Cornelis Valentijn

Lida de Waard-Valenteijn en Leo Valentijn, nakomelingen van de tot slaafgemaakte Cornelis Valentijn, die met een VOC-schip van Kaap de Goede Hoop naar Enkhuizen kwam en daar ging werken voor de VOC.

Cornelis Valentijn

Interview met Lida de Waard-Valenteijn en Leo Valentijn

Op een notariële akte uit 1724 staat, naast de handtekening van VOC-bewindhebber Frederik Lakeman, ook die van een getuige. Zijn naam is Valentijn en zijn handtekening een kruisje. Het is het eerste levensteken van deze man in Enkhuizen. Zijn doopakte uit 1725, die bewaard wordt in het Westfries Archief, is het volgende bewijs van zijn bestaan. Cornelis wordt hierin omschreven als ‘bejaerde gewesene slaef’: een volwassen, voormalige tot slaafgemaakte. Bij zijn doop krijgt hij de voornaam Cornelis.

Het verdere leven van Cornelis Valentijn speelt zich af in Enkhuizen. Hij werkt op de VOC-werf in Enkhuizen en begeeft zich voornamelijk in de kring van Frederik Lakeman, die hem in 1729 bij testament zelfs geld nalaat. Cornelis trouwt met de 27-jarige Enkhuizense Trijntje Jacobs.

Verschillende inwoners van Enkhuizen hebben nog steeds de achternaam Valentijn. In de twintigste eeuw doen onder leden van deze familie verhalen de ronde over overzeese wortels. Enkele familieleden besluiten de familiegeschiedenis nader te onderzoeken. Ze ontdekken dat Cornelis Valentijn de stamvader van de familie is. Een aanwijzing voor zijn overzeese afkomst vinden zij bij een familielid van Cornelis’ vrouw Trijntje. Haar oom, Claas Slijper, is lange tijd in dienst als schipper bij de VOC. Op de terugreis met het schip Huis de Vlotter  blijkt een blinde scheepstimmerman van 74 jaar, Jan Gietermaker, een tot slaafgemaakte als hulp te hebben gehad: Cupido van Bougis.

In 1724 komt het schip aan op de rede van Texel, waar het wordt opgewacht door verschillende bewindhebbers, waaronder Frederik Lakeman. Slijper en Lakeman kennen elkaar en zullen elkaar bij deze gelegenheid zeker hebben gesproken. Het kan bijna niet anders dan dat de tot slaafgemaakte aan boord, Cupido van Bougis, dezelfde is als Cornelis Valentijn. Hun namen zijn volledig anders, maar verwijzen allebei naar de liefde. Beiden zijn slaafgemaakten en zijn te plaatsen binnen de kring van zowel Claas Slijper als Frederik Lakeman.

De overzeese afstamming van de familie Valentijn is door dit archiefonderzoek zo goed als bewezen. Maar waar kwam Cupido/Cornelis vandaan? Zijn eerste achternaam, Van Bougis, geeft hier al meer informatie over. Het verwijst naar de Buginese bevolking van het eiland Sulawesi, eerder Celebes genaamd. Leo Valentijn heeft in 2011 het Y-chromosoom van zijn zoon Tjerk laten analyseren. Ook de resultaten van dit onderzoek wijzen naar Azië: de genetische markers uit het DNA behoren tot de haplogroep 0 (M175), welke voorkomt in oostelijk Azië, Tahiti en Indonesië.

Lida de Waard-Valenteijn en Leo Valentijn zijn afstammelingen van Cornelis Valentijn en zijn tweede vrouw, Pietertje Jans de Vries.  Opmerkelijk is dat het verhaal via overlevering van generatie op generatie is overgedragen. Lida is van jongs af aan bekend met haar exotische voorouder. Leo (uit een andere tak van de familie) hoorde het verhaal pas later. Na de vondst van de koopbrief uit 1724 in het Nationaal Archief en de doopakte van Cornelis werd pas bekend dat hij een tot slaafgemaakte  geweest is. Lida en Leo vinden het verhaal zo bijzonder dat ook zij het verhaal weer doorgeven aan hun kinderen en kleinkinderen.  

Transcript interview Lida de Waard-Valenteijn en Leo Valentijn