Deze hoofdafdeling betreft stukken betreffende adellijke huizen, heerlijkheden, stichtingen en verdere goederen van de familie Cousebant en aanverwante geslachten. De stukken betreffende boedelscheiding zijn geplaatst in de eerste hoofdafdeling, ook als hierbij onroerende goederen zijn
Onder Holland moet worden verstaan het grondgebied van het voormalige graafschap en gewest Holland, omvattende de tegenwoordige provincies Noordholland, Zuid-Holland en het noord-westen van Noord-Brabant
Met een oorkonde van Otto van Egmond als omslag, (ca. 1430). Reg. no. 75. Zie inv. no. 1060
Reg. no. 419
Vermoedelijk is dit huis later overgedragen aan Pieter Jansz. de Kies en heeft deze akte hierbij gediend als retroacte, vgl. inv. no. 738
419 1570 april 20.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Kathryn Claesdochter, weduwe van Jacob Meynaertsz., houtzager, met als voogd haar zoon Claes Jacobsz., metselaar, overgedragen heeft aan Jacob van Assendelft een huis met erf in de Achtercamp.
Oorspr. ( Inv. no. 737 ) met de zegels van de beide schepenen. Het zegel van de eerste schepen is geschonden.
Reg. no. 497
Onder Pieter Jansz. moet worden verstaan Pieter Jansz. de Kies.
Het perceel werd aan de ene zijde begrensd door een perceel van de weduwe van Jacob van Assendelft, vgl. inv. no. 737
497 1577 april 16.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Geleyn Rochusz., korendrager, voor de ene helft en Lieven Jansz., kleermaker en voogd van zijn dochter met als moeder Marytgen Claesdr., voor de andere helft overgedragen hebben aan Pieter Jansz., stoeldraaier, een ledig erf in de Achtercamp te Haarlem.
Oorspr. ( Inv. no. 738 ) met de zegels van de beide schepenen. Het zegel van de tweede schepen is beschadigd.
Het huis was "by den troublen ommegehaelt"
Met aant. in dorso omtrent zekere toebetaling aan Frans Adriaansz. Kies als oom en voogd van de nagelaten kinderen van Barent Wiggersz. Cousebant, 1604
Reg. no. 514
514 1577 augustus 19.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Jan Thomasz., schipper, overgedragen heeft aan Sybrant van Berckenrode een huis in de Cleyne Houtstrate.
Oorspr. ( Inv. no. 742 ) met de zwaar beschadigde zegels van de beide schepenen.
Met in dorso akte van ontslag van de waarborg, die de verkoper had gegeven, door Barent Wiggersz., brouwer, en de overige kinderen van Wigger Claesz. Cousebant, 1596
Reg. no. 417
Met aant. in dorso betr. nadere bepaling van de koopsom
417 1569 november 3.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Jan Martynszoon, doctor in de medicijnen, overgedragen heeft aan Sybrant van Berckenroede als man en voogd van Macktelt van Huessen een huis met erf in de Smeedestrate bezwaard met een hypotheek ten bedrage van 435 carolus gulden ten name van Jan Thaemsz., drapenyerder.
Oorspr. ( Inv. no. 747 ) met de zegels van de beide schepenen.
Reg. no. 474
474 1576 maart 5.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Goossen Gerritsz. van Harderwyck overgedragen heeft aan Sybrant van Berckenroede, Jacob Jacobsz., molenaar, Willem Cornelisz., molenmaker, en Lenert Zybrantsz., korenkoper, een molenwerf met het recht van de wind, erf en opstallen, gelegen buiten de Zylpoorte.
Oorspr. ( Inv. no. 749 ) met het zwaar geschonden zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweede schepen is verloren.
Reg. no. 27 en no. 28
In dorso van beide akten de aant.: "in Berckenroede hoefstede"
27 1398 januari 25.
Aelbrecht, hertog van Beieren enz., oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Coen Cusz. van Oisterwyc, ridder, 5 morgen veen te Heemstede met het recht van wederverkoop, onder korting van de koopsom op een schuld van de hertog bij koper vanwege verbouwing van het Huis te Teylingen.
Gegeven in den Hage op Sinte Pouwelsdach conversio.
Oorspr. ( Inv. no. 753.2 ) met het zegel van de oorkonder.
28 1398 januari 30.
Coen van Oesterwijc Willems Custersz., ridder, oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Jan van Foreest 5 morgen veen te Heemstede, komende van de graaf van Holland.
des woensdaghes na Sinte Pouwelsdach conversio.
Oorspr. ( Inv. no. 753.1 ) met het zegel van de oorkonder in bruine was.
Zie ook Reg. no. 27.
Reg. no. 219
219 1525 mei 16.
Albrecht Ysbrantsz., prior van het regulierenklooster Syon te Heyloo, oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Augustin van Teylingen een perceel weiland en een perceel hooiland, gelegen in de "gemeene maede" in de ban van Heyloo.
Oorspr. ( Inv. no. 754 ) met het zegel van het convent. Het zegel van de overste van het klooster is verloren.
Met in dorso aant. betr. de aflossing, 1673-1677
Niet raadpleegbaar
Vermoedelijk moet onder juffrouw Cousebant worden verstaan Maria Christina Genoveva van Alckemade
Zie ook onder Schoten
Jan van Persijn was een verwant van Jacob van der Wiele, die een oom was van Beatrix Duyst van Voorhout, gehuwd met Sybrand van Alckemade
Reg. no. 158 en no. 162
158 1485 november 7.
Walraven, heer van Brederode en Vianen, burggraaf van Utrecht en heer van Ameide, oorkondt ten overstaan van zijn leenmannen, leenmannen van de grafelijkheid van Hollanden andere goede lieden, dat hij Jan Conincxzoon beleend heeft met een hofstede te Leyderdorp, komende van Kostyn van der Does Dirckxzoon.
Oorspr. ( Inv. no. 762.1 ) met het iets geschonden kleinzegel in rode was van de oorkonder.
162 1487 maart 18.
Walraven, heer van Brederode en Vyanen, burggraaf van Utrecht en heer van Ameyden, oorkondt, dat hij ten behoeve van Johan Connincx uit het leenverband ontslagen heeft een hofstede met percelen land te Leyderdorp, komende van Dircx kinderen van der Does.
Oorspr. ( Inv. no. 762.2 ) met het zwaar geschonden zegel in rode was van Gelante van Lalaing, weduwe van de heer van Brederode en moeder van oorkonder.
Zie ook Reg. no. 158.
Reg. no. 259 no. 271 en no. 272
259 1539 oktober 21.
De schout in het ambacht van Leyderdorp oorkondt, dat Gielis Jansz. verkocht heeft aan zijn halfbroeder Jan Connincxz. 1/16 deel van de hofstede Vergou te Leyderdorp als zijn erfdeel van zijn moeder Ermtgen Claesz.
Oorspr. ( Inv. no. 763.1 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
271 1541 oktober 17.
De schout in het ambacht van Leyderdorp oorkondt, dat Gelis Jansz. verkocht heeft aan zijn halfbroeder Jan Conincxz. de helft van ¼ deel van de hofstede Vergou, gelegen tegenover het regulierenklooster te Leyderdorp, als zijn erfdeel van zijn vader Jan oom Gelis.
Oorspr. ( Inv. no. 763.1 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
272 1541 oktober 17.
De schout in het ambacht van Leyderdorp oorkondt, dat Claes Jansz. verkocht heeft aan zijn halfbroeder Jan Conincxz. 1/16 deel van de hofstede Vergou, gelegen tegenover het regulierenklooster te Leyderdorp, als zijn erfdeel van zijn moeder Ermgaert Claes; alsmede dat Claes Jansz. en Jan Brunesz. als voogd over zijn echtgenote Anna Jansdr. verkocht hebben aan hun halfbroeder Jan Conincxz. de helft van ¼ deel van voornoemde hofstede als hun erfdeel van hun vader Jan oom Gelis.
Oorspr. ( Inv. no. 763 ) met het zegel van de oorkonder.
Reg. no. 159
159 1485 november 18.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Wouter Jansz. en Claes Roelofsz. verkocht hebben aan Jan Conincxz. de helft van 2 morgen land, gelegen in het ambacht van Leyderdorp.
Oorspr. ( Inv. no. 764 ) met het zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweedeschepen is verloren.
Reg. no. 160
160 1485 november 18.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat de gebroeders Costyn van der Does, Jan van der Does en Lodewyck van der Does, priester, verkocht hebben aan Jan Conincxz. de helft van 8 percelen land te Leyderdorp, waarvan de andere helft "gemeen ende gemengeder vuer ende gemengeder aerde" behoort aan de kinderen van Philips van Almonde te Delft, en waarvan 4 percelen genoemd zijn Den Huyck, Den Vinckel, Den Amercamp en het land "daer dat Duijfhuijs in staet".
Oorspr. (Inv.no. 765) met het geschonden zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweede schepen is verloren.
Reg. no. 357
357 1561 maart 15.
De schout van Leyderdorp oorkondt, dat Claes Aelwyn Claesz. te Leiden verkocht heeft aan Katheryn Willemsdr., weduwe van Jan Conincssz. te Haarlem, 2 percelen land te Leyderdorp, waaronder het Avercampgen, komende van haar voornoemde echtgenoot.
Oorspr. ( Inv. no. 766 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Eén der akten is zwaar beschadigd
Reg. no. 286
286 1545 oktober 14.
Leden van de Rekenkamer in Den Haag oorkonden, dat zij in pacht gegeven hebben aan Laurens Pietersz. te Delft 11 ½ morgen land, gelegen in het ambacht van Maeslandt, voor de termijn van 10 jaar.
Oorspr. ( Inv. no. 771 ).
Op de ene akte ontbreekt de handtekening van de heer van Warmond
Ooltgensplaat en Den Bommel vormden tezamen de heerlijkheid van Sint Adolphsland
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 138 no. 150 no. 151 no. 152 no. 155 no. 156 no. 208 no. 209 no. 215 en no. 224
138 1477 februari 17.
Maria, hertogin van Bourgoingnen enz., oorkondt, dat zij als vrouwe van Putte in erfpacht gegeven heeft aan haar nicht Anne van Bourgoingnen, vrouwe van Ravenstain enz., de gorzen, aanwassen en aanworpen, genoemd Galenthee en Oelkensplate, met de gorzen van Den Bommel tot Grysoerde toe om deze te moeren of te bedijken onder schenking van de ambachtsheerlijkheid en de daaruit voortvloeiende rechten en tienden.
Gegeven in onse stede van Gendt --- 1476.
Afschrift van 1605 in ( Inv. no. 773 , fol. 1v.
Geinsereerd in de oorkonde van 8 november 1481 (Reg. no. 151).
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Mej. Wolterbeek-Muller: Inventaris van archivalia betreffende de heerlijkheid Sint-Adolfsland, genaamd Ooltgensplaat en Den Bommel. (Handschrift Algemeen Rijksarchief, Reg. no. 1).
150 1481 september 17.
Maximiliaen en Maria, hertog en hertogin van Oostenryck enz., oorkonden, dat zij wederom onder nader overeengekomen voorwaarden in erfpacht gegeven hebben aan Anna van Bourgoingnen, vrouwe van Ravestain enz., de gorzen, aanwassen en aanworpen, genoemd de Galenthee, Oelkensplate, Vloyhil, en Den Bommel, die Marie, hertogin van Bourgoingnen enz., haar reeds bij oorkonde van 17 februari 1477 in erfpacht had gegeven (Reg. no. 138).
Gegeven in onsen huyse in den Hage in Hollant.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 1.
Geinsereerd in de oorkonde van 8 november 1481 (Reg. No. 151.)
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 2.
151 1481 november 8.
