Een register voor hertog Filips (1450)

Oorkonden en privileges van de graven van Holland

Alles uitklappen

Zestien jaar lang werkte Pieter van Renesse van Beoostenzweene aan dit administratieve kunststuk. Als klerk (administratief medewerker) van de graven van Holland maakte hij in 1434 een plan voor het ordenen van alle documenten en begon hij met het maken van aantekeningen. Hoewel hij in 1441 dit grafelijk archief moest overdragen aan zijn opvolger, kreeg hij toestemming om zijn register mee te nemen en af te maken. Pieter voorzag het van een Latijnse inleiding, een eerbetoon aan hertog Filips van Bourgondië, heerser over grote delen van Frankrijk, België en Nederland. Pieter liet ook vijf miniaturen maken en het register inbinden in een leren band met koperen sloten.

Met kloppend hart zal Pieter naar Brussel zijn gegaan om zijn meesterwerk aan de hertog aan te bieden. 20 maart 1450 was zijn grote dag.

Remissorium Philippi betekent: ‘Register voor Filips’. Het gaat hier om Filips die vanaf 1433 Graaf van Holland is, het belangrijkste gewest van de Lage Landen.

Dit in leer gebonden boek met perkamenten bladzijden bevat een inventaris van alle oorkonden en privileges (de belangrijkste afspraken) van de graven van Holland. Het is gemaakt tussen 1434 en 1450.

Op de miniatuur die hier is te zien, is het moment afgebeeld dat de klerk, Pieter van Renesse van Beoostenzweene, het Remissorium(register) aanbiedt aan Filips. Opvallend zijn de schitterende miniaturen en ingekleurde illustraties, heel bijzonder voor een Register dat feitelijk alleen een administratief doel dient.

Archief Graven van Holland, 3.01.01, inventarisnummer 2149