Terug naar zoekresultaten

2.21.420 Inventaris van het archief van M. van der Stoel [levensjaren 1924-2011], (1912) 1940-2010

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.420
Inventaris van het archief van M. van der Stoel [levensjaren 1924-2011], (1912) 1940-2010

Auteur

VHIC, Thomas Baas

Versie

14-06-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2018 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Max van der Stoel
Stoel, Max van der

Periodisering

archiefvorming: 1912-2010
oudste stuk - jongste stuk: 1912-2010

Archiefbloknummer

C77

Omvang

496 inventarisnummer(s)

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Max van der Stoel
, , 1924-2011

Samenvatting van de inhoud van het archief

Max van der Stoel (1924-2011) is vooral bekend als minister van Buitenlandse Zaken in de kabinetten-Den Uyl (1973-1977) en Van Agt II (1981-1982). Zijn archief bevat voornamelijk stukken over zijn openbare leven. Deze hebben in hoofdzaak betrekking op zijn
zijn belangrijkste politieke en bestuurlijke functies: zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer, zijn ministerschap en diverse internationale functies nadien, die vooral in het teken van de mensenrechten stonden. Daarnaast bevat het archief reeksen correspondentie, artikelen en redevoeringen, alsmede een grote verzameling foto’s.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Max van der Stoel werd op 3 augustus 1924 geboren te Voorschoten. Zijn vader was daar huisarts. Al op jonge leeftijd kreeg Max belangstelling voor politiek. Zijn eerste confrontatie met de internationale politiek was tijdens een wandeling met zijn ouders in Berchtesgaden. Toen ze langs het zomerverblijf van Adolf Hitler liepen zag Max hem zitten in een passerende colonne auto’s.
Max deed eindexamen gymnasium in 1942. Om aan de Arbeidsdienst te ontsnappen werd hij volontair op de gemeentesecretarie van Voorschoten. Hij bracht daar veel tijd door met het luisteren naar de BBC in de kelder van het gemeentehuis. In mei 1945 fungeerde Max enige tijd als tolk voor de Canadese bevrijders. Datzelfde jaar hervatte hij de rechtenstudie in Leiden, clandestien begonnen tijdens de laatste oorlogsjaren.
In februari 1946, kort na de oprichting van de Partij van de Arbeid, werd hij lid van deze partij. Al gauw werd hij ook lid van Politeia, een landelijke studentenvereniging op democratisch-socialistische grondslag. Als bestuurslid daarvan was hij vooral geïnteresseerd in het opbouwen van contacten met buitenlandse zusterverenigingen.
Na zijn afstuderen, in 1953, trad Van der Stoel in dienst bij de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Door het vertrek van Alfred Mozer kon hij in 1958 diens functie van internationaal secretaris overnemen. Daarnaast was hij in de jaren 1960-1965 lid van achtereenvolgens de Eerste en de Tweede Kamer.
In 1965 trad Van der Stoel toe tot het kabinet-Cals als staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, met het ontwapeningsvraagstuk in zijn portefeuille. Wat veiligheidsvraagstukken betrof was samenwerking met minister Joseph Luns doorgaans goed; ze verschilden meer van mening over kwesties als ontwikkelingssamenwerking en dekolonisatie. Na de snelle val van het kabinet in 1966 keerde Van der Stoel terug in de Tweede Kamer.
Als overtuigde atlanticus verdedigde hij het Nederlandse lidmaatschap van de NAVO tegen de radicale oppositie van Nieuw Links binnen de PvdA. Anderzijds zette hij zich in voor de mensenrechten en bestreed met verve de rechtse dictaturen in Griekenland en Portugal, bondgenoten binnen de NAVO. De Amerikaanse politiek in de Vietnamoorlog volgde hij kritisch, maar wees daarbij ook de sterke anti-Amerikaanse sentimenten van Nieuw Links en andere progressieve groeperingen af.
In 1973 zag Van der Stoel zijn loopbaan bekroond met het ministerschap van Buitenlandse Zaken in het progressieve kabinet-Den Uyl. De samenwerking met zijn staatssecretarissen, L.J. Brinkhorst en P.H. Kooijmans, was goed, maar met minister van Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk kwam hij vaak in aanvaring. Het feit dat Pronk een partijgenoot was bleek daarbij niet zo voordelig als men zou denken.
Principieel waren Van der Stoel en Pronk het eens over de bevordering van de mensenrechten in de Derde Wereld, maar over de wijze waarop verschilden ze van mening. De voorzichtige Van der Stoel prefereerde ‘stille diplomatie’ boven openlijke druk op regimes die zich aan mensenrechtenschendingen schuldig maakten, waarbij de ontwikkelingshulp als pressiemiddel werd ingezet. Ook zijn opstelling tegenover het apartheidsbewind in Zuid-Afrika was aanvankelijk terughoudender dan zijn partijgenoten. Inzake het Midden-Oostenconflict stelde Van der Stoel het voorheen eenzijdige pro-Israël-beleid gaandeweg bij. Dat nam niet weg dat hem door rechts verweten werd dat de pro-Israëlische koers de Arabische olieboycot had uitgelokt.
