Terug naar zoekresultaten

2.05.394 Inventaris van de archieven van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in India te New Delhi, (1908) 1975-2013, het consulaat-generaal te Mumbai, (1952) 1975-2013, en het consulaat te Kolkata, 1948-2009

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.394
Inventaris van de archieven van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in India te New Delhi, (1908) 1975-2013, het consulaat-generaal te Mumbai, (1952) 1975-2013, en het consulaat te Kolkata, 1948-2009

Auteur

Doc-Direkt

Versie

13-03-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2015 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlandse Diplomatieke Vertegenwoordiging in India (New Delhi)
BuZa / Ambassade India 1975-2013

Periodisering

archiefvorming: 1975-2013
oudste stuk - jongste stuk: 1908-2013

Archiefbloknummer

Z301

Omvang

; 972 inventarisnummer(s) 29,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Bevat tevens foto's, tekeningen en digitale dragers.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse ambassade in India Consulaat-generaal in Mumbai Consulaat in Kolkata, , (1908) 1975-2013, , (1952) 1975-2013, , 1948-2009

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in India te New Delhi en het consulaat-generaal te Mumbai over de periode 1975-2013 en het consulaat te Kolkata over de periode 1948-2009. De Nederlandse ambassade in India is tevens geaccrediteerd voor Bhutan (vanaf 1986) en Nepal (vanaf 1962). Het archief bevat dan ook archiefstukken aangaande Bhutan en Nepal. Het betreft stukken over de organisatie en taken van de ambassade op het gebied van consulaire, economische, culturele en politieke zaken en ontwikkelingssamenwerking.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
India
Algemeen historisch kader
In 1975 was Indira Gandhi nog aan de macht. Om meer steun te krijgen riep Gandhi vol vertrouwen in 1977 nieuwe verkiezingen uit, die echter desastreus verliepen voor haar Congrespartij. Een regeringsoproep voor gedwongen sterilisatie om de explosieve bevolkingsgroei te stoppen was ook debet aan de verkiezingsnederlaag.
De Janata-partij onder leiding van Morarji Desai kwam nu aan de macht (premier werd Charan Singh), een coalitie van oppositiepartijen. Zonder een goed politiek programma nam de chaotische toestand in India snel toe en het was dan ook niet vreemd dat de verkiezingen van 1980 weer een overwinning voor Indira Gandhi opleverde en zij voor de tweede keer premier werd. In deze nieuwe regeringsperiode staken weer diverse etnische conflicten de kop op, vooral in Noord- en Centraal-India.
Met name in de Punjab, het thuisland van de Sikhs, deden zich ernstige ongeregeldheden voor. De Sikh-meerderheid voelde zich achtergesteld en economisch leeggezogen door de centrale overheid, zonder daar iets voor terug te krijgen. De gematigde Sikh-partij eiste zelfbestuur, meer geld en een aantal zaken van religieuze aard. Radicale Sikhs eisten zelfs een onafhankelijke staat, Khalistan genaamd. Ze zetten hun eis kracht bij door middel van terreuracties tegen de hindoe-middenklasse en later tegen alle hindoes en zelfs tegen de gematigde Sikhs. De Gouden Tempel in Amritsar was het bolwerk van de extremisten en deze tempel werd op 6 juni 1984 bestormd door het Indiase leger, op bevel van Indira Gandhi. Ongeveer 1500 mensen, waaronder zeer veel Sikhs, werden tijdens de gevechten gedood.
Deze actie kostte Indira Gandhi indirect haar leven: op 31 oktober 1984 werd ze vermoord door twee van haar eigen Sikh-lijfwachten.
Als reactie hierop richtte zich de woede van de bevolking op de Sikhs en alleen al in New Delhi werden drieduizend Sikhs vermoord. Op 13 november 1984 kondigde de nieuwe premier algemene verkiezingen aan voor 24 december.
De overwinning van Rajivs Congrespartij was overweldigend (80% van de zetels).
Indira Gandhi werd als premier opgevolgd door haar zoon Rajiv Gandhi. Hij werd een geliefd leider maar ook hij wist geen verzoening met de Sikhs te bereiken, ondanks zijn bereidheid tot flexibiliteit tegenover separatisten. Er werd nog wel een akkoord gesloten met de Akali Dal-partij –Akkoord van Punjab-, maar de onrust en de aanslagen bleven doorgaan en in 1986 ontsnapte Rajiv nog net aan een aanslag.
Bij de verkiezingen van november 1989 leed de Congrespartij van Rajiv Gandhi een desastreuze nederlaag als gevolg van een corruptieschandaal. Gandhi werd opgevolgd door V.P. Singh als premier van een minderheidsregering die bestond uit de Janata-partij, de rechtse hindoepartij Bharatiya Janata (BJP) en de communisten. Ook Singh werd echter voortdurend geconfronteerd met etnisch geweld in de Punjab, in Uttar Pradesh en natuurlijk Kasjmir. Eind 1989 volgde er in Kasjmir een gewapende opstand door militante moslims, die afscheiding van India eisten. Na slechts één regeringsjaar viel de regering-Singh in november 1990 over de bouw van een omstreden hindoetempel in Ayodhya, en de BJP bracht de regering uiteindelijk ten val.
Het geweld tijdens de nieuwe verkiezingen bereikte een dieptepunt met de moordaanslag op Rajiv Gandhi. De dader was een vrouwelijk lid van de militante Tamil Tijgers, die Gandhi beschouwden als een verrader vanwege zijn bemoeienissen met de burgeroorlog op Sri Lanka.
De verkiezingen werden gewonnen door de Congrespartij, echter zonder een meerderheid te behalen. Ook nu was men weer gedwongen om een minderheidsbeweging te vormen door de nieuwe premier P.V. Narasimha Rao. Onder Rao volgde een snelle economische groei door liberalisering en protectionistische maatregelen die afgeschaft werden. Hierdoor namen de buitenlandse investeringen flink toe. Voor het arme deel van de bevolking werd de situatie echter nauwelijks beter doordat subsidies werden afgeschaft en de inflatie steeds hoger werd. Ondertussen werd het wat rustiger in de Punjab, maar Kasjmir bleef een kruidvat. Eind 1992 speelde de kwestie rond de Rama-tempel op. Hindoe-fundamentalisten bestormden de Babar-moskee, die compleet vernield werd en vervangen door een hindoetempel. Daarop escaleerde de zaak volkomen en kwamen duizenden hindoes en moslims in heel India om het leven.
