Terug naar zoekresultaten

2.15.42 Inventaris van de archieven van het Ministerie van Sociale Zaken, Afdeling Arbeid I, Afdeling Arbeidersbescherming, en enige commissies (1934) 1942-1961 (1964)

Het archief bevat stukken betreffende de arbeidsveiligheid en arbeidersbescherming met onderwerpen als de rijtijdenwet, de winkelsluitingswet, vakantie en vakantiespreiding, ploegenarbeid, de veiligheidswet, de steenhouwerswet, de stuwadoorswet en stukken betreffende bedrijfspensioenfondsen.
Voer een zoekterm in
1 / 3 gevonden
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.15.42
Inventaris van de archieven van het Ministerie van Sociale Zaken, Afdeling Arbeid I, Afdeling Arbeidersbescherming, en enige commissies (1934) 1942-1961 (1964)

Auteur

J.Th. Janssen

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1991 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Afdeling Arbeid I / Arbeidersbescherming
SZ / Arbeidersbescherming

Periodisering

archiefvorming: 1942-1961
oudste stuk - jongste stuk: 1934-1964

Archiefbloknummer

S28539

Omvang

; 208 inventarisnummer(s) 6,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid / Afdeling Arbeid I / Arbeidersbescherming Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid / Commissie tot Herziening van de Arbeidswet en de Veiligheidswet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid / Commissie van Advies voor Verenigingsaangelegenheden, , 1942-1961, , 1951-1956, , 1945-1955

