Terug naar zoekresultaten

2.19.323 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Arbeidsinzet

Dit archief bevat informatie over Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwillig of gedwongen tewerkgesteld zijn in Duitsland. Het bevat patiëntendossiers van hen die in een ziekenhuis opgenomen zijn geweest. Het bevat ziekenfondskaarten, loonkaarten en personeelskaarten, gegevens over de burgerlijke stand en strafvervolgingen.

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.323
Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Arbeidsinzet

Auteur

Het Nederlandse Rode Kruis en het Nationaal Archief

Versie

22-11-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Het Nederlandse Rode Kruis - Arbeidsinzet
NRK - Arbeidinzet

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1939-1947

Archiefbloknummer

I28572

Omvang

4063 inventarisnummer(s); 48,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

(1943-1948)(1947 - heden)(1947 - heden) Central Tracing Bureau (UNRRA) United Nations relief and Rehabilitation Administration (UNRRA) International Refugee Organization (IRO) Supreme Headquarters, Allied Expeditionary Force (SHAEF), Division Displaced Persons Branch Netherlands Tracing Mission, Arolsen, 1947-1952 Het Nederlandse Rode Kruis / Informatiebureau, 1914-1998 International Tracing Service

Samenvatting van de inhoud van het archief

Dit archief bevat informatie over Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwillig of gedwongen tewerkgesteld zijn in Duitsland. Het bevat patiëntendossiers van hen die in een ziekenhuis opgenomen zijn geweest. Het bevat ziekenfondskaarten, loonkaarten en personeelskaarten, gegevens over de burgerlijke stand en strafvervolgingen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis
De vereniging Nederlandse Rode Kruis (NRK) is in 1867 opgericht met als doelstelling:
"In tijd van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmiddelen te helpen verzachten, ook dan, wanneer hare hulp wordt gevraagd door oorlogvoerende natiën, terwijl Nederland in den oorlog niet betrokken is; In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn."
In 1909 krijgt het NRK bij Koninklijk Besluit de aanvullende opdracht om bij mobilisatie een informatiebureau voor zieken en gewonden in te richten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voert het Informatiebureau (hierna: IB) voor de eerste keer de werkzaamheden van deze oorlogstaak uit. Primair bestaat de taak uit het inwinnen en uitwisselen van informatie over militairen, krijgsgevangenen en geïnterneerden. Daarnaast levert het IB hulppakketten aan krijgsgevangenen en sociale zorg aan hun verwanten.
Het takenpakket van het IB groeit in de loop der jaren en dat is aanleiding om in 1936 het IB in vier afdelingen te verdelen: ( Verslag van het Nederlandse Roode Kruis gedurende de periode augustus 1939 december 1940 )
  1. Afdeling I: Belast met aangelegenheden omtrent Nederlandse militairen;
  2. Afdeling II: Belast met aangelegenheden omtrent militairen van vreemde nationaliteit;
  3. Afdeling III: de Gravendienst, onder andere belast met de identificatie van onbekende gesneuvelden;
  4. Afdeling IV: Belast met het zenden van pakketten aan krijgsgevangenen, geïnterneerde burgers en gijzelaars.
Daarnaast heeft het IB een algemeen secretariaat en een staf voor de financiële administratie.
Vanwege de groeiende internationale spanningen stelt het NRK het IB op 29 augustus 1939 opnieuw in werking. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nemen de werkzaamheden van het IB explosief toe. Het IB richt zich op militairen maar er blijkt ook behoefte aan informatie over burgers. In juni 1940 richt het IB daarom het Correspondentiebureau en de Inlichtingendienst voor Burgers op. ( Het correspondentiebureau probeerde contact tussen burgers in Nederland en burgers in het buitenland mogelijk te maken. Het Inlichtingenbureau behandelde vragen betreffende Nederlandsche vluchtelingen, Nederlanders in het buitenland en opvarenden van Nederlandse koopvaardijschepen. ) Deze diensten staan los van het IB maar zijn er wel nauw mee verbonden. Tijdens de oorlog blijken er toch nog groepen geïnterneerden en gevangen te zijn die niet voorkomen in de instructie van het IB. Daarom richt het IB in mei 1943 de Afdeling V op. Deze afdeling gaat zich bezighouden met bijzondere aangelegenheden, zoals het verstrekken van inlichtingen over personen in gevangenissen. ( Het Nederlandse Rode Kruis (1867-1967) door G.M. Verspyck ) Na de oorlog stelt het IB nieuwe afdelingen in om de informatiestromen beter te kunnen verwerken: ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse )
  1. Afdeling A: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse militairen (inclusief Nederlanders in geallieerde dienst).
  2. Afdeling B: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde militairen (inclusief Nederlanders in Duitse dienst).
  3. Afdeling C: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse burgers.
  4. Afdeling D: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde burgers.
  5. Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
Na de capitulatie van Japan houdt Afdeling A zich bijna alleen nog maar bezig met de Nederlandse militairen in en rond Nederlands-Indië. Het blijkt ook praktischer alle zaken met betrekking Nederlands-Indië door dezelfde afdeling uit te laten voeren. Dit wordt voortaan gedaan door Afdeling A. De nog lopende zaken over Nederlandse militairen in Europa worden door afdeling A overgedragen aan Afdeling C. Eind 1945 worden ook de taken van Afdeling D bij Afdeling C gevoegd.
In de eerste jaren na de oorlog bestaat de taak van het IB voornamelijk uit het vaststellen van het lot van weggevoerde personen. Op 12 september 1945 wijst het NRK het IB dan ook aan als National Tracing Bureau. Ook andere instanties houden zich met opsporing bezig wat het opsporingswerk niet ten goede komt. In 1946 besluit de regering daarom de opsporingstaak te centraliseren bij het IB. De werkarchieven van de andere instanties worden naar het IB overgebracht. ( Luijters, G., Schutz, R. en Jongman, M. (2017). De Deportaties uit Nederland 1940-1945. Portretten uit de archieven. )
Het IB neemt lange tijd een zelfstandige plaats in binnen het Nederlandse Rode Kruis. Het heeft een eigen directeur en wordt tot het voorjaar van 1946 gefinancierd door het Ministerie van Oorlog. Hierna neemt het Ministerie van Sociale Zaken de financiering (deels) over.
Dit zorgde er ook voor dat het IB een nieuwe indeling kreeg: ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse )
  1. Afdeling A: Belast met alle werkzaamheden betreffende Nederlandse militairen en burgers in Indië en het verre Oosten.
  2. Afdeling B: Belast met alle aangelegenheden betreffende Nederlanders in Duitse dienst en buitenlandse militairen (zogenaamde vreemde militairen).
  3. Afdeling C: Belast met de aanleg van een Centrale Europese Cartotheek, het beheer van de documentatie en het archief en zaken die niet onder één van de andere afdelingen vallen zoals childtracing.
  4. Afdeling E: Belast met alle aangelegenheden betreffende vermiste ex-politieke gevangenen.
  5. Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
  6. Afdeling H: Belast met alle aangelegenheden betreffende gedwongen en vrijwillig tewerkgestelde arbeiders.
  7. Afdeling J: Belast met aangelegenheden betreffende Joden.
Eind jaren veertig begon de hoeveelheid werkzaamheden van het IB af te nemen. Diverse afdelingen werden hierdoor opgeheven. ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1948 tot en met 1953 door J. van de Vosse ) Het IB bleef wel particulieren voorzien van informatie over oorlogsgetroffenen in Europa en Indonesië. Ook de gravendienst bleef actief. Vanaf de jaren ’60 werd steeds vaker onderzoek gedaan ten behoeve van de verificatie van uitkeringsaanvragen van oorlogsgetroffenen, wat leidde tot de vorming van een aparte sectie voor verificatieonderzoek van het IB. Gedurende de jaren ’70 werden ook kleine wijzigingen doorgevoerd. Om een betere groepering van de werkzaamheden te krijgen werd in 1981 een grotere herindeling van de taken doorgevoerd: ( Jaarverslag van het informatiebureau 1981 )
  1. a. Archief / documentatie / Oorlogsinformatie
  2. b. Opsporingen / algemene informatie
  3. c. Rampeninformatie binnenland / verbindingen
In de jaren die volgden vonden er nog meermaals (kleine) herindelingen plaats. Halverwege de jaren negentig werd een grote reorganisatie ingezet. Voor de afhandeling van aanvragen met betrekking tot de periode rond de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië werd een aparte afdeling ingericht: Oorlogsnazorg. Het IB werd hiermee opgeheven. In 2014 werd de naam gewijzigd in Oorlogsarchief en werd de taak overgebracht naar de afdeling Opsporing en Ondersteuning. ( Jaarverslag van het Nederlandsche Rode Kruis 2014 )
Opsporingsbureaus
In meerdere Europese landen worden tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit de nationale Rode Kruis organisaties speciale opsporingsbureaus opgericht. Deze krijgen als taak onderzoek te doen naar het lot van oorlogsslachtoffers. Die informatie moet worden verzameld en aan de onmiddellijke behoeften van vrijgelaten gevangenen en gedeporteerden moet worden voldaan.
De Supreme Headquarters Allied Expeditionary Forces (SHAEF) richt in 1945 het Central Tracing Bureau (CTB) op. Het CTB had tot taak ontheemden op te sporen en te registreren. De informatie werd doorgegeven aan de nationale opsporingsbureau’s. Na de opheffing van SHAEF in juli 1945 wordt de verantwoordelijkheid overgedragen aan de United Nations Relief and Rehabilitation Administration (UNRRA). In juli 1947 neemt de IRO (Internationale Vluchtelingenorganisatie) deze taak op zich.
In januari 1946 wordt het CTB gevestigd in Bad Arolson in Noord-Hessen. Bad Arolson ligt centraal ten opzichte van de vier zones waarin Duitsland door de geallieerde strijdkrachten is opgedeeld. Bovendien zijn de gebouwen en de infrastructuur van de stad redelijk ongeschonden. Vanaf 1947 heet het CTB International Tracing Service (ITS). In 2019 verandert de naam in Bad Arolson Archives; International Centre on Nazi Persecution.
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog verstrekt het IB informatie over onder andere vermiste burgers, militairen en krijgsgevangen aan particulieren, onderzoekers en overheidsinstanties. Het IB ontvangt deze informatie diverse (buitenlandse) opsporingbureaus, zoals het ITS (International Tracing Service). Het krijgt ook de beschikking over archiefbestanden, zoals het archief van kamp Westerbork. ( An introduction to the International Tracing Service. ) Vanaf 1947 is de opsporing van vermiste Nederlanders de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Missie tot Opsporing van Vermiste Personen uit de Bezettingstijd die dat jaar is opgericht. De missie is opgericht om in Duitsland op zoek te gaan naar vermiste personen en documentatie die kan helpen bij het opsporen van vermisten en/of het vaststellen van het lot van de personen in kwestie. De opsporing door alleen maar gebruik te maken van archieven en cartotheken blijkt geen voldoende resultaten meer te bieden. Veldwerk in Duitsland zelf is noodzakelijk.
In Duitsland zijn sinds de capitulatie reeds Nederlandse Rode Kruis-teams bezig met de opsporing van vermiste personen. De Nederlandse Militaire Missie in Duitsland draagt de opsporing in Duitsland over aan het Nederlandse Rode Kruis. Met de instelling van de Missie tot Opsporing worden de Rode Kruis-teams vervangen door medewerkers van de Missie tot Opsporing ook wel bekend als Netherlands Tracing Mission.
Het Informatiebureau blijft wel betrokken bij de opsporingswerkzaamheden. Het bureau wordt belast met de administratieve kant van de opsporing, zoals het beheer van de persoonsdossiers. ( www.oorlogsgetroffenen.nl, geraadpleegd op 4 november 2019 )
Geschiedenis van het archiefbeheer