Anna van Bourgoingnen, vrouwe van Ravestain, Wynendale, Duvelandt, Sommelsdyck enz., oorkondt, dat zij in erfpacht gegeven heeft aan Pieter Lanchals, raadsman en hofmeester van de hertog van Oostenrijk, 1/6 deel van de gorzen, aanwassen en aanworpen, genoemd de Galenthee, Oelkensplate, Vloyhil en Den Bommel, bestaande onder meer uit pachten, tienden, vronen en ettingen van de droge dijken, onder voorbehoud van de rechten van de ambachtsheerlijkheid. (Zie Reg. no. 138 en Reg. no. 150).
Gegeven in ons casteel van Zoubborigh in Zeelant.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 1.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 5.
152 1482 maart 13.
Anna van Bourgoingnen, vrouwe van Ravestein enz., oorkondt, dat zij ter bedijking uitgegeven heeft aan Jacob van Borsselle, ridder, Geeraet van Abenbroucke, Cornelis Gillisz. en hun deelgenoten tweemaal L/4 deel, en aan Dirck Jansz., mr. Claes van den Nesse en hun deelgenoten éénmaal ¼ deel van de gorzen, genoemd Oelkensplate, Vloyhil, Galenthee en Den Bommel, onder voorwaarde dat haar eigen ¼ deel mede wordt bedijkt, dat zij in het nieuwe land, te noemen Sinct Adolphslandt, tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen, de naasting van verkochte goederen zal hebben en op elke 5 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen.
Gegeven te Bruysel --- 1481 naer 't schryven van den Hove van Camerycke.
Afschrift van 1605 in Inv. no.773, fol. 11.
Gevidimeerd in de oorkonde van 10 oktober 1483 (Reg. no. 156).
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 9.
155 1483 juni 2.
Pieter Lanchals, hofmeester, en Jan Oudaert, raadsman van de hertog van Oostenrijk enz., oorkonden, dat zij in erfpacht gegeven hebben aan meester Jacob Croesinck, raadsman van de hertog en meester in de Camere van zijn Reeckeningh in Hollandt, 1/10 deel van hun ? deel van de gorzen van Oelkensplate en Vloyhil, alsmede 1/6 deel van de onbedijkte gorzen van de Galenthee, Oelkensplate, Vloyhil en Den Bommel.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 17.
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Wolterbeek-Muller: Reg. no. 11.
156 1483 september 8.
Burgemeesters, schepenen en raad van Geervliet oorkonden, dat zij vidimus geven van de oorkonde van 13 maart 1482 (Reg. no. 152).
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 11.
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Wolterbeek-Muller: Reg. no. 13. Aldaar gedateerd 10 oktober 1483.
208 1521 augustus 1.
Philips van Cleve en van de Marcque, heer van Ravestain enz., oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Adolph Rardinck, rentmeester van Seelant Bewesterschelt, zijn ? deel van het gors de Galenthee bij Sint Adolphslandt, onder voorwaarde dat hij in het nieuwe land tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen en op elke 6 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen, alsmede dat tevens de bedijkers gevrijwaard worden van aanspraken van de kinderen van wijlen Boudewijn de bastaard en andere personen.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 21.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 26.
209 1521 augustus.1.
Adolph Hardinck, rentmeester van Seelant Bewesterschelt, oorkondt, dat hij onder nadere voorwaarden ter bedijking aangenomen heeft van Philips van Cleve en van der Marcke. heer van Ravesteyn enz., het gors de Galenthee bij Sint Adolphslandt (Zie Reg. no. 208).
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 26v.
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Wolterbeek-Muller: Reg. no. 27.
215 1524 november 28.
Philips van Cleven en van Marcke, heer van Ravestain enz., oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Willem Simonsz. en Witte Jacobsz. zijn ? deel van de gorzen van de Noortpolder bij Sinct Adolphslant, onder voorwaarde dat hij in het nieuwe land tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen en op elke 6 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen, alsmede dat de bedijkers gevrijwaard worden van aanspraken van de kinderen van wijlen Boudewijn de bastaard en andere personen.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 32.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 28.
224 1527 april 9.
Philips van Cleve en van de Marcke, heer van Ravestain enz., oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Adolph Hardinck, rentmeester van Zeelandt Bewesterscheldt, en Victor van der Sickele, baljuw van Vlissingen, zijn ? deel van ongeveer 1200 gemet van het gors, genoemd Den Bommel, Kyctuuyt Swartenhouck, en van het schor, genoemd de Meulenpolder, vast verbonden aan Sinct Adolphslandt, binnen de termijnen van 6 en 9 jaar, onder voorwaarde dat hij in het nieuwe land tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen en op elke 6 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen.
1526 voor Paessen.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 36.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 29.
Reg. no. 211
211 1522 april 9.
Philips van Cleve en van der Marcke, heer van Ravesteijn, Edinge, Wijnendaer, Dreijscher en St. Adolphslant, oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Adolph Harding (alias Herdinck), rentmeester van Zeeland Bewesterschelde, alsmede aan Victor van den Sickele, baljuw van Vlissingen, het gors Den Bommel, Kijckuijt en Swartenhouck en de schor de Molenpolder, gelegen in het land van Putte naast Sint Adolphslant, tot het maken van korenland onder nader overeengekomen voorwaarden.
1521 vóór Paesschen.
Afschrift van ca. 1660 ( Inv. no. 774 ).
Simon Graswinckel verwierf dit leen van zijn tante van moeders zijde Cornelia Simonsdr.
Adriaen Graswinckel verwierf dit leen van zijn vader Simon Graswinckel
De 18e rekening is eerst afgehoord in 1795
Reg. no. 285 no. 287 no. 288 no. 289 en no. 293
285 1545 augustus 2.
Maximiliaen van Bourgoingnen, heer van Gend, van der Vere enz., admiraal van der zee, oorkondt, dat hij volmacht verleent aan Anthonis Hosius, deken van de kapel van Sandenburch, Wolffaert van Borssele, heer van Scellacht, mr. Sebastiaen Spaignaert en Inghel Diericxsone, baljuw van Brouwershaven, tot verkoop van zijn goederen in Duvelandt, Brauwershaven, in de Agger, in de Cruenincxpolder ter Nissen, in de Galenthee, Bommel en elders gelegen in verband met schulden, aangegaan na de dood van zijn vader Adolph van Bourgoignen.
Gedaen up onsen Sloten van Sandenburch ter Vere desen anderen dagh van Augst.
Geinsereerd in de oorkonde van 16 oktober 1545 (Reg. no. 287)
287 1545 oktober 16.
Anthuenis Jacobsz. Hoessaert van Wemelden, deken te Zandenburch, en Ingel Derixz., baljuw van Brouwershaven, oorkonden, dat zij als gevolmachtigden van Maximiliaen van Bourgondien verkocht hebben aan Marinus Willemsz. 16 gemeten en 238 roeden land in Den Bommel, in pacht bij Baert Jan Lenaertsz. (Zie Reg. no. 285).
Oorspr. ( Inv. no. 781 ).
288 1545 oktober 16.
Gecommitteerden van de heer van Beveren oorkonden, dat zij toestemming verlenen aan Marinus Willemsz. zijn brieven van garand terug te geven wegens het betalen van de koopsom voor 16 gemeten en 238 roeden land.
Afschrift van 1546 door de gezworen klerk van Zierixie. ( Inv. no. 781 ).
Zie ook Reg. no. 287.
289 1545 oktober 28.
Schepenen van Sinct Adolphs, genoemd Oelkinsplate, oorkonden, dat Adriaen Jansz., rentmeester van de ambachtsheer en gevolmachtigde van Anthonius Hosius, mr. Sebastiaen Spaignaert en van Inghel Diericxz., procuratoren van de goederen van Maximiliaan van Bourgondië, verkocht heeft aan Marinus Willemsz. te Ziericqzee 16 gemeten en 238 roeden land met gorzen in de polder van Bommel.
Oorspr. ( Inv. no. 781.1 ) met de zegels van de drie schepenen.
Zie ook Reg. no. 285, 287 en 288.
293 1546 oktober 19.
Schepenen van Zierikzee oorkonden, dat zij vidimus geven van de oorkonde van 28 oktober 1545 (Reg. no. 289).
Oorspr. ( Inv. no. 781.2 ) met de zegels van de drie schepenen.
Reg. no. 365
365 1563 augustus 26.
Schepenen van Sint Adolphslant, anders genoemd Oeltgesplate, oorkonden, dat Phillip Yemansz., nazaat van wijlen Quiryn Hugez., verkocht heeft aan Marinus Willemsz. te Ziericxzee omtrent 8 gemeten land, gelegen in de polder van Den Bommel.
Oorspr. ( Inv. no. 782 ) met de zegels in bruine was van de beide schepenen.
Reg. no. 382
382 1566 september 4.
Schepenen van Sinct Adolphslant, anders genoemd Oeltgesplate, oorkonden, dat de erfgenamen van Quiryn Hugez. hun goedkeuring hechten aan de verkoop van omtrent 8 gemeten land, gelegen in de polder van Den Bommel, door Phillip Yemansz. aan Marinus Willemsz. te Zierikzee (Zie Reg. no. 365).
Oorspr. ( Inv. no. 782.2 ) met de zegels van de beide schepenen.
Onder mr. Maarten Willem Symontsz. moet verstaan worden mr. Maarten van Cromstrijen
Niet raadpleegbaar
Het stuk van 1640 is zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Reg no. 522 no. 523 no. 575 no. 580 no. 584 no. 585 no. 587 en no. 588
575 1579 mei 10.
Schepenen van Sincte Adolphslandt, anders genoemd Oelkensplate, oorkonden, dat Jan Marnusz. de Jonge, gevolmachtigde van Marnus Mogge, verkocht heeft aan Hans Chybertsz. 5 gemeten land met ? deel van een huis in de Noortpolder.
Oorspr. ( Inv. no. 794 ). Het zegel van de eerste schepen is verloren en dat van de tweede schepen zwaar geschonden.
587 1580 mei 13.
Schepenen van Sinct Adolphslant, anders genoemd Oelkensplaet, oorkonden, dat Dierck van Foreest Pietersz, medeschepen, schuldig is aan Jan Cornelisz. Boye en zijn weeskinderen het bedrag van 37 pond en 10 schelling Vlaams vanwege zijn aankoop van 10 gemeten land met ¼ deel van een huis in de Noortpolder.
Oorspr. ( Inv. no. 794.3 ) met het zegel van de tweede schepen. Het zegel van de eerste schepen is verloren.
588 1580 mei 18.
Burgemeesters en schepenen van Zierikzee oorkonden, dat Jan Cornelisz. Boeye overgedragen heeft aan zijn beide weeskinderen met als moeder Magdalena Lenaert Houtmansdr. de helft van 37 pond en 10 schelling Vlaams (Zie ook Reg. no. 585 en no. 587).
Oorspr. ( Inv. no. 794.2 ) met het zegel van de tweede schepen. De zegels van de burgemeester en de eerste schepen zijn verloren.
Niet raadpleegbaar
522 1577 november 5.
Schepenen van Sint Adolphslandt, anders genoemd Oelkensplate, oorkonden, dat Marnus Mogge volmacht verleend heeft aan Jan Marnusz., penningmeester, tot het overdragen van 5 gemeten land met ? deel van een huis aan Hains Chybertsz.
Extract uit "'s clercx register" van ca. 1580 ( Inv. no. 794 ).
In dorso de aant: "Dien procurasien dien Marijnesz. Muggen van Zijerixsen Jan Marijnesz. Koeser verlyet ---".
523 1577 november 14.