De grote verliezer van de verkiezingen van mei 1996 werd de regerende Congrespartij. De partij eindigde na de BJP en het Verenigd Front op de derde plaats, de zwaarste nederlaag in het bestaan van de partij. Ook nu was er weer een corruptieschandaal die de Congrespartij de das omdeed en er de oorzaak van was dat ex-premier Rao aftrad als voorzitter van de Congrespartij. Ook armen en kastelozen die niet profiteerden van de economische bloeiperiode stemden vooral niet op de Congrespartij. Het Verenigd Front, met premier Deve Gowda, vormde weer een minderheidsregering met gedoogsteun van de Congrespartij. Iets meer dan een jaar later bracht diezelfde Congrespartij de regering ten val. In maart 1998 vroeg president Narayanan, de eerste 'onaanraakbare' president, de leider van de nationalistische hindoepartij BJP, Atal Behari Vajpayee, een nieuw kabinet te vormen.
Kesri trad in maart 1998 af als leider van de Congrespartij ten gunste van Sonia Gandhi, de weduwe van Rajiv Gandhi. Ook in maart 1998 riep de Pakistaanse premier Nawaz Shamir zijn Indiase collega Vajpayee op de dialoog tussen beide landen te hervatten. Herhaaldelijk beloofde de regering het liberaliseringsbeleid voort te zetten, maar de meeste wetten en privatiseringen werden door de sterke linkervleugel in het parlement tegengehouden.
Op 11 en 13 mei 1998 voerde India in de woestijn in Rajasthan vijf ondergrondse kernproeven uit. De kernproeven werden vooraf gegaan door militante taal ten opzichte van China en Pakistan. De jubelstemming bij de aanhangers van de regering duurde niet lang.
Pakistaanse kernproeven enkele weken later maakten een einde aan de Indiase superioriteit en de door de westerse landen afgekondigde sancties brachten eind 1998 India ertoe aan te kondigen het kernstopverdrag te zullen ondertekenen.
Na de atoomproeven verslechterden de verhoudingen tussen India en Pakistan verder, ondanks overleg om de betrekkingen te verbeteren. Het eerste bezoek van een Indiase premier aan Pakistan in tien jaar werd tevens het begin van de eerste directe busverbinding tussen beide landen, toen premier Vajpayee met zijn gevolg als erepassagiers de eerste busrit van Delhi naar Lahore meemaakten. Tijdens de daarop volgende topontmoeting met de Pakistaanse premier Nawaz Sharif werd afgesproken maatregelen te nemen om de kans op ongelukken met kernwapens te verkleinen.
De verkiezingen van september/oktober 1999 werden gewonnen door de Nationale Democratische Alliantie (NDA), een nieuwe coalitie van veertien regionale, hindoeïstische en seculiere partijen onder leiding van de BJP.
Op 15 juli 2002 werd de moslim A.P.J. Abdul Kalam gekozen tot nieuwe president van India.
De parlementsverkiezingen van mei 2004 werden verrassend gewonnen door de Congrespartij van Sonia Gandhi, de weduwe van de vermoorde oud-premier Rajiv Gandhi. Premier Vajpayee van de regeringscoalitie trad af en zijn besluit om de verkiezingen met een half jaar te vervroegen bleek achteraf funest.
Tot grote verrassing en verbijstering van iedereen liet Sonia Gandhi al snel weten het premierschap niet te accepteren. Uit protest tegen Gandhi’s weigering legden alle leden van het centrale comité van de partij hun functie neer. Gandhi hield echter voet bij stuk, naar verluidt hadden angst voor een aanslag op haar leven en over haar Italiaanse afkomst haar ervan weerhouden de functie te aanvaarden.
Daarop schoof de Congrespartij de 71-jarige technocraat Manhoman Singh naar voren, die de functie aanvaardde en de nieuwe premier van India werd, terwijl Sonia Gandhi aanbleef als partijleider.
Singh beloofde onder andere dat hij de bestaande economische hervormingen zou handhaven en riep investeerders op het land niet in de steek te laten. Ook beloofde hij vrede met buurland Pakistan prioriteit te geven en gaf daarmee aan de ingezette weg van zijn voorganger Vajpayee en de Pakistaanse president Musharaff te willen volgen.
In juli 2007 is Pratibha Patil de eerste vrouw die als president van India wordt gekozen. De periode 2005 tot en met 2008 kenmerkt zich door veel geweld en bomaanslagen door extremisten. In november 2008 vinden er aanslagen plaats bij Mumbai met meer dan 200 doden.
In mei 2009 wint de Congrespartij van premier Manmohan Singh de verkiezingen en haalt bijna de absolute meerderheid.
In mei 2014 wint Narendra Modi van de Hindoe nationalistische Bharatiya Janata Party met overmacht de parlementsverkiezingen.
Betrekkingen tussen Nederland en India
Nederland en India onderhouden goede betrekkingen met elkaar. India was decennialang een van de belangrijkste ontvangers van Nederlandse ontwikkelingshulp. Tegenwoordig zijn de contacten vooral gericht op economische en technisch-wetenschappelijke samenwerking.
Politieke betrekkingen
Nederland en India onderhouden sinds de Indiase onafhankelijkheid in 1947 goede betrekkingen met elkaar. De contacten stonden aanvankelijk in het teken van ontwikkelingssamenwerking. In 2003 gaf India aan de ontvangst van hulpgelden van buitenlandse donoren te willen beëindigen. Sindsdien bestrijken de betrekkingen tussen India en Nederland een breder gebied en zijn ze meer gericht op economie. Ook is de nadruk komen te liggen op agrarische samenwerking, wetenschap en technologie, design en culturele samenwerking.
Nederland en India werken samen op het terrein van internationale rechtsorde. Dit gebeurt vooral via organisaties zoals de Verenigde Naties. Onderwerpen die hieraan gerelateerd zijn, zoals mensenrechten, staan ook op de agenda bij besprekingen tijdens ministeriële bezoeken en andere missies met hoogwaardigheidsbekleders.
Koningin Beatrix bracht in 2007 een staatsbezoek aan India en jaarlijks vinden wederzijdse ministeriële bezoeken plaats. Ook zijn er regelmatig handelsmissies, onder leiding van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie.
Sinds 2000 vindt er ieder jaar een EU-India Top plaats, afwisselend in New Delhi en in de hoofdstad van het Europees Voorzitterschap. Over specifieke onderwerpen, zoals mensenrechten vinden vanaf 2004 jaarlijks aparte consultaties met India plaats.
Economische betrekkingen
