5 mei weer nadat in 1972 de Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers was aangenomen. Door de contacten die het toenmalige ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk daardoor had met organisaties van overlevenden en nabestaanden, raakten veel groeperingen betrokken bij de viering van dertig jaar bevrijding in de RAI in Amsterdam. Voor het eerst kregen ook Joodse en Indische overlevenden en nabestaanden expliciet aandacht. Wat de betrokkenheid ook vergrootte was dat het voormalig verzet zich inmiddels van links tot rechts officieel had verzoend en was gaan samenwerken. Voor de viering van de bevrijding in 1980 installeerde de regering het Comité Nationale Viering Bevrijding 1980 (CNVB) met in het bestuur bekende verzetslieden en vertegenwoordigers van de Indische en Joodse gemeenschap. Tot 1988 organiseerde het CNVB jaarlijks steeds in een andere provincie een programma met educatieve en culturele elementen waarbij de koningin aanwezig was.
Het CNVB slaagde er echter onvoldoende in brede lagen van de bevolking, en met name de jeugd, te betrekken bij de viering. In 1987 besloot de regering daarom het CNVB op te heffen en een nieuwe organisatie in te stellen die de betekenis van 5 mei moest verbreden en de samenhang met 4 mei moest versterken: het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Project ‘Adopteer een Monument’
In 1982 werd Stichting Herdenking Februari 1941 door Henry Regeling opgericht. Hij wilde de herinnering aan het Nederlandse verzet tegen de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog levend houden. De stichting ontving van Albert Gilbert, een joodse man die Oost-Europa was ontvlucht, een aanzienlijk bedrag om dit doel te verwezenlijken. Regeling initieerde het project ‘Adopteer een Monument’ in 1985. Het project was een landelijk onderwijsproject waarbij leerlingen van groep 7 en/of 8 een oorlogsmonument in hun eigen dorp of buurt ‘adopteerden’. Het project probeerde de bewustwording van de lokale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de traditie van herdenken en bijbehorende rituelen bij jongeren te stimuleren. Doordat de leerlingen het monument onderhielden en actief deelnamen aan de jaarlijkse herdenking bij ‘hun’ monument zou hun betrokkenheid bij vrede, vrijheid en democratie versterkt moeten worden. Oud-verzetsstrijders werden betrokkenen bij dit project en traden op als regionale coördinatoren. Zij benaderden scholen om een mee te doen aan het project en hielpen bij de organisatie van plaatselijke adopties van oorlogsmonumenten.
In 2004 werd het project overgedragen aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei dat sindsdien het project heeft voortgezet.
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Sinds 1988 worden de Nationale Herdenking op 4 mei en de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei door één comité georganiseerd, het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Voor die tijd waren er verschillende (tijdelijke) commissies geweest die de nationale herdenking van de oorlog en de nationale viering van de bevrijding zonder veel onderlinge samenhang organiseerden. De organisatie van de nationale herdenking was zelfs altijd een zaak van het particulier initiatief gebleven. Daardoor kende de combinatie van vieren en herdenken geen vaste, inhoudelijk consistente, vorm. Premier Lubbers drong in de jaren tachtig aan op een fusie van de nationale comités die de viering en herdenking organiseerden om een grotere eenheid in organisatie en vormgeving van beide dagen te krijgen en een breder draagvlak bij de bevolking te verwerven. Hiertoe stelde de regering de onafhankelijke Werkgroep Nationale Herdenking en Viering in die als opdracht kreeg om voorstellen te doen voor de toekomst van 4 en 5 mei. Dit leidde in 1987 tot de oprichting van het Nationaal Comité 4 en 5 mei (ingesteld bij Koninklijk Besluit op 27 november 1987).
De kerntaken van het Nationaal Comité 4 en 5 mei waren:
  • het geven van richting aan de zingeving van herdenken en vieren (sinds 2000);
  • de organisatie van de jaarlijkse Nationale Herdenking op 4 mei;
  • de organisatie van de jaarlijkse Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei;
  • het voeren van een voorlichtingsbeleid dat tot doel heeft de betrokkenheid bij en participatie aan herdenken en vieren te vergroten;
  • het bevorderen van de afstemming van landelijke en plaatselijke manifestaties;
  • jeugdvoorlichting (1989-1996).