Schepenen van Sint Adolphslandt, anders genoemd Oelkensplate, oorkonden, dat Hans Chybertsz. overgedragen heeft aan Dierck van Foreest Pietersz. 5 gemeten land met ? deel van een huis.
Afschrift uit "'s clercx register" van ca. 1580 ( Inv. no. 794 ).
580 1580 januari 18.
Arbiters oorkonden, dat Dierick Claesz. Pietersz. uit naam van Jan Cornelisz. Boye een overeenkomst heeft aangegaan met Dierick van Foreest te Oelkensplaete inzake de verkoop van 10 gemeten land als ¼ deel van een hofstede in de Noortzijdepolder onder Oelkensplaete.
Gelijktijdig afschrift ( Inv. no. 794 ).
584 1580 april 7.
Weesmeesters van Zierikzee oorkonden, dat zij volmacht hebben verleend aan Jan Cornelisz. Boeye om uit naam van zijn weeskinderen over te dragen aan Dierick van Foreest 5 gemeten land in de Noortpolder van Oolkensplate.
Gelijktijdig afschrift ( Inv. no. 794 ).
585 1580 april 15.
Jan Coernelisz. Boyen verkondt, dat hij ontvangen heeft van Dierck van Foereest het bedrag van 37 pond en 10 schelling Vlaams vanwege de overdracht van 10 gemeten land te Ooltgensplaat.
Gelijktijdig afschrift ( Inv. no. 794 ).
Niet raadpleegbaar
Tot de bedijkers behoorde mr. Simon Graswinckel
Niet raadpleegbaar
Tot de eigenaren behoorde mr. Simon Graswinckel
Zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zie onder Kedichem
Zie ook inv. no. 731
Vgl. eveneens het Archief van de Hofstede Oud-Alckemade, inv. no. 128
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 520
Zeer zwaar beschadigd
520 1577 oktober 3.
Michiel Jansz. van Woerden, notaris te Haarlem, instrumenteert, dat Anna Jansdochter, weduwe van Jan Gerritsz. op verzoek van Wigger Claesz. Koussebant verklaard heeft, dat zij omtrent twee jaar geleden als makelaarster van de erfgenamen van Thys Balgen aan hem heeft overgedragen een hofstede met 18 maden land te Schalcwyck.
Oorspr. ( Inv. no. 806 ).
Reg. no. 225 no. 226 en no. 302
Het transfix is van het charter losgeraakt
225 1527 november 25.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat zij aan Frans van der Delle toestemming hebben verleend tot overdracht van zijn leengoed, bestaande uit een huis, erf en 5 morgen land te Schellinchout, aan Claes Willemsz. te Hoorn.
Oorspr. ( Inv. no. 807.1 ) met de zegels van de drie leenmannen.
Met een transfix van 7 februari 1528 (Reg. no. 226).
226 1528 februari 7.
Kaerle enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van Holland, dat hij Claes Willemsz. te Hoorn beleend heeft met een huis, erf en 5 morgen land te Scellinchout, komende van Frans Verdel.
1527 naer 't scriven ons Hoofs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 807 ) met resten van het zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
Getransfigeerd door de oorkonde van 25 november 1527 (Reg. no. 225). De akten zijn echter van elkaar losgeraakt.
302 1548 december 2.
Karel enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van de grafelijkheid van Holland, dat hij Willem Dirxz., schout van Amsterdam, beleend heeft met een huis en 5 morgen land te Scelllinchout, komende van wijlen meester Cornelis Jansz. van Hoerne.
Oorspr. ( Inv. no. 807.2 ) met het geschonden zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
Reg. no. 504 no. 505 en no. 506
504 1577 juli 2.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat Dieuwer Dircxdr. overgedragen heeft aan Pieter Meynersz. Lakeman te Boekerspel de helft van een huis en 5 morgen land te Schellinchout.
Oorspr. ( Inv. no. 808.2 ) met de zegels in rode was van de beide leenmannen. Het tweede zegel is zwaar geschonden.
Met een transfix van 7 juli 1577 (Reg. no. 506).
505 1577 juli 2.
Philips enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van de grafelijkheid van Holland, dat hij Pieter Mey-nersz. Lakeman beleend heeft met de helft van een huis en 5 morgen land te Schellinkhout, genoemd de Clincke en komende van Anthoenis Willemsz. Sonck.
Oorspr. ( Inv. no. 808.1 ) met het geschonden zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
506 1577 juli 7.
Philips enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van de grafelijkheid van Holland, dat hij Pieter Meynersz. Lakeman beleend heeft met de helft van een huis en 5 morgen land te Schellinchout, komende van Dieuwer Dircxdr.
Oorspr. ( Inv. no. 808.3 ) met het zwaar geschonden zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
Getransfigeerd door de oorkonde van 2 juli 1577 (Reg. no. 504).
Zie ook onder Hogewoerd
Reg. no. 343
343 1559 maart 1.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat Willem Cornelisz., buurman te Schooten, verkocht heeft aan Dirck van Huessen Claessoon te Haarlem een vrije weg en overgang over zijn land, gelegen langs de Zandsloot te Schooten op de Woert.
Oorspr. ( Inv. no. 810 ) met de iets geschonden zegels in rode was van de beide leenmannen.
Reg. no. 282
Met in dorso aant. betr. de aflossing van een erfpacht door Floris van Alckemade aan Philips van Dam, 1672
282 1544 maart 18.
De schout in de ban van Tetrode en Aelbrechtsberghe oorkondt, dat Lourens Jansz. Bitter, mede als voogd voor zijn echtgenote Pieternelle Pouwelsdochter, alsmede Dieuwer Claesdochter, weduwe van Cornelis Ysbrantszoon, met als vóogd meester Lambrecht Jacobsz., verkocht hebben aan Claes van Huessen een hofstede in de ban van Tetrode bij Grietenbrugge.
Oorspr. ( Inv. no. 813 ) met het geschonden zegel van de oorkonder.
Vermoedelijk het land in inv. no. 814 bedoeld
Deze percelen werden door Franciscus Bernardus Cousebant in 1737 verkocht aan Claes Bol, vgl. inv. no. 67
Zie voor de hofstede Schilpen ook inv. no. 255 en no. 70
Blijkens aant. in dorso is dit land door Barent Cousebant verkocht aan Jacop Vrouteken
Vgl. het Archief van de Hofstede Oud-Alckemade, inv. no. 134
Reg. no. 533 en no. 579
533 1578 juni 12.
De baljuw, houtvester en rentmeester van Brederode oorkondt, dat hij uit naam van Amelia, paltsgravin, hertogin van Beieren enz., douarière van Brederode enz., in erfpacht gegeven heeft aan Merten Bitter 5 morgen, 3 hont, 4 roeden en 3 voet wildernis in de Vogelensangh.
Afschrift van 1590 door M. van Woerden, notaris te Haarlem ( Inv. no. 832 ).
Tevens nog een afschrift van 1606 door F.E. van Banchem, notaris te Amsterdam ( Inv. no. 832 ).
579 1580 januari 6.
De baljuw, houtvester en rentmeester van Brederode enz., oorkondt ten overstaan van leenmannen en knapen van Brederode, dat hij in erfpacht heeft gegeven aan mr. Merten Bitter te Haarlem 6 ½ morgen wildernis in de Vogelensangh om deze te ontginnen.
stilo communi.
Afschrift van 1590 door M. van Woerden, notaris te Haarlem ( Inv. no. 832 ).
Tevens nog een afschrift van 1606 door F.E. van Banchem, notaris te Amsterdam ( Inv. no. 832 ).
Zie ook onder Lisse, inv. no. 770
Zie ook onder Dubbeldam, inv. no. 729
Waarschijnlijk is bedoeld Maria Christina Genoveva van Alckemade, echtgenote van Francois Bernard Cousebant
Zie onder Dubbeldam
Zie onder Middelburg. inv. no. 860
Zie onder Melis- en Mariekerke, inv. no. 853
Reg. no. 462
462 1575 januari 27.
Gezworenen van de vijf ambachten oorkonden, dat zij op verzoek van de waterklerk of ontvanger uit naam van de dijkgraaf verkocht hebben aan Jacob Andries, kuiper, 2 percelen land te Grijpskerke, komende van Heyn Lauwereysz. en Huuge Mauwerys vanwege hun achterstallige waterpenningen over 1572.
1574 naer Hollandts.
Oorspr. ( Inv. no. 847 ) met de zegels van de vier schepenen.
Zie ook onder Oost- en West-Souburg, inv. no. 867
Met in dorso van de akte van 1789: Abraham Adamse
Zie onder Popkensburg
Reg. no. 456 en no. 459
De akte van 1574 vermeldt abusievelijk het jaar 1572, en in dorso van het transfix is aangetekend: "Het landt ies ghecomen van Jan Jopsse brouwer"
456 1574 september 2.
Gezworenen van de vijf ambachten oorkonden, dat zij op verzoek van de waterklerk of ontvanger uit naam van de dijkgraaf verkocht hebben aan Gillis Heyndricxsz. te Middelburg een perceel land te St. Mariekerke, komende van Andries Piersz. vanwege diens achterstallige waterpenningen over 1571 en 1572.
Oorspr. ( Inv. no. 850 ) met de zegels van de vier gezworenen.
Met een transfix van 12 november 1574 (Reg. no. 459).
459 1574 november 12.(1572).
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Gillis Heyndrixz., timmerman, overgedragen heeft aan Jacob Andries, kuiper, een perceel land te St. Mariekerke.
Oorspr. ( Inv. no. 850 ) met de zegels van de drie schepenen.
Getransfigeerd door de oorkonde van 2 september 1574 (Reg. no. 456).
Reg. no. 460
460 1574 december 10.
Gezworenen van de vijf ambachten oorkonden, dat zij op verzoek van de waterklerk of ontvanger uit naam van de dijkgraaf verkocht hebben aan Jacob Andriesz., kuiper te Middelburg, een perceel land te Meliskerke, komende van de weduwe van Jan Pancraesz. vanwege diens achterstallige waterpenningen over 1574 en voorgaande jaren.
Oorspr. ( Inv. no. 851 ) met de zegels van de vier gezworenen.
Reg. no. 461
461 1574 december 25.
Schepenen van Meliskerke oorkonden, dat Jacop Andriesz., kuiper, aangekocht heeft uit de desolate boedel van wijlen Tanne Huysmans zekere percelen land te Meliskercke en Mariekercke onder afstand van rechten van haar zoon Marynus Symonsz. te Vlissingen.
Oorspr. ( Inv. no. 852 ) met de zegels van de drie schepenen.
Met aant. in dorso: "Paschinlien Jacobs de Jonge"
Hieronder vallen tevens Bredamme en de Haeyman
Reg. no. 321
Oude titel: "Anschattinge"
321 1554 juli 24.
Burgemeesters, schepenen en raden van Middelburg oorkonden, dat Jonge Jan van den Hooge gekocht heeft uit de goederen van Bouwen Cornelis een huis aan de Lange Delft, genoemd de Watermuele.
Oorspr. ( Inv. no. 855 ) met het zegel der stad.
Reg. no.318
Vermoedelijk moet onder Cornelis Jan Lambrechtsz. verstaan worden Cornelis Jansz. van Eversdijck
318 1554 februari 15.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Guillame Paffenroede en zijn echtgenote Tanneken Maerten Marcelisdochter te Antwerpen zich borg stellen voor Cornelis Jan Lambrechtsz. vanwege diens aankoop van 11 percelen land, gelegen te Wester Zoubburch, Ooster Zoubburch, Coudekercke en Schellacht en komende van wijlen Linken Marcelisdochter, moeder van voornoemde Tanneken.
1553 styl 's Hoofs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 867 ) met de zegels van de drie schepenen.
