Nederland en het eerste Neurenbergproces

Seyss Inquart tijdens Neurenbergproces foto: L. Woudhuyzen
1 oktober 2021

75 jaar geleden, op dinsdag 1 oktober 1946, eindigt het eerste Neurenbergproces tegen kopstukken van het Naziregime. Rijkscommissaris van Nederland Arthur Seyss-Inquart is een van hen. Hij wordt schuldig bevonden aan oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid.

Achtergrond van de Neurenbergprocessen

Al tijdens de Tweede Wereldoorlog overleggen de geallieerden over de vraag hoe oorlogsmisdadigers na de oorlog gestraft moeten worden. De Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië spreken op 1 november 1943 af dat oorlogsmisdadigers berecht moeten worden in de landen waar ze hun misdaden hebben gepleegd. De nazikopstukken, van wie de daden niet aan een bepaald gebied gebonden zijn, moeten samen berecht worden. Op 8 augustus 1945 wordt met het verdrag van Londen het Neurenberg-tribunaal opgericht.

Een Nederlandse aanklager in Neurenberg?

De Nederlandse regering sluit zich op 21 september 1945 aan bij het verdrag van Londen. Baron A.M. van Tuyll van Serooskerken, procureur-fiscaal bij de Bijzondere Raad van Cassatie, wordt aangesteld als Nederlandse hoofdaanklager in Neurenberg. Vanuit de ambassade in Londen komt echter al snel het bericht dat dit niet de bedoeling is. Alleen de vier grote mogendheden: Frankrijk, de VS, de Sovjetunie en Engeland kunnen een hoofdaanklager naar het tribunaal sturen. De toetreding van Nederland tot het verdrag van Londen zou slechts zijn bedoeld als 'moral support.

Teleurgesteld

De Nederlandse regering is diep teleurgesteld. Zeker, omdat ze een bijdrage wil leveren aan de berechting van de oud-rijkscommissaris Seyss-Inquart. Eén van de Nederlandse getuigen in Neurenberg, H.M. Hirschfeld geeft in zijn verslag van het proces aan dat hij denkt dat ‘de Nederlandsche aanklager zelf aan psychologischen facetten van de zaak tegen Seyss-Inquart veel beter aandacht had kunnen besteden’. Maar hij verwacht niet dat Seyss-Inquart er nu gunstiger van afkomt.

Bewijs verzamelen

Baron van Tuyll van Serooskerken wordt uiteindelijk als Nederlandse vertegenwoordiger toegevoegd aan het team van de Franse aanklager François de Menthon. Frankrijk behartigt in Neurenberg de belangen van de westelijke landen. Van Tuyll van Serooskerken krijgt de taak bewijs te verzamelen voor de misdaden die de beklaagden in Nederland hebben gepleegd.

Nederlandse informatie voor Neurenberg

Vanuit Neurenberg komen veel verzoeken om informatie binnen. Uit de archieven blijkt dat het soms lastig is voor de Nederlandse ministeries om (de juiste) informatie te verschaffen. In een telegram van december 1945 wordt bijvoorbeeld informatie gecorrigeerd: ‘Gelieve Baron van Tuyll mede te deelen dat het cijfer hongersterfte 50.000 in Nederlandsche aanklacht blz. 7/8 moet zijn 25.000.’

Kritiek van Het Parool op informatieverstrekking

In januari 1946 verschijnt een venijnig artikel in Het Parool, waarin de ministeries ervan beschuldigd worden te weinig informatie door te sturen. Jaap le Poole, directeur van de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten, schrijft hierop een woedende brief naar de hoofdredacteur van Het Parool: Het artikel wekt de indruk ‘dat ‘Het Parool’ is geïnfecteerd met een zucht naar sensatie, de ‘Telegraaf’ waardig’. De hoofdredacteur geeft Le Poole gelijk: ‘Ik kan alleen maar een slap beroep doen op mijn gebrek aan geroutineerde medewerkers, wijl ik nog altijd wacht op de zuivering van allerlei journalisten’.

De vonnissen

Er heerst vooral angst dat Seyss-Inquart niet de straf krijgt die hij volgens velen verdient. De vrees blijkt ongegrond. Op 1 oktober 1946 worden de vonnissen uitgesproken. Van de 22 nazikopstukken krijgen 12 de doodstraf opgelegd. Eén van hen is Seyss-Inquart.  

Nationaal Archief

2.05.117 Buitenlandse Zaken / Code-Archief 1945-1954, inv.nrs. 6656, 6657
2.21.025 Van Blankenstein, inv.nr. 506
2.21.205.48 Le Poole, inv.nr. 1
2.05.57 Ambassade Frankrijk, inv.nr. 1006
Berendse, M.J., E. Hendrikse en S. Plantinga, Nuremberg and The Hague. Jurisdiction and archives, (Den Haag 2009) Signatuur 416 D12

L. Goldensohn, Neurenberg-gesprekken, (Amsterdam 2008)