India heeft zich ontwikkeld tot een snel groeiende economie, met veel aandacht voor technologische ontwikkeling en technisch-wetenschappelijke samenwerking.
Nederland is een grote investeerder in India. Het gaat bijvoorbeeld om Nederlandse bedrijven in de sectoren techniek, energie, logistiek, financiële dienstverlening en transport. De Rijksoverheid kijkt naar kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en het binnenhalen van Indiase investeringen in Nederland. Vooral de volgende sectoren in India zijn nog kansrijk voor Nederlandse bedrijven: agrofood, logistiek (havens en scheepvaart, binnenvaart), technologie (auto-industrie, defensie industrie), infrastructuur en waterbeheer, energie, gezondheid, chemie en creatieve industrie. De Nederlandse belangstelling voor India als handelspartner is sterk toegenomen. De handel met India is nog beperkt, maar groeit sterk. Nederland exporteert onder meer machines, optische apparatuur, gietijzer en staal naar India. Nederland importeert uit India vooral minerale brandstoffen en aardolie.
Het enorme handels- en investeringspotentieel van de Indiase markt biedt voldoende ruimte voor verbetering van de Nederlandse export en uitbreiding van de Nederlandse investeringen in India. Het Dutch Trade Board (DTB) kan daarbij helpen. Dit publiek-private samenwerkingsverband werkt aan het versterken van de positie van Nederlandse ondernemingen in het buitenland.
Nederland heeft een uitgebreid handelsnetwerk, bestaande uit de ambassade in New Delhi, het consulaat-generaal in Mumbai en 2 Netherlands Business Support Offices in Chennai en Ahmedabad. Nederlandse ondernemers kunnen op deze plekken terecht voor informatie over marktkansen en voor ondersteuning bij overheidscontacten. Ook worden er handelsmissies en netwerkbijeenkomsten georganiseerd.
De Nederlandse ambassade in New Delhi behartigt onder meer de belangen van ondernemers in de agro-food sector. Ook zijn er technisch-wetenschappelijke attachés (TWA) in zowel Delhi als Mumbai, die zich bijvoorbeeld bezighouden met contacten te leggen tussen Nederlandse en Indiase universiteiten. En er is een kantoor van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) aanwezig. Op dit kantoor geeft men advies, informatie en praktische ondersteuning aan ondernemers die zaken willen doen in India.
Betrekkingen op het gebied van onderwijs en cultuur
Nederland en India onderhouden intensieve betrekkingen op het gebied van onderwijs en wetenschap. Er bestaan bijvoorbeeld uitwisselingsprogramma’s met verschillende universiteiten. Ook werken Indiase en Nederlandse wetenschappers samen in de vorm van gemeenschappelijk onderzoek. De Nederlandse overheid verstrekt beurzen aan Indiase studenten via het Netherlands Fellowship Programme.
Nederland en India hebben veel gemeenschappelijk cultureel erfgoed, omdat de VOC in de 17e en 18e eeuw in India handelsnederzettingen onderhield. Nederland wil dit gemeenschappelijke cultureel erfgoed graag behouden. Dit is een belangrijk terrein van culturele samenwerking. Nederland ondersteunt bijvoorbeeld een project in Tamil Nadu om de VOC-archieven te digitaliseren.
Naast het gemeenschappelijk cultureel erfgoed, is er ook aandacht voor beeldende kunst, film, nieuwe media, muziek en vormgeving. De samenwerking op deze gebieden is vastgelegd in een Memorandum of Understanding (MoU) uit 2007. Ook zijn er contacten met organisaties die de Hindoestaanse gemeenschap in Nederland vertegenwoordigen. Er is daarnaast een samenwerkingsverband tussen verschillende theaters en musea in beide landen.
Bhutan
Algemeen historisch kader
In 1972 stierf Jigme Dorji Wangchuk en werd hij opgevolgd door zijn zoon Jigme Sinye Wangchuk. In 1974 werd de toen 19-jarige Prins gekroond. Vooral in de eerste jaren was de invloed van zijn moeder, Prinses Kesang, groot. Aanvankelijk zette hij het moderniseringsbeleid van zijn vader voort, maar vanaf de jaren tachtig werd een nieuw beleid gevoerd waarin werd gestreefd naar een synthese van traditie en vooruitgang. De eeuwenoude Boeddhistische traditie van het land wordt daarbij sterk benadrukt. In 1987 werden wetten afgekondigd die het dragen van traditionele kleding en het leven volgens de oude nationale gedragscode verplicht stelde. In 1998 werd formeel ministeriële verantwoordelijkheid ingevoerd. De Drukpa-elite, waartoe ook de Koning behoort, heeft het grootste deel van de macht in handen.
Op 14 december 2006 trad koning Jigme Singye Wangchuk af ten behoeve van zijn zoon Jigme Khesar Namgyel Wangchuk. Dit is eerder dan verwacht, om de nieuwe koning de gelegenheid te geven nu al ervaring op te doen met de verantwoordelijkheden als staatshoofd en om voldoende voorbereid te zijn op de overgang naar de parlementaire democratie in 2008. In maart 2008 vinden de eerste parlementsverkiezingen plaats. De Bhutan Harmony Party die voor de monarchie is wint 44 van de 47 zetels. In november 2008 wordt Jigme Khesar Namgyel Wangchuck gekroond als koning. In Juli 2013 wint de oppositie de verkiezingen en wordt Tsehring Togbay premier.
Betrekkingen tussen Nederland en Bhutan
Bhutan en Nederland onderhouden goede diplomatieke betrekkingen. Sinds 2003 is Bhutan geen partnerland meer voor ontwikkelingssamenwerking. Toch ontvangt het land tot op heden nog wel ondersteuning vanuit Nederland. Op politiek, economisch en cultureel terrein zijn de betrekkingen goed, maar niet intensief.
Politieke betrekkingen
Bhutan en Nederland onderhouden sinds 1985 goede diplomatieke betrekkingen. Nederland was daarmee het eerste Europese land waarmee betrekkingen werden aangeknoopt.
Nederland behoort tot de groep zorgvuldig geselecteerde landen waarmee Bhutan diplomatieke betrekkingen heeft. In 2011 werd de groep van 22 landen met 14 landen uitgebreid.
De Nederlandse interesse voor Bhutan richt zich voornamelijk op democratisering en de situatie van de Bhutaanse vluchtelingen die sinds begin jaren ’90 in Nepal in kampen van UNHCR verblijven.
De Nederlandse ambassadeur in New Delhi (India) is ook verantwoordelijk voor Bhutan. Nederland wordt in Bhutan vertegenwoordigd door een honorair consul in de hoofdstad Thimphu. Bhutan heeft een ambassade in Brussel. De Bhutanese ambassadeur daar is ook verantwoordelijk voor Nederland. Bhutan heeft een honorair consul in Den Haag.
Economische betrekkingen
De handelsbetrekkingen tussen Nederland en Bhutan zijn beperkt. Bhutan wil de economische betrekkingen met Nederland aanhalen.
Nederland stimuleert de economische ontwikkeling van Bhutan. Hiervoor staan verschillende programma’s open:
  • Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV)
  • Ontwikkelingsrelevante Infrastructuurontwikkeling (ORIO)
  • Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO)
  • Centrum ter Bevordering van Import uit Ontwikkelingslanden (CBI)
  • Programma Uitzending Managers (PUM)
Bhutan+partners is een particuliere organisatie in Nederland die zich inzet voor het behartigen van Bhutanese en Nederlandse/Europese bedrijven die zaken willen doen in Nederland of Bhutan.
Ontwikkelingsrelatie
In 2003 verloor Bhutan de status van partnerland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Het land heeft daarna nog wel steun van Nederland gekregen.
Van 1994 tot 2011 werden 2 bijzondere programma’s in Bhutan uitgevoerd. Dit waren het Duurzaam Ontwikkelingsverdrag en het Programme for South South Cooperation. In 2007 besloot de Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking vanwege de hervormingen in het land gedurende een periode van 5 jaar (2008-2013) per jaar €2 miljoen begrotingssteun aan Bhutan te verlenen. Dat geld wordt vooral gebruikt voor de overgang naar een parlementaire democratie, voor lokale overheden en voor het verbeteren van het onderwijs.
De Netherlands Development Organisation (SNV) heeft met Nederlandse bijdragen sinds 1988 programma’s in Bhutan op het gebied van landbouw, bosbouw, hernieuwbare energie, sanitaire voorzieningen en hygiëne. Het gaat om ongeveer €2 miljoen per jaar.
Ontwikkelingsprogramma’s in Bhutan worden gesteund door de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), Wereldbank, VN-organisaties en de Europese Commissie, waar ook Nederland aan bijdraagt.
Betrekkingen op het gebied van onderwijs en cultuur
Een aanzienlijk aantal Bhutanese studenten studeert in Nederland met een beurs van het NUFFIC, het Netherlands Fellowship Programme (NFP). Bhutan kan via het NUFFIC ook groepen werknemers trainen, waardoor onderwijsinstellingen, onderzoeksinstituten, ministeries, niet-gouvernementele organisaties en kleinere bedrijven beter functioneren. In 2008 werd een Netherlands Alumni Association in Bhutan opgericht.
Nepal
Algemeen historisch kader
In 1975 is Birenda koning van Nepal. Hij is sinds 1972 aan de macht. Ook hij maakte gebruik van het panchayatstelsel. Hier kwam echter steeds meer protest tegen. In april 1990 werd het verbod op politieke partijen opgeheven. In november 1990 werd een nieuwe grondwet van kracht. Hiermee werd een eind gemaakt aan de absolute macht van de koning. Na verkiezingen in mei 1991 werd het eerste democratisch gekozen parlement gevormd. Girija Prasad Koirala, lid van de Nepalese Congres Partij, werd regeringsleider. De verkiezingen van november 1994 werden gewonnen door de communistische UCPN. Er werd een minderheidsregering gevormd, waarvan Man Mohan Adhikari de premier werd. Er werden verschillende hervormingen doorgevoerd, de corruptie werd sterk teruggedrongen. In juni 1995 trad deze regering af, omdat de oppositie een motie van wantrouwen wilde indienen. Tevens verklaarde het Hooggerechtshof de resultaten van de verkiezingen ongeldig Er werd een centrumrechtse coalitieregering gevormd. Deze regering voerde privatisering van het water, de wegen en de communicatie door, evenals belastingverlichting. Daarnaast werden de landhervormingen teruggedraaid. De laatste jaren zijn er niet minder dan zes verschillende regeringen geweest van verschillende pluimage. De situatie laat zich het best omschrijven als chaotisch.
In juni 2001 werden koning Birenda, diens vrouw en enkele familieleden vermoord. De zoon van de koning, Dipendra, zou volgens ooggetuigen welbewust zijn ouders en zes andere familieleden hebben doodgeschoten en daarna zelfmoord gepleegd hebben. De broer van de koning, Gyanendra, werd tot koning gekroond. Dit tot woede van het volk, dat hem als brein achter het bloedbad zag.
Op 1 februari 2005 riep koning Gyanendra de noodtoestand uit en trok de macht naar zich toe door middel van een paleis coup, waarbij de politieke partijen en de democratie buiten spel werden gezet. Politici, inclusief de ontslagen premier Deuba, werden onder huisarrest geplaatst of gearresteerd. Strikte censuur werd opgelegd aan de media en alle interne en internationale communicatie, inclusief internetverbindingen, werden zeven dagen lang afgesloten. Op 2 februari 2005 maakte de koning de nieuwe, door hem benoemde regering bekend.
Het merendeel van de ministers was ook minister onder het oude Panchayat-systeem. Koning Gyanendra verklaarde de democratie in drie jaar te zullen herstellen. De noodtoestand werd op 29 april 2005 weer opgeheven.
Begin mei 2005 tekenden zeven politieke partijen een gezamenlijke document, waarin zij het herstel eisten van het parlement dat in 2002 werd ontbonden en het herstel van de democratie. Om hun eisen kracht bij te zetten lanceerden de partijen op 22 mei een reeks protesten tegen de koning en voor de democratie.
Op 3 september 2005 kondigden de maoïsten eenzijdig een staakt-het-vuren af voor een periode van drie maanden. Na een verlenging met een maand in december, zegden de maoïsten - bij uitblijven van een reactie van de koning - begin januari 2006 het staakt-het-vuren op.
Begin december 2005 vond een derde herschikking van de Nepalese regering plaats sinds de koning de macht greep. De volledige raad van ministers (inclusief state ministers en assistant ministers) werd uitgebreid van 24 naar 36 leden; sommige ministers werden ontslagen of op een nieuwe post gezet terwijl in totaal 20 nieuwe personen aantraden. Deze hebben merendeels een Panchayat-achtergrond.