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken betreffende de arbeidsveiligheid en arbeidersbescherming met onderwerpen als de rijtijdenwet, de winkelsluitingswet, vakantie en vakantiespreiding, ploegenarbeid, de veiligheidswet, de steenhouwerswet, de stuwadoorswet en stukken betreffende bedrijfspensioenfondsen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van de archiefvormende organen
Bij beschikking van de Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 24 december 1941, no 1132 Kab. Afd. Comptabiliteit werd de Afdeling Arbeid gesplitst in de Afdelingen Arbeid I en Arbeid II. ( Zie: "Inventaris van het archief van de Afdeling Arbeid (en Fabriekswezen) van het Ministerie van Sociale Zaken en taakvoorgangers, 1893-1941" door J.M. Vernie; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1987. )
De Afdeling Arbeid I kreeg tot taak:
  • voorbereiding van wettelijke maatregelen, de arbeidersbescherming betreffende;
  • uitvoering van de Arbeidswet 1919, de Veiligheidswet 1934, de Caissonwet 1905, de Steenhouwerswet, de Stuwadoorswet, de Phosphorluciferswet 1901, de Huisarbeidswet 1933 en de Rijtijdenwet 1936;
  • het treffen van maatregelen ter bevordering van het onderwijs in eerste hulp bij bedrijfsongevallen;
  • behartiging van andere onderwerpen, met de arbeidersbescherming verband houdende, voor zover zij niet behoren tot de werkkring van een der andere afdelingen.
De taken van de Afdeling Arbeid II blijven buiten beschouwing. ( Zie: "Inventaris van het archief van de Afdeling Arbeid II, later afdeling Arbeidsverhoudingen, 1942-1949" door A. Buijteweg; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1982. )
Bij beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 1 februari 1946, no 1172 P, Afd. Compt. werd de taak uitgebreid met de uitvoering van het Buitengewoon Besluit Vereenigingen Werkgevers en Werknemers E 71. Dit besluit had betrekking op de liquidatie van het Nederlandsche Arbeidsfront: de organisatie ingesteld door de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin alle verenigingen van werkgevers en werknemers waren "opgegaan".
Bij beschikking van 18 februari 1947, no 1527 Afd. Compt. kreeg de afdeling de zaken betreffende de internationale arbeidsorganisatie en de daarmee samenhangende aangelegenheden van internationale aard toebedeeld.
Bij beschikking van 28 oktober 1947, no 5954 Afd. Personeel werd de naam van de afdeling gewijzigd in Afdeling Arbeidersbescherming. De taken werden niet veranderd.
De beschikking van 8 maart 1949. no 72P Afd. Personeel gaf de afdeling de zorg voor de bemoeiingen met ondernemings- en bedrijfspensioenfondsen, terwijl de taak ter bevordering van het E.H.B.O.-onderwijs naar een andere afdeling ging.
De beschikking van 27 november 1950, no 1510 P, Afd. Personeel voegde de uitvoering van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds aan de taken toe. De nieuwe afdeling Internationale Zaken van het ministerie nam de taak betreffende de internationale arbeidsorganisatie en de andere internationale aangelegenheden over.
De beschikking van 23 juni 1952, no 413 P, Afd. Personeel voegde de uitvoering van de Silicosewet en van de Wet van 13 juli 1951 betreffende een wekelijkse rustdag voor toonkunstenaars, die dans- en amusementsmuziek ten gehore brengen, aan de bestaande taken toe.
De beschikking van 31 oktober 1953, no 5497 P, Afd. Personeel noemde nog de uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en de Pensioen- en Spaarfondsenwet.
De organisatiebeschikking van 4 februari 1957, no 467 BSG deelde de afdeling in drie secties in, namelijk:
  • de Sectie Arbeidswet;
  • de Sectie Bedrijfspensioenfondsen en
  • de Sectie Ondernemingspensioenfondsen.
De taak van de afdeling werd nu omschreven als:
"Bevordering en toepassing van maatregelen met betrekking tot de arbeidersbescherming, daaronder begrepen behandeling van internationale aangelegenheden op dat terrein, alsmede van aangelegenheden betreffende vrijwillig tot stand gekomen pensioenvoorzieningen."
  • De Sectie Arbeidswet kreeg tot taak de behandeling van de zaken met betrekking tot de Arbeidswet 1919, Veiligheidswet 1934, Steenhouwerswet 1921, Stuwadoorswet, Huisarbeidswet 1933, Rijtijdenwet 1936, Silicosewet, Wet op de gevaarlijke werktuigen, Wet betreffende een wekelijkse rustdag voor toonkunstenaars, die dans- en amusementsmuziek ten gehore brengen, Caissonwet 1905, Phosphorluciferswet 1901, beroepsarbeid gehuwde vrouwen, de gevolgen van eventuele verkorting van de arbeidstijd en jeugd in de bedrijven.
