Terug naar zoekresultaten

2.08.05.44 Inventaris van de verbaalarchieven van het Ministerie van Financiën: Administratie der Posterijen, 1831-1876

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.08.05.44
Inventaris van de verbaalarchieven van het Ministerie van Financiën: Administratie der Posterijen, 1831-1876

Auteur

Centrale Archief Selectiedienst

Versie

11-01-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1995 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Financiën: Administratie der Posterijen
Financiën / Posterijen, 1831-1876

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1831-1876

Archiefbloknummer

F25544

Omvang

; 240 inventarisnummer(s) 20,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Financiën / Administratie der Posterijen, 1831-1876

Samenvatting van de inhoud van het archief

De chronologisch gevormde verbaalarchieven van de verschillende afdelingen van het Ministerie zijn raadpleegbaar met behulp van agenda's, indices en klappers.
Deze toegangen werden niet per afdeling aangehouden, maar voor groepen afdelingen gezamenlijk. Te onderscheiden zijn de volgende series: 1. Generale Secretariaat, Generale Thesaurie (tot 1923 en vanaf 1928), Rijks Uitgaven (tot 1869) en Pensioenen (1904-1933) 2. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, Personeel, Rijksgebouwen (vanaf 1921) 3. Registratie, hypotheken en kadaster (vanaf 1925: Indirecte belastingen) en 4. Posterijen (tot 1876). Omdat bij het samenstellen van deze indices in de loop der jaren een sterk wisselend aantal rubrieken is gebruikt, soms met verschillende trefwoorden voor hetzelfde onderwerp, zijn achteraf per serie over de gehele periode 1831-1935 (Posterijen tot 1876) alfabetische rubriekenlijsten met klappers vervaardigd (toegangen 2.08.09 tot en met 2.08.12). Daarin worden alle jaren vermeld waarin een rubriek voorkomt in de index. Omdat bij veel onderwerpen wordt verwezen naar ruimere trefwoorden als `accijnzen' `directe belastingen', `kadaster', steeds gevolgd door een aantal engere trefwoorden, krijgt de onderzoeker een beter overzicht van het takenpakket.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
In de periode vanaf 1813 vormde de Administratie der Posterijen een zelfstandige dienst, waarbij de postmeester-generaal slechts een comptabele verantwoording naar de minister van Financiën kende. Per 19 september 1831 kwam deze dienst als de Administratie der Posterijen en verdere Middelen van Vervoer onder direct bestuur van de minister van Financiën. De taak bestond uit het onderhouden van contacten met buitenlandse postadministraties, het bestuur over de dienst der brieven- en paardenposterij en de controle op hun financiële verantwoordingen. Bovendien trad men regelend op ten aanzien van de rijksinkomsten uit de middelen van vervoer te lande (in samenhang met het postvervoer) en de middelen van vervoer te water (beurt- en veerschepen).
Mr. J. Pols werd in 1831 als referendaris van de afdeling aangesteld. De in die dagen vigerende wetgeving daterend uit de Franse tijd had een sterk fiscale grondslag, waartegen een groeiend verzet bestond. Tijdens het kabinet Thorbecke kwam onder leiding van minister P.P. van Bosse de wet van 12 april 1850 S. 15 'tot vaststelling van het briefport en tot regeling der aangelegenheden van de brievenposterij' tot stand. Hierin werd onder handhaving van het postmonopolie een redelijker briefporttarief vastgesteld en de dienstverlening belangrijk uitgebreid door de bepalingen inzake de oprichting van postkantoren. Uitvoering aan de wet werd gegeven door een commissie onder leiding van J. Pols. Bij KB van 24 februari 1852 no. 1 werd Pols tevens benoemd tot hoofddirecteur der posterijen, zodat het opperbestuur (wetgeving, instructies, verdragen, toezicht op het hoofdbestuur) en de dagelijkse leiding van de landelijke postdienst in één hand verenigd waren (bovendien was Pols van 1836-1864 nog directeur van het Haagse postkantoor). De inspectietaak werd na 1852 toebedeeld aan 5 inspecteurs, waaronder een hoofdinspecteur (deze laatste functie komt in 1864 te vervallen). De eerdergenoemde personele unie werd in 1864 door Pols' opvolger, J.P. Hofstede, overgenomen. De postdienst en haar kantoren werden na 1850 belangrijk uitgebreid; de verouderde paardenposterij werd in 1854 opgeheven. Na een kleine wetswijziging in 1855 S. 61 werd de postwet in 1870 S. 138 geheel herzien en aldus aan de veranderde omstandigheden aangepast. Ook de internationale verhoudingen ondergingen een belangrijke wijziging. In 1863 vond het eerste internationale postcongres in Parijs plaats en tal van posttractaten werden gesloten op basis van de in 1850 gelegislateerde situatie. Door de oprichting van de Union Générale des Postes in 1874 kregen de verhoudingen een mondiaal karakter.
Bij KB van 6 november 1877 S. 194 werd de afdeling Posterijen ondergebracht bij het nieuw opgerichte Departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Gedurende de gehele periode hebben de afdelingen en administraties van het ministerie hun archivalia in beginsel geordend tot één centraal verbaalarchief, waarbij de besluiten van de minister chronologisch geordend werden op datum van afdoening. Enkele afdelingen hebben echter uit praktische overwegingen gemeend deze centrale ordening te moeten verlaten. Hun stukken werden, na gelicht te zijn uit het verbaalarchief, geordend tot dossiers en bundels op onderwerp. Door deze opsplitsing waren tot 1995 de volgende bestanddelen te onderscheiden:
  • Het openbare verbaalarchief, chronologisch geordend op datum van afdoening, 1831-1935. Omvang 1245 meter.
  • Het kabinets/geheime verbaalarchief, chronologisch geordend op datum van afdoening, 1831-1940. Omvang 38 meter.
  • Het dossierarchief over de periode 1831-1918, dat voornamelijk bestaat uit dossiers van het Generaal Secretariaat, de Administraties van de Generale Thesaurie en van 's-Rijks Uitgaven, de Afdeling Posterijen en de Afdeling Telegrafie. Voorts bestaat dit archief nog uit een aantal losse items van de "belastingafdelingen" (Rijnvaart, handelstraktaten, Ambulante Recherche, Algemeen Zegelkantoor etc). De inventaris op dit bestand, omvang 55 meter, is vervallen, thans is het 2.08.41.
  • Het dossierarchief over de periode 1919-1940, dat voornamelijk bestaat uit dossiers van het Secretariaat, de Thesaurie, het Kabinet en voorts enige commissiearchieven. Toegankelijk met behulp van inventaris 2.08.41. Omvang 145 meter.
  • Het dossierarchief van de Afdeling Pensioenen over de periode (1860) 1904-1933, waarin tevens opgenomen het archief van het Bemiddelingsbureau Wachtgelders 1922-1932. Zie inventaris 2.08.35.01. Omvang 8 meter.
  • Het archief van de Afdeling Erediensten over de periode 1871-1940. Zie inventaris 2.08.13. Omvang 40 meter.
  • De archivalia van de Afdeling Domeinen, die onderverdeeld zijn in de perioden 1823-1868 (hierin tevens de periode 1823-1840 van het Amortisatie Syndicaat), 1869-1913 en 1914-1944. Zie de inventarissen 2.08.16 t/m 21 en 2.08.34.
  • 8De archivalia van de Afdeling Rijksgebouwen (1922-1940) zijn geheel geïncorporeerd in het archief van de Rijksgebouwendienst. Dit archief berust nog bij de Rijksgebouwendienst.
  • Het archief van de Afdeling Kadaster is in vroeger dagen grotendeels illegaal door het ministerie van Financiën vernietigd.
Het probleem bij het openbaar verbaalarchief was echter, dat het afsplitsen van stukken naar afdelingsarchieven geenszins consequent is geschied, waardoor het kan voorkomen, dat men in bepaalde perioden nog ruimschoots stukken in het verbaal aantreft, die in een latere fase tot een dossier zijn gevormd. Wel kan gezegd worden, dat het merendeel en daarmee tevens de meer belangrijke archivalia van het Secretariaat, de Thesaurie, de Rijksuitgaven en van de afdelingen Posterijen en Telegrafie uit het verbaal verwijderd zijn. Het openbaar verbaal bestond aldus voornamelijk uit archivalia afkomstig van de "belastingafdelingen" van het Ministerie.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Teneinde een beter overzicht te krijgen van hetgeen van de verschillende afdelingen van het ministerie in het openbaar verbaal bewaard is gebleven, is deze grote serie in 1994 en 1995 gesplitst in series verbalen per afdeling. Daarmee is bereikt dat de stukken van één afdeling gemakkelijker te raadplegen zijn. Bovendien is daarmee duidelijker gemaakt dat van bepaalde afdelingen bijna niets is bewaard gebleven.
Ordening van het archief
Wijze van raadplegen van het verbaalarchief.
Blijkens de agenda's is het ministerie na de samenvoeging in 1831 pas op 1 januari 1833 begonnen met de vorming van een centraal verbaalarchief (dit gaat voor het geheim archief niet op). Feitelijk heeft dit niet veel betekenis, aangezien alle stukken van het Secretariaat, de Thesaurie en de Rijksuitgaven over 1831-1832 in het dossierarchief zijn opgenomen. In verband met de overdracht rond 1905 van het oude ministeriearchief naar het Algemeen Rijksarchief, is de cesuur op 1830/1831 aangebracht, zodat het archief op 1 januari 1831 aanvangt in plaats van in september 1831.
Bij het openbaar verbaal is tot 1920 dagelijks een agenda van afgedane stukken gevoegd. Per afdeling wordt hierin aantekening gehouden over de herkomst en de inhoud van het stuk en wordt kortelings de strekking van de beschikking omschreven. Na 1920 is een numerieke lijst van het aantal beschikkingen bijgevoegd met aanduiding van de behandelende afdeling. Bovendien zijn er vanaf 1914 per afdeling de z.g. rubriekenlijsten: dagelijkse nummerlijsten van de beschikkingen met verwijzing naar de indexrubrieken.De per jaar samengestelde alfabetische indices van het Ministerie van Financiën beslaan de periode 1831-1935 en zijn onderverdeeld naar de volgende administraties en afdelingen:
  • Generaal Secretariaat, 1831-1913; (Kabinet en) Secretarie, 1913-1935; Administratie van 's-Rijks Uitgaven, 1831-1869; Administratie van de Generale Thesaurie, 1831-1923; Afdeling Pensioenen, 1904-1933; Bemiddelingsbureau Wachtgelders, 1923-1933. De Generale Thesaurie is per 21 maart 1923 een eigen index gaan voeren (zie inv.nrs. 9027-9067: agenda's, indices en klappers).
  • Administratie der Directe Belastingen, In- en Uitgaande Rechten en Accijnzen, 1831-1878; Administratie der Directe Belastingen, Invoerrechten en Accijnzen, 1879-1926; Administratie der Belastingen (uitgezonderd de indirecte belastingen), 1926-1935; Afdeling Personeel, 1831-1935; Afdeling Rijksgebouwen, 1922-1935; Afdeling Comptabiliteit, 1930-1935.
  • Registratie en Loterijen, 1831-1863; Registratie (en Domeinen), 1864-1873; Registratie, 1874-1893; Administratie van de Registratie, Hypotheken en het Kadaster, 1894-1926; Afdeling Indirecte Belastingen van de Administratie der Belastingen, 1926-1935; Afdeling Kadaster, 1926-1929; Afdeling Hypotheken en Kadaster, 1930-1935.
  • Afdeling Posterijen, 1831-1877.
De afdelingen van het ministerie hebben bij het samenstellen van de indices in de loop van ruim honderd jaar een sterk wisselend aantal indexrubrieken gebruikt, waardoor het soms moeilijk is te bepalen in welke rubriek een bepaalde categorie stukken wordt vermeld. Om dit te ondervangen is van iedere index een alfabetische rubriekenlijst met klapper over de gehele periode 1831-1935 gemaakt, die de jaren vermeldt waarin een bepaalde rubriek in de index voorkomt. Het betreft de inventarissen onder nummer:
  • 2.08.09 Hoofdenlijst en klapper Secretariaat, Thesaurie etc,
  • 2.08.10 Hoofdenlijst en klapper Directe Belastingen,
  • 2.08.11 Hoofdenlijst en klapper Indirecte Belastingen,
  • 2.08.12 Hoofdenlijst en klapper Posterijen (1831-1877).
Bij een onderzoek zal men eerst moeten bepalen tot de competentie van welke afdeling of administratie een bepaalde zaak behoorde. In de betreffende indexrubriek in de index vindt men alle stukken omschreven, die in dat jaar over een bepaalde kwestie zijn behandeld met een verwijzing naar de afdoeningsdatum en het nummer.
Heeft men deze datum en nummer gevonden, dan kan men via de agenda's nagaan welke afdeling dit stuk heeft behandeld. Zo het niet is vernietigd, zal dat stuk in het verbaal van de betreffende afdeling te vinden zijn.
Men dient zich wel te realiseren, dat niet ieder archiefstuk bewaard is gebleven: bepaalde categorieën stukken zijn deels of geheel uit het verbaalarchief vernietigd of zijn ondergebracht in een dossier. In c. 90% van de gevallen is dat aangetekend in de agenda, of staat dat vermeld op een verwijsbriefje, die bij de agenda's zijn gevoegd.
Naast de index hebben de afdelingen tevens klappers op namen aangelegd, die direct verwijst naar de afdoeningsdatum. Tevens zijn er bijzondere namenklappers (gratificaties, op namen van N.V.'s, op salarisinhoudingen etc) bijgehouden.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Financiën: Administratie der Posterijen, nummer toegang 2.08.05.44, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Financiën / Posterijen, 1831-1876, 2.08.05.44, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Voor een algemene inleiding op de archieven van het Ministerie van Financieën zie toegang 2.08.05.01 Inventaris van de agenda's en eigentijdse toegangen op het openbaar verbaal archief van het Ministerie van Financiën, 1831-1935.