Wat de Oost-Westverhouding betrof bleef voor Van der Stoel het Atlantisch bondgenootschap de pijler van het veiligheidsbeleid. Nederland diende een kritisch én loyaal bondgenoot te zijn. Daarmee laveerde hij tussen enerzijds de onvoorwaardelijke trouw van rechts en anderzijds de kritische, voorwaardelijke opstelling van de linkerzijde, inclusief velen in de PvdA. Ook binnen dit domein heeft Van der Stoel zich ingezet voor de mensenrechten, dat tijdens zijn bewind tot een volwaardige doelstelling van de Nederlandse buitenlandse politiek werd gepromoveerd. Hij erkende daarbij dat zijn mensenrechtenbeleid ten aanzien van communistische dictaturen soms op gespannen voet kon staan met het streven naar ontwapening en ontspanning, maar meende dat het juist op de langere termijn de ontspanning zou bevorderen. Ook als minister zette Van der Stoel zijn strijd tegen de rechtse dictaturen in Griekenland en Portugal voort en droeg bij aan het verdere isolement en de uiteindelijke ineenstorting van die regimes. Bij zijn eerste bezoek aan Athene na de val van het kolonelsregime viel hem een ware heldenontvangst ten deel.
Van 1977 tot 1981 was Van der Stoel opnieuw lid van de Tweede Kamer, en daarna kortstondig minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt II (1981-1982). Die jaren stonden in het teken van toenemende spanning tussen Oost en West, resulterend in het zogenoemde NAVO-dubbelbesluit in 1979. Dat hield in dat de NAVO in West-Europa kruisvluchtwapens zou plaatsen als de Sovjet-Unie zou weigeren in te gaan op wederzijdse vermindering van dergelijke raketten voor de middellange afstand.
Van der Stoel steunde het besluit, terwijl de meerderheid van de fractie ertegen was. Ook een groot deel van de bevolking keerde zich ertegen en met zijn omvangrijke protestbeweging liep Nederland voorop in het West-Europese verzet. Ondanks zijn isolement binnen de partij trad Van der Stoel op aandrang van Den Uyl toe tot het ‘vechtkabinet’-Van Agt, maar na de spoedige val verliet hij de Nederlandse politiek.
Van der Stoel was van 1983-1986 Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties, en vervolgens lid van de Raad van State van 1986 tot 1992. In 1991 werd hij benoemd tot minister van Staat. Daarna en daarnaast vervulde hij verschillende internationale functies, onder meer die Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) van 1993 tot 2001.
Hij kwam weer in het centrum van het Nederlandse nieuws te staan toen hij in 2002 een delicate opdracht kreeg in de kwestie rond Jorge Zorreguieta. De vader van de verloofde van prins Willem-Alexander had als bewindspersoon deel uitgemaakt van de militaire junta in Argentinië en was volgens de Nederlandse regering om die reden niet welkom bij de voltrekking van het huwelijk in 2002. Van der Stoel heeft met zijn levenslange diplomatieke ervaring ervoor kunnen zorgen dat Zorreguieta daarin berustte en wegbleef.
Als politicus en bestuurder combineerde Van der Stoel principieel idealisme met behoedzaam realisme. Als diplomaat blonk hij uit in dossierkennis, geduld en vasthoudendheid. Hij was bovendien een echte gentleman. Door die eigenschappen genoot hij nationaal en internationaal grote waardering. Hij overleed op 23 april 2011.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief is in beheer geweest bij de archiefvormer tot zijn overlijden. In 2012 is het overgedragen aan het Nationaal Archief.
De verwerving van het archief
Schenking van een particulier archief.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van Max van der Stoel bevat voornamelijk stukken over zijn openbare leven. Deze hebben in hoofdzaak betrekking op zijn belangrijkste politieke en bestuurlijke functies: zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer, zijn ministerschap van Buitenlandse Zaken in de kabinetten-Den Uyl (1973-1977) en Van Agt II (1981-1982) en diverse internationale functies nadien, die vooral in het teken van de mensenrechten stonden. De stukken die betrekking hebben op zijn ministerschap zijn deels geografisch geordend. Per continent vindt de gebruiker de stukken die handelen over zaken in of over een bepaald land dat tot het bewuste continent behoort. Daarnaast bevat het archief reeksen correspondentie, artikelen en redevoeringen, alsmede een grote verzameling foto’s.
De rubriek ‘Persoonlijk leven’ bevat naast stukken van Van der Stoel ook archivalia afkomstig van zijn ouders en grootouders.
Het archief lijkt niet compleet. Zo zitten er onder andere in de series artikelen en agenda’s enkele hiaten.
Selectie en vernietiging
Voor blijvende bewaring zijn afgezonderd: dubbele stukken, documenten en knipsels zonder direct verband met de activiteiten van Van der Stoel, en ingekomen documentatie en publicaties. Vermelding daarbij verdienen vele ingekomen stukken van de OSCE, waar hij van 1992-2001 hoge commissaris voor nationale minderheden was.
Aanvullingen
Er zijn geen aanvullingen op dit archief te verwachten.
Verantwoording van de bewerking
Het archief bevond zich deels in hangmappen, voorzien van beschrijvingen, die helaas niet overal bleken te kloppen. Ook werden veel losse stukken aangetroffen, terwijl een chronologische of andere ordening in de aangetroffen stukken doorgaans ontbrak. Waar nodig zijn de stukken geordend.
Ordening van het archief
Zoals gebruikelijk bij een persoonsarchief zijn de stukken onderscheiden naar persoonlijk en openbaar leven, en binnen de laatste rubriek geordend op functie.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Beperking (B) betreft inv.nr. 84.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Max van der Stoel, nummer toegang 2.21.420, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Stoel, Max van der, 2.21.420, inv.nr. ...

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen