Van Franeker terug naar Amsterdam

15-04-1945 tot 15-06-1945, Franeker

In de winter van ’44-’45 ging ik met mijn zus naar mijn oom en tante in Franeker. Mijn oom had daar een slagerij.

Story Archive

Voordat we er heen gingen stuurden ze vaak voedselbonnen naar ons in Amsterdam. Met veel moeite zijn we er gekomen en hebben er de rest van de oorlog uitgezeten.

Wij zijn daar op zondag 15 april bevrijd. Enige dagen tevoren reden en liepen er veel Duitse soldaten met tanks en voertuigen door de Dijkstraat (daar woonden wij). Je zag ook (gejatte) boerenkarren waarop Gelderland stond, later op de dag ook Overijssel. We wisten het nog niet maar het leek dat de uittocht begonnen was.

Op zaterdag 14 april was de stoet ’s middags ten einde en er brak een vreemde stilte uit over de Dijkstraat. Zondagochtend, 15 april, hebben ze de brug opgeblazen, die Franeker met Leeuwarden verbond. Dat zullen toch nog Duitsers geweest zijn!

Iedereen zat in de glasscherven want alle ramen waren er uit. ’s Middags kwamen er mannen door de straat met een blauw overall en een oranje band om de mouw: dat was de BS (Binnenlandse Strijdkrachten). Er werd een geïmproviseerde brug gelegd op de plek waar ’s morgens de brug was ontploft. En nog weer iets later reden de tanks met Canadezen door de straat.

We konden er niet bij met onze pet! Zo liepen de door de straten en er was alom feest. Ons jongste nichtje was twee jaar en als er – tijdens de Hongerwinter – een vliegtuig hoog overvloog dan was dat voor haar ‘Tommy in de lucht.’ Nu brachten we haar bij dat het was: ‘Tommy door de straat.’

Het waren Canadezen met het embleem ‘Manitoba Dragoons’ op hun mouw. Er waren soms straatfeesten waar iedereen aan mee kon doen. Electriciteit was er niet, dus daar werd veel mee geëxperimenteerd. Dan viel dat licht wel eens uit onder grote hilariteit in de duisternis.

Het doel was dat we zo gauw mogelijk als het kon, weer naar Amsterdam gingen; mijn zus moest voor haar studie uiterlijk op 15 juni weer terug zijn. We gingen via het IJsselmeer. Ik heb toen als ‘illegaal’ voor een controle van de BS geschuild op de aardappels in het ruim.

In Amsterdam legden wij aan en van daaruit liepen we naar huis. We wisten niet hoe het met de voedselvoorziening was maar op het Stationsplein zagen we een biscuitje op straat liggen. Toen zeiden we tegen elkaar: ‘de honger is hier voorbij, anders lag dat koekje daar niet meer!’

Thuisgekomen was het een en al verbazing dat wij voor de deur stonden! Mijn zus heeft precies de einddatum gehaald: op 15 juni was ze present!