Reg. no. 418 en no. 465
465 1575 april 26.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Anthuenis Mathysz., parochiaan in Noortmonster, overgedragen heeft aan Willem Pietersz. in Roosenburch 2 gemeten en 37 roeden land te Oosterzouburch onder akte van borgstelling.
Oorspr. ( Inv. no. 868.1 ) met de zegels van de drie schepenen.
Getransfigeerd door de oorkonde van 25 februari 1570 (Reg. no. 418).
418 1570 februari 25.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat de erfgenamen van Jasper Lievensz. van Hogelande, de erfgenamen van Jaspar Eeuwoutsz. van Hoogelande en de erfgenamen van Marie van Hogelande Lievensdochter, allen tevens erfgenamen van mr. Balthasar Lievens van Hoogelande, enerzijds en Cornelis van Zoutelande en de overige erfgenamen van Marie Plumerus, dochter van mr. Baltazar, anderzijds zich borg stellen voor Anthuenes Mathys vanwege diens aankoop van 2 gemeten en 37 roeden land te Oosterzouburch.
1569 stilo curiae.
Oorspr. ( Inv. no. 868.2 ) met de zegels van de drie schepenen.
Met een transfix van 26 april 1575 (Reg. no. 465).
Oude titel: "Anschattingbrief"
Met aant. in dorso:
"-- gecommen van mr. Jacop van Grijpskerke"
Reg. no. 392
Met in dorso aant. van Mattheus Maurisz., dat voornoemd perceel Nelken Mattheus toebehoort, 1568
392 1568 februari 14.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Pieter Jansz. Bonte te Noortmonster, Luevis (of Luenis) Pietersz. te Westmonster en Simon Jacobsz. van het klooster Galissien als gevolmachtigden van de gemene armen van Middelburg zich borg stellen voor Mattheeus Maureysz. te Westmonster vanwege diens aankoop van 1 gemet en 50 roeden land onder Popkensburch.
1567 naer Hollandt.
Oorspr. ( Inv. no. 871 ) met de iets geschonden zegels van de drie schepenen.
Zie ook onder Oost- en West-Souburg, inv. no. 867
Niet raadpleegbaar
Zie onder Schellach, inv. no. 874
Johan de Bruyn, meier en rentmeester van de abdis van Thorn in de Baronie van Breda, was de schoonvader van Pieter van Beeck. Laatstgenoemde was de schoonvader van mr. Pieter Emonds
De bijbehorende stukken betreffen onder meer een proces met de huurder Jeroen Fonteijn
Met aant. in dorso: "van de stadhouders acker"
Met in dorso van het charter de aant.: "Deese 582 roeden is nu met den stathouders acker gecomen van Corn. Demetler, daeven een perceel gemaeckt"
Niet raadpleegbaar
De stukken zijn aangetast door vocht
Niet raadpleegbaar
Deze kwitanties behoorden als bijlagen bij de 12e rekening van Matthias Joan Ghysen van 1785 en bij de 1e, 2e, 3e, 8e en 9e rekening van A. Cornelissen van 1788-1790, 1796 en 1798
Reg. no. 344
344 1559 maart 16.
Schepenen van Etten oorkonden, dat Adriaen Domus Adriaensz-zoon verkocht heeft aan Jan Corneliszone de Bruyn een weiland van 1 gemet, gelegen in de Branden en bezwaard met een halve viertel rogge per jaar ten behoeve van de weduwe of erfgenamen van Harman de Cuyper alsmede met een rente ten bedrage van een braspenning per jaar.
Oorspr. ( Inv. no. 885 ). De zegels van de beide schepenen zijn verloren.
Aangetast door vocht
Zie ook onder Attelaken, inv.. no. 262 én onder inv. no. 884
Reg. no. 366
366 1564 januari 25.
Schepenen van Etten oorkonden, dat Adriaen Cornelis Adriaen Deetsz. verkocht heeft aan Jan Cornelisz. de Bruyn een weiland van 1 gemet, gelegen op de Bremberch en bezwaard met een erfrente ten bedrage van 2 ½ oortstuiver per jaar ten behoeve van Hubrecht van Grunsvenne, kleermaker te Breda, alsmede met 's heren tijns.
Oorspr. ( Inv. no. 888 ). De zegels van de beide schepenen zijn verloren.
Met in dorso aant. betr. het aflossen van een roggepacht in 1674 en een pacht voor de armen in 1675
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
Niet raadpleegbaar
Zie onder Attelaken
Zie ook onder de Bremberg, inv. no. 895
De aflossing van de rente in 1659 is aangetekend in dorso van het charter
Niet raadpleegbaar
Tierck van Scheltinga trad bij deze transactie als bemiddelaar op.
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Vermoedelijk betreft dit een huis in de Peperstraat
Zie ook inv. no. 904 en 906
Vermoedelijk betreft dit een houtschuur op het Vliet
Twee akten betreffen erfpachten elders in de vorm van afschriften van mr. Adriaen van Hellemijs van Welle en hebben vermoedelijk als voorbeeld gediend
Reg. no. 23 no. 131 no. 133 no. 136 no. 269 no. 290 no. 351 en no. 475
23 1393 april 15.
Elyzabeth, abdis, en de nonnen van de wereldlijke kerk van Essen in het sticht Coelne oorkonden, dat zij op advies van Gerbrant ten Busche, hun ambtman in het sticht Utrecht, erfelijk verpacht hebben aan Herman van Oestenderpe het volschuldige heilige Neelsguedt, behorende tot hun hof toe Nete en gelegen in de buurtschap Oestenderpe in Zallandt in het kerspel van Swolle, met uitzondering van het Mastebroick.
des dynxdages nae belaken Paschen.
Gevidimeerd in de oorkonde van 18 juli 1473 (Reg. no. 131).
131 1473 juli 18.
Burgemeesters, schepenen en raad van Zwolle oorkonden, dat zij vidimus geven van de oorkonde van 15 april 1393 (Reg. no. 23).
op Sante Arnulfusdage.
Oorspr. ( Inv. no. 919.8 ) met het secreet zegel van de stad Zwolle.
Met in dorso de aant.: "Lenbreff van den drey waeren toe Assendorp".
133 1473 oktober 5.
Johan van den Rutenberge, ambtman in het sticht Utrecht vanwege de abdis en het kapittel van de wereldlijke kerk van Essende in het sticht Coelen, oorkondt ten overstaan van gestichtsmannen van Essene, dat hij Wolff van Itterssum den Oelden beleend heeft met ? deel van Neelsguedt, gelegen in de mark van Swolle in de buurtschappen Assendorp en Middelwyck, ter grootte van 3 waren, met de perceelsnamen het Roelveer, de Lamaedt, de Goermaedt, de Asse, de Krucke en het hoge land op de Enge en op de Luere, en komende van Bertolt ten Tye en Katherijne, weduwe van Hilbrant ten Tye, met als voogd Herman van Assendorp.
des dynxdages nae Sante Remigiusdage des Heiligen Confessoers.
Oorspr. ( Inv. no. 919.6 ) met het zegel van de oorkonder.
136 1474 september 18.
Sophia van Glychen, abdis van de wereldlijke kerk van Essende in het sticht Coelen, oorkondt ten overstaan van haar leenmannen, dat zij de belening bekrachtigt van haar voormalige ambtman Jacob ten Water voor Herman toe Assenderpe inzake het Nyelsguet, gelegen te Assendorp in de vrijheid van Swolle.
des sonnendagesnae Sante Lambertsdage des heiligen bisscops.
Oorspr. ( Inv. no. 919.7 ) met het zegel in rode was van de oorkondster.
269 1541 juni 17.
Thomas Knoppert, Stheven Brant en Henrick van Thyll oorkonden als arbiters tussen Herbert Splytloff en diens echtgenote Mechtelt enerzijds en hun beide oudste zonen Johan Splytloff en Joachim Splytloff anderzijds, dat pater Ludolphi Nicolai, president te Bruyssel, in zijn hoedanigheid van oom van zijn beide neven een verdeling heeft tot stand gebracht van de goederen van hun ouders, waarbij het goed te Spoelde, gelegen in de vrijheid van Zwolle en leenroerig aan Wilhelm van Bochorst, het halve goed te Langenholte, gelegen in het kerspel van Zwoll en leenroerig aan de keizer alsmede het goed te Assendorp, gelegen in de vrijheid van Zwoll en leenroerig aan de abdis van Essende, na hun dood gelijkelijk zullen worden verdeeld onder hun kinderen met een geldelijke restitutie aan hun oudste zoon Johan.
altera die venerabilis Sacramenti ---. Gedaen te Bruyssel.
Oorspr. ( Inv. no. 919.5 ). De zegels van pater Ludolphi, Johan Splytloff, Joachim Splytloff en de drie arbiters gezamenderhand zijn verloren.
290 1546 juni 6.
Sibilla, abdis van het keizerlijke en wereldlijke sticht Essenn, geboren gravin van Montfort en Retenfelss, oorkondt, dat zij Herbert Splitloff beleend heeft met 1 ½ waar van Neilsgude, gelegen in de vrijheid van Swolle in de buurtschappen Assendorp en Middelwick.
Oorspr. ( Inv. no. 919.4 ) met het zegel in rode was van de oorkondster.
351 1559 september 17.
Herman van Welvelde, ambtman in het sticht Utrecht voor de abdis en het kapittel van de wereldlijke kerk van Essende in het bisdom Coelen, oorkondt ten overstaan van gestichtsmannen van Essende, dat hij Helmich Splytloff, doctor in de beide rechten, beleend heeft met 1 ½ waar, genoemd Nielsguidt, gelegen in de vrijheid van Zwolle in de buurtschappen Assendorp en Middelwijck en komende van wijlen zijn vader Herbert Splytloff.
Oorspr. ( Inv. no. 919.3 ) met het zegel van de oorkonder
475 1576 maart 31.
Everhardt van Tongeren, ambtman in het Sticht Utrecht voor de abdis en het kapittel van het wereldlijk sticht Essende, oorkondt ten overstaan van leenmannen van Essende, dat hij Helmich Splijtloff, minderjarige zoon van doctor Helmich Splijtloff, met als voogd Goerdt Splijtloff, beleend heeft met 1 ½ waar, genoemd Nielsguidt, gelegen in de vrijheid van Zwolle in de buurtschappen Assendorp en Middelwijck en komende van wijlen zijn voornoemde vader.
Oorspr. ( Inv. no. 919.2 ) met het zegel van de oorkonder.
Reg. no. 304
304 1549 september 18.
Seyno van Welvelde, stadhouder en ambtman van het keizerlijk en vrijwereldlijk stift Essende, oorkondt ten overstaan van zijn leenmannen, dat hij uit naam van Sybille, abdis, gravin van Montfort en Rottenfelts enz., zijn goedkeuring verleent aan de magescheid van de goederen van Herberth Splyteloeff en zijn echtgenote ten behoeve van hun kinderen, waarbij aan Goert Splyteloeffs en Helmich Splyteloeffs als leen ten deel gevallen is het goed te Assendorp.
Oorspr. ( Inv. no. 920 ) met het zegel van de oorkonder.
Tot het grondgebied van de provincie Utrecht voor 1795 behoorde ook de plaats Ankeveen. In 1818 is deze bij Noordholland gevoegd
Reg. no. 292
292 1546 oktober 15.
Kairle enz. oorkondt ten overstaan van zijn leenmannen en andere goede lieden, dat hij Sarys de Coeninc, gevolmachtigde van Francisca Wilhemsdochter van der Ae, beleend heeft met twee percelen land, genoemd de Schaersmate en Arrogonder hoeve, gelegen buiten de koegrave van de stadsmeent van Amersfoort en komende van wijlen haar vader Wilhem van der Ae.
