Terug naar zoekresultaten

3.02.10.05 Inventaris van het archief van de Onder-prefect en Districtscommissaris van het arrondissement Leiden, (1808) 1812-1813 (1815)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.02.10.05
Inventaris van het archief van de Onder-prefect en Districtscommissaris van het arrondissement Leiden, (1808) 1812-1813 (1815)

Auteur

J.C. Kort

Versie

09-10-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1996 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Onder-prefect Leiden
Onder-prefect Leiden

Periodisering

archiefvorming: 1812-1813
oudste stuk - jongste stuk: 1808-1815

Archiefbloknummer

35705

Omvang

; 320 inventarisnummer(s) 14,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Onderprefect in het arrondissement Leiden Districts-commissaris in het arrondissement Leiden, , 1812-1813, , 1813-1815

Samenvatting van de inhoud van het archief

De onder-prefect vervulde een rol als schakel tussen de prefect en de gemeenten van het arrondissement. Hij werd bijgestaan door een arrondissementsraad. Het archief van de onder-prefect en van zijn rechtsopvolger, de districtscommissaris, bevat o.a. (agenda's van) ingekomen stukken en kopieboeken van uitgaande brieven. Verder zijn de stukken rubrieksgewijs geordend met uiteenlopende rubrieken als bestuur, gemeenten, justitie, kerkelijke zaken, militaire zaken, onderwijs en volksgezondheid.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Bestuurlijke organisatie en grondgebied
Bij de inlijving van het koninkrijk Holland in het Franse keizerrijk werd het eerste kwartier van het departement Maasland van de hoofdplaats Leiden overgebracht naar Den Haag. Bij Keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 werd echter een nieuw en kleiner arrondissement Leiden van Den Haag afgesplitst. De afscheiding was per 1 januari 1812 met de aanstelling van Dirk Cornelis Gevers van Endegeest (1763-1839) als onder-prefect een feit. Hij bleef aan tot het eind van de Franse tijd.
Na de aftocht van de Fransen in november 1813 werd D. van Leyden Gaal bij besluit van het Algemeen bestuur van 28 november 1813, nr. 26, tot districtscommissaris benoemd ( Archief Staatssecretarie. inv.nr. 1. ) . Het centrale bestuur ging in de loop van het volgende jaar over tot opheffing van het bestuur van de provincies zoals dat van Napoleon was geërfd. Bij Koninklijk Besluit van 6 september 1814, nr. 38, werd bepaald, dat de functie van districtscommissaris per 31 december 1814 zou worden opgeheven. Bij Koninklijk Besluit van 26 december 1814, nr. 51, werd bepaald, dat opheffing zou worden uitgesteld tot 1 maart 1815. Voor Leiden werd de taak van de districtscommissaris beperkt tot die van kolonel van de landstorm, welke tot 16 april 1815 werd waargenomen door F.J.A. Pagenstecher. Met zijn vertrek kwam inderdaad een einde aan het bestuur uit de Franse tijd.
Taken
De onder-prefect was de schakel tussen de prefect en de gemeenten van het arrondissement. Als zodanig was hij hem verantwoording schuldig voor de uitvoering van het bestuur. De taken waren die, welke de prefect hem opdroeg. Zo werd de onderprefect ingeschakeld bij de invoering van de Franse conscriptie, het belastingstelsel en de invoering van de Franse rechterlijke organisatie. De onder-prefect werd bijgestaan door de arrondissementsraad, die voor dit archief echter geen stukken heeft gevormd.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Archiefvorming
Het archief betreffende Leiden was in 1811 gevormd door de onder-prefect van Den Haag. Deze heeft slechts weinig aan zijn nieuwe collega overgedragen: gemeenterekeningen, staten van fabrieken en registers van de conscriptie. Voor de vorming van zijn archief paste de onder-prefect van meet af aan het Franse agendastelsel toe. De ingekomen stukken ontvingen het nummer van binnenkomst van de agenda. Het werd bij deze stukken links van het midden in rode inkt genoteerd. De datum van inkomst werd niet vermeld, zodat men deze aan de agenda's moet ontlenen. Naast klassieke agenda's, waarin de stukken numeriek werden ingeschreven, legde men ook gerubriceerde agenda's aan, waarin dezelfde stukken naar onderwerp zijn opgevoerd. Naast geregistreerde ingekomen stukken vindt men ook hier stukken, die niet geregistreerd waren.
Geschiedenis van het archief en eerdere bewerkingen
Over plaatsing en ordening van het archief in zijn tijd is niets bekend. Bij de opheffing van de functie van districtscommissaris bij Koninklijk Besluit van 26 december 1814, nr. 51, werd onder meer bepaald, dat het archief van hem en zijn voorganger moest worden overgedragen aan de gouverneur. In 1821 bevond het zich in wanorde in de griffie van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, waar commies-archivist J.F.P. Grim het samen met dat van de prefect c.s. ordende. Waarschijnlijk niet lang daarna werd het samen met de archieven van de andere onder-prefecten overgedragen aan het Rijksarchief, waar het in 1860 in ieder geval aanwezig was. Het werd alweer samen met het archief van prefect en onder-prefect van een lijst voorzien door J.H. Hingman en J.J. Feijlbrief, in 1945 gevolgd door een al even summiere inventaris van J.L. van der Gouw.
De verwerving van het archief
Het archief is bij Koninklijk Besluit of ministeriële beschikking overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Evenals bij de prefect vertoonde de oude inventaris ernstige gebreken. Doordat de ingekomen stukken op datum van afzending waren gelegd, was de agenda bovendien moeilijk bruikbaar. De series ingekomen stukken zijn daarom opnieuw gesorteerd. De ongenummerde stukken uit de series zijn afzonderlijk beschreven. De inventaris is voor het overige ingericht zoals die van de prefect. De omvang van het archief na bewerking is 14 meter.
Ordening van het archief
Zoals boven uiteengezet, is in het archief van de onder-prefect het seriestelsel toegepast. Een aparte serie besluiten kent het archief niet, deze zijn opgenomen in de kopieboeken van uitgaande brieven aan de maires. Aan te tekenen valt nog, dat op de kopieboeken van uitgaande brieven geen indices aanwezig zijn, hetgeen het zoeken danig bemoeilijkt. De administratie en daarmee het onderzoek werd na de aftocht van de Fransen niet veranderd, alleen richtte de districtscommissaris een aparte maar bescheiden serie van vertrouwelijke brieven in.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Onder-prefect Leiden, nummer toegang 3.02.10.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Onder-prefect Leiden, 3.02.10.05, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Mocht men bij de onder-prefect niet verder kunnen met het onderzoek, dan zijn er twee mogelijkheden om elders verder te gaan. De eerste is het archief van de Prefect en de Commissaris-generaal van het Departement van de Monden van de Maas, 1811-1815 (3.02.09), de tweede de archieven van de diverse gemeenten in het ambtsgebied van deze onder-prefect.
Voor nader onderzoek over de periode na de Franse aftocht kan men zich wenden tot de gemeenten en de commissaris-generaal en toen deze per 1 mei 1814 verdween rechtstreeks tot het Provinciaal bestuur van Zuid-Holland.

Bijlagen

Concordantie
Oud Nieuw
768 30
769 31
770 32
771 33
772 34
773 35
774 264
775 265
776 36
777 37
778 38
779 39
780 266
781 40-47
782 267-271
783 274
784-817 1-29
818-826 256-263
827 113
828 96-98
829 99, 291
830 57
831 58
832 opgeheven
833 183
834 184
835 185
836 188-190
837 202
838 vacat
839 191
840 198
841 opgeheven
842 203-204
843-844 199-201
845-846 298-304
847 118
848 248
OudNieuw

Archiefbestanddelen