Bijlagen

Naamlijst van de ministers van Financiën
Datum Gebeurtenis
29-11-1813 - 06-04-1814 Commissaris-generaal van Financiën
06-04-1814 - 16-09-1815 Secretaris van staat
sinds 16-09-1815 Minister
Datum Gebeurtenis
29-11-1813 - 06-04-1814 Canneman, E.
06-04-1814 - 11-04-1821 Six van Oterleek, mr. C.C. baron
11-04-1821 - 01-05-1821 Noël Simons, F.A. (ad interim)
01-05-1821 - 30-03-1824 Elout, mr. C.T.
30-03-1824 - 12-04-1828 Appelius, mr. J.H.
12-04-1828 - 10-06-1828 Ossewaarde, P.A. (a.i.)
10-06-1828 - 05-01-1837 Tets van Goudriaan, mr. A.W.N. van
10-01-1837 - 01-06-1837 Gennep, mr. A. van (a.i.)
01-06-1837 - 09-01-1840 Beelaerts van Blokland, jhr. mr. G.
09-01-1840 - 31-07-1840 Gennep, mr. A. van (a.i.)
31-07-1840 - 25-06-1843 Rochussen, J.J.
25-06-1843 - 22-09-1843 Heim van Duivendijke, mr. J.A. ridder van der
22-09-1843 - 01-01-1848 Hall, mr. F.A. van
01-01-1848 - 25-03-1848 Rappard, mr. W.L.F.C. ridder van
25-03-1848 - 17-05-1848 Schimmelpenninck, G. graaf
17-05-1848 - 03-06-1848 Ossewaarde, P.A. (a.i.)
03-06-1848 - 19-04-1853 Bosse, mr. P.P. van
19-04-1853 - 05-01-1854 Doorn, E.C.U. van
06-01-1854 - 01-05-1854 Hall, mr. F.A. van (a.i.)
01-05-1854 - 18-03-1858 Vrolik, dr. A.
18-03-1858 - 23-02-1860 Bosse, mr. P.P. van
23-02-1860 - 23-02-1861 Hall, mr. F.A. baron van
23-02-1861 - 14-03-1861 Lotsy, mr. J.S. (a.i.)
14-03-1861 - 31-01-1862 Tets van Goudriaan, jhr. mr. J.G.H. van
01-02-1862 - 27-11-1865 Betz, G.H.
27-11-1865 - 10-02-1866 Olivier, mr. N. (a.i.)
10-02-1866 - 01-06-1866 Bosse, mr. P.P. van
01-06-1866 - 03-06-1868 Schimmelpenninck, mr. R.J. graaf
03-06-1868 - 04-01-1871 Bosse, mr. P.P. van
04-01-1871 - 06-07-1872 Blussé van Oud Alblas, mr. P.
06-07-1872 - 27-08-1874 Delden, mr. A. van
27-08-1874 - 03-11-1877 Heim, mr. H.J. baron van der
03-11-1877 - 20-08-1879 Gleichman, mr. J.G.
20-08-1879 - 13-06-1881 Vissering, mr. S.
13-06-1881 - 23-04-1883 Lynden van Sandenburg, mr. C.T. graaf van
23-04-1883 - 04-05-1885 Grobbee, W.J.L.
05-05-1885 - 21-04-1888 Bloem, J.C.
21-04-1888 - 21-08-1891 Godin de Beaufort, jhr. mr. K.A.
21-08-1891 - 09-05-1894 Pierson, mr. N.G.
09-05-1894 - 26-07-1897 Sprenger van Eyk, mr. J.P.
26-07-1897 - 01-08-1901 Pierson, mr. N.G.
01-08-1901 - 16-08-1905 Harte van Tecklenburg, mr. J.J.I.
16-08-1905 - 11-02-1908 Meester, mr. T.H. de
12-02-1908 - 29-08-1913 Kolkman, mr. M.J.C.
29-08-1913 - 24-10-1914 Bertling, A.E.J.
24-10-1914 - 08-02-1916 Treub, mr. M.W.F.
08-02-1916 - 22-02-1917 Gijn, mr. dr. A. van
22-02-1917 - 09-09-1918 Treub, mr. M.W.F.
09-09-1918 - 28-07-1921 Vries, mr. dr. S. de
28-07-1921 - 11-08-1923 Geer, jhr. mr. D.J. de
11-08-1923 - 08-03-1926 Colijn, H.
08-03-1926 - 26-05-1933 Geer, jhr. mr. D.J. de
26-05-1933 - 24-06-1937 Oud, mr. P.J.
24-06-1937 - 19-05-1939 Wilde, mr. J.A. de
19-05-1939 - 25-07-1939 Colijn, dr. H. (a.i.)
25-07-1939 - 10-08-1939 Bodenhaus, C.W.
10-08-1939 - 03-09-1940 Geer, jhr. mr. D.J. de