Terug naar zoekresultaten

2.05.315 Inventaris van het archief van de Adviescommissie Europese Unie (Commissie Spierenburg) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, (1973) 1974-1975

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.315
Inventaris van het archief van de Adviescommissie Europese Unie (Commissie Spierenburg) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, (1973) 1974-1975

Auteur

CAS 1261

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2008 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Secretariaatsarchief van de Adviescommissie Europese Unie (Commissie Spierenburg)
BuZa / Cie Spierenburg

Periodisering

archiefvorming: 1974-1975
oudste stuk - jongste stuk: 1973-1975

Archiefbloknummer

Z235

Omvang

; 7 inventarisnummer(s) 0,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Buitenlandse Zaken / Secretariaatsarchief van de Adviescommissie Europese Unie (Commissie Spierenburg)
J.G. Bruggeman, secretaris

Samenvatting van de inhoud van het archief

De Adviescommissie Europese Unie, beter bekend onder de naam van zijn voorzitter, de Commissie Spierenburg, was een door de regering ingestelde commissie, die de opdracht kreeg een blauwdruk uit te werken voor de toekomstige Europese Unie.
Het archief, dat de jaren 1973-1975 bestrijkt, bestaat uit de volgende onderdelen: de neerslag van de activiteiten van de commissie, zoals notulen, werkdocumenten, correspondentie en dergelijke; stukken afkomstig van door de Adviescommissie ingestelde werkgroepen; basisstukken, zoals departementale documenten betreffende de instelling van de commissie, de voorbereiding daarvan, de ministeriële beschikking en dergelijke. Ook is het originele exemplaar van het rapport van de commissie, met de aanbiedingsbrief aan de minister aanwezig. Het archief bestaat uit dossiers.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Adviescommissie Europese Unie werd op 8 mei 1974 geïnstalleerd door de minister van Buitenlandse Zaken, mr. M. van der Stoel. Zij ontving van hem het verzoek de regering van advies te dienen inzake het vraagstuk van de vorming van de Europese Unie.
Tot de vorming van deze unie was besloten op de conferentie van de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten en toetredende staten van de Europese Gemeenschappen, gehouden van 19 tot en met 21 oktober 1972 te Parijs.
In de adviescommissie werden benoemd D.P. Spierenburg (tot voorzitter) en E.H. van der Beugel, A. de Boon, B. Goudzwaard, P.J.A. Idenburg, P.J.G. Kapteyn, L.A.V. Metzemaekers, J. Pen, S. Rozemond, W.K.N. Schmelzer, M. Weisglas en R. Zijlstra (tot leden). Vertegenwoordigers van de ministeries van Economische Zaken, Financiën en Buitenlandse Zaken hadden een adviserende rol. De commissie kreeg de opdracht zich op een viertal vraagpunten te concentreren:
  1. De gang van het Europese integratieproces sinds de oprichting van de Europese Gemeenschappen in aanmerking genomen, welke plaats neemt de vorming van een Europese Unie daarbij in? Stelt deze unie in enige zin een eindstadium voor of moet zij worden gezien als een etappe, gevolgd door andere?
  2. In welke zin moet de zinsnede uit het communiqué van de Topconferentie van Parijs worden begrepen dat 'het geheel der betrekkingen tussen de lidstaten' zal worden omgezet in een Europese Unie? Welke doelstellingen en bevoegdheden zouden, rekening houdend met politieke realiteiten, aan de unie behoren te worden toegekend en hoe zou de uitoefening van deze bevoegdheden door de unie zich verhouden tot de uitoefening door de lidstaten, en met name Nederland? Welke zekerheden zouden moeten worden nagestreefd ten aanzien van de verwezenlijking van door de commissie essentieel geachte doelstellingen?
  3. Over welke organen zou de unie moeten beschikken en hoe zou de besluitvorming tot stand dienen te komen? Welke rol zou met name toevallen aan een orgaan met bovennationale bevoegdheden, aan de volksvertegenwoordiging en aan het orgaan waarin de lidstaten zijn vertegenwoordigd?
  4. Hoe dient men zich de externe plaatsbepaling van de Europese Unie voor te stellen, in Europa, daarbuiten, en met name in verhouding tot andere belangrijke samenwerkingsverbanden waaraan Nederland deelneemt?
Op 1 mei 1975 werd het eindadvies aangeboden aan de minister van Buitenlandse Zaken.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archiefbescheiden zijn afkomstig van de secretaris van de Adviescommissie Europese Unie, dhr. J.G. Bruggeman, plaatsvervangend adviseur beleidsplanning (PLAN, 1972-). De stukken werden na beëindiging van de werkzaamheden overgedragen aan het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Sedert begin 2008 staan de archieven in opslag bij de Centrale Archief Selectiedienst te Winschoten.
De archieven zijn in 2008 krachtens wettelijk voorschrift door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het Nationaal Archief overgedragen.
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat de neerslag van de activiteiten van de commissie, zoals notulen, werkdocumenten, correspondentie en het eindrapport.
Selectie en vernietiging
Tijdens de bewerking door de Centrale Archief Selectiedienst zijn geen archiefbescheiden verwijderd ter vernietiging.
Aanvullingen
De archieven kunnen als afgesloten worden beschouwd, daar het een commissie-archief betreft met een duidelijk afgebakende, afgesloten periode en taak.
Verantwoording van de bewerking
De archieven van de Adviescommissie Europese Unie maken deel uit van de door de Centrale Archief Selectiedienst bewerkte archieven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van het Project Wegwerken Achterstand Archieven (PWAA). Ten behoeve van de bewerking werd een plan van aanpak samengesteld, welke de basis vormt voor de bewerking.
In het plan, welke werd goedgekeurd door het Nationaal Archief, zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en de overbrenging geregeld. Voor specifieke informatie wordt verwezen naar de afzonderlijke hoofdstukken in deze inventaris.
Ordening van het archief
De stukken zijn deels op onderwerp en deels chronologisch geordend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Secretariaatsarchief van de Adviescommissie Europese Unie (Commissie Spierenburg), nummer toegang 2.05.315, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BuZa / Cie Spierenburg, 2.05.315, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
2.21.346 - archief van D.P. Spierenburg (1909 - 2001).