Op 1 februari 2006 sprak de koning een herdenkingsrede uit in verband met de eerste verjaardag van zijn coup. Deze leek allerminst te duiden op enige tegemoetkomende houding van zijn zijde. De koning houdt de schijn op alsof de situatie onder controle is en er geen reden is zijn koers te wijzigen. De gemeentelijke verkiezingen die op 8 februari werden gehouden gaven een opkomst van 20% te zien. De door de maoïsten uitgeroepen staking, de oproep van maoïsten en politieke partijen om de verkiezingen te boycotten en de dreiging van de maoïsten om gewelddadige represailles te nemen tegen degenen die wel zouden gaan stemmen, hebben aan deze lage opkomst bijgedragen. Hiernaast was er een gebrek aan vertrouwen in de koning onder de bevolking en een gebrek aan kandidaten.
Medio maart 2006 zijn de zeven partijen Alliantie voor Democratie en de CPN (Maoïsten) het eens geworden over een tweede Memorandum of Understanding dat het vervolg is op een in november 2005 overeen gekomen 12-punten programma om de democratie in Nepal te herstellen. Uitgangspunt is het mobiliseren van een breed draagvlak onder de bevolking tegen het Paleis.
Begin april 2007 werden vijf voormalige maoïstische opstandelingen officieel beëdigd als minister in de Nepalese interim-regering van premier Girija Prasad Koirala en ingezworen in het Nepalese parlement. Hun toetreding betekende een definitief einde aan de jarenlange burgeroorlog die het land teisterde en aan meer dan 13.000 Nepalezen het leven kostte.
Op 21 juli 2008 kreeg Nepal een nieuwe president: Ram Baran Yadav van de Congrespartij versloeg de door de maoïsten gesteunde kandidaat Ramraja Prasad Singh. Hij kreeg 308 stemmen, tien meer dan de benodigde 298. Enkele dagen eerder hield het Nepalese parlement een eerste stemronde, maar toen kreeg geen van de kandidaten de meerderheid van de stemmen. De nieuwe president heeft voornamelijk een ceremoniële functie, maar speelt wel een grote rol bij het samenstellen van de regering. Hij moet onder meer de nieuwe premier benoemen. In augustus 2008 treed een coalitie aan onder leiding van de maoïstische premier Prachanda. In mei 2009 treed hij af uit protest tegen het besluit van president Yadav om het ontslag van de legerchef te blokkeren. De leider van de communisten Madhav Kumar Nepal wordt de nieuwe premier. In juni 2010 treedt Madhav Kumar Nepal af onder druk van de maoïsten. In februari 2011 wordt na een zeven maanden durende impasse Jhalnath Khanal premier, maar hij moet in augustus alweer het veld ruimen. Zijn opvolger is de Maoïst Baburam Bhattari. In mei 2012 ontbind Bhattari het parlement en kondigt verkiezingen aan. Bij de verkiezingen van november 2013 wint de Nepales Congresspartij de meeste zetels. Op 11 februari 2014 wordt Sushil Koirala de nieuwe premier.
Betrekkingen tussen Nederland en Nepal
Nepal en Nederland onderhouden al ruim 50 jaar goede diplomatieke betrekkingen met elkaar. In 2003 verloor Nepal de status van partnerland voor ontwikkelingssamenwerking. Op politiek terrein volgt Nederland de ontwikkelingen in EU-verband. De economische en culturele betrekkingen zijn goed, maar niet intensief.
Politieke betrekkingen
Nepal en Nederland onderhouden sinds 1960 goede diplomatieke betrekkingen.
Op 16 april 2010 organiseerden de ambassade van Nepal in Brussel en de honorair consul van Nepal in Nederland een evenement in het Museon in Den Haag ter gelegenheid van 50 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Nepal.
Op politiek gebied volgt Nederland de ontwikkelingen in Nepal in EU-verband.
Nederland zoekt met een klein aantal andere landen een oplossing voor de situatie van de Bhutaanse vluchtelingen die sinds begin jaren ‘90 in UNHCR-kampen in Nepal verblijven.
De Nederlandse ambassadeur in New Delhi/India, is ook verantwoordelijk voor Nepal. Nederland heeft in de hoofdstad Kathmandu een honorair consul. Nepal heeft een ambassade in Brussel, België. De Nepalese ambassadeur behartigt ook de belangen van Nepal voor Nederland. Nepal heeft in Amsterdam een honorair consul.
Economische betrekkingen
De handelsbetrekkingen tussen Nederland en Nepal zijn beperkt.
Nederland stimuleert de economische ontwikkeling van Nepal. Hiervoor staan verschillende programma’s open:
  1. PPP-Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV);
  2. Private Sector Investeringsprogramma (PSI);
  3. De Matchmakingfaciliteit (MMF);
  4. Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO);
  5. Centrum ter Bevordering van Import uit Ontwikkelingslanden (CBI);
  6. Programma Uitzending Managers (PUM).
Nepal heeft op Nederlandse toeristen een grote aantrekkingskracht. Sinds 11 oktober 2009 vliegt ArkeFly rechtstreeks op Nepal.
Ontwikkelingsrelatie
In 2003 verloor Nepal de status van partnerland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
De Netherlands Development Organisation (SNV) is met Nederlandse bijdrage sinds 1980 actief in Nepal. Met een budget van € 3,7 miljoen in 2012 richt het SNV-kantoor in Kathmandu zich op biogas, water, sanitaire voorzieningen en hygiëne. Daarnaast ontvangt het ministerie van Landbouw steun en is er een programma ter versterking van het toerisme.
Ontwikkelingsprogramma’s in Nepal krijgen steun via de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), Wereldbank, VN-organisaties en de Europese Commissie, waar ook Nederland aan bijdraagt.
Betrekkingen op het gebied van onderwijs en cultuur
Een groot aantal Nepalese studenten studeert in Nederland met een beurs van het Nuffic Netherlands Fellowship Programme (NFP). In 1988 werd de Netherlands Alumni Association of Nepal opgericht.
Nederlandse ambassade in New Delhi, consulaat-generaal in Mumbai en consulaat in Kolkata
In deze inventaris zijn de archiefbescheiden opgenomen van de Nederlandse ambassade in India te New Delhi over de periode 1975-2013, het consulaat-generaal te Mumbai (Bombay) over de periode 1975-2013 en het consulaat te Kolkata (Calcutta) over de periode 1948-2012.
De Nederlandse ambassade in India is tevens geaccrediteerd voor Birma (tot 1979), Sri Lanka (tot 1983), Bhutan (vanaf 1986) en Nepal (vanaf 1962).
Naast de Nederlandse ambassade in New Delhi, het consulaat-generaal in Mumbai en het consulaat in Kolkata zijn in India ook gevestigd:
  • Ahmedabad, Handelskantoor (NBSO) (1996-heden)
  • Bangaluru (Bangalore), consulaat (2012-heden)