Gegeven in oneer stadt Utrecht.
Oorspr. ( Inv. no. 921 ) met het zwaar geschonden zegel in rode was van de Leenhof van Utrecht.
Reg. no. 331 en no. 332
331 1557 januari 15.
Eernst van Nyenrode, heer van Zulensteyn enz., ridder, oorkondt, dat hij in pacht gegeven heeft aan Gijsbert Hueskensz. 18 morgen land te Anckeveen voor de termijn van 5 jaar.
nae 't scryven 's Hooffs van Utrecht.
Geinsereerd in de oorkonde van 15 januari 1557 (Reg. no. 332).
332 1557 januari 15.
Gijsbert Hueskensz. te Anckeveen oorkondt, dat hij in pacht ontvangen heeft van Eernst van Nyenrode, heer van Zulensteyn enz., ridder, 18 morgen land te Anckeveen voor de termijn van 5 jaar.
Oorspr. ( Inv. no. 922 ) met het geschonden zegel van Jan Janssoen, scrijver.
Reg. no. 299 en no. 345
345 1559 mei 31.
Deken van kapittel van Sincte Marien te Utrecht oorkonden, dat zij in erfpacht hebben gegeven aan Goyert van Rheede, heer van Saesvelt enz., ten behoeve van zijn echtgenote Geertruydt van Nyenroede, erfdochter van wijlen Ernst van Nyenroede, 19 morgen land, gelegen bij de hofstede Then Ghoye en genoemd het Dweerlant en het Cortelandt.
Oorspr. ( Inv. no. 923.1 ) met het secreet zegel van het kapittel.
Zie ook Reg. no. 299.
299 1547 juni 7.
Deken en kapittel van Sinte Marien te Utrecht oorkonden, dat zij in erfpacht hebben gegeven aan Ernst van Nyenrode 19 morgen land gelegen bij de hofstede Ten Ghoye, genoemd het Dweerlandt en het Cortelandt en komende van Johanna Johansdochter van Amerongen met als voogd haar echtgenoot Melis uuten Engh.
Oorspr. ( Inv. no. 923.2 ) met het iets geschonden secreet zegel van het kapittel.
Zie ook Reg. no. 345.
Zie onder Vochten
Reg. no. 216
216 1525 mei 8.
Wilhem Turck, heer van Nyenroede, oorkondt ten overstaan van leenmannen van de heer van Utrecht, dat hij Eerst van Nyenroede beleend heeft met ? deel van 4 blokken tienden, gelegen op Zweveronge, komende van wijlen Gysbert van Nyenroede en bestemd als lijfrente voor zijn echtgenote Margriet heer Jansdochter van Renes.
Oorspr, ( Inv. no. 928 ) met het zegel van de oorkonder.
Reg. no. 466 no. 477 no. 480 en no. 481
Blijkens aant. in dorso van een der charters is de koopsom betaald in 1577-1579. Het huis is in 1582 weer verkocht, tegelijk met een kleiner aangrenzend huis, vgl. inv. no. 932
466 1575 juli 15.
Schepenen van Brugge oorkonden, dat de erfgenamen van Ghyzebrecht de Sainct Hilaire overgedragen hebben aan Jan Busscop een huis aan de zuidzijde van de Reye tussen Sinct Jansbrugghe en 's Connincxbrugghe.
hoymaendt.
Afschrift van 11 mei 1576 ( Inv. no. 929 ).
477 1576 mei 10.
Guillame van Hende oorkondt, dat hij uit naam van Jan Busscop verkocht heeft aan Willem van de Forreeste een huis aan de zuidzijde van de Speghelreye te Brugge.
Afschrift van ca. 1580 ( Inv. no. 929 ).
480 1576 augustus 25.
Schepenen van Brugge oorkonden, dat Jan Busscop verkocht heeft aan Willem van de Forreeste en zijn echtgenote Marie Cornelisdochter een huis aan de zuidzijde van de Reye tussen Sinct Jansbrugge en 's Conincxbrugge, genoemd Den Rynck.
Oorspr. ( Inv. no. 929.1 ) met de zwaar geschonden zegels in bruine was van de beide schepenen.
481 1576 augustus 25.
Schepenen van Brugge oorkonden, dat Jan Busscop en zijn echtgenote Anthonijne Massue overgedragen hebben aan Willem van de Forreeste een huis aan de zuidzijde van de Reije tussen Sint Jansbrugge en 's Koningsbrugge, genoemd Den Rynck.
Oorspr. ( Inv. no. 929.2 ). De zegels in bruine was van de beide schepenen zijn nagenoeg verloren.
Reg. no. 519.
Dit huis lag naast "Den Rynck"
Zeer zwaar beschadigd
519 1577 september 30.
Schepenen van Brugge oorkonden, dat Jacop van de Voorde filius Maertins den Fustemier en zijn echtgenote Neelkin, dochter van Fransois de Smit, verkocht hebben aan Pieter van Hoye, foillieslager, een huis aan de zuidzijde van de Reye tussen Sint Jansbrugghen en 's Cuenincxbrugghen.
Oorspr. ( Inv. no. 930 ). Het zegel van de stad is verloren.
Reg. no. 582 en 591
Betreft het huis naast "Den Rynck"
In dorso van het charter aant. betr. de aflossing van de "weddinghe" in 1580
582 1580 maart 24.
Schepenen van Brugge oorkonden, dat Willem van Forreest en zijn echtgenote Marie Cornelisdochtere beloofd hebben aan Gheeraert van Hoye met als stokhouder Jooris de Meyere een bedrag van 54 pond en 16 schelling uit te betalen onder hypotheek van een huis aan de zuidzijde van de Reije tussen St. Jansbrugghe en 's Conyncxbrugghe.
Oorspr. ( Inv. no. 931 ). De zegels bruine was van de beide schepenen zijn nagenoeg verloren.
591 1580 juni 25.
Joorys de Meyere oorkondt, dat hij als stokhouder van zijn vader Adam de Meyere ontvangen heeft ten behoeve van Willem van Foorest het bedrag van 64 pond Vlaams vanwege de verkoop van een huis aan de zuidzijde van de Speghelreije te Brugge.
wedemaent.
Oorspr. ( Inv. no. 931.1 ).
Met aant. betr. de financiering
Eén van deze huizen is aangekocht van Frans Barentsz. Cousebant
Zie ook inv. no. 711
Zie ook genealogieën van het geslacht Nobel, waarop men tevens aantekeningen vindt betreffende deze graven, inv. no. 1073
Met bijgeschreven kwitanties betreffende uitkeringen onder meer aan leden van het geslacht De Coninck, 1635
Reg. no. 213
213 1523 oktober 18.
De prior en het gemeen convent van de Regulieren te Utrecht oorkonden, dat zij geschonken hebben aan de gebroeders Frederic de Coninck en Goijert de Coninc en hun erfgenamen vanwege de weldaden van hun vader Jan de Coninc en van wijlen Mechtelt Jansdochter uten Hamme, echtgenote van voornoemde Goijert, de oude sacristie aan de zuidzijde van het koor van de kloosterkerk om te dienen als hun familie- en grafkapel onder het behoud van zekere rechten van het klooster.
Luce evangeliste.
Afschrift van ca. 1620 ( Inv. no. 948 ).
Reg. no.276 en no. 325
276 1543 november 15.
Kerkmeesters van Sunter Niclaeskerck te Utrecht oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Marrichgen, weduwe van Jan Jansz. van Oldezeel, een grafstede gelegen bij het altaar van de Heilige Drievuldigheid.
Oorspr. ( Inv. no. 949 ). Het zegel van de bezegelende kerkmeester is verloren.
Met een transfix van 8 januari 1556 (Reg. no. 325) en een transfix van 1620.
Tevens nog een afschrift van 11 februari 1620 (oude stijl) door Nicolaas van Lostadt, notaris te Utrecht. ( Inv. no. 951 ).
In dorso hiervan de aant.: "Graffsteede Maria van Wijck, wed. Johans van Helmijs Jansz. genaemt van Oldenseell".
325 1556 januari 8.
Kerkmeesters van Sinter Nijclaeskerck te Utrecht oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Ariaen Jansen Helmich en zijn erfgenamen een grafstede bij het Kassenaersaltaar en het Sint Antonisaltaar.
Oorspr. ( Inv. no. 949 ). De zegels van de beide kerkmeesters zijn verloren.
Getransfigeerd door de oorkonde van 15 november 1543 (Reg. no. 276) en met een transfix van 1620.
Tevens nog een afschrift van 11 februari 1620 (oude stijl) door Nicolaas van Lostadt, notaris te Utrecht. ( Inv. no. 951 ).
Reg. no. 358
358 1561 maart 30.
Kerkmeesters van Sinter Nicolaes te Utrecht oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Gerit Wouterssen Vermeij en zijn erfgenamen een grafstede bij het altaar van de Heilige Drievuldigheid.
Oorspr. ( Inv. no. 950.2 ) met het zwaar geschonden zegel van de eerste kerkmeester. Het zegel van de tweede kerkmeester is verloren.
Met een transfix van 1635.
Reg. no. 276 no. 325 no. 352 no. 356 en no. 361
Een "Memorie van de grafsteden", die zich hierbij bevindt, bevat een genealogische tabel van het geslacht Van Hellemijs van Welle in de 16e eeuw
352 1559 december 28.
Kerkmeesters van Sinter Nijcolaeskercke te Utrecht oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Jan Huijgensz. van Scherpenisse en zijn erfgenamen een grafstede voor het koor aan de noordzijde der kerk.
Afschrift van 4 februari 1620 (oude stijl) door Nicolaas van Lostadt, notaris te Utrecht ( Inv. no. 951 ).
356 1560 december 23.
Kerkmeesters van de kerk van Sinte Nicolaes te Utrecht oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Dirck van Rossem en zijn erfgenamen een grafstede bij de kerkdeur aan de zuidzijde der kerk.
Afschrift van 4 februari 1620 (oude stijl) door Nicolaas van Lostadt, notaris te Utrecht ( Inv. no. 951 ).
361 1561 november 23.
Kerkmeesters van de kerk van Sunter Niclaes te utrecht oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Aernt Jansz. Lachmondt en zijn erfgenamen een grafstede tussen het altaar van de Heilige Drievuldigheid en het altaar van Sint Antonius.
Afschrift van 11 februari 1620 (oude stijl) door Nicolaas van Lostadt, notaris te Utrecht ( Inv. no. 951 ).
Deze hoofdafdeling betreft persoonlijke en zakelijke stukken en diverse geslachten, die niet door aantoonbare verwantschap in het archief zijn gekomen.
De aanwezigheid dezer stukken is te verklaren uit het rentmeesterschap van mr. Adriaen van Hellemijs van Welle bij Anna, vrouwe van Assendelft, en haar dochter Agnes van Renesse van der Aa. Vermoedelijk zijn bij zijn overlijden in 1636 een aantal stukken in het sterfhuis te Utrecht achtergebleven
Vgl. inv. no. 511
Gerrit van Assendelft, zoon van Dirk van Assendelft en Christina van Kralingen, was gehuwd met Beatrix van Dalem (of van Dongen), dochter van Jan van Dalem (of van Dongen) en Catharina van Besoyen. Hij overleed in 1486, zijn echtgenote in 1492
Reg. no. 147
147 1479 december 5.
Dammas Sisman, burgemeester van Delft, oorkondt mede namens zijn ambtgenoot Pieter Claes., dat hij kwijtschelding verleent aan Gerrit, heer van Assendelft, Jan van Assendelft, rentmeester van Noirthollant, en Dirck van Zweeten voor een geleend bedrag als vertegenwoordiger van de graaf van Wynchester, heer van den Gruithusen, koper van de heerlijkheid van Haamstede, met als geldschieter Willem Dabton, Engels koopman.