  • De Sectie Bedrijfspensioenfondsen kreeg toebedeeld de uitvoering van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds, de Pensioen- en Spaarfondsenwet voor zover betreft bedrijfspensioenfondsen en alle andere vraagstukken aangaande deze fondsen.
  • De Sectie Ondernemingspensioenfondsen kreeg onder haar hoede de uitvoering van de Pensioen- en Spaarfondsenwet voor zover betreft ondernemingspensioenfondsen en het voldoen aan deze wet door middel van levensverzekeringsovereenkomsten, alsmede alle andere vraagstukken aangaande deze fondsen en overeenkomsten.
Besloten werd met ingang van 1 januari 1962 de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie te kombineren met de Afdeling Arbeidersbescherming tot een Directie voor de Arbeid. Hiermee hield de afdeling op te bestaan. (Circulaire van 21 december 1961, no 771 G, Afd. BSG)
De afdeling werd van 1942 tot 1950 geleid door Mr. M.A. Engels. Hij werd opgevolgd door Mr. D. Koning die tot aan de opheffing Hoofd van de afdeling bleef.
De afdeling was gevestigd op het Prins Hendrikplein 14 te 's Gravenhage.
Commissie van advies voor verenigingsaangelegenheden 1945-1956.
De Commissie werd ingesteld bij beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 11 augustus 1945, no. 4381, Afdeling Arbeid I.
De instelling geschiedde om uitvoering te geven aan artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 8 september 1944, houdende vaststelling van het Buitengewoon Besluit Verenigingen van werkgevers en werknemers, Stbl. E 71.
De taak van de commissie werd omschreven als:
"Advies uitbrengen en verlenen van bijstand aan de overheid bij hun taak van rechtsherstel, voortvloeiende uit het ingrijpen door de Duitse bezettingsautoriteiten in het organisatiewezen van werkgevers en werknemers."
Advies werd uitgebracht aan de Ministers van Sociale Zaken en van Justitie en aan de Regeringscommissaris voor de liquidatie van het Nederlandsche Arbeidsfront. (Besluit E 71 bepaalde in artikel 4 dat er door de Minister van Sociale Zaken een Regeringscommissaris voor de verenigingen van werkgevers en één voor de verenigingen van werknemers zou benoemd worden. Deze twee funkties werden tezamen waargenomen door Dr.Ir. A.H.W. Hacke, Directeur-Generaal van den Arbeid. De titel van de funktie werd veranderd in: Regeringscommissaris voor de liquidatie van het Nederlandsche Arbeidsfront.)
De Regeringscommissaris werd krachtens artikel 1, lid 2 van Besluit E 71 belast met de liquidatie van het Nederlandsche Arbeidsfront. Tijdens de Duitse bezetting waren de verenigingen van werkgevers en werknemers door de Duitsers ontbonden. Het geheel werd samengevoegd en omgedoopt in het "Nederlandsche Arbeidsfront" (N.A.F). Alle bezittingen van de verenigingen werden hierin samengevoegd. Leider van het N.A.F. werd H.J. Woudenberg. Na de oorlog werd het N.A.F. geliquideerd krachtens Besluit E 71.
Bepaald werd dat een herrezen vereniging van werkgevers of van werknemers pas rechtspersoonlijkheid zou verkrijgen als aangetoond werd, dat ze een voortzetting was van een op 10 mei 1940 bestaande erkende vereniging. Hiervoor werden verklaringen van voortzetting afgegeven door de Minister van Justitie en van Sociale Zaken gezamenlijk. Over de afgifte van deze verklaringen bracht de Commissie advies uit.
Ook bracht de Commissie advies uit over de methode van liquidatie, de overdracht van eigendommen en de verlening van voorschotten ex artikel 3 van Besluit E 71.
Bij de instelling was Jhr.Mr. M. van der Goes van Naters voorzitter. Leden waren A.C. de Bruijn, E. Kupers en A. Stapelkamp van de werknemersorganisaties. Secretaris was Mr.Ir. A.W. Quint. Later werden ook enige leden benoemd uit werkgeversorganisaties en wel: Mr. D.U. Stikker, A. Borst en Dr. L.G. Kortenhorst. Mr. A.M. Engels, Hoofd van de Afdeling Arbeid I volgde Jhr.Mr. de Goes van Naters op als voorzitter van de Commissie na diens ontslagverlening per 21 oktober 1946.
Na oktober 1951 werd niet meer vergaderd. Voorzitter Engels en Secretaris Quint behandelden samen de aanvragen. Vanaf november 1955 werden de secretariaatswerkzaamheden verricht door een ambtenaar van de Afdeling Arbeidersbescherming.
De commissie werd opgeheven bij beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 13 april 1956, no. 433, Afdeling Arbeidersbescherming.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief was merendeels opgenomen in het archief van het Directoraat-Generaal van de Arbeid van het Ministerie van Sociale Zaken. Dit in verband met de samenvoeging van de Afdeling Arbeidersbescherming met de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie tot een Directie (later Directoraat-Generaal) van de arbeid met ingang van 1 januari 1962.
Na diverse overdrachten van archiefstukken van het DG van de Arbeid aan het Historisch Archief van het Ministerie werden de stukken van de afdeling van het archief van het DG van de Arbeid afgescheiden en beschreven.
Stukken betreffende de totstandkoming en wijziging van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds en van de Pensioen- en Spaarfondsenwet werden in 1989 door de Hoofdafdeling Volksverzekeringen en Pensioenen van het Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid (vroeger Sociale Verzekering) van het Ministerie aan het Departementaal Archief (vroeger Historisch Archief) overgedragen.
Ook in het archief van de Directie Internationale Zaken van het Ministerie waren stukken van de afdeling aanwezig. Omdat deze stukken deel uitmaken van een onafgebroken serie betreffende de Internationale Arbeids Organisatie (ILO) werd besloten deze stukken niet te verwijderen om de serie niet te verbreken. Stukken betreffende werkzaamheden inzake de internationale arbeidsorganisatie en de daarmee samenhangende werkzaamheden van internationale aard moeten dus voor de periode 1947-1950 gezocht worden in dat betreffende archief.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging Een deel van de archieven werd vernietigd. Toestemming tot incidentele vernietiging werd verleend bij brief van de Rijksarchiefdienst/Rijksarchiefinspectie, d.d. 28-01-1991, nr. CD/RAI/91/13/WK. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Centrale Directie Algemene Zaken
Algemene Secretarie
VERKLARING VAN VERNIETIGING
(als bedoeld in artikel 5 van het Archiefbesluit)
De projectcoördinator Vernietigingsaangelegenheden, E. P. Veltkamp, verklaart hierbij ter vernietiging te hebben overgedragen aan Lignac & Levisson BV te Apeldoorn de dossiers uit de archieven van de - Afdeling Arbeid I/Arbeidersbescherming, 1942-1962 en van de Commissie tot herziening van de Arbeidswet en de Veiligheidswet, 1951-1956 en de Commissie van advies voor verenigingsaangelegenheden, 1945-1956, met een omvang van ca. 11 strekkende meter, zoals opgesomd in de bij deze verklaring gevoegde dossierinventaris. Deze vernietiging vindt plaats op grond van de machtiging van de Algemene Rijksarchivaris, gegeven bij brief van de RAD/RAI, d.d. 28 januari 1991, nr. CD/RAI/91/13/WK. 's-Gravenhage, 25 juli 1991 Een exemplaar van deze verklaring alsmede van de dossierinventaris wordt bewaard door de Algemene Secretarie en het organisatie-onderdeel waarvan de vernietigde dossiers afkomstig zijn.
  1. Stukken betreffende de aanwijzing van comptabelen in het algemeen.
  2. Stukken betreffende de toepassing van het Reisbesluit tijdens de Tweede Wereldoorlog.
  3. Stukken betreffende de toepassing van het Ziekenfondsbesluit in het algemeen.
  4. Stukken betreffende deelname aan cursussen in het algemeen.
  5. Stukken betreffende individuele aanstellingen in diverse funkties.
  6. Stukken betreffende het doen van voorstellen en de verlening van adviezen aan het Kabinet van de Minister inzake de toekenning van koninklijke onderscheidingen.
    N.B. Het betreft niet de originele dossiers betreffende de onderscheidingen.
  7. Stukken betreffende de toepassing van op bevel van de Duitse bezetter door andere instanties getroffen maatregelen inzake bezoldiging.
  8. Stukken betreffende mededelingen aan derden inzake organisatie, taken en aktiviteiten van het Ministerie.
  9. Stukken betreffende ingestelde beroepen tegen beschikkingen inzake de uitvoering van de Arbeidswet 1919 en de Veiligheidswet 1934.
  10. Stukken betreffende de verlening van algemene en individuele vergunningen ter uitvoering van diverse wetten.
  11. Stukken betreffende de goedkeuring van werktijdregelingen in individuele gevallen.
  12. Stukken betreffende de beantwoording van vragen, klachten etc. en correspondentie van algemene aard inzake de uitvoering van diverse wetten.
  13. Stukken betreffende de verlening van subsidies aan het Veiligheidsmuseum en aan het Museum van den Arbeid.
  14. Stukken houdende correspondentie van algemene aard en documentatie inzake bedrijfsgeneeskundige diensten in het kader van de uitvoering van de Veiligheidswet 1934.
  15. Stukken betreffende de uitvoering van
    • de Arbeidswet 1919,
    • de Rijtijdenwet en het ~ besluit.
    • de Winkelsluitingswet 1930 en het ~ besluit 1941,
    • de Huisarbeidswet en het ~ besluit,
    • de Veiligheidswet 1934.
    • de Steenhouwerswet 1911,
    • de Stuwadoorswet,
    • de Silicosewet,
    • de Wet op de Gevaarlijke Werktuigen,
    • de Caissonwet,
    • Verordeningen en andere Duitse bezettingsmaatregelen in het algemeen.
  16. Stukken betreffende verstrekte inlichtingen en correspondentie van algemene aard inzake de toepassing van wetten en besluiten betreffende pensioenfondsen.
  17. Stukken betreffende de verlening van dispensaties ingevolge artikel 12 van het Koninklijk Besluit van 31 maart 1908, Stb. 94 van de voorschriften gesteld in de artikelen 2 tot en met 11 van genoemd besluit met betrekking tot de (gewijzigde) statuten van pensioenfondsen.
  18. Stukken betreffende de liquidatie van het bezettingsrecht door de Staatscommissie Bezettingsrecht.
    N.B. Deze commissie is ingesteld door het Ministerie van Justitie.
  19. Stukken betreffende de afgifte van verklaringen van voortzetting van door de Duitse bezetter opgeheven of ontbonden verenigingen van werkgevers en werknemers, ex artikel 2 van het Buitengewoon Besluit Verenigingen van Werkgevers en Werknemers, Stb. E 71.
  20. Stukken betreffende de verlening van voorschotten ex artikel 3 van het Buitengewoon Besluit Verenigingen van Werkgevers en Werknemers, Stb. E 71.
Verantwoording van de bewerking
De stukken waren voor het grootste gedeelte gehecht in mappen en in chronologische volgorde opgeborgen.
Blijkens archiefrapporten van 1945 waren de stukken volgens onderwerp in dossiers opgeborgen. De dossiers waren op hun beurt in portefeuilles gerangschikt. Als neveningangen werd gebruik gemaakt van een index en een personenregister.
Door de vermenging van de archieven van de afdeling en het DG van de Arbeid was van de oude ordening weinig meer terug te vinden.
Bij de inwerkingtreding van het Besluit post- en archiefzaken Rijksadministratie 1950 Stbl. K 425 werden kennelijk veel dossiers van een klassificatienummer voorzien, ook als het dossier al oudere stukken bevatte. Hierdoor werd het aanbrengen van een scheiding van gekodeerde en ongekodeerde stukken onmogelijk. Bij de samenstelling van de inventaris werd tussen beide categorieën stukken geen verschil gemaakt.
Bij de inventarisatie werd bij de indeling van de stukken betreffende de taakuitoefening in grote trekken gebruik gemaakt van de indeling van de inventaris van het archief van de Afdeling Arbeid (en Fabriekswezen) ( J.M. Vernie: Inventaris van het archief van de Afdeling Arbeid (en Fabriekswezen) van het Ministerie van Sociale Zaken en taakvoorgangers, 1993-1941. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1987. ) , namelijk:
  • tegengaan van overmatige arbeid;
  • tegengaan van gevaarlijke arbeid; etc.
De stukken betreffende wetgeving en uitvoering van de Arbeidswet 1919 en Veiligheidswet 1934 werden zoveel mogelijk geordend volgens de volgorde van de artikelen van de betreffende wetten.
Het archief van de Commissie van advies voor verenigingsaangelegenheden berustte bij het Directoraat-Generaal van den Arbeid en werd aan het toenmalige Historisch Archief overgedragen.
Het bestond voor het grootste deel uit dossiers betreffende de verlening van advies inzake de toekenning van verklaringen van voortzetting en van de verlening van voorschotten. Deze dossiertjes werden vernietigd na verkregen toestemming van het Algemeen Rijksarchief.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Afdeling Arbeid I / Arbeidersbescherming, nummer toegang 2.15.42, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, SZ / Arbeidersbescherming, 2.15.42, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen