Terug naar zoekresultaten

3.03.09 Inventaris van het archief van het Hof van Assisen van het Departement van de Monden van de Maas, 1811-1838

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.03.09
Inventaris van het archief van het Hof van Assisen van het Departement van de Monden van de Maas, 1811-1838

Auteur

G.H.C. Breesnee

Versie

29-10-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1928 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Hof van Assisen in het Departement van de Monden van de Maas
Hof van Assisen Monden van de Maas

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1811-1838

Archiefbloknummer

351

Omvang

; 378 inventarisnummer(s) 54,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Hof van Assisen van het Departement van de Monden van de Maas, , 1811-1838

Samenvatting van de inhoud van het archief

In het Departement van de Monden van de Maas werden misdrijven berecht door het Hof van Assisen.
Het archief van het hof bevat registers van processen-verbaal, audiëntiebladen met bijlagen, registers van arresten, dossiers van criminele processtukken en alfabetische registers op de achternamen van de veroordeelden en beklaagden. Ook is er een chronologisch register, bevattende de namen van de beklaagden die voorkomen in de dossiers beschreven in de inv.nrs. 78-370.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Kort na de inlijving van ons land bij Frankrijk werd de rechterlijke indeeling geregeld nl. bij Keizerlijk Decreet d.d. 18 October 1810.
De crimineele rechtspraak stond in verband met de verdeeling der strafbare feiten in contraventions de police, délits en crimes volgens den Code Pénal.
Met de berechting van de derde soort strafbare feiten, de misdaden (crimes), waren de Hoven van Assises in de verschillende departementen belast. De Code d'Instruction Criminelle bepaalde in art. 133: „Indien op het rapport, gedaan in raad-kamer door den rechter van instructie, de rechters van gevoelen zijn, dat het feit dusdanig is, dat er afflietieve of infamante straffen op kunnen staan, zullen de stukken van instructie door den keizerlijken procureur (sinds 1813 genoemd procureur-crimineel) overgezonden worden aan den procureur-generaal van het Keizerlijk Gerechtshof". Art. 217 schreef voor, dat de laatstgenoemde rapport over de zaak moest uitbrengen aan de kamer van beschuldiging van dat Hof, welke kamer daarna de zaak al of niet verwees naar een Hof van Assises.
Deze Hoven van Assises waren tijdelijke colleges, die vier maal per jaar in de hoofdplaatsen der departementen bijeenkwamen, gepresideerd door een raadsheer van het Keizerlijk Gerechtshof, bestaande uit vier leden van de rechtbank dier hoofdplaats en met een vasten procureur-crimineel. In het Departement van de Monden van de Maas, sedert 1814 in het Zuiderkwartier van Holland was de samenstelling eenigszins anders. In het Hof binnen dat departement hadden zitting vijf raadsheeren van het Hooggerechtshof, waarvan één als president fungeerde, terwijl het O. M. werd waargenomen door den procureur-generaal van dat Hof. Daar Holland - Noorderkwartier en Utrecht sedert het jaar 1811 te zamen het departement van de Zuiderzee vormden met als hoofdplaats Amsterdam, was er in Utrecht geen Hof van Assises, maar behoorde dit onder het Hof van Assises te Amsterdam.
Van het jaar 1811 tot 1813 was aan de Hoven van Assises, ingevolge art. 309 van den Code d'Instruction Criminelle, een jury van 12 leden verbonden, doch deze werd afgeschaft bij art. 16 van het Besluit van den Souvereinen Vorst d.d. 11 December 1813. Bij art. 17 van dit Besluit werden bovendien afgeschaft de z.g. speciale hoven, bestaande uit de vijf leden van het Hof van Assises en drie militaire rechters. Deze waren ingesteld door art. 553 van den Code d'Instruction Criminelle voor de berechting van misdaden, begaan door landloopers, onbekende personen en personen, die al eerder eene lijfstraf of onteerende straf hadden ondergaan. Deze zaken werden na de afschaffing der speciale hoven door de Hoven van Assises behandeld.
Van de arresten, door de Hoven van Assises gewezen, was geen appèl mogelijk, doch kon wel cassatie gevraagd worden bij het Hooggerechtshof, dat de zaak vervolgens renvoyeerde aan een ander Hof van Assises (zie art. 26 van het Besluit van den Souvereinen Vorst d.d. 11 December 1813).
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Hof van Assisen in het Departement van de Monden van de Maas, nummer toegang 3.03.09, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Hof van Assisen Monden van de Maas, 3.03.09, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Publicaties Breesnee, Rechterlijke colleges, 115-118. S. Faber, Rechtspraak van het hof van cassatie te Parijs in Noord-Nederlandse strafzaken (1811-1838), in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 39 (1971) 575-600.