  • Chennai (Madras), consulaat (1945-2012)
  • Chennai (Madras), Handelskantoor (NBSO) (1996-heden)
  • Cochin, consulaat (1964-1979)
  • Hyderabad, Handelskantoor (NBSO) (2010-heden)
  • New Delhi, consulaat (1950 - 1998)
In Bhutan is gevestigd:
  • Thimpu, consulaat (2004–heden)
In Nepal is gevestigd:
  • Kathmandu, consulaat (1981 – heden)
De namen van de chefs de poste van de ambassade in India staan hieronder opgenoemd. Achter de naam van elke chef de poste staat vermeld tot en met welk jaar deze de functie bekleedde.
  • Meurs, T.A (1973-1978), accreditatie voor Birma, Nepal, Sri Lanka;
  • Leopold, H. (1979-1983), accreditatie voor Nepal, Sri Lanka,
  • Willigen, A. van der (1983-1987) accreditatie voor Nepal, Bhutan (vanaf 1986);
  • Schoo, E.M. (1987-1990), accreditatie voor Nepal, Bhutan;
  • Marchie Sarvaas, H.J. du (1991-1994), accreditatie voor Nepal, Bhutan;
  • Jeurissen, J.H.J. (1994-1998), accreditatie voor Nepal, Bhutan;
  • Koch, P.F.C. (1998-2003), accreditatie voor Nepal, Bhutan;
  • Niehe, E.F.Ch. (2003-2007), accreditatie voor Nepal, Bhutan;
  • Hiensch, B.H. (2007-2012), accreditatie voor Nepal, Bhutan;
  • Stoelinga, A.H.M., accreditatie voor Nepal, Bhutan.
Hieronder volgt een algemene beschrijving over de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
Taken ambassade
De werkzaamheden van de bilaterale posten kunnen verdeeld worden in politieke aangelegenheden, economische aangelegenheden, ontwikkelingssamenwerking, pers- en culturele aangelegenheden, consulaire aangelegenheden en algemene zaken. Hieronder volgt een weergave van de taken:
Politieke Zaken (PZ):
  • het volgen van de binnenlandse en buitenlandse politieke ontwikkelingen in het land van accreditatie; het rapporteren aan de Nederlandse regering omtrent de voor Nederland relevante ontwikkelingen, opdat die bij het formuleren van haar beleid daar rekening mee kan houden;
  • het uitdragen van het Nederlandse politieke beleid;
  • het behartigen van de belangen van andere landen; dit omvat de behartiging van de politieke belangen van Luxemburg.
Economische Zaken (EZ):
De economische werkzaamheden kunnen worden onderscheiden in macro-, meso- en micro-economische.
Macro-economisch:
  • het opstellen van algemene economische rapportages over macro-economische ontwikkelingen in het land van accreditatie, overheidsmaatregelen, monetaire kwesties, energievoorziening, milieuhygiëne, lucht- en scheepvaartaangelegenheden;
  • het vergaren van handelspolitieke informatie en het leveren van inspanningen, met name daar waar de handel op beperkende maatregelen stuit;
  • het toezenden van economisch-statistisch materiaal;
  • het verstrekken van inlichtingen aan de overheid en het bedrijfsleven van het land van vestiging over economische ontwikkelingen en mogelijkheden tot economische samenwerking met Nederland;
  • het uitdragen van het Nederlandse beleid op economisch terrein.
Meso-economisch:
  • het berichten over afzetmogelijkheden, ontwikkelingen in het bedrijfsleven, fusies, buitenlandse investeringen, concurrentie van derde landen;
  • het geven van voorlichting over Nederlandse leveringsmogelijkheden van goederen en diensten;
  • het doen van meldingen over ontwikkelingsprojecten en overheidsaanbestedingen;
  • het aantrekken van industriële projecten voor Nederland door middel van voorlichting, bemiddeling, etc.;
  • het berichten over economische missies die West-Europa bezoeken en hulp aan Nederlandse missies in het ambtsgebied;
  • het berichten over beurzen en tentoonstellingen in het land van vestiging en hulp bij Nederlandse deelname aan beurzen.
Micro-economisch: Het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van:
  • handelsbemiddeling;
  • voorlichting aan Nederlandse zakenlieden en introducties bij overheid en bedrijfsleven;
  • bemiddeling bij handelsgeschillen.
Ontwikkelingssamenwerking (OS):
De werkzaamheden in het kader van ontwikkelingssamenwerking houden in:
  • het analyseren van het ontwikkelingsbeleid van het betrokken land;
  • het nagaan van de plaats die Nederland in de samenwerking op dit gebied zou kunnen innemen;
  • het vaststellen van doelgroepen waarop het samenwerkingsbeleid gericht kan zijn;
  • het adviseren omtrent de aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid van individuele projecten;
  • het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van Kleine Ambassade Projecten (KAP);
  • het toezicht houden op en berichten over de voortgang van projecten;
  • het begeleiden van uit te zenden deskundigen, huisvesting, financiering, hulp bij import van goederen;
  • het bemiddelen bij de invoer van materieel voor hulpprojecten;
  • het behandelen van financiële aspecten.
Consulaire Zaken (CZ):
Ten behoeve van Nederlanders:
Het zorg dragen voor de Nederlandse kolonie en Nederlandse toeristen in het buitenland. De meest voorkomende werkzaamheden hiervoor zijn:
  • het verstrekken, verlengen en wijzigen van reisdocumenten voor Nederlanders, alsmede diplomatieke, consulaire en dienstpaspoorten;
  • het opmaken van legalisaties;
  • het verstrekken van juridische adviezen;
  • het leveren van bijstand bij het opstellen van notariële akten;
  • het opmaken van akten van huwelijkstoestemming;
  • het in bewaring nemen van holografische en geheime testamenten;
  • het opmaken van volmachten;
  • het registreren van opgemaakte akten in een repertorium;
  • het opmaken van akten van de burgerlijke stand;
  • het regelen van dienstplichtzaken;
  • het zorgen voor repatriëring;
  • het overbrengen van gerechtelijke stukken, het bijstaan van rogatoire commissies, het opmaken van legalisaties en het verrichten van andere juridische handelingen.
Ten behoeve van buitenlanders:
  • het verlenen van visa voor bezoeken aan Nederland korter dan drie maanden of het verstrekken van een ‘machtiging voorlopig verblijf’ bij een verblijf langer dan drie maanden;
  • het doorzenden van asielverzoeken;
  • het inlichten van buitenlandse autoriteiten over Nederland.
Pers- en culturele zaken (PCZ):