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft sinds zijn oprichting de viering en herdenking een vast karakter weten te geven die meerdere doelgroepen en generaties aanspreekt. De Nationale Herdenking op de Dam en de Nationale Bevrijdingsdag zoals die in 2014 bestaat, zijn in de loop der jaren stap voor stap vorm gegeven door het Nationaal Comité 4 en 5 mei, in overleg met zoveel mogelijk organisaties van oorlogsbetrokkenen en met de intentie om ook jongere generaties aan te spreken. De belangrijkste elementen van 4 mei werden de herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk, de herdenkingsplechtigheid op de Dam en de 2 minuten stilte om 8 uur ’s avonds. De viering van de bevrijding kwam tot uiting in de provinciale Bevrijdingsfestivals, die het Nationaal Comite 4 en 5 mei sinds 1991 organiseert, de 5 mei lezing die sinds 1995 wordt gehouden en het 5 mei-concert dat vanaf 1996 traditie werd.
Sinds 1996 werkte het Nationaal Comité met meerjarige thema’s voor een periode van 5 jaar. Elk afzonderlijk jaar kreeg een specifiek thema dat afgeleid was van het overkoepelend thema.
De vijfjarenthema’s waren:
  • Grondrechten (1990-1995)
  • Vrijheid vraagt om onderhoud (1996-2000)
  • Vrijheid vraagt verantwoordelijkheid (2001-2005)
De jaarthema’s waren:
  • 1991: Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
  • 1992: Vrijheid van meningsuiting
  • 1995: 50 jaar vrijheid
  • 1996: Generaties
  • 1997: Vrijheid deel je met je buren
  • 1998: Vrijheid vraagt ieders stem
  • 1999: Vrijheid maak je met elkaar
  • 2000: Vrijheid geef je door
  • 2001: Vrijheid is leven zonder angst
  • 2002: Vrijheid luistert nauw
  • 2003: Vrijheid is niet te koop
  • 2004: Vrijheid is kiezen èn delen
  • 2005: Vrijheid delen is de kunst
Naast de organisatie van de activiteiten voor de Nationale Herdenking en Bevrijding, ontwikkelde het Nationaal Comité 4 en 5 mei ook educatieve programma’s voor de jeugd, zoals het Nationaal Aandenken en Adopteer een Monument. Ook ontwikkelde het comité massamediale campagnes, verzamelde het kennis en stelde het die kennis beschikbaar, onder andere over oorlogsmonumenten en organisaties voor oorlogsgetroffenen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Met de opheffing van de voorgangers van het Nationaal Comité 4 en 5 mei eind 1987, is ook het archief van deze organisaties overgedragen aan de nieuwe organisatie. Het projectarchief van ‘Adopteer een Monument’ is overgedragen aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei, nadat deze organisatie de werkzaamheden van dit project had overgenomen.
In 2005 is het Nationaal Comité 4 en 5 mei overgegaan op digitaal archiveren. Het papieren archief van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en zijn voorgangers is in 2014 geschonken aan het Nationaal Archief.
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het eerste archief is gevormd door meerdere archiefvormers. Het oudste archief is meer een verzameling documenten van vier organisatie, te weten: Commissie Nationale Herdenking 1940-1945 (1945-1960), Commissie Nationale Herdenking (1961-1973), Comité Nationale Herdenking Militaire Gevallenen (ca 1959-1973) en Comité Nationale Herdenking (1973-1987). De stukken van deze organisaties, zijn door het Nationaal Comité 4 en 5 mei chronologisch geordend, omdat het lastig was om te achterhalen wie de archiefvormer was van de verschillende stukken. Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat de stukken afkomstig zijn van vier verschillende archiefvormers. Dit archief is niet compleet.
Het tweede archief is gevormd door het Comité Nationale Viering Bevrijding. Het bevat correspondentiedossiers waarin beleidsstukken (activiteitenplannen, beleidsplannen, jaarverslagen, verslagen van bestuursvergadering) en stukken betreffende de uitvoering van de activiteiten zijn opgenomen, zoals de organisatie van manifestaties in het kader van de viering van de bevrijding en jeugdvoorlichting over het onderwerp. Het archief is redelijk compleet.
Met de overdracht van het project ‘Adopteer een monument’ door oprichter en uitvoerder Henry Regeling is ook op een later tijdstip het projectarchief overgedragen aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het projectarchief bevat bestuursstukken, vergaderstukken, knipsels en stukken betreffende de projectactiviteiten, afkomstig van regionale/provinciale coördinatoren. De stukken zijn thematisch, chronologisch en alfabetisch geordend. Het archief bevat bescheiden van Henry Regeling en van de regionale coördinatoren van Noord- en Zuid-Holland. Van de coördinatoren uit andere provincies zijn geen stukken aangetroffen.