Oorspr. ( Inv. no. 952 ). Het opgedrukt zegel van de oorkonder is verloren.
Reg. no. 161
161 1487 februari 6.
Jan van Westcappel, abt van het Onse Lieve Vrouwencloester te Middelburg, oorkondt, dat hij kwijtschelding verleent aan Geryt, heer van Assendelft, van renten, rustende op kloostersgoederen in het Land van Heusden, gedurende de termijn van augustus 1485 tot Bamisse 1486.
1486 na den loip 's Hoofs van Hollandt.
Oorspr. ( Inv. no. 953 ).
Claes van Assendelft, zoon van Gerrit van Assendelft en Beatrix van Dalem (of van Dongen), huwde omstreeks 1490 Alyd van Kijfhoek, dochter van Floris van Kijfhoek en Jelis (of Gillisje) van der Leck. Hij overleed in 1501, zijn echtgenote in 1530
Reg. no. 166 en 184
166 1490 oktober 27.
Het Hof van Holland oorkondt, dat het bij vonnis toegewezen heeft aan Geryt Albout Aelbrechtz., voogd over zijn echtgenote Janne, natuurlijke dochter van wijlen Adriaen van der Lecke, een rente ten bedrage van 10 Rijnse gulden per jaar met een achterstal van 6 jaar, voortkomende uitgoederen in Scielant, ten nadele van Jan van Naeltwijck, voogd over diens echtgenote Belhem, in de functie van beheerder van de goederen van het geslacht Van der Leek met als rentmeester Claes van Assendelft.
Afschrift van ca. 1500 ( Inv. no. 954 ).
184 1505 februari 18.
Jacob van Almonde, raad in den Hove van Holland, oorkondt, dat hij een arbitrale uitspraak gedaan heeft in een geschil tussen Geryt Albout, kastelein van Hoirne, en Pieter Hanneman, gevolmachtigde van de weduwe van Clais van Assendelft, ridder, betreffende een achterstallige rente over zesjaar, voortkomende uit goederen in Scielant (Zie Reg. no. 166).
1504 na den loep t 'sHoefts van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 954 ).
Van hen zijn geen stukken in het archief aanwezig
Van hen zijn geen stukken in het archief aanwezig
Cornelis van Assendelft, geboren omstreeks 1540 als zoon van Otto van Assendelft en Geertruyd, bastaarddochter van Bergen, was gehuwd met Margaretha van Abcoude van Meerten. Hij overleed in 1600 op het Huis Assumburg
Zie onder het geslacht Van Renesse
Gerrit van Renesse van der Aa, zoon van Adriaen van Renesse van der Aa en Agnes van Renesse van Wulven, huwde in 1594 Anna van Assendelft, dochter van Cornelis van Assendelft en Margaretha van Abcoude van Meerten. Hij was burgemeester van Utrecht en overleed in 1609. Zijn echtgenote werd in 1617 vrouwe van Assendelft en overleed omstreeks 1626 op het Huis Assumburg. Als rentmeester had zij mr. Adriaen van Hellemijs van Welle
Reg. no. 471
Vermoedelijk heeft dit stuk behoord tot de bescheiden van Gerrit van Renesse van der Aa
471 1575 oktober 16.
Bernt Coop, notaris bij het Hof van Utrecht, instrumenteert, dat Aeriaen van Renesse, heer van der Aa, ten overstaan van Willem van Rysenborch en Nicolaes van Renesse, leenmannen van de koning in Utrecht, zijn testament gemaakt heeft, waarbij hij aan zijn rechte leenvolger nalaat de huizen en heerlijkheden van der Aa en Aasteijn met de daartoe behorende goederen en rechten.
Authentiek afschrift van 1586 ( Inv. no. 956 ).
Nicolaas van Renesse van Elderen, heer van Vosmeer enz., geboren te Beesd als zoon van Frederik van Renesse van Elderen en Helena Torck, huwde in 1619 Agnes van Renesse van der Aa, vrouwe van Assendelft enz., geboren in 1597 als dochter van Gerrit van Renesse van der Aa en Anna van Assendelft. Zij overleed in 1634 op het Huis Assumburg
Zeer zwaar beschadigd
Willem van Renesse van Elderen, heer van Heesbeen, Malle enz., geboren te Beesd als zoon van Frederik van Renesse van Elderen en Helena Torck, huwde in 1622 Margaretha van Renesse van der Aa, dochter van Gerrit van Renesse van der Aa en Anna van Assendelft. Hij overleed in 1630 op het Huis te Heesbeen
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Aan het huwelijkscontract zit een afschrift van de doctorsbul van Hadrianus Splinter Helmich Geldropolitanus gekleefd, (ca. 1620). Zie voor de oorspronkelijke akte van 1609 inv. no. 502
Dirk van Egmond, zoon van Gerrit van Egmond en Johanna van Raephorst, huwde vermoedelijk in 1408 Henrica van Liesvelt, dochter van Gerrit van der Woert, heer van Liesvelt, en Sophia van Hoekelum. In 1408 werd hij beleend met de hofstede de Doortoghe te Monster. Beiden overleden kort na 1430. Hun achterkleindochter Alyd van Kijfhoek huwde Claes van Assendelft
Reg. no. 32 en no. 34
De lijfrenten waren onder meer verzekerd op leengoederen van Dirk van Egmond. Zie inv. no. 966
32 1408 maart 13.
Dirc van Egmonde, ridder, oorkondt, dat hij beloofd heeft aan zijn echtgenote Henric Dirc van Liesvelt, vrouwe van der Doirtoge, een lijfrente ten bedrage van 200 Gelres gulden per jaar, voortkomende uit de helft van zijn goederen van de Doirtoge in het ambacht van Monster, de helft van zijn goederen in het ambacht van Nye Nydorp en uit 2 morgen land gelegen langs de Gantel.
Oorspr. ( Inv. no. 960.1 ) met het zegel van de oorkonder. Het zegel van diens neef Gherrit van Egmonde, ridder, is verloren.
34 1408 september 25.
Aernt, heer van Egmond en van Yselstein, oorkondt ten overstaan van Florens van Alcmaed en andere leenmannen, dat zijn neef Dirc van Egmond beloofd heeft aan zijn echtgenote Heynric Dirc van Liesvelt, vrouwe van der Dourtoeghe, een lijfrente, voortkomende uit de kleinste helft van zijn goederen te Duertoeghe in het ambacht van Monster en uit de kleinste helft van 67 geerzen land in de ban van Nuwe Nyendorp.
des dinghesdaghes na Sinte Mathijsdach apostel.
Oorspr. ( Inv. no. 960.2 ) met het zegel van de oorkonder.
Gerrit van der Woert was de vader van Henrica van Liesvelt
Vermoedelijk opgemaakt door mr. Adriaen van Hellemijs van Welle
Reg. no. 153
Jan van Naaldwijk was de stiefvader van Alyd van Kijfhoek, gehuwd met Claes van Assendelft
153 1482 mei 20.
Jan van Naeldwijc oorkondt, dat hij Florijs Pieters aangesteld heeft tot schout over het ambacht van Heemskerck vanwege een lening door wijlen zijn vader Pieter Florijsz. ten bedrage van 200 gouden Wilhelmus gulden aan heer Dirc van der Leck, grootvader van de echtgenote van oorkonder.
Oorspr. ( Inv. no. 963 ) met het zegel in rode was van de oorkonder.
Reg. no. 10
10 1355 mei 13.
Willem, hertog van Beyeren enz., oorkondt, dat hij verkocht heeft aan heer Gheride van Egmonde, ridder, de voormalige goederen van Dirc Baertout, die Willem van Outshoerne eertijds in leen had, te weten 16 morgen land in het Haghe ambacht, 10 morgen land in het Rijswicker ambacht, 18 morgen land in het ambacht van Alfen en een tiende te Naeldwijc, voor het bedrag van 500 oude gouden schilden.
Ghegeheven in den Haghe.
Oorspr. ( Inv. no. 964 ) met het geschonden zegel van de oorkonder.
Reg. no. 24
24 1394 december 20.
Aernt van Leyenberch, ridder, zoon van Aernt van Hoekelem, oorkondt, dat hij in erfleen gegeven heeft aan Segher Florenssone van Kyfhoeke de tienden in het ambacht van Munsterkercke in Voernzaterweert, genoemd de Nesse tiende en het wederdeel van de Kanonc tiende van Den Briele met hun smalle tienden en komende van de gebroeders Godevaert en Hessel van Dronghelen met afstand van rechten van Lisebet Ghijsbrechtsdochter van Welle Hesselssone en haar echtgenoot Jan van Boeninghen.
op Sente Thomaesavont des apostels.
Oorspr. ( Inv. no. 965 ) met het zegel van de oorkonder.
Reg. no. 33
33 1408 september 25.
Aernt, heer van Egmond en van Yselstein, oorkondt, dat hij zijn neef Dirc van Egmond beleend heeft met de hofstede ter Dourtoeghe te Monster, 5 ½ morgen land aldaar en met ongeveer 67 geerzen land te Nuwe Nyedorp, komende van zijn vader Gherijt van Egmond.
des dinghesdaghes na Sante Mathijsdach apostel.
Oorspr. ( Inv. no. 966 ) met het zegel van de oorkonder.
Vgl. Dek: Genealogie der heren en graven van Egmond blz. 12.
Reg. no.154
154 1482 augustus 20.
Johan, jonge heer van Egmond, Baer enz., oorkondt ten overstaan van zijn leenmannen, dat hij Jelijs van der Lecke Jansdochter met als voogd haar echtgenoot Johan van Naeldwick Adriaenszoen beleend heeft met de goederen van de heerlijkheid van Egmond, komende van wijlen haar broeder Adriaen van der Lecke.
Oorspr. ( Inv. no. 967 ). Het zegel in rode was van de oorkonder is verloren.
Reg. no. 205
In deze akte erkent Gerrit van Arckel tevens 600 pond aan zijn zuster schuldig te zijn
205 1517 december 19.
President en raadslieden van het Hof van Holland oorkonden, dat Gert van Erkel, heer van Huekelum, afstand van rechten gedaan heeft op 3 percelen land te Huecklum, genoemd "die cromme camp", "de camp gelegen up Loenen" en Meyskenshoevel, ten behoeve van zijn zuster Heynricx van Arkel, echtgenote van Floris van Assendelft, heer van Goudriaen, komende van Ot van Arkel, heer van Huekelum, en Walraven van Waerdenburch, onder verband van een schuldbekentenis ten bedrage van 600 pond Vlaams aan zijn voornoemde zuster en zwager.
Oorspr. ( Inv. no. 968 ). Het signet van het Hof van Holland is verloren.
Vermoedelijk opgemaakt door mr. Adriaen van Hellemijs van Welle
Vermoedelijk zijn deze stukken in het bezit geraakt van mr. Pieter Emonds als gevolg van financiële transacties
Reg. no. 374, no. 273 en no. 281
Met in dorso van het charter en de losse stukken: G. Smets
Bovendien in dorso van het charter de oude titel: "Den ouden brief van Bergen op den Zoom"
374 1565 mei 22.
Burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen oorkonden, dat zij Jacques de Petra Viva gelasten aan Jacob Roelants "die men heet van Deventer" het verschuldigde bedrag van 670 carolus gulden uit te betalen krachtens hun uitspraak van 12 september 1564.
Oorspr. ( Inv. no. 971 ). Het zegel van de stad Antwerpen is verloren.
273 1542 januari 13.
Kaerle, roomskeizer, oorkondt ten overstaan van zijn stadhouder en leenmannen van Brabant, dat Willem van de Werve, ridder, schout van Antwerpen en markgraaf van Rijen, als gevolmachtigde van Maximiliaen van Bourgoigne, heer van Beveren enz. verkocht heeft aan Jacop Peeter Vive, wijlen Dominicussone, ten behoeve van diens buitenlands vertoevende broeder Dominicus Peter Vive een erfrente ten bedrage van 666 gouden carolus gulden, 13 stuiver en 1 plak Brabants per jaar, te lossen met de penning 18, uitstaande op het markgraafschap van Bergen opten Zoom, uitgegeven door wijlen Anthonijs, ridder, raad en kamerling, markgraaf van Bergen opten Zoom, graaf van Wailhem enz., en diens zuster van Bourgoinge, ridder, raad en kamerling, op 16 juni 1540 en overgedragen aan hun zoon Maximiliaen van Bourgoinge op 23 mei 1541.
1541 naer costume van scrijvene ons Hooffs van Brabant --- te Brussele.
Afschrift van ca. 1565 (Inv. no.).
Tevens nog een afschrift van 1732 door Cornelis Roels, notaris ( Inv. no. 60 .).
Geinsereerd in de oorkonde van 1 maart 1544 (Reg. no. 281).
281 1544 maart 1.
Burgemeesters, schepenen en raden van Antwerpen oorkonden, dat zij vidimus geven van de oorkonde van 13 januari 1541 (Reg. no. 273).
1543 naer stiel van scrijvene 't Hoefs van Brabant.
Afschrift van ca. 1565 (Inv. no,)
Tevens nog een afschrift van 1723 door Cornelis Roels, notaris ( Inv. no. 60 ).
Niet raadpleegbaar
Met aant. in dorso:
"Restanten voir d'erfgenamen wijlen mr. Jacob van Deventer oirer rentebrieven op de Stadt van Antwerpen"
Bovendien: G: Smets
Reg. no. 566 en no. 567
Met aant. in dorso: G. Smets
566 1578 december 5.
Jan Rogge, notaris te Antwerpen, instrumenteert, dat Barbara Smits, weduwe van mr. Jacop van Deventer, legateert aan haar neef Jacques Smets een rente ten bedrage van 45 carolus gulden per jaar, rustende op het markiezaat, de stad en het land van Berghen op den Zoom.
Oorspr. ( Inv. no. 973 ).
567 1578 december 5.
Jan Rogge, notaris te Antwerpen, instrumenteert, dat Barbara Smits volmacht verleent aan haar neef Jacques Smits voor de verdeling van de nagelaten goederen van haar echtgenoot mr. Jacob van Deventer.
Oorspr. ( Inv. no. 973 ).
Met aant. in dorso van de akte: G. Smets
Eén der bijlagen is een codicil van 1684 in afschrift van 1689
Naar hun aard archiefstukken, maar hun juiste plaats in het archief is niet meer te bepalen
Reg. no.58
Jan II "met de Bellen", heer van Egmond, geboren omstreeks 1385 als zoon van Arend, heer van Egmond en IJsselstein, en Jolanda, gravin van Leiningen, huwde in 1409 Maria van Arckel, dochter van Jan V, laatste heer van Arckel, en Johanna van Gulik. Hij overleed in 1451, zijn echtgenote vermoedelijk in 1415
58 1419 mei 6.
Johan, heer van Egmond en van Yselsteyne, baljuw van Kenemerlant en van Vreslant, oorkondt, dat hij schuldig is aan Doeve Hughensoon het bedrag van 150 Hollandse schilden volgens de koers van 1397, voortkomende uit het schoutambacht van Akersloet, onder de belofte hem niet uit zijn ambt te ontzetten eer de schuld is afgelost.
Oorspr. ( Inv. no. 976 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Reg. no. 113
113 1455 september 11.
Machtelt van Cralingen, jonkvrouwe van Vyanen, oorkondt met als voogd Willem Dammisz., dat zij toestemming verleent aan haar nicht Meyn van Heemskerc, vrouwe van Noirdeloes en Oesthuysen, om het bedrag van 300 pond, hetwelk haar ter gelegenheid van haar huwelijk ter leen gegeven was door haar zuster, vrouwe van Heemskerc en moeder van voormelde nicht, bij haar overlijden te innen uit erfpachten en renten, rustende op goederen binnen het ambacht van Zuuydwick onder Wassenair alsmede uit andere na te laten goederen.
Oorspr. ( Inv. no. 977 ) met het zegel in rode was van de oorkondster, in bruine was van heer Jan Dirxz, pastoor van Wassnair, van Claes Jansz., baljuw van Wassenair, en in bruine was van Aernt van Tetroed, schout van Suuydwick.
Reg. no. 126
126 1465 augustus 11.
Schout en schepenen van Yselsteyn oorkonden, dat Evert van Scadick en diens echtgenote Korstijn afstand gedaan hebben van hun recht op de nagelaten goederen van hun vader en schoonvader Goessen van Scadick ten behoeve van hun moeder en schoonmoeder Jutte Goessens, weduwe van Scadick.
des sonnendages na Sinte Louwerendach.
Oorspr. ( Inv. no. 978 ) met de zegels van de schout en de drie schepenen.
Reg. no. 127
127 1470 maart 14.
De baljuw en rentmeester van Brederode oorkondt ten overstaan van leenmannen van de heer van Brederode, dat Willem en Cornelis Meynertsz. gebannen zijn uit het baljuwschap van Brederode en het graafschap Holland, Zeeland en Friesland vanwege doodslag op Yssbrant Gerytz. op aanklacht van Jan van Sloten, mijns heren bode, voor de vierschaar in de ban van Schoten.
Oorspr. ( Inv. no. 979 ). De zegels van de baljuw en de zeven leenmannen zijn verloren.
Reg. no. 173
173 1499 februari 24.
De priorin en het convent van Jherusaleem van de regularissen te Utrecht oorkonden, dat zij kwijtschelding verleend hebben aan Berent van Tyel, deken van Suncte Marien te Utrecht en executeur-testamentair van de nagelaten goederen van zijn zuster Mechtelt van Tyel, van een rente ten bedrage van 25 Rijnse gulden, uitstaande als een memorie op Derick Jans goed, onder bemiddeling van diens nicht Marghareten van Levenberch, echtgenote van Henrick van Levenberch.
op Suncte Mathiasdach apostel.
Oorspr. ( Inv. no. 980 ). Met het zegel van het convent.
Reg. no. 177
177 1500 januari 13.
Schepenen van Amsterdam oorkonden, dat Jacob Joestensoen enerzijds en Geertruyt Sijmon Tedincxdochter, geassisteerd met haar vader Sijmon Tedinck, anderzijds, huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 981 ). Het zegel van de eerste schepen is verloren en dat van de tweede schepen geschonden.
Reg. no. 183
183 1503 (z.d.)
Claes Outghers verklaart, dat hij schuldig is aan Symon Teync te Amsterdam het bedrag van 10 enkele goudgulden.
Oorspr. ( Inv. no. 982 ).
Reg. no. 243 no. 244 en no. 246
Margriet en Anna van der Marck, dochters van Jacob van der Marck en Janna van Zuylen, komen ook voor met de geslachtsnaam van hun moeder
244 1536 mei 19.
Jacobus de Medenblick, clericus en notaris te Utrecht, instrumenteert ten overstaan van Johan van Bommel, prior van de Carmelieten te Utrecht, en Goesen van Schayck, beide uit naam van Alydt van Tyell, weduwe van Goessen van Voerdt, enerzijds, en Henrick Wilgersz. van Morendeel en Adriaen van Helsdinghen, beide uit naam van de gezusters Margriet van Zuylen en Anna van Zuylen, dochters van Jacob Marcx, anderzijds, dat Alydt van Tyell enerzijds en Margriet van Zuylen en Anna van Zuylen anderzijds een schikking hebben aangegaan inzake de uitvoering van het testament van hun zuster en tante Elisabeth van Tyell, echtgenote van Goerdt van Voerdt Henricxz., waarin deze haar voorneemde zuster had onterfd ten voordele van haar beide nichten, krachtens de overeenkomst van 9 maart 1536 (Reg. no. 243), met als "overman" voor beide partijen Goerdt van Voerdt Henricxz.
Oorspr. ( Inv. no. 983 ) met notarismerk. Met de zegels van Goerdt van Voerdt Henricxz., de Sint Nicolaaskerk te Utrecht, Johan van Bommel, prior van de Carmelieten en pastoor van de Sint Nicolaaskerk, Goesen van Schayck (fragment) en Adriaen van Helsdinghen (fragment). Het zegel van Henrick Wilgersz. is verloren.
246 1536 juli 24.
Johan Zoudenbalch, heer van Urck en Emmeloort enz., en Adriaen van Rijn van Jutfaes enerzijds, en Johan van Zuylen, reguliere broeder en prior in de Birckt bij Amersfoort, alsmede Goessen van Schawyck anderzijds oorkonden, dat zij een magescheid hebben uitgesproken over de nagelaten goederen van Elijsabeth Johansdochter van Tiell tussen haar echtgenoot Goeijert van Voird Heynricxsz. enerzijds en haar nichten Margriet en Anna, dochters van Jacob van der Marck en Janna van Zuylen, met als voogden over Anna Heynrick Wilgerssoen van Moerendaell en Adriaen van Helsdingen, aangesteld vanwege de stad Utrecht, anderzijds.
op Sinte Jacobsavont apostelen.
Oorspr. ( Inv. no. 983 ) met het geschonden zegel in rode was van Johan Zoudenbalch, het zegel van broeder Johan en het zwaar geschonden zegel van Goessen. Het zegel van Adriaen is verloren.
Reg. no. 270
270 1541 juli 30.
Het Hof van Holland oorkondt, dat Daniel Suys met als gemachtigde zijn zwager mr. Lievin Anthonis Blocxz, voogd over zijn echtgenote Willemyne van Adrichem en over haar zuster Cornelia van Adrichem, als gedaagde veroordeeld is in weerwil van het recht van aesdom tot inventarisering en scheiding van de nagelaten goederen van zijn zuster Aechte Suys te Wyck up Zee ten behoeve van Adriane Hermansdochter, weduwe van Pieter van Adrichum, en hun dochter Claerken van Adrichum, met als voogd Willem van Dam, secretaris.
Oorspr. ( Inv. no. 984 ) met het geschonden zegel in rode was van het Hof van Holland.
Reg. no. 327
Misschien was Cornelis Basgen een oom of andere verwant van Cornelis Jansz. uit het geslacht Bout alias Cosgen
327 1556 april 13.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Guyrte Dircksdr., weduwe van Cornelis Basgen, haar testament heeft gemaakt, waarbij zij tot haar enig erfgename heeft aangesteld haar dochter Magdaleen Cornelisdr.
Oorspr. ( Inv. no. 985 ) met het zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweede schepen is verloren.
Reg. no. 340
340 1558 december 22.
Albertus filius Nicolai Raet instrumenteert, dat Symon Jacopszoen, geassisteerd met zijn vader Jacob Simonszoen in den Engel en zijn zwagers Jacob Anthonisz. en Cornelis Thomasz., enerzijds, en Catryne Florisdr., geassisteerd met haar vader Jan Mathysz., schepen van Haarlem, anderzijds, huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 986 ).
Reg. no. 377 en no. 378
Met in dorso van het testament de aant.: "Petemoij-- ". Vermoedelijk behoorde Niese Jacob Jansdr. tot het geslacht Van Hoeff of Bam, verwant aan het geslacht Van Alckemade
377 1566 januari 28.
