Terug naar zoekresultaten

2.19.289 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - B Persoonsdossiers Duitse militairen en Nederlanders in Duitse dienst

Het archief bevat persoonsdossiers Nederlanders in Duitse dienst en van buitenlandse militairen; geallieerden en Duitsers. De dossiers bevatten de correspondentie die is gevoerd om het lot van de persoon in kwestie vast te stellen. De ordening van de persoonsdossiers is alfabetisch.

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.289
Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - B Persoonsdossiers Duitse militairen en Nederlanders in Duitse dienst

Auteur

Het Nederlandse Rode Kruis en het Nationaal Archief

Versie

24-12-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Het Nederlandse Rode Kruis: B Persoonsdossiers Duitse militairen en Nederlanders in Duitse dienst
Ned. Rode Kruis: B Persoonsdossiers Duitse militairen en Nederlanders in Duitse dienst

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1946-1949

Archiefbloknummer

I28542

Omvang

; 12188 inventarisnummer(s) 28,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten een deel is in heten.
Nederlands
Engels
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Het Nederlandse Rode Kruis (NRK) / Informatiebureau, 1914-1998

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat persoonsdossiers Nederlanders in Duitse dienst en van buitenlandse militairen; geallieerden en Duitsers. De dossiers bevatten de correspondentie die is gevoerd om het lot van de persoon in kwestie vast te stellen. De ordening van de persoonsdossiers is alfabetisch.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis
De vereniging Nederlandse Rode Kruis (NRK) is in 1867 opgericht met als doelstelling:
"In tijd van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmiddelen te helpen verzachten, ook dan, wanneer hare hulp wordt gevraagd door oorlogvoerende natiën, terwijl Nederland in den oorlog niet betrokken is; In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn."
In 1909 krijgt het NRK bij Koninklijk Besluit de aanvullende opdracht om bij mobilisatie een informatiebureau voor zieken en gewonden in te richten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voert het Informatiebureau (hierna: IB) voor de eerste keer de werkzaamheden van deze oorlogstaak uit. Primair bestaat de taak uit het inwinnen en uitwisselen van informatie over militairen, krijgsgevangenen en geïnterneerden. Daarnaast levert het IB hulppakketten aan krijgsgevangenen en sociale zorg aan hun verwanten.
Het takenpakket van het IB groeit in de loop der jaren en dat is aanleiding om in 1936 het IB in vier afdelingen te verdelen ( Verslag van het Nederlandse Roode Kruis gedurende de periode augustus 1939 december 1940 ) :
  • Afdeling I: Belast met aangelegenheden omtrent Nederlandse militairen;
  • Afdeling II: Belast met aangelegenheden omtrent militairen van vreemde nationaliteit;
  • Afdeling III: de Gravendienst, onder andere belast met de identificatie van onbekende gesneuvelden;
  • Afdeling IV: Belast met het zenden van pakketten aan krijgsgevangenen, geïnterneerde burgers en gijzelaars.
Daarnaast heeft het IB een algemeen secretariaat en een staf voor de financiële administratie.
Vanwege de groeiende internationale spanningen stelt het NRK het IB op 29 augustus 1939 opnieuw in werking. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nemen de werkzaamheden van het IB explosief toe. Het IB richt zich op militairen maar er blijkt ook behoefte aan informatie over burgers. In juni 1940 richt het IB daarom het Correspondentiebureau en de Inlichtingendienst voor Burgers op ( Het correspondentiebureau probeerde contact tussen burgers in Nederland en burgers in het buitenland mogelijk te maken. Het Inlichtingenbureau behandelde vragen betreffende Nederlandsche vluchtelingen, Nederlanders in het buitenland en opvarenden van Nederlandse koopvaardijschepen. ) . Deze diensten staan los van het IB maar zijn er wel nauw mee verbonden. Tijdens de oorlog blijken er toch nog groepen geïnterneerden en gevangen te zijn die niet voorkomen in de instructie van het IB. Daarom richt het IB in mei 1943 de Afdeling V op. Deze afdeling gaat zich bezighouden met bijzondere aangelegenheden, zoals het verstrekken van inlichtingen over personen in gevangenissen ( Het Nederlandse Rode Kruis (1867-1967) door G.M. Verspyck. ) . Na de oorlog stelt het IB nieuwe afdelingen in om de informatiestromen beter te kunnen verwerken ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse militairen (inclusief Nederlanders in geallieerde dienst);
  • Afdeling B: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde militairen (inclusief Nederlanders in Duitse dienst);
  • Afdeling C: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse burgers;
  • Afdeling D: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde burgers;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
Na de capitulatie van Japan houdt Afdeling A zich bijna alleen nog maar bezig met de Nederlandse militairen in en rond Nederlands-Indië. Het blijkt ook praktischer alle zaken met betrekking Nederlands-Indië door dezelfde afdeling uit te laten voeren. Dit wordt voortaan gedaan door Afdeling A. De nog lopende zaken over Nederlandse militairen in Europa worden door afdeling A overgedragen aan Afdeling C. Eind 1945 worden ook de taken van Afdeling D bij Afdeling C gevoegd.
In de eerste jaren na de oorlog bestaat de taak van het IB voornamelijk uit het vaststellen van het lot van weggevoerde personen. Op 12 september 1945 wijst het NRK het IB dan ook aan als National Tracing Bureau. Ook andere instanties houden zich met opsporing bezig wat het opsporingswerk niet ten goede komt. In 1946 besluit de regering daarom de opsporingstaak te centraliseren bij het IB. De werkarchieven van de andere instanties worden naar het IB overgebracht
( Luijters, G., Schutz, R. en Jongman, M. (2017). De Deportaties uit Nederland 1940-1945. Portretten uit de archieven. ) . Het IB neemt lange tijd een zelfstandige plaats in binnen het Nederlandse Rode Kruis. Het heeft een eigen directeur en wordt tot het voorjaar van 1946 gefinancierd door het Ministerie van Oorlog. Hierna neemt het Ministerie van Sociale Zaken de financiering (deels) over.
Dit zorgt er voor dat het IB een nieuwe indeling krijgt ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met alle werkzaamheden betreffende Nederlandse militairen en burgers in Indië en het verre Oosten;
  • Afdeling B: Belast met alle aangelegenheden betreffende Nederlanders in Duitse dienst en buitenlandse militairen (zogenaamde vreemde militairen);
  • Afdeling C: Belast met de aanleg van een Centrale Europese Cartotheek, het beheer van de documentatie en het archief en zaken die niet onder één van de andere afdelingen vallen zoals het opsporen van kinderen;
  • Afdeling E: Belast met alle aangelegenheden betreffende vermiste ex-politieke gevangenen;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven;
  • Afdeling H: Belast met alle aangelegenheden betreffende gedwongen en vrijwillig tewerkgestelde arbeiders;
  • Afdeling J: Belast met aangelegenheden betreffende Joden.
Eind jaren veertig neemt de hoeveelheid werkzaamheden van het IB af. Diverse afdelingen worden daarom opgeheven ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1948 tot en met 1953 door J. van de Vosse ) . Het IB blijft wel particulieren voorzien van informatie over oorlogsgetroffenen in Europa en Indonesië. Ook de gravendienst blijft actief. Vanaf de jaren ’60 wordt steeds vaker onderzoek gedaan voor de verificatie van uitkeringsaanvragen van oorlogsgetroffenen wat leidt tot de vorming van een aparte sectie voor verificatieonderzoek. Om een betere groepering van de werkzaamheden te krijgen voert het NRK in 1981 een grotere herindeling van de taken door ( Jaarverslag van het Informatiebureau 1981 ) :
  • Archief / documentatie / Oorlogsinformatie
  • Opsporingen / algemene informatie
  • Rampeninformatie binnenland / verbindingen
In de jaren die volgen vinden er nog meermaals (kleine) herindelingen plaats. Halverwege de jaren negentig zet het NRK een grote reorganisatie in. Voor de afhandeling van aanvragen met betrekking tot de periode rond de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië richt het NRK een aparte afdeling in: Oorlogsnazorg. Het Informatiebureau wordt hiermee opgeheven.
In 2014 wijzigt het NRK de naam van Oorlogsnazorg in Oorlogsarchief en brengt het de taak over naar de afdeling Opsporing en Ondersteuning ( Jaarverslag van het Nederlandsche Rode Kruis 2014 ) .
Geschiedenis van het archiefbeheer
De persoonsdossiers zijn aangelegd tussen begin 1946 en eind december 1948. Op 1 augustus 1949 is de Afdeling B opgeheven, maar vanaf 23 juni 1948 werd de documentatie geleidelijk overgedragen aan de afdeling C. De cartotheek van afdeling B is geïntegreerd in de Centraal Europese Cartotheek (CEC 2.19.287). Als er na 1949 een dossier werd heropend vanwege nieuwe correspondentie, dan werd het dossier uit de B-dossierreeks gehaald en voortgezet in de Europese Persoonsdossiers (2.19.288). Deze verandering werd ook op het B-kaartje in de CEC genoteerd. Zo kan de CEC zowel de oude B-dossier verwijskaart bevatten (B-nummer linksonder) als oude met aanpassing en het nieuwe dossiernummer (doorgaans midden boven).

