Terug naar zoekresultaten

3.03.80 Inventaris van het archief van het Kantongerecht Schiedam (1955) 1980 - 1989 (2002)

Het archief bevat registers van Strafzaken, rolkaarten en audientie bladen van civiele vonnissen. Dagvaardingen en rekesten van civile zaken over huur- en arbeidszaken. Processtukken, rekesten en minuten van de Pachtkamer. Registerkaarten, Voogdijbewindkaarten en verwijzingskaarten van de voogdijzaken
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.03.80
Inventaris van het archief van het Kantongerecht Schiedam (1955) 1980 - 1989 (2002)

Auteur

C.J. van Dalen

Versie

29-07-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2010 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Kantongerecht Schiedam [periode 1980-1989]
Kanton Schiedam 1980-1989

Periodisering

archiefvorming: merendeel 1980/1989
oudste stuk - jongste stuk: (1955) 1980/1989 (2002)

Archiefbloknummer

37280

Omvang

; 176 inventarisnummer(s) 23,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Kantongerecht Schiedam, , 1980-1989

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat registers van Strafzaken, rolkaarten en audientie bladen van civiele vonnissen. Dagvaardingen en rekesten van civile zaken over huur- en arbeidszaken. Processtukken, rekesten en minuten van de Pachtkamer. Registerkaarten, Voogdijbewindkaarten en verwijzingskaarten van de voogdijzaken

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De vijf wetten uit uit 1877 (Stb. 74-78) waarop de rechtspraak tot dan toe was gebaseerd, werden op 17 november 1933 ingetrokken bij vijf nieuwe wetten, Stb. 601-605. Deze wetten traden in werking op 1 januari 1934, Stb. 623, en stelden de rechtsgebieden van de gerechtshoven en de zetels van de arrondissementsrechtbanken en kantongerechten vast
Het merendeel van de strafzaken en burgerlijke zaken valt onder de bevoegdheid van de arrondissementsrechtbanken. Bij de strafzaken onderscheidt men overtredingen en misdrijven. De berechting van overtredingen, met uitzondering van de overtredingen van bedelarij en landloperij, en het misdrijf stroperij is opgedragen aan de kantongerechten. De berechting van de misdrijven met uitzondering van stroperij, en van de overtredingen bedelarij en landloperij behoort tot de competentie van de arrondissementrechtbanken. De arrondissement- rechtbanken vonnissen in hoger beroep over de daarvoor vatbare vonnissen in strafzaken van de kantonrechter. Daarnaast nemen de rechtbanken in eerste en tevens hoogste ressort kennis van alle jurisdictiegeschillen tussen de kantongerechten binnen haar arrondissement.
In de rechtspraak wordt onderscheid gemaakt tussen absolute en relatieve competentie.
Absolute competentie geeft antwoord op de vraag welke rechter bevoegd is (hoofdregel: de arrondissementsrechtbank; in uitzonderingsgevallen: de kantonrechter). De relatieve competentie geeft antwoord op de vraag welke bepaalde rechter van die soort bevoegd is (hoofdregel: de rechtbank of de kantonrechter van de woonplaats van de gedaagde).
Bij absolute competentie wordt onderscheid gemaakt tussen strafzaken en burgerlijke zaken. In strafzaken is de kantonrechter bevoegd alle overtredingen, met uitzondering van de overtredingen bedelarij en landloperij, en het misdrijf stroperij te berechten. In burgerlijke zaken is de competentie van de kantonrechter een uitzonderingsbevoegdheid. De gewone rechter in eerste aanleg is de arrondissementsrechtbank. Tenslotte behandelt de kantonrechter ook verschillende buitengerechtelijke zaken.
Ook bij relatieve competentie wordt onderscheid gemaakt tussen strafzaken en burgerlijke zaken.
In het burgerlijk procesrecht kent men twee procestypen: het proces, dat met een dagvaarding begint en het proces, dat met een verzoekschrift begint. De dagvaarding is een document waarmee de partij, die een uitspraak van de rechter wenst, zich door bemiddeling van de deurwaarder tot de tegenpartij wendt. Het verzoekschrift is een document, waarmee een partij zich rechtstreeks tot de rechter wendt.
Een groot deel van de door de kantongerechten behandelde burgerlijke zaken bestaat uit arbeids- en huurkoopzaken alsmede pachtzaken. Bij wet van 13 juli 1907, Stb. 193, werden de artikelen 125 a-f ingevoegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Betreffende artikelen golden aanvankelijk alleen voor arbeidszaken en gaven de procedureregels in de volgende zaken:
  • een arbeidsovereenkomst;
  • een agentuurovereenkomst;
  • een collectieve overeenkomst;
  • algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een CAO;
  • aanneming van werk.
De kantonrechter was bij uitsluiting bevoegd in bovengenoemde zaken, ongeacht de som van de vordering. Hoger beroep was mogelijk als de vordering meer dan f 2500,- bedroeg. Bij wet van 23 april 1936, Stb. 202, werden de artikelen 125 g-j aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsverordening toegevoegd. Deze artikelen regelden de procedure inzake huurkoopzaken.
De Crisispachtwet van 17 juni 1932, Stb. 301, omschreef begrippen als "pachter", "pachtovereenkomst" en "pachtprijs". Volgens de Crisispachtwet kon de pachter een verzoek doen tot ontheffing van de verplichting tot betaling van de pachtprijs. De verzoeken tot ontheffing werden behandeld door de kamers voor crisispachtzaken. Deze kamers bestonden uit de kantonrechter als voorzitter en twee leden, die niet tot de rechterlijke macht behoorden.
De Pachtwet van 31 mei 1937, Stb. 205, regelde onder meer:
  • de pachtovereenkomst moest "op straffe van nietigheid" schriftelijk worden aangegaan;
  • de pachtrechters, bij de kantongerechten en het Gerechtshof te Arnhem, moesten de verplichtingen van de pachter toetsen;
  • een tussentijdse wijziging van de bepalingen in de pachtovereenkomst werd mogelijk;
  • pachtovereenkomsten golden voor onbepaalde tijd, slechts bij uitzondering was een termijn van 1 tot 3 jaar mogelijk.
De pachtkamer bestond uit een voorzitter, de kantonrechter en twee deskundigen ten aanzien van de verhoudingen op het pachtgebied. Deze deskundigen behoorden niet tot de rechterlijke macht.
Door de Pachtwet 1937 werden zogenaamde pachtbureaus ingesteld. Deze waren bevoegd beslissingen te nemen over de duur van pachtovereenkomsten. De beslissingen hadden dezelfde rechtskracht als die van de pachtkamers.
De Crisispachtwet 1932 en de Pachtwet 1937 werden met ingang van 25 november 1941 buiten werking gesteld en vervangen door het Pachtbesluit.
Het Pachtbesluit kende een aantal nieuwe regelingen:
  • men kon schriftelijke vastlegging van een mondeling aangegane pachtovereenkomst vragen bij de grondkamers;
  • de toetsing van de pachtovereenkomsten werd voortaan door de grondkamers verricht;
  • de pachtovereenkomst moest worden aangegaan voor bepaalde tijd, namelijk twaalf jaar voor een hoeve en zes jaar voor "los land";
  • naast de grondkamers bleven de pachtkamers bij de kantongerechten en bij het Gerechtshof Arnhem bestaan.
Voor uitgebreide informatie over de organisatie van de rechterlijke macht in Nederland, de procedures bij rechtszaken alsmede taak, samenstelling en werkwijze van de rechtbanken en kantongerechten wordt verwezen naar het "Werkboek rechterlijke archieven 1838-1940" onder redactie van R. Huijbrecht en "Berecht en gestraft: een geschiedenis van de rechterlijke organisatie en de strafinstellingen, 1811-1993" van G. Beks en H.J.Ph.G. Kaajan
Geschiedenis van de kantons in het arrondissement Rotterdam
Het gebied en de indeling van het arrondissement Rotterdam is tussen 1828 en 1989 nogal eens gewijzigd. Zo omvatte he op 1 oktober 1838 de volgende kantons: Rotterdam 1, Rotterdam 2, Vlaardingen, Schiedam, Hillegersberg en Schoonhoven. In 1877 werden de kantons Brielle en Sommelsdijk toegevoegd, terwijl de kantons Vlaardingen en Hillegersberg werden opgeheven en de overige kantons werden vergroot (wet van 9-4-1877, Stb. 76 en 79)
Door uitbreiding van de gemeente Rotterdam werd in 1895 een kanton Rotterdam 3 toegevoegd (wet van 20-6-1895, Stb.133 en KB 21-9-1895, Stb. 163). Per 01-01-1911 werden de 3 kantons Rotterdam weer tot één verenigd (wet 5-7-1910. Stb. 181 en KB 1-11-1910, Stb. 312). Door op heffing van het kanton Schoonhoven in 1933 werd het kanton Gouda flink vergroot (wet 17-11-1933, Stb. 603 en KB 2-12-1933, Stb. 650). Het kanton Gouda is per 1-1-1994 overgegaan naar het arrondissement Den Haag (wet 16-09-1993, Stb.515 art. 5)
Overzicht van de rechters werkzaam bij het kanton
Kantonrechter Geboortedatum In dienst vanaf
mr. RE Andringa - Blok 9-6-1924 13-4-1977
mr. FH Piket 14-8-1927 6-5-1982
mr. AFA van Velzen 2-10-1915 8-8-1952
mr. JH Landwehr 12-11-1918 25-8-1962
r. JLF van Moorsel 9-12-1932 6-5-1974
mr. A Caljé 10-9-1929 24-6-1975
mr. D Müller 13-11-1916 -26-9-1977
mr. A Boekwinkel 12-8-1914 26-9-1977
mr. HDM Dolk 1-7-1917 29-09-1977
mr. H Vles 29-2-1916 26-9-1977
mr. JMR Pompe 25-8-1933 26-9-1977
mr. DJ Bolderman 15-12-1924 11-9-1978
mr. Andringa - Blok 9-6-1924 3-11-1981
mr. HCGL Polak 11-5-1928 29-9-1984
mr. E Bos 1-12-1938 4-12-1984
mr. AG Scheele - Mülder 6-6-1944 12-10-1985
mr. HP Van Beresteijn 14-5-1926 1-7-1987
mr. AJE Beekes 19-5-1932 1-7-1987
mr. GH Varekamp-Vos 19-2-1947 1-7-1987
mr. TJ Houtman 23-5-1929 1-7-1987
mr. AGH Gorissen 1-7-1944 17-5-1989
mr. JML Pompe 25-8-1933 17-7-1989
mr. WF Lubberink 25-3-1951 17-7-1989
mr. JC Koster - Vaags 1-12-1943 17-7-1989
mr. WE Merens 10-12-1946 7-9-1989
mr. AFL Geerdes 4-10-1953 7-9-1989
mr. APM Henket 5-8-1947 17-7-1989
Geschiedenis van het archiefbeheer
Geen informatie
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Als basis voor de bewerking diende de selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Justitie en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rechterlijke macht over de periode vanaf 1950, 12 december 2006/Nr. C/S&A/06/3399 (Stcrt. 8 januari 2007, nr. 5)
Bij aanvang van de bewerking had het archief een omvang van 145 meter. Hier van is 28 meter voor bewaring aangewezen en zal ter zijner tijd worden overgebracht naar het Nationaal Archief. Er is 1 meter aangewezen als vreemd archief omdat het archief van een andere archiefvormers is, dit bestand is geretourneerd naar de beheerder. De 138 meter vernietigbaar archief is afgevoerd door Van Gansewinkel Nederland BV en is daar op de gebruikelijke manier vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
Omdat het archief oorspronkelijk niet in tienjarenblokken was ingedeeld, moest dit alsnog geschieden, waarbij uit respect voor de oude orde (respect des fonds) in de oorspronkelijke ordening geen verandering is gebracht. Zo is bijvoorbeeld ook de orde gehandhaafd, die de griffie heeft aangebracht in de rolboeken van de civiele vonnissen van de enkelvoudige en meervoudige kamer. De vonnissen zijn dus niet gesplitst in enkelvoudige en meervoudige procedures, maar zijn in de oorspronkelijke (enkel- en meervoudige gezamenlijk) rangschikking van vonnisdatum gelaten.
Ordening van het archief
Algemeen
Als basis voor de opbouw van het schema van de inventaris is uitgegaan van de indeling zoals die is beschreven in het Werkboek rechterlijke archieven 1838 - 1940 van R. Huijbrecht. Bij elk onderdeel in de inventaris zijn eerst de betreffende ingangen geplaatst, bestaande uit klappers, registers, kaarten, rolboeken en rekestenboeken. Er wordt in de inventaris bij de betreffende ingangen aangegeven op welke stukken in het schema de ingangen betrekking hebben. De dossiers, beschikkingen, audiëntiebladen en overige stukken zijn onder de ingangen per onderwerp of zaak bij elkaar geordend.
Verfilmde bestanden
Veel originele archiefbescheiden zijn door rolfilms in cassettes vervangen, met inachtneming van de daaraan gestelde eisen. Een deel van de archivalia is dus alleen maar als film beschikbaar. Deze films zijn als originelen behandeld en hebben daarom een inventarisnummer gekregen. Voor zover er geen beperkende bepalingen op van toepassing zijn, staan deze films in de studiezaal. De verfilmde inventarisnummers zijn herkenbaar doordat de oude inventarisnummers als extra informatie aan de beschrijving zijn toegevoegd. U kunt de verfilmde inventarisnummers raadplegen door het nummer van de film aan te vragen bij de balie van het Nationaal Archief. Het filmnummer staat achter elk doorgestreept inventarisnummer vermeld. U kunt dus geen gebruik maken van de doorgestreepte inventarisnummers. Bij het raadplegen van deze films moet men rekening houden dat op één film verschillende series achter elkaar verfilmd kunnen staan. In deze inventaris is dit aan de hand van de beschrijving van de film ondervangen.
Zoekinstructie
Eigentijdse toegangen, voor zover aangetroffen, zijn aan het eind van de rubriek geplaatst. Hieronder staat vermeld hoe deze zijn ingeschreven en geordend.
Strafzaken
Als u een naam van een verdachte weet, kunt u de naam terugvinden in de klapperkaartjes.
Deze zijn alfabetisch per jaar geordend op achternaam.
Op de klapperkaart wordt verder vermeld: de voornamen, de geboortedatum en -plaats, ontvangstdatum van het proces-verbaal, omschrijving van het strafbaar feit en tenslotte het door het parket van de Officier van Justitie toegekende parket- cq. weeklijstnummer. In het parket- cq. weeklijstregister werd het verloop van de zaak bijgehouden tot en met de afdoening van de zaak.
Indien de zaak werd voorgelegd aan de rechter werd het dossier overgedragen aan de strafgriffie van de arrondissementsrechtbank en werd de zaak ingeschreven op de “rol”, zodat het strafdossier naast het parket- cq. weeklijstnummer een numeriek rolnummer kreeg.
In het weeklijstregister werd later het rolnummer erbij geschreven. De afgedane dossiers werden op rolnummer gearchiveerd.
Civiele zaken aangebracht bij dagvaarding
Er zijn drie soorten eigentijdse toegangen:
  • alfabetische kaarten of klappers,
  • geordend op naam van de eisende partij in de desbetreffende partij in de desbetreffende zaak, met verwijzing naar het rolnummer,
  • rolkaarten geordend op rolnummer.
De rolkaarten geven een procedure-overzicht per zaak weer, met vermelding van de datum van de eerste zitting tot en met de datum van het eindvonnis. Audiëntiebladen, zittingslijsten en tenslotte per zittingsdag.
Civiele zaken aangebracht bij request
Het request- of verzoekschrift is een eenvoudiger rechtsgang dan de straf- of dagvaardingsprocedure.
Het request begint met de inschrijving van het request in een register van inschrijving.
Dossiers van faillissementen, van echtscheiding en scheiding van tafel en bed, van voogdij,van adoptie en overige requesten zijn terug te vinden via alfabetische klapperkaarten.
Deze zijn alfabetisch geordend op beginletter van de achternaam van de ondertoezichtgestelde.
Voor Onder Toezicht Stelling (OTS- dossiers) dossiers dient men de zg.”Rekestkaarten” te gebruiken
vervolgens vermeldt deze kaart persoonlijke gegevens, hetzij civiel- of strafrechtelijke.
Deze kaarten vormen de toegangen tot dossiers, die geordend zijn op roldossier.
Voor dossiers van alimentatie en opsluiting van krankzinnigen dient men klappers te raadplegen.
De beschikkingen zijn niet altijd zoals bij de vonnissen apart gearchiveerd maar zijn een onderdeel van het dossier.
De oorzaak hiervan is dat de beschikking meestal op hetzelfde blad als het verzoekschrift werd getypt of
geschreven.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Stukken jonger dan 75 jaar. Voogdijregister en - bewindkaarten zijn openbaar
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Kantongerecht Schiedam [periode 1980-1989] , nummer toegang 3.03.80, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Kanton Schiedam 1980-1989, 3.03.80, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
KantonrechterGeboortedatumIn dienst vanaf