De gegevens en documenten zijn in Kreisen (districten) opgespoord en verzameld via de zonale geallieerde opsporingsbureaus in Duitsland. Het betreft informatie over Nederlanders die zich in Duitsland bevonden of zijn overleden. De documenten uit de Kreisen wordt bij het Informatiebureau aangeduid als 'Kreismateriaal'. De documenten zijn aangetroffen of opgeëist bij verschillende organisaties, zoals burgerlijke overheden, Duitse gevangenissen en ziekenhuizen. De overeenkomende factor is dat in de documenten Nederlanders genoemd worden die in Duitsland tewerk zijn gesteld. Het Central Tracing Bureau heeft dit materiaal ter beschikking gesteld aan het Informatiebureau van het Rode Kruis.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het deelarchief bestaat uit informatie over Nederlanders die al dan niet gedwongen tijdens de tweede wereldoorlog in Duitsland tewerk zijn gesteld.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij bewerking niets vernietigd.
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
In 2022 is er een aparte rubriek ''rubriek 1.11'' aangemaakt om de medische patiëntendossiers die afgesplitst zijn van inv.nr. 201-1325 onder te brengen. Er resteert binnen deze toegang nog een ''rubriek 1.9'' met nader te rubriceren stukken, dit materiaal kent wel een beschrijving maar moet nog geplaatst worden onder één van de rubrieken waar het betrekking op heeft.
Ordening van het archief
Nagenoeg het hele deelarchief is geordend naar de wijze waarop de inhoud verzameld is. Dat wil zeggen dat er een onderverdeling is naar zone, Frans, Brits, Russisch, Amerikaans en Berlijn en binnen die zones een onderverdeling naar Kreis. De personeelskaarten, Krankenkaskaarten en patiëntenstatussen zijn binnen deze structuur alfabetisch op achternaam geordend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Bij besluit in 2023 zijn de niet-medische gegevens openbaar geworden (inv.nrs. 201-1325). De medische gegevens uit deze dossiers zijn afgesplitst en blijven beperkt tot 01-01-2025. Zie rubriek 1.11.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Het Nederlandse Rode Kruis - Arbeidsinzet, nummer toegang 2.19.323, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, NRK - Arbeidinzet, 2.19.323, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Mogelijk zijn er originelen van stukken in dit archief aanwezig bij het International center on Nazi Persecution in Bad Arolsen
Afgescheiden archiefmateriaal
Verwante archieven
2.15.20 Inventaris van het archief van het Rijksarbeidsbureau in Oorlogstijd (archiefinventaris 2.15.20)
2.19.287 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: Centrale Europese Cartotheek (CEC) (archiefinventaris 2.19.287)
2.19.288 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau:Persoonsdossiers Europees (archiefinventaris 2.19.288)
2.19.301 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Tewerkgestelden ITS Cartotheek (archiefinventaris 2.19.301)
2.19.310 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Documentatie (archiefinventaris 2.19.310)
2.19.322 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: Eigen archief (archiefinventaris 2.19.322)
2.19.324 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: Restbestand (archiefinventaris 2.19.324)
Publicaties
Grüter, R., Kwesties van leven en dood; Het Nederlandse Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog , Amsterdam, 2017
Luijters, G., Schütz, R. en Jongman, M., De deportaties uit Nederland 1940-1945; Portretten uit de archieven , Amsterdam, 2017
Schütz, R., Vermoedelijk op transport; De Joodsche Raadcartotheek als informatiesysteem binnen sterk veranderende kaders: repressie, opsporing en herinnering. Een archiefwetenschappelijk onderzoek naar de herkomst, het gebruik en het beheer van een bijzondere historische bron Amsterdam, 2011
Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939-1947 , Den Haag, 1948
Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1948-1953 , Den Haag, 1953

Archiefbestanddelen