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
De persoonsdossiers bevatten correspondentie tussen de familie, het NRK-IB en instanties in het binnen en buitenland te verkrijging van duidelijkheid omtrent het lot van Nederlanders in Duitse dienst en buitenlandse militairen; geallieerden en Duitsers.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij bewerking niets vernietigd.
Aanvullingen
Er worden voor dit archief geen aanvullingen verwacht
Verantwoording van de bewerking
In 2002 zijn de dossiers bij het Nederlandse Rode Kruis ontzuurd en ontdaan van ijzer. Bij overdracht naar het Nationaal Archief in 2018 heeft elk dossier een eigen omslag en inventarisnummer gekregen
Ordening van het archief
De collectie is binnen de dossiernummers deels alfabetisch geordend. De Centrale Europese Cartotheek (2.19.287) dient echter als toegang op de dossiers.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Het Nederlandse Rode Kruis: B Persoonsdossiers Duitse militairen en Nederlanders in Duitse dienst, nummer toegang 2.19.289, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Rode Kruis: B Persoonsdossiers Duitse militairen en Nederlanders in Duitse dienst, 2.19.289, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Afgescheiden archiefmateriaal
Na 1949 zijn de actieve dossiers overgeheveld naar de Europese Persoons dossiers. Deze zijn te vinden in het archief van het Nederlandse Rode Kruis: Informatiebureau Europese Persoonsdossiers [2.19.288].
Verwante archieven
2.09.09 Inventaris van het archief van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (archiefinventaris 2.09.09)
2.09.16 Inventaris van het archief van het Nederlandse Beheersinstituut (archiefinventaris 2.09.16)
2.19.287 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Europese Cartotheek (CEC) (archiefinventaris 2.19.287)
2.19.288 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Persoonsdossiers Europees (archiefinventaris 2.19.288)
2.19.299 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Nederlanders in Sovjet Zone of krijgsgevangenschap (archiefinventaris 2.19.299)
2.19.310 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Documentatie (archiefinventaris 2.19.310)
2.19.322 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Informatiebureau: Eigen Archief (archiefinventaris 2.19.322)
Publicaties Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939-1947 , Den Haag 1948. Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1948-1953 , Den Haag 1954