Terug naar zoekresultaten

2.27.31 Inventaris van het archief van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid, (1981) 1982-1995 (1997)

Het archief bevat dossiers en vergaderstukken over adviezen aan de minister betreffende alle aspecten van de gezondheidszorg.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.27.31
Inventaris van het archief van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid, (1981) 1982-1995 (1997)

Auteur

C. de Quaasteniet

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2010 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nationale Raad voor de Volksgezondheid
Nat. Raad Volksgezondheid

Periodisering

archiefvorming: 1982-1995
oudste stuk - jongste stuk: 1981-1997

Archiefbloknummer

X23

Omvang

; 1350 inventarisnummer(s) 31,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale handgeschreven en gedrukte documenten.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nationale Raad voor de Volksgezondheid, , 1982-1995

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat dossiers en vergaderstukken over adviezen aan de minister betreffende alle aspecten van de gezondheidszorg.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Nationale Raad voor de Volksgezondheid werd ingesteld op grond van de Gezondheidswet van 18 januari 1956 (Stbl. 1956, 51) zoals die werd gewijzigd met artikel 86, onder A van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg (WVG) van 8 september 1982, Stbl. 563. De installatie was op 15 november 1982 en werd verricht door de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC), drs. J. P. van der Reijden. De samenstelling was breder en ook anders van opzet dan die van de voorganger de Centrale Raad voor de Volksgezondheid.
In de artikelen volgend op artikel 86 WVG stonden bepalingen omtrent de taak, samenstelling en werkwijze van de Nationale Raad (lees: Nationale Raad voor de Volksgezondheid). De taak van de Nationale Raad was tweeledig:
  1. Aan de Minister(s) op verzoek of uit eigener beweging van advies te dienen met betrekking tot de structuur, de uitvoering, de kwaliteit en de doelmatigheid van de gezondheidszorg, de uitvoering van de wetten die de volksgezondheid betreffen, alsmede alle andere zaken welke van belang zijn voor de volksgezondheid.
  2. Door overleg de samenwerking te bevorderen tussen de openbare lichamen en diensten, en de particuliere rechtspersonen en instellingen welke zelf of wier leden werkzaam zijn op het gebied van de volksgezondheid.
Naast deze algemene formulering waren er ook een aantal taken die specifiek konden worden omschreven. Op grond van artikel 46 van de Gezondheidswet adviseerde de Nationale Raad aan de Minister inzake verordeningen van de Provinciale Staten voor het instellen van Provinciale Raden voor de Volksgezondheid. Op grond van artikel 53 van de Gezondheidswet behoefde de instructie voor de Directeur van het bureau dat de Provinciale Raad moest bijstaan, een goedkeuring van de Nationale Raad. Op grond van artikel 18, lid 4 Wet Ziekenhuisvoorzieningen (Stbl. 1971, 268) adviseerde de Nationale Raad aan de Minister inzake regelingen voor bestemmingen en behoeften van ziekenhuisvoorzieningen.
De Nationale Raad bestond uit een voorzitter, stemgerechtigde en adviserende leden. Het aantal stemgerechtigde leden kon variëren van 30 tot 45. De voorzitter van de raad werd benoemd, geschorst en ontslagen door de Minister, na advies van de raad. De raad wees zelf uit zijn midden de ondervoorzitters aan. De stemgerechtigde leden waren afkomstig uit verschillende groeperingen, organisaties van instellingen en personen, allen werkzaam op het terrein van de gezondheidszorg. Verder uit kringen van personen of organisaties die de belangen behartigden van de gebruikers van voorzieningen voor gezondheidszorg, alsook uit centrale organisaties van werkgevers en werknemers, verzekeringsinstellingen op het gebied van de gezondheidszorg, en uit kringen van provinciale en gemeentebesturen.
De adviserende leden waren de Directeur-generaal van de Volksgezondheid, Hoofdinspecteurs van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, de Directeur-generaal van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid, de voorzitters van de Gezondheidsraad en van de Ziekenfondsraad, personen uit de kringen van maatschappelijke dienstverlening, de voorzitters en ondervoorzitters van de Kamers van de Nationale Raad, en verder door de Minister aan te wijzen personen. Alle leden hadden een plaatsvervangend lid. Alle stemgerechtigde leden en hun plaatsvervangers werden benoemd door de door de Minister aangewezen representatieve organisaties, openbare lichamen en diensten, na advies van de Nationale Raad. Ook werd door de Minister voor iedere door hem aangewezen organisatie het aantal leden vastgesteld, na het advies van de Nationale Raad. De Minister moest van alle vergaderingen kennis ontvangen aangezien hij bevoegd was alle vergaderingen bij te wonen of daarvoor een plaatsvervanger aan te wijzen. De Minister had in deze vergaderingen een adviserende stem. De voorzitter en ondervoorzitters tezamen met de voorzitters van de kamers vormden een presidium dat de werkzaamheden van de Nationale Raad en zijn organen moest leiden en coördineren. Ieder lid van het Presidium had een plaatsvervanger.
De raad kon zelf organen instellen voor de vervaardiging van adviezen. Daarbij stelde de raad de taak voor die organen nader vast. Die organen waren
  • kamers voor specifieke onderdelen van de adviestaken waaraan de raad bepaalde bevoegdheden kon delegeren,
  • vaste commissies van advies en bijstand die zich bezighielden met de problematiek van op een door de raad aangegeven gebied of onderdeel van de gezondheidszorg en ter zake adviezen voorbereidden, en
  • tijdelijke commissies van advies en bijstand die belast waren met de voorbereiding van adviezen inzake door de raad aangegeven onderwerpen.
De kamers en commissies hadden allen een voorzitter en ondervoorzitter(s), stemgerechtigde, adviserende en plaatsvervangende leden die allen door de raad, al dan niet op aanbeveling van door de raad zelf aangewezen representatieve, openbare lichamen of diensten, werden benoemd. De raad kon deskundigen aanwijzen die met een adviserende stem mochten deelnemen aan de vergaderingen van de kamers en commissies.
Verder kon met het oog op de advisering over bepaalde onderwerpen een bewindspersoon de raad verzoeken een kamer of een commissie in te stellen. De samenstelling daarvan werd dan in overleg met de bewindspersoon bepaald. Het advies van zo’n kamer of commissie werd rechtstreeks uitgebracht aan de bewindspersoon en ter kennis gegeven aan de raad. De adviezen van de Nationale Raad, zijn kamers en commissies werden opgesteld overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van vergadering. Van afwijkende gevoelens van minderheden werd mededeling gedaan in het advies. Een minderheidsgroep was dan bevoegd een minderheidsnota toe te voegen aan het advies.
De Nationale Raad kon zich voor de uitvoering van zijn taken laten bijgestaan door een secretariaat, bestaande uit een secretaris en onder deze werkzame personen die door de raad werden aangesteld, geschorst en ontslagen. De algemeen secretaris hield bij de uitoefening van die functie regelmatig contact met de voorzitter. Hij verstrekte daarbij de voorzitter alle inlichtingen omtrent de lopende zaken en werkzaamheden. De voorzitter en de secretaris ondertekenden beiden de adviezen van de raad. De voorzitter vertegenwoordigde de raad in en buiten rechte.
De Nationale Raad stelde zelf een reglement van orde vast en regelde daarin de eigen werkwijze, die van het Presidium, de kamers en de commissies alsmede die van de secretaris. Jaarlijks moest de Nationale Raad begrotingen van inkomsten en uitgaven vaststellen en financiële verantwoording afleggen aan de Minister. Ook moest de Nationale Raad jaarlijks een verslag van de werkzaamheden uitbrengen aan de Minister.
De raadsvergaderingen begonnen op 15 november 1982. De vergaderingen van het Presidium op 23 december van dat jaar.
De kamers van de Nationale Raad zijn in 1992 opgeheven. Daarvoor in de plaats kwamen vanaf die tijd kerncommissies zoals besloten tijdens de raadsvergadering van 9 april 1992. Richtsnoer voor deze verandering van de samenstelling boden het raadsbesluit, neergelegd in het advies Vernieuwing NRV van 29 mei 1991 (besluit 4) en het raadsbesluit dat onderdeel vormt voor de op 9 januari 1992 door de raad aanvaardde notitie 'Adviesvoorbereiding en suborganen’ (besluit 6). De uitwerking van deze nieuwe manier van werken is omschreven in inv.nr. 187 'Stukken betreffende de functie, taak en samenstelling van de Kerncommissies, 1992 – 1995’.
Op 6 juli 1995 vond de laatste vergadering plaats van de Nationale Raad en daarmee werden de advieswerkzaamheden afgesloten. De Nationale Raad voor de Volksgezondheid ging met de inwerkingtreding van het Besluit Voorlopige Raad voor de Volksgezondheid en de Zorggerelateerde Dienstverlening (besluit van 24 november 1995, Stbl. 583) over in de Voorlopige Raad voor de Volksgezondheid en de Zorggerelateerde Dienstverlening en per 1 januari 1997 in de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorggerelateerde Dienstverlening.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Met betrekking tot het archiefbeheer van de Nationale Raad wordt verwezen naar inv. nr. 62 waarin zich de beheersregels voor het archief en de codelijst bevinden.
Het archief is in goed verzorgde staat aangetroffen. De stukken waren zaakgewijs geordend en netjes opgeborgen in duidelijk gekenmerkte dossieromslagen. De dossiers bevatten geen overbodige afschriften en waren ontdaan van nietjes, paperclips en plastic hoezen.
In tegenstelling tot wat geschreven staat onder het kopje 'Archief’ in de brief U-95/528/pv/PK dd. 11 juli 1995, pagina 4, onderaan (zie inv. nr. 80) inzake advieswerkzaamheden NRV, van de Nationale Raad aan de afdeling DGVGZ/BMO van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), namelijk dat de Nationale Raad op 1 januari 1997 zijn archief alsmede dat van de Centrale Raad voor de Volksgezondheid overdragen zou aan het Algemeen Rijksarchief, zijn beide genoemde archieven per 15 maart 1997 in beheer overgedragen aan het semi statisch archief van genoemd ministerie. Tot aan zijn bewerking in 2009/2010 is het archief steeds in beheer opgeslagen geweest in het archievendepot van het Ministerie van VWS.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Bij de aanvang van de bewerking van het archief waren er 549 dozen van negen in één meter. De omvang was toen 61 meter.
Op grond van het Basisselectiedocument (BSD) nr. 014, selectielijst neerslag handelingen Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, beleidsterrein Advisering in de gezondheidszorg vanaf 1945, handelingen 38-39, 45, 47-48 en 50-54 zijn de archiefbescheiden van de Nationale Raad als te bewaren aangemerkt, geordend en beschreven. De rest van de archiefbescheiden is op grond van de handelingen 40-44, 46, 49 en 55 van BSD nr. 014 vernietigd. Daarvan is een vernietigingslijst opgemaakt die is opgenomen in de archiefdocumentatie van het semi statisch archief van het Ministerie van VWS.
In totaal is er 26,5 meter vernietigd uit het archief van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid, waarna 34,5 meter resteerde.
Verantwoording van de bewerking
De dossiers van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid zijn bij de bewerking volledig in tact gelaten en één op één in de inventaris opgenomen. De archivering van de adviesdossiers is zodanig geweest dat alle stukken betreffende onderwerpen of serie adviezen aaneensluitend in het dossier zijn opgeborgen. De stukken zijn dus niet per adviesbehandeling geordend maar kunnen tijdens de gehele periode dat de werkgroep of commissie voor onderwerpen binnen een rubriek actief geweest is, door elkaar heen lopen. Reden hiervoor was dat adviezen niet altijd binnen een bepaalde verwachte tijd konden worden samengesteld. Soms moest bijvoorbeeld eerst een tussenadvies worden opgesteld of moest een adviestraject tijdelijk worden stilgelegd. Teneinde al te lange opsommingen in beschrijvingen te vermijden, zijn de adviezen in een specificatie opgenomen. Een voorbeeld hiervan is de advisering door de Commissie voor Classificaties en Definities (WCC), zie inv.nrs. 926-943. In de beschrijvingen is tussen haken aangegeven in welk jaar een advies tot stand kwam. Bij de bewerking is de hoeveelheid stukken in handzame pakketten opgedeeld, genummerd en per tijdsperiode beschreven.
Faxberichten zijn vanwege het vervagen van tekst gekopieerd naar dubbelzijdige afschriften. Van een aantal faxen was de tekst zodanig vervaagd dat na het kopiëren de tekst helaas niet meer leesbaar bleek te zijn.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, nummer toegang 2.27.31, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Nat. Raad Volksgezondheid, 2.27.31, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Lijst van afkortingen
AGGZ
ambulante geestelijke gezondheidszorg en verslaafdenzorg
APZ
algemeen psychiatrisch ziekenhuis
BAG
Beleidsadviescollege Automatisering Gezondheidszorg
BIG
beroepen in de gezondheidszorg
BKP
beroepskrachtenplanning
BOPZ
Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen
BW
beschermde woonvorm
CBKP
Commissie Beroepskrachtenplanning
CONO
Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleidingen GGZ
COOP
Centraal Orgaan Opleidingen Psychotherapeuten
CRV
Centrale Raad voor de Volksgezondheid
EDI
electronic data interchange
EHBO
eerste hulp bij ongelukken
FOG
financieel overzicht gezondheidszorg
FOGM
financieel overzicht van de gezondheidszorg en maatschappelijk welzijn
FOZ
financieel overzicht zorg
GAAZ
geriatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen
GAPZ
geriatrische afdelingen in psychiatrische ziekenhuizen
GGD
gemeentelijke gezondheidsdienst
GGZ
geestelijke gezondheidszorg
GHIGV
Geneeskundige Hoofdinspectie voor de Geestelijke Gezondheidszorg
GVO
gezondheidsvoorlichting en –opvoeding
HGZO
hoger gezondheidzorg (beroeps)onderwijs
HLO
herstructurering landelijke organisaties
IRWV
Interdepartementale Werkgroep Residentiële Voorzieningen voor Jeugdigen
IWAP
Interdepartementale Werkgroep Ambulante en Preventieve Voorzieningen voor Jeugdigen
KNMG
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst
MBO
medische beroepen en – opleidingen
MDGO
middelbaar dienstverlenings- en gezondheidszorgonderwijs
MKD
medisch kinderdagverblijf
MKT
medische kindertehuis
MRI
magnetic resonance imaging
NCV
Nederlandse Christelijke Vereniging
NCVVV
Nederlandse Christelijke Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden
NIVEL
Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Eerstelijnsgezondheidszorg
NRV
Nationale Raad voor de Volksgezondheid
ORGGZ
Begeleidingscommissie Ontwikkelingsstudie Regionale Informatiesystemen GGZ
RIAGG
Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg
RIGG
Regionale Instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg
SGA
sterk gedragsgestoorde en/of agressieve patiënten
STABO
Stafbureau Beleidsontwikkeling
VCC
Vaste Commissie voor Classificaties en Definities
VCVOK
Vaste Commissie Voortgang Ontwikkeling Kwaliteitsbeleid
VGZ
Volksgezondheid
VIVA
Commissie voor Informatievoorziening en Automatisering
VOK
voortgang ontwikkeling kwaliteitsbeleid
VRvO
Voorlopige Raad voor het Ouderenbeleid
VTO
vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsstoornissen
WAZ
werken aan zorgvernieuwing
WBNS
Werkgroep Beroepskrachtenplanning Nieuwe Stijl
WCC (1)
Werkgroep Classificatie en codering in de Gezondheidszorg
WCC (2)
Vaste Commissie voor Classificaties en Definities
WGBO
Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst
WGM
Wet Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienstverlening
WPR
Wet Persoonsregistratie
WVG
Wet Voorzieningen Gezondheidszorg
WZV
Wet Ziekenhuisvoorzieningen

Archiefbestanddelen