Het bevorderen en verbreiden van kennis van het leven en denken van het Nederlandse volk, zijn staatkundige, economische en sociale structuur, zijn cultuur en zijn historie, en over de beginselen en feitelijke gegevens die daarbij een rol spelen. De diplomatieke post heeft tot taak het ontwikkelen van activiteiten en het aankweken en onderhouden van relaties die de banden tussen beide landen kunnen verstevigen. Concreter betekent dit:
  • het medewerken aan de uitvoering van bilaterale afspraken en verdragen op cultureel en wetenschappelijk gebied;
  • het deelnemen aan het internationale culturele verkeer;
  • het profijt trekken uit multilaterale samenwerkingsvormen op dit gebied alsmede het uitdragen van Nederlandse standpunten;
  • het onderhouden van contacten met de lokale pers teneinde publicaties over Nederland te stimuleren en waar nodig onjuiste voorlichting te corrigeren.
Algemene zaken (AZ)
De afdeling Algemene Zaken is belast met de ondersteunende, secundaire taken op een post, dat wil zeggen zaken met betrekking tot:
  • personeel;
  • informatievoorziening, automatisering;
  • organisatie;
  • financieel beheer;
  • archief;
  • communicatie;
  • huisvesting;
  • vervoer.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven van de buitenlandse posten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) werden op de post zelf geordend en geselecteerd conform instructies, opgesteld door de centrale archiefafdeling op het departement en neergelegd in een archiefinstructiebundel. De archiefinstructiebundel heeft in de loop der jaren grotere en kleinere revisies ondergaan. De belangrijkste was de introductie van de archiefinstructiebundel 'Archiefzorg op de posten' in 1999. Deze archiefinstructie introduceerde een nieuwe primaire, hiërarchische ordening op trefwoord en verving de oude ordening op basis van de Archiefcode BZ, afgeleid van de Universele Decimale Code (UDC).
In 2014 is besloten om alle postenarchieven over de periode 1975-2013 te bewerken. Het zogenaamde archiefblok 'Postenarchieven' bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Archiefbescheiden over de periode 1975-1984, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1985-1990, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1990-2013
Archiefbescheiden uit de periode voor 1975 zijn in een eerder stadium overgedragen aan het Nationaal Archief. Zie daarvoor 'Verwante archieven'.
De archiefbescheiden over de periode 1975-1984 zijn grotendeels rond 2005 overgebracht naar Nederland. Ook het archief over de periode 1985-1990 is later voor een belangrijk deel overgebracht naar Nederland. De archiefbescheiden over de periode vanaf 1990 zijn of worden voor aanvang van de archiefbewerking in zijn totaliteit overgebracht naar Nederland in het kader van actie 'Papier Hier'. Dit project is gericht op het afbouwen van de bestaande papieren archieven op departementen en posten. Met deze actie worden eveneens de nog niet naar Nederland overgebrachte dossiers uit de periode voor 1990 meegenomen.
De archieven zijn in beheer bij Doc-Direkt/Buitenlandse Zaken.
In 2014 zijn de archieven van de ambassade in New Delhi en de consulaten in Kolkata en Mumbai bewerkt door Doc-Direkt, locatie Winschoten.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2015 door Ministerie van Buitenlandse Zaken overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in India te New Delhi en het consulaat-generaal te Mumbai over de periode 1975-2013 en het consulaat te Kolkata over de periode 1948-2009. De Nederlandse ambassade in India is tevens geaccrediteerd voor Bhutan (vanaf 1986) en Nepal (vanaf 1962). Het archief bevat dan ook archiefstukken aangaande Bhutan en Nepal. Het betreft stukken over de organisatie en taken van de ambassade op het gebied van consulaire, economische, culturele en politieke zaken en ontwikkelingssamenwerking.
Het archief bevat onder andere stukken over:
  • politieke, economische en culturele betrekkingen tussen Nederland en India;
  • Nederlandse monumenten en oorlogsgraven in India;
  • aankoop, restauratie en verkoop David Hall te Cochin;
  • politieke situatie in India, o.a. moord op premier I. Gandhi;
  • bezoeken van Nederlandse bewindslieden aan India;
  • betrekkingen tussen India en Pakistan;
  • vliegtuigincident inzake aanhouding op Schiphol van 12 verdachte Indiërs in een toestel van Northwest Airlines;
  • mensenrechtensituatie in India;
  • kernproeven in India en Pakistan;
  • India en nucleaire wapens, o.a. houding ten opzichte van non-proliferatieverdrag;
  • staatsbezoeken koningin Beatrix aan India in 1986 en 2007;
  • rechtszaak tegen koningin Beatrix in verband met het zinken van een schip;
  • politieke situatie in Bhutan;
  • officieel bezoek prins Willem-Alexander en prinses Máxima aan Bhutan in 2007;
  • politieke situatie in Nepal;
  • problematiek inzake etnische Nepalese Bhutanen in vluchtelingenkampen in Nepal;
  • Nederlandse gedetineerde J.G. van Dam.
Selectie en vernietiging
De selectie heeft plaatsgevonden aan de hand van de volgende vastgestelde Basis Selectie Documenten (BSD's):
  • [015] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijksbegroting over de periode 1945–2000, 25 januari 2005/Nr. C/S/05/138 (Stcrt. 31 maart 2005, nr. 62)
  • [045] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945, 12 maart 2007/Nr. C/S&A/07/524 (Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142)
  • [075] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945–, 11 september 2007/Nr. C/S&A/07/2237 (Stcrt. 12 oktober 2007, nr. 198)
  • [077] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Personeelsinformatievoorziening en -administratie over de periode 1945–, 11 september 2007/C/S&A/07/2238 (Stcrt. 16 oktober 2007, nr. 200)
  • [103A] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenland over de periode 1945–1990, 18 december 2013 NA/2013/13.044 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36665)
  • [125] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Cultuurbeheer over de periode 1945–2000, 5 juni 2004, Nr. C/S/04/1203 (Stcrt. 28 oktober 2004, nr. 208)
  • [143] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999, 5 juli 2005/Nr. C/S&A/05/1197 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245 / pag. 25). Rekening houdend met de actualisatie in de Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112 / p. 10
  • [186] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Nederlands buitenlands beleid over de periode vanaf 1990, 18 december 2013, NA/2013/12.299 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36667).
De archiefstukken die voor vernietiging in aanmerking kwamen, zijn na verkregen toestemming van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afgevoerd door Reisswolf Nederland BV en daar op de gebruikelijke wijze vernietigd.
Aanvullingen
Het is mogelijk dat in de toekomst alsnog dossiers worden nagezonden. Om die reden is het mogelijk dat er voor dit archief nog aanvullingen komen.
Verantwoording van de bewerking
Als basis voor de bewerking werd een Archiefbewerkingsplan (ABP Postenarchieven 1975-2013) opgesteld, dat in november 2013 werd ondertekend door Doc-Direkt, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief. Hierin zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en overbrenging geregeld voor de postenarchieven uit de periode 1975-2013. Vervolgens werd voorafgaand aan de bewerking een werkinstructie opgesteld.
Voor de bewerking van dit archief is ook rekening gehouden met het ABP voor de archieven van de buitenlandse posten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de periode vanaf 1990 (ABP posten 1990-heden). Dit ABP, ondertekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief, bevat de uitkomst van een onderzoek naar de gemaakte selectiebeslissingen op basis van de door de posten gehanteerde archiefinstructies ten opzichte van de geldende selectielijsten. Het resultaat was dat op de door de posten gemaakte beslissingen een aantal correcties moest worden doorgevoerd. De correcties hebben vooral betrekking op de rubriek Algemene Zaken, waarbij met name dossiers inzake de bedrijfsvoering (o.a. huisvesting, financiën en personeel), op grond van eerdergenoemde selectielijsten, alsnog voor vernietiging zijn aangemerkt.
De Nederlandse ambassade in India is geaccrediteerd voor Birma (tot 1979), Sri Lanka (tot 1983), Bhutan (vanaf 1986) en Nepal (vanaf 1962). Er zijn tijdens de bewerking geen archiefbestanden aangetroffen van Birma en Sri Lanka. De archiefbestanden aangaande Bhutan en Nepal zijn opgenomen in deze inventaris.
De omvang van het archief voor aanvang van de bewerking was 326,125 meter. Door de Nederlandse ambassade in New Delhi en de consulaten in Mumbai en Kolkata was reeds 279,375 meter als zijnde (op termijn) te vernietigen aangemerkt en 45,75 meter als zijnde te bewaren. Het overige materiaal (1 meter) was niet geselecteerd. De selectiebeslissingen zoals uitgevoerd door de ambassade en consulaten zijn gehandhaafd, tenzij er correcties doorgevoerd moesten worden. Het overige materiaal is met de geldende selectielijsten geselecteerd.
Na bewerking van het archief is in totaal 29,75 meter archief voor bewaring overgebleven. De archiefstukken die voor bewaring in aanmerking komen zijn overgedragen aan het Nationaal Archief. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Buitenlandse Zaken ter beschikking gesteld, als bijlage bij het voorstel voor vernietiging.
Bij de beschrijvingen van de in de inventaris opgenomen dossiers ontbreekt in veel gevallen een actieve handeling. Dit heeft te maken met de wijze van opbergen van de documenten, nl. op onderwerp. In deze dossiers zijn alle aspecten met betrekking tot de uitvoering van de taak (volgen, analyseren en becommentariëren) ten aanzien van een bepaald onderwerp verzameld. Een zaak of werkproces is niet duidelijk aan te wijzen. De dossiers bestaan voor een groot deel uit berichtenverkeer tussen de post en het departement, correspondentie met diverse instellingen en particulieren.
Het beginjaar van het archief is 1975. Incidenteel bevinden zich in het archief stukken van vóór de begincesuur. Uit praktische overwegingen zijn deze stukken opgenomen in deze inventaris. Het eindjaar van het archief is 2013.
Ten behoeve van de overbrenging naar het Nationaal Archief dient het archief onder andere te voldoen aan de eisen met betrekking tot de duurzaamheid van archiefbescheiden zoals vastgelegd in de Archiefregeling 2009. Concreet betekent dit dat de volgende stappen zijn uitgevoerd:
  • alle ijzerwerk (paperclips, nietjes, hechtmechanieken e.d.) is verwijderd;
  • foto's, lichtdrukken en andere materialen die aan sterkere chemische reacties dan goed papier onderhevig zijn, zijn voorzien van afzonderlijke fourflaps;
  • omslagen, archiefdozen en etiketten voldoen aan de ICN-kwaliteitseis.
Ordening van het archief
Het archief is primair op rubriek geordend. De rubrieksindeling is gebaseerd op de in de archiefinstructiebundel 'Archiefzorg op de posten' van 1999 geïntroduceerde primaire, hiërarchische ordening met trefwoorden. Binnen de rubrieken zijn de dossiers zoveel mogelijk chronologisch geordend.
Dossiers oorspronkelijk geordend op basis van de Archiefcode BZ zijn, om een uniforme wijze van ordening te krijgen, overgezet naar de indeling op trefwoord. Dit was mogelijk, aangezien de overstap van een ordening op code naar die op trefwoord nagenoeg niets aan de bestaande dossiervorming veranderde. Daardoor was het mogelijk de oude code-ordening van een dossier om te zetten naar de nieuwe trefwoord-ordening.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B), deels niet openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het Auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Diplomatieke Vertegenwoordiging in India (New Delhi), nummer toegang 2.05.394, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BuZa / Ambassade India 1975-2013, 2.05.394, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Bewaarplaats van originelen
Niet van toepassing
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing
Verwante archieven
Inventaris van de archieven van het Nederlandse Consulaat, later Consulaat-Generaal in India te Bombay (1931-1974) en de Ambassade in India te New Delhi (1951-1974), NA nr. 2.05.187

Bijlagen

Geen bijlagen

Archiefbestanddelen