Het archief van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is opgebouwd volgens een ordeningsschema waaruit de ordening en structuur van het archief blijkt. Dit ordeningsschema is opgebouwd uit cijfervormige codes: een interne nummering volgens een systeem van het secretariaat, waarbij elke code correspondeert met een bepaald werkterrein of onderwerp. De stukken zijn primair chronologisch en secundair op code gerangschikt. Het archief bevat vergaderstukken van het dagelijks en algemeen bestuur, beleidsstukken, correspondentie, jaarverslagen, projectdossiers en subsidiedossiers. Stukken over de interne organisatie zijn niet aangetroffen in dit archief.
Selectie en vernietiging
In 2014 is DOCFactory begonnen met het selecteren en inventariseren van de archieven van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en zijn voorgangers. Financiële bescheiden en dubbelen waren tevoren door de organisatie zelf reeds verwijderd uit het te inventariseren bestand. De selectie heeft op mapniveau plaatsgevonden. Stukken betreffende bestuur, beleid, projecten en bijeenkomsten zijn bewaard gebleven.
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het Comité Nationale Viering Bevrijding hadden ook een aantal wettelijke taken, gedelegeerd door het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Voor de selectie van de neerslag van deze taken is het basisselectiedocument ‘Oorlogsgetroffenen’ gebruikt.
Aanvullingen
Er worden op het archief digitale aanvullingen verwacht, met name van documenten en bestanden, ontstaan vanaf 2005.
Verantwoording van de bewerking
Bij de bewerking van de archieven is uitgegaan van de oorspronkelijke interne ordening van de mappen. Dat betekent dat de dossiers zijn beschreven in de staat en met de ordening zoals ze zijn aangetroffen.
Alle archiefbescheiden tot en met 2005 kwamen voor bewerking in aanmerking. Deze cesuur is gekozen omdat in 2005 het Nationaal Comité 4 en 5 is overgestapt op digitaal archiveren. De financiële bescheiden (met uitzondering van de begrotingen en jaarrekeningen) en stukken van de personeelsadministratie maakten geen deel uit van het te bewerken archief.
De dossiers zijn ontijzerd, voorzien van zuurvrije omslagen en in zuurvrije dozen opgeborgen.
Ordening van het archief
De inventaris bestaat uit vier hoofdrubrieken. Elk archief is beschreven in een hoofdrubriek met eigen ordening. Het oudste archief over de herdenking is grotendeels chronologisch geordend. Er is vanwege de beperkte omvang van het archiefbestand geen verdere onderverdeling van de beschrijvingen gemaakt.
De ordening van de andere drie archieven lopen van algemeen naar bijzonder. Onder de rubriek Algemeen, bevinden zich algemene stukken, bestaande uit stukken zoals jaarverslagen, notulen en algemene correspondentie.
Onder de rubriek Bijzonder vallen stukken betreffende de organisatie en de uitvoering van de activiteiten van de archiefvormers. De rubriek Organisatie bevat stukken betreffende de werking van de interne organisatie, zoals stukken op het gebied van de instelling en ontwikkeling van een organisatie, financiële jaarstukken en stukken betreffende het personeel. Onder de rubriek Activiteiten vallen stukken betreffende door de archiefvormers ontwikkelde en uitgevoerde projecten, bijeenkomsten en manifestaties. Binnen de rubrieken zijn de beschrijvingen chronologisch geordend.
Jolanda Keesom, auteur van het boek ‘Breekbare dagen. 4 en 5 mei door de jaren heen’ heeft de archieven nader ontsloten door de archieven op stuks- en dossierniveau te beschrijven. Deze toegangen zijn opgenomen in het archief. Het Nationaal Archief heeft ook een digitaal exemplaar gekregen van de toegangen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nationaal Comité 4 en 5 mei, en voorgangers, nummer toegang 2.19.251, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Nat. Comité 4 en 5 mei, 2.19.251, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Foto’s van monumenten uit het archief van ‘Adopteer een Monument’ zijn door het Nationaal Comité 4 en 5 mei overgedragen aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.
Verwante archieven
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: DirectieVerzetsdeelnemers, Vervolgden en Burgeroorlogsgetroffenen (DVVB), nummer toegang 2.27.23
Publicaties
; J. Keesom, Breekbare dagen. 4 en 5 mei door de jaren heen , Amsterdam 2012
. J. Keesom, Geschiedenis van Adopteer een monument , 2012

Archiefbestanddelen