Terug naar zoekresultaten

2.14.83 Inventaris van het archief van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, (1939) 1946-1997

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.14.83
Inventaris van het archief van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, (1939) 1946-1997

Auteur

PWAA

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
ROB

Periodisering

archiefvorming: 1946-1997
oudste stuk - jongste stuk: 1939-1997

Archiefbloknummer

O19

Omvang

; 1166 inventarisnummer(s) 22,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap / Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Dit archief bevat met name de neerslag van de uitvoerende taken van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. De neerslag van het archief loopt uiteen van algemene stukken met betrekking tot de bedrijfsvoering en vergaderstukken van afdelingen en werkgroepen tot stukken met betrekking tot de specifieke taken van de ROB: stukken met betrekking tot vergunningsaanvragen en de advisering van provincies, lokale overheden en bedrijven betreffende archeologische waarden in het kader van bestemmingsplannen. Ook stukken met betrekking tot Milieu Effect Rapportages (MER) zijn aanwezig.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Deze inventaris heeft betrekking op enkele archiefonderdelen van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Het beleidsterrein monumentenzorg is achtereenvolgend ondergebracht bij de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (1945-1965), de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (1965-1982), de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1982-1994) en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (vanaf 1994).
Op 24 mei 1940 werd voor de archeologische monumentenzorg een afzonderlijke Rijkscommissie voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (RCOB) ingesteld, vooral om de museale- en opgravingactiviteiten beter te coördineren. De RCOB had als taakstelling de Minister te adviseren betreffende het oudheidkundig bodemonderzoek. De uitvoerende instelling van het RCOB was, het eveneens in 1940 opgerichte, Rijksbureau voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (RBOB). Zij was het algemene meldpunt voor bodemvondsten en had als voornaamste taakstelling de documentatie over deze vondsten.
In 1946 werd bij KB de Voorlopige Monumentenraad geïnstalleerd (vanaf 1961 werd dit de Monumentenraad). Deze werd het adviserende orgaan voor het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en was uiteindelijk verantwoordelijk voor de totstandkoming van de eerste Monumentenwet van 1961. De RCOB is in 1946 opgegaan als aparte afdeling in de Monumentenraad. Het RBOB werd in datzelfde jaar opgeheven. De taken van het RBOB werden overgenomen in de in 1947 opgerichte ROB. Deze werd de centrale meldkamer voor oudheidkundige bodemvondsten en ressorteerde direct onder de minister van Cultuur. Het uitvoerende beleid van de minister op het gebied van de monumentenzorg was in handen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) en de ROB en na het samengaan van de twee rijksdiensten in 2006 is de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumentenzorg (RACM) verantwoordelijk voor de uitvoering van de monumentenwet.
De ROB had de volgende taakstelling: Het verrichten van het oudheidkundig bodemonderzoek.
De ROB was weliswaar niet het enige opgravingingsinstuut, wel is de dienst uitgegroeid tot het apparaat van de rijksoverheid voor
  • de geïntegreerde combinatie van archeologisch onderzoek en monumentenzorg;
  • het begeleiden van consolidatieprojecten van onroerende monumenten;
  • het behoud en beheer van de kennis over het bodemarchief;
  • de verspreiding van kennis door middel van onder andere publicaties;
  • het bevorderen van een breed maatschappelijk draagvlak voor de archeologische monumentenzorg;
  • het aansturen van provinciaal archeologen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief is gevormd bij een deel van de uitvoering van de werkzaamheden van de ROB. De neerslag dateert uit (1939) 1946 tot en met 1997 (zowel te bewaren als te vernietigen materiaal). De archieven bevonden zich in de kelderdepotruimte van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumentenzorg (RACM) aan de kerkstraat 1 in Amersfoort. Op 6 februari 2008 werd het archiefmaterieel gecheckt door Hoogduin Papierrestauratoren. Het archief maakte een schone indruk en er zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. De steekproef gaf geen enkel object met schimmel of andere biologische ongerechtigheden.
In het ROB archief heeft geen eerdere bewerking plaatsgevonden en er is niet eerder vernietigd. PWAA zal slechts een deel van het archief van de ROB bewerken. Hierdoor zullen bepaalde taken van de ROB in de archiefonderdelen niet terugkomen. Dit geldt in het bijzonder voor het kennisbeheer en –behoud. Het beheer van de gegevens omtrent archeologische opgravingen en archeologische monumenten zijn namelijk ondergebracht in het Centraal Archeologisch Archief en het Centraal Monumenten Archief (1947-1987). Zodoende worden er ook geen object dossiers door PWAA bewerkt. De RACM heeft aangegeven zelf zorg te dragen voor de overbrenging van deze archieven. Beide archieven zijn door de RACM digitaal opgenomen in Livelink en kunnen via Archis (het door de RACM beheerde geautomatiseerde archeologische informatiesysteem) worden geraadpleegd.
De RCOB was onderdeel van de Monumentenraad en daardoor valt het (gedeeltelijk) onder de zorgdragerschap van de Raad voor Cultuur. Het RCOB archief zal na selectie aan de hand van een BSD van de Raad voor Cultuur, te zijner tijd worden overgedragen.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2008 door Ministerie van OCW overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archiefblok heeft betrekking op de taakstelling en uitvoering van de ROB. Het archief bestaat voornamelijk uit papieren documenten, is van uitvoerende aard en bevat veel documentatiemateriaal. De neerslag van het archief loopt uiteen van algemene stukken met betrekking tot de bedrijfsvoering en vergaderstukken van afdelingen en werkgroepen tot stukken met betrekking tot de specifieke taken van de ROB. Hiermee wordt onder andere bedoeld: stukken met betrekking tot vergunningsaanvragen en de advisering van provincies, lokale overheden en bedrijven betreffende archeologische waarden in het kader van bestemmingsplannen. Ook stukken met betrekking tot Milieu Effect Rapportages (MER) zijn aanwezig. Deze zijn toegankelijk gemaakt door middel van een plaatsingslijst die in de onderhavige inventaris als bijlage (inv.nr. 962) is bijgevoegd. Tevens heeft de ROB opgravingsbevoegdheid. In dit kader is de samenwerking met andere instellingen en personen met opgravingsbevoegdheid van belang.
Selectie en vernietiging
De volgende BSD's zijn gebruikt voor de selectie van het archief:
  • 015 Beheer van de Rijksbegroting, 1945-2000 (Stcrt. 31 maart 2005, nr. 62);
  • 033 Monumentenzorg, 1945-1990 (Stcrt. 9 april 2003, nr. 70);
  • 045 Rijkshuisvesting, vanaf 1945 (Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142);
  • 046 Voorlichting van de rijksoverheid, vanaf 1945 (Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112);
  • 072 Overheidspersoneel, arbeidsverhoudingen bij de overheid, 1945-1995 (1997) (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200);
  • 073 Overheidspersoneel, Arbeidsvoorwaarden rijkspersoneel, 1945-1996 (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200);
  • 075 Overheidspersoneel, Formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit, 1945-1996 (Stcrt. 17 oktober 2001, nr. 201);
  • 076 Overheidspersoneel, arbeidsomstandigheden bij de overheid, 1945-1996 (Stcrt. 17 oktober 2001, nr. 201);
  • 077 Overheidspersoneel, personeelsinformatievoorziening en administratie, 1945-1996 (Stcrt. 17 oktober 2001, nr. 201);
  • 092 Overheidsinformatievoorziening, 1945-1999 (Stcrt. 20 oktober 2003, nr. 202);
  • 101 Adelsbeleid, adelsrecht en het decoratiestelsel, 1945-2000 (Stcrt. 6 juni 2006, nr. 107);
  • 143 Organisatie van de Rijksoverheid, 1945-1999 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245);
  • 969 P-direct mens en werk, vanaf 1945 (Stcrt. 20 novermber 2007, nr. 225).
Er is voornamelijk gebruik gemaakt van BSD 033, Monumentenzorg, omdat oudheidkundig bodemonderzoek valt onder het beleidsterrein monumentenzorg. Het betreft een BSD waarin ook veel uitvoerende handelingen, zoals het behandelen van vergunningsaanvragen, wegens cultuurhistoriche waarde als te bewaren materiaal worden beschouwd. Hiervoor is het speciale selectiecriterium B 10 ontwikkeld. De overige BSD's zijn gebruikt voor vergaderingen, personeelszaken en informatievoorziening. De te vernietigen dossiers bestonden voornamelijk uit (personeels)administratie, werkoverleg en informatievoorziening.
Het archiefblok besloeg in totaal ongeveer 42 meter. Na selectie bleef circa 25,75 meter te bewaren over, de rest is vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
Onderhavig archiefblok is in de loop van 2008 geselecteerd en bewerkt door het Project Wegwerken Archief Achterstanden (hierna PWAA).
Ordening van het archief
Om te komen tot een helder, duidelijk overzicht van de te bewaren documenten is de inventaris als volgt geordend: er is primair onderscheid gemaakt tussen stukken van algemene aard en stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen, secundair op organisme en taakgebieden, tertiair op onderwerp en quartair chronologisch of alfabetisch in het geval van stukken met betrekking tot de monumentenzorg. Deze zijn namelijk als verzameldossiers (op gemeente of provincie) samengesteld. Deze structuur is behouden. Hierdoor bevinden zich meerdere taken van de ROB in een dossier. Bij deze dossiers zijn daarom meerdere handelingen toegekend zodat deze daadwerkelijk de gehele lading dekt.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, nummer toegang 2.14.83, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, ROB, 2.14.83, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Deze inventaris behelst slechts een deel van het archief van het voormalige ROB. Zo staan het Centraal Archeologisch Archief en het Centraal Monumenten Archief nog bij het RACM in Amersfoort. Deze zijn wel digitaal beschikbaar en zullen te zijner tijd worden overgedragen.
Verwante archieven
2.14.73 - Inventaris van het archief van de Afdeling Oudheidkunde en Natuurbescherming en taakvoorgangers van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (1910) 1940 - 1965 (1966).
Het archief van de RCOB valt (gedeeltelijk) onder de zorgdragerschap van de Raad voor Cultuur. Het RCOB archief zal, na selectie aan de hand van een BSD van de Raad voor Cultuur, te zijner tijd worden overgedragen.

Archiefbestanddelen