Terug naar zoekresultaten

3.19.31 Inventaris van archivalia betrekking hebbende op de Hofstede Leeuwen te Alphen in den Hoorn, 1562-1668

Het archief bevat voornamelijk leenakten.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.19.31
Inventaris van archivalia betrekking hebbende op de Hofstede Leeuwen te Alphen in den Hoorn, 1562-1668

Auteur

J. Fox

Versie

15-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1959 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Huis Leeuwen
Huis Leeuwen

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1562-1668

Archiefbloknummer

35281

Omvang

7 inventarisnummer(s)

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte documenten. Nederlandse stukken van voor ca. 1700 zijn geschreven in eth gotische cursiefschrift, met name in het oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Hofstede Leeuwen te Alphen in den Hoorn, , 1562-1668

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat voornamelijk leenakten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Willem van Lewen, eerste drager van die naam, hield van Floris V, graaf van Holland, vijf pond in leen uit de herfstbede van Aarlanderveen. Dirc van Lewen, op wie dit leen is overgegaan, was vermoedelijk zijn zoon. Deze droeg in 1330 aan graaf Willem III op "thien morgen mitter woninghe te Alfen" om die vervolgens van de graaf in leen terug te ontvangen. In 1339 is sprake van de "woninghe tot Alphenrehorne die groetes XXXIIII merghen". Dat was de hofstede Leeuwen, die tot 1499 in het geslacht van Leeuwen is gebleven. Toen, tegen het einde van de 15de eeuw, behoorden er tien morgen bij, die erfleen waren van de grafelijkheid van Holland, vijftien morgen en nog altijd de vijf oude schilden per jaar uit het schot van Aarlanderveen, die recht leen waren van de grafelijkheid. Bovendien waren de Van Lewens leenmannen geworden van de heer van Wassenaer.
Adriaen Dircsz. (van Meerburch) te Leiden, die de hofstede Leeuwen met de grafelijke lenen in 1499 verwierf, is de stamvader van het geslacht van Leyden, dat zich ook Van Leyden van Leeuwen noemde, maar dat de hofstede Leeuwen slechts tot 1605 in bezit heeft gehad en dan nog met onderbrekingen. Toen de testamentaire voogden van de kinderen van Mr. Dirck van Leyden van Leeuwen de hofstede Leeuwen in 1605 prijs gaven, waren daarbij inbegrepen vijfentwintig morgen en vijf oude schilden per jaar uit het schot van Aarlanderveen als onversterfelijk leen van de grafelijkheid van Holland, voorts zeven morgen en de zwaandrift van twee paar oude zwanen en hun jongen op de Rijn tussen Zwammerdam en Leiden als leen van de heer van Wassenaer.
De nieuwe rechthebbenden waren Nicolaas van Leeuwen en twee zusters, kinderen van wijlen Mr. Jacob van Leeuwen, te Leiden. Daar deze familie uit de omgeving van Alphen stamt, is het zeer wel mogelijk, dat zij een tak vormt van de Middeleeuwse Van Leeuwen's, al is de verwantschap niet met zekerheid vast te stellen. Merkwaardigerwijze is de naam Leeuwen voor het betrokken goed in de 17de eeuw in onbruik geraakt, wordt althans in de akten niet meer gebruikt. Ten behoeve van Johanna van der Beeck, weduwe van Nicolaes van Leeuwen Jacobsz., werden de lenen van de grafelijkheid van Holland, die zij bezat, in 1668 geallodialiseerd. Vermoedelijk is dit ook geschied met de Wassenaarse lenen.
Met opzet is dit overzicht van de geschiedenis van de hofstede Leeuwen tot 1668 beknopt gehouden. Behalve naar het Archief van de Leen- en registerkamer van Holland is het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage - met name inv. no. 229 repertorium Noord-Holland fol. 974 verso - 978 en naar de archivalia in deze inventaris beschreven kan voor nadere bijzonderheden worden verwezen naar: S.G.A. en Jac. van Leeuwen "Het geslacht van Leeuwen en zijn leengoederen in het oude Rhijnland" in "De Navorscher" 67ste jrg. (1918) blz. 247-256 en 298-311; W.M.C. Regt "Bijdrage tot de genealogie van het aloud geslacht van Leeuwen" in "De Wapenheraut" 19de jrg. (1915) blz. 297-310; voorts de stamreeks van het geslacht van Leyden in "Nederland's Adelsboek" 41ste jrg. (1943-1948) blz. 328-332. Overigens zijn deze publikaties met enige voorzichtigheid te gebruiken.
Indien men de geschiedenis van de hofstede Leeuwen - om gemakshalve die naam nog te gebruiken- na 1668 wil bestuderen, zal men in de eerste plaats uit het rechterlijke archief van Alphen, dat in het Algemeen Rijksarchief berust, de protocollen van opdrachten dienen te raadplegen. Zonder te veel in details te gaan zij hier vermeld, dat het goed is vererfd op Hillegonda van Leeuwen, een kleindochter van het echtpaar N. van Leeuwen - Van der Beeck. Deze, die kinderloos was, liet het na aan haar echtgenoot, Mr. Johan van Couwenhoven, advocaat te Rotterdam, die het 13 Februari 1726 overdroeg aan Joan Robijn ( Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage, Rechterlijk Archief van Alphen aan den Rijn inv. no. 31 protocol LL, fol. 17 verso - 18. ) .
Toen W.M.C. Regt in het "Leidsch Jaarboekje", 17de jrg. (1920) zijn artikel over "Alphensche buitenplaatsen" publiceerde, uitte hij op blz. 200 bij de buitenplaats Swanendrift het vermoeden, dat daar oudtijds het "Huis te Leeuwen"had gestaan. De protocollen van opdrachten evenwel in het rechterlijke archief van Alphen aan den Rijn maken duidelijk dat de schrijver zich vergist. De Middeleeuwse hofstede Leeuwen leeft in de 18de eeuw voort als de buitenplaats Zorgrust (W.M.C. Regt blz. 190 no. 20), lag dus blijkens de bijbehorende kaart in de buurt Alphenerhoorn of den Hoorn niet zo ver mogelijk in de richting Koudekerk, maar zo dicht mogelijk bij het dorp Alphen. Opmerking verdient, dat in het dorp Alphen ook een huis Leeuwen, het zgnd. Schoutenhuis stond (W.M.C. Regt blz. 155 no. 10), dat niet met de Middeleeuwse hofstede Leeuwen moet worden verward.
(Inventaris opgemaakt door J. Fox [?] 's-Gravenhage, juli 1959)
Geschiedenis van het archiefbeheer
In de volgende inventaris zijn zeven charters beschreven. Het eerste berustte reeds sinds vele jaren in het Algemeen Rijksarchief als charter Rijnland no. 91. De zes overige zijn in 1958 door bemiddeling van de Rijksarchivaris in de provincie Gelderland van de Directeur van het Gemeentemuseum te Arnhem overgenomen (Aanwinst van de Derde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief 1958 VI). Van wat eens een huisarchief geweest moet zijn, vormen de betrokken akten slechts een klein fragment.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Huis Leeuwen, nummer toegang 3.19.31, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Huis Leeuwen, 3.19.31, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar