Het laatste doodvonnis was in 1860 voltrokken door de Maastrichtse scherprechter Dirk Jansen. De moordenaar Johan Nathan werd toen opgehangen voor het stadhuis van Maastricht. De 27-jarige steenbakker Nathan had zijn schoonmoeder, de weduwe Driessen, lafhartig en wreed om het leven gebracht.
De afschaffing van de doodstraf maakt scherprechter Jansen en zijn assistenten Kleijne en Burk brodeloos. Jansen krijgt een wachtgeld van 800 gulden, zijn helpers elk 266 gulden per jaar.
Hoewel de voltrekking van een vonnis altijd veel publiek trok, is men nu toch wel blij verlost te zijn van de afschrikwekkende executie. De Limburger Sivré schrijft er in 1879 over: ‘Wij mogen ons alleen gelukkig achten in eenen tijd geboren te zijn waarin die afschuwelijkheden hebben opgehouden.’
Archieven van de Strafinstellingen in ’s-Gravenhage, 1814-1975
Toegangsnummer archiefinventaris 3.05.04, inventarisnummer 484