De oorlogsjaren van verzetsman Hendrik Geert de Jonge alias Albrecht

Stamkaart De Jonge
16 januari 2025

Hendrik Geert de Jonge was zeer vaderlandslievend, lid van de gereformeerde kerk, een Engelandvaarder en oprichter van de spionagegroep Albrecht. Zijn dossier is sinds 1 januari 2025 openbaar. Het bevat een verslag dat De Jonge kort na de bevrijding schreef over zijn ervaringen tijdens de oorlogsjaren. 

Verzet tegen de nazi’s

Als artillerieofficier legt De Jonge net als de meeste militairen na de capitulatie de verplichte verklaring af de Duitsers niet te zullen schaden. Maar hier komt hij op terug; hij beseft dat verzet tegen de nazi’s nodig is om de wereld te bevrijden van tirannie. In juli 1942 komt de oproep van de Duitsers om zich als oud-beroepsofficier te melden voor krijgsgevangenschap. De Jonge besluit daarop Nederland te verlaten. Via de Zuidelijke Route door België, Frankrijk en Spanje en een grote omweg naar Curaçao bereikt hij eind november 1942 uiteindelijk Engeland.

Geheim agent Albrecht

Na verschillende veiligheidsonderzoeken in Londen wordt De Jonge gevraagd om als geheim agent terug te keren naar Nederland. Hij stemt hiermee in en gaat voortaan onder de codenaam ‘Albrecht’ door het leven. Eind december 1942 begint zijn opleiding. Hij leert onder andere mensen te schaduwen, zendapparatuur te bedienen en parachutespringen.

In de nacht van 11 op 12 maart 1943 is het tijd voor De Jonge’s eerste missie. Hij wordt boven Drenthe gedropt. Tijdens de sprong raakt hij verstrikt in zijn parachute waardoor hij met zijn hoofd omlaag op de grond terechtkomt. Maar hij landt “wonderzacht … als verhooring van de bede om hulp tot God”. De contactadressen die De Jonge had meegekregen blijken betrouwbaar. Hij maakt contact met meerdere verzetsgroepen en geeft aan anderen door wat hij zelf in Engeland had geleerd, bijvoorbeeld het coderen van berichten. Maar met zijn zendapparatuur heeft ‘Albrecht’ veel problemen. Hij kan duidelijk horen wat er vanuit Engeland gezonden wordt, maar zijn eigen berichten komen vrijwel nooit goed over. En dit is niet het enige probleem. De voedselbonnen die hij mee had gekregen blijken verouderd, hij kan ze niet inwisselen. Hetzelfde geldt voor de meegekregen biljetten van fl. 1000,- en fl. 500,-. De Duitsers hadden die kort daarvoor ongeldig verklaard.

Groep Albrecht

Ondanks deze tegenslagen gaat hij voortvarend van start met de opbouw van een netwerk voor militaire spionage. De Jonge stelt een groepje samen uit zijn eigen vrienden- en kennissenkring. Zo ontstaat de groep ‘Hollands Glorie’, zoals hij het zelf noemt, maar die uiteindelijk als ‘Groep Albrecht’ bekend komt te staan. De leden zijn voornamelijk oud-militairen, het liefst ongehuwd, zodat ze zich volledig aan het verzetswerk kunnen wijden. De Jonge laat ze in heel Nederland verkenningen uitvoeren. Zelf reist hij stad en land af om onderlinge contacten te onderhouden en de verzamelde informatie op te halen. Rapporten vol met militaire gegevens worden uitgetypt op een adres in Den Haag en vervolgens gefotografeerd. Maar omdat er geen mogelijkheid bestaat om deze informatie naar Londen te verzenden, besluit De Jonge om persoonlijk verslag te doen en zelf naar Engeland terug te gaan.

Vergeefse pogingen

Hij probeert op verschillende manieren weg te komen. Eerst met hulp van de zogenaamde verzetsgroep Zwaantje die mensen naar Zweden smokkelt. Maar juist in deze tijd wordt de groep Zwaantje verraden en door de Duitsers opgerold. Dan beraamt De Jonge een plan om in Scheveningen een Duitse motortorpedoboot te kapen. Gewapend met pistolen klimt De Jonge met een groepje verzetslieden aan boord. Het lukt hen de bemanning te overmeesteren maar doordat de motoren niet starten, moeten ze het opgeven. Zo is De Jonge gedwongen om opnieuw de lange route over land door Zuid-Europa naar Engeland te nemen.

Met 650 negatieven verstopt in zijn bagage gaat hij met hulp van een zogenaamde passeur bij het Brabantse Budel de grens over en reist hij door naar Brussel. Met valse papieren gaat hij daarna via Roubaix en Parijs naar Toulouse. Meerdere pogingen om de Pyreneeën over te steken mislukken vanwege strenge grenscontroles en het slechte weer. Bij de laatste poging loopt De Jonge in een hinderlaag. De Duitsers overvallen zijn hotel  en arresteren hem. In een Franse Gestapo cel wordt hij flink mishandeld voordat hij op transport wordt gesteld naar Nederland.

Gevangenschap 

Op 15 november 1943 is De Jonge weer terug in Nederland. Hij wordt opgesloten in het Brabantse Haaren. Daar ondergaat hij maandenlang ondervragingen. Gesterkt door zijn geloof slaagt hij erin maar mondjesmaat informatie prijs te geven. En zo kan de door hem opgerichte spionagegroep ‘Albrecht’ tot het einde van oorlog actief blijven. De Jonge zelf moet in juli 1944 plots voor een Duitse krijgsraad verschijnen. Na een kort proces krijgt hij de doodstraf opgelegd. Om onduidelijke redenen is het vonnis nooit voltrokken. In plaats daarvan wordt De Jonge in diezelfde maand naar Duitsland gevoerd. Daar zit hij de rest van de oorlog in verschillende gevangenissen vast. In april 1945 wordt hij uiteindelijk in een werkkamp bij Holzen door Amerikanen bevrijd.

Decoraties

Na de oorlog ontvangt De Jonge diverse onderscheidingen, waaronder de Militaire Willemsorde. In de voordracht voor de Bronzen Leeuw staat vermeld dat de Groep Albrecht “de meest waardevolle militaire inlichtingenbron [is] geweest voor de geallieerde oorlogsvoering”.

Nationaal Archief

2.09.06 Archief van het ministerie van Justitie te Londen, inv.nr. 13056      
2.13.71 Archieven van het ministerie van Defensie te Londen, inv.nr. 2789      
2.02.32 Archief van de Kanselarij der Nederlandse Orden, 1815-1994

Meer weten over Engelandvaarders? Bekijk dan de zoekhulp Engelandvaarders 1940-1945