Franciscus filius de Delff, notaris te Amsterdam, instrumenteert ten overstaan van mr. Marten Jansz, "doctoir in medicinen", en mr. Jacob van Loeven, "cirurchyn", dat Niese Jacob Janszoonsdochter, begijn op de Hof te Amsterdam, haar testament heeft gemaakt, waarbij onder meer tot haar erven aanstelt haar zusters Baerte, Lysbeth, Alydt en Anna.
Oorspr. ( Inv. no. 987 ) met notarismerk.
378 1566 februari 10.
Martin Jansz., medicijn te Amsterdam, oorkondt, dat hij aanvulling geeft op het testament van Nies Jacobsdochter, begijn op de Hof, van 28 januari 1566 (Zie Reg. no. 377).
Oorspr. ( Inv. no. 987 ).
Reg. no. 411 en no. 413
411 1569 maart 9.
Wijbe Pietersz. Ens te Franeker oorkondt ten overstaan van Andries Winsum, notaris, dat hij verkocht heeft aan zijn zuster Hille Pietersdochter een rente ten bedrage van 5 goudgulden per jaar, te lossen met een hoofdsom van 145 goudgulden en rustende op een zathe te Huijns, genoemd het Heijlige Land.
Oorspr. ( Inv. no. 988 ).
Deze rente was bij akte van 26 juli 1548 door Sijbrant en Georgen van Roorda verkocht aan hun ouders Pieter Ghijsbertz. Ens en Jeske Sijverdtsdochter.
413 1569 juli 11.
De grietman van Baerderadeell oorkondt, dat hij zijn goedkeuring verleent aan de verkoop van een rente ten bedrage van 5 goudgulden per jaar (Zie Reg. no. 411).
Oorspr. ( Inv. no. 988 ).
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 526
526 1578 februari 13.
Joannes Theodori Stekelwerf, notaris te Haarlem, instrumenteert ten overstaan van Cornelis Gherritz., goudsmid, en Henrick Hubertz., kleermaker, dat Willem Gherritz., schipper, en zijn echtgenote Belij Jansdr. hun testament hebben gemaakt.
Oorspr. ( Inv. no. 989 ) met notarismerk.
Reg. no. 586
Mogelijk was Gerrit Adriaensz. een zoon van Andries Gerritsz. (van Hoorn) en Aechte van Heussen. In dit geval was Machtelt Andriesdr. van Heussen, anders genoemd van Hoorn, en gehuwd met Sybrand van Berckenrode, een zuster van hem
586 1580 april 19.
Jan Pietersz. Deyman, Arendt Pietersz. en Frederick Adriaensz. enerzijds en Jan Duijnentz. en Willem van Foreest anderzijds oorkonden, dat Gerret Adriaensz. en Lijsbet Pietersdr. van Paendren huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Concept ( Inv. no. 990 ).
In dorso van de akte de oude titel: "Opdracht van VII £ g. 'tsjaers op den vyf steden van Hollant ghedaen by Gonsale"
Reg. 390
390 1567 oktober 15.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Ingel Meertsz., parochiaan in Westmonster, zich borg stelt voor de betaling van een rente ten bedrage van 20 schelling Vlaams per jaar, te lossen met de penning 16, ten behoeve van Merten Cornelisz., vleeshouwer.
Oorspr. ( Inv. no. 995.3 ) met de zegels van de drie schepenen.
Met een transfix van 1601 en een transfix van 1605.
In dorso aant. betr. het aflossen van 600 gulden in 1628.
Bovendien: "nu Jan Gerritge Opstaen".
Mogelijk behoorde Oetgen Jans tot het geslacht De Kies
Niet raadpleegbaar
Erfgenamen voor de ene helft waren Sophia Jans, dochter van zijn broeder Jan van der Nijenburg en gehuwd met Jan Cramer, en voor de andere helft Nicolaes van Abbenbroek, zoon van Maria van Nijenburg
Met in dorso de aant.: Dirck Steffensz. Laeckeman
Niet raadpleegbaar
Zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Onder Holland moet worden verstaan het grondgebied van het voormalige graafschap en gewest Holland, omvattende de tegenwoordige provincies Noordholland, Zuid-Holland en het noordwesten van Noord-Brabant
Reg. no. 25
25 1397 juli 24.
Gherijt van Heemskerc, ridder, heer van Liesvelt en baljuw van Zuuthollant, oorkondt, dat hij uit naam van de graaf verkocht heeft aan Aliden Wouter Louwekijnszoens dochter en haar zoon Willam zekere goederen afkomstig van Jan van Bysoeijen's overleden vader.
des daghes voer Sente Jacobsdach.
Oorspr. ( Inv. no. 1005 ) met het zegel van de oorkonder.
Reg. no. 35 no. 36 no. 38 no. 39 no. 40 no. 41 no. 42 no. 43 no. 44 no. 45 no. 46 no. 47 no. 48 no. 49 no. 50 no. 51 no. 52 no. 53 no. 54 no. 55 no. 56 no. 57 no. 62 no. 63 no. 65 no. 66 no. 67 no. 68 no. 69 no. 70 no. 71 no. 72 no. 73 no. 74 no.. 76 no. 77 no. 78 no. 80 no. 83 no. 85 no. 87 no. 88 no. 90 no. 92 no. 94 no. 95 no. 96 no. 97 no. 98 no. 99 no. 100 no. 101 no. 102 no. 103 en no. 104
35 1409 juli 2.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Dirc van Alckmade Heynricszoen verkocht heeft aan Margrieten Hughe Claessoens weduwe 17 hont, 12 gaarden en 9 ½ voet land te Oestgheest.
op onser Vrouwenavont visitacio.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 16v.
De oorspr. oorkonde met een transfix van 13 april 1412 (Reg. no. 40).
36 1410 januari 25.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Ysbrant Strevelant Jans Vossoen verkocht heeft aan Heynric Heynrixz. een huis en erf op de Nuwen Ryn.
op Sinte Pouwelsdach conversio.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 23v.
Zie ook de oorkonde van 2 mei 1416 (Reg. no. 43).
38 1412 februari 8.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Gheryt Simon Vrerixsoen verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen een rente ten bedrage van 4 Engelse nobel per jaar, rustende op 8 hont land met huis en boomgaard op de Mersk te Oestgheest.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 16.
39 1412 april 10.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Govaert Ghysbrechtssoen verkocht heeft aan Heynric Heynricssoen 5 hont en 9 ½ gaarde land te Oestgheest.
upten Beloken Paeschdach.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 17v.
In margine de aant.: "Mersch".
40 1412 april 13.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Willem Wissenzoen verkocht heeft aan Heynric Heynrixz. een schepenbrief van 2 juli 1409 (Reg. no. 35).
's woensdaghes na Beloken Paeschen.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 . fol. 17.
41 1412 november 27.
De schout in het ambacht van Oestgeest oorkondt, dat godshuismeesters van de kerk van Oestgheest, verkocht hebben aan Heynric Heynrixsoen 1 hont land.
'ts manendaghes na Sinte Kathrinendach.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 18.
In margine de aant.: "op die Mersche".
42 1413 oktober 14.
De schout van Leiderdorp oorkondt, dat Pieter Janssoen verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen de helft van 2 ½ morgen land, genoemd de Venne.
des saterdages na Sinte Vechtersdach.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 20.
43 1416 mei 2.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Willem Simon Vrerixsoen verkocht heeft aan Heynric Heynrixz. een rente ten bedrage van 2 schelling per jaar, rustende op een huis op de Nuwen Rijn.
opten anderenden dach in mey.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 24.
Met het opschrift: "Enen brief dair die renten van den voirsc. huse mede ofgecoft syn". Zie de oorkonde van 25 januari 1410 (Reg. no. 36).
44 1416 september 5.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat meester Colairt Jacopssoen verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen 11 hont land te Zoeterwoude, genoemd de Loet.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 20v.
45 1417 maart 9.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Pieter Josephssoen, Joseph Pieterssoen en Heynric de Bruun verkocht hebben aan Heynric Heynrixsoen 10 hont, 4 hont en nogmaals 4 hont land te Oestgheest.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 18v.
In margine de aant.: "Mersche".
46 1417 juli 17.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Jan Dirc Gheritsoensz. verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen een rente ten bedrage van 3 "Comans grote" per jaar, rustende op een huis aan de Bredestraet.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 4v.
In margine de aant.: "Dese brief heeft die stede gelossent".
47 1417 juli 19.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Jan Heynrixz. verkocht heeft aan Heynric Heynrixz. een rente ten bedrage van 10 schelling Hollands per jaar, rustende op een huis en erf in Maerndorp.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 7.
48 1417 november 9.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat heer Simon Martynssoen, priester, verkocht heeft aan Heynric Heynricssoen 10 ½ hont en 20 gaarden min 3 voet land te Oestgeest.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 19.
In margine de aant.: "op die Mersche".
49 1418 februari 1.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Wouter Kerstantsz. en Mateus heren Romboutsz. verkocht hebben aan Heynric Heynrixsoen een rente ten bedrage van 2 gouden Wilhelmus Hollandde schild, rustende op een huis en erf op Sevenhuysen.
op onser Vrouwenavondt purificatio.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 7v.
In margine de aant.: "Die huysetien hebben II W.us scilt gelosset naest den hoec".
50 1418 maart 9.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Jan Heynrixsoen verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen een rente ten bedrage van 10 schelling Hollands per jaar, rustende op een huis en erf in Maerndorp.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 7.
51 1418 april 4.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Pieter Wit verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen 6 jaarlijke renten, rustende onder meer op huizen op de Ryn.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 5.
52 1418 juni 1.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Aechte Kerstant Gherytsz. die barbiers weduwe en haar zoon Jan Herstantssoen verkocht hebben aan Heynric Heynrixsoen een rente ten bedrage van 2 Franse gouden kroon per jaar, rustende op een huis aan de Bredestraet.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 4.
53 1418 juni 20.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Gherijt Jan Pieterssoensz. verkocht heeft aan Heynric Heynrix een rente ten bedrage van 34 schelling Hollands per jaar, rustende op een huis en erf in de Donckersteghe.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 6v.
Gecasseerd.
54 1418 juni 22.
De prior en het gemene convent van het klooster t'Onser Vrouwen ter Engelendale te Leiderdorp oorkonden, dat zij verkocht hebben aan Heynric Heynricssoen 7 morgen land te Alphenre Hoorn, "in ghemengeder vuer" met het gasthuis te Leiden, Heynric Aerntssoens kinderen en Doendoys kinderen, Hughe Phillipssoen en Aernt Pouwelsz.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 21.
55 1419 februari 4.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Coen Ysac verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen een rente ten bedrage van 3 gouden Engelse nobel per jaar, rustende op 11 ½ hont land te Zoeterwoude.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 21v.
56 1419 april 1.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Femeynse Ysbrantsdochter verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen ½ morgen land van 10 hont op de Mersch te Oestgheest, "in ghemengeder vuer" met Jacob Wit, Hughe Fillipssoen en Pieter Gherijtssoen van Hoec.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no.1006, fol. 19v.
57 1419 mei 6.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Heynric van der Does, Jacob Vranckensoen, Coen Vranckensoen, Luutgairt Dirx weduwe van Alcmade, Alyt Dirxdochter van Alcmade en Jan van Thetrode verkocht hebben aan Heynric Heynrixz. 3 ½ morgen, 77 gaarden en 9 voet land te Soeterwoude, "in ghemengeder vuer" met Katryn Aernt Jacobssoens weduwe.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 22.
62 1421 februari 1.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Pieter Pieter Rotemeestersz. verkocht heeft aan Heynric Heynrixsoen 16 morgen land te Ardelreveen, "in ghemengeder vuer" met Pieter Ghibenz. en de "nuwencoop van den veen".
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 23.
63 1421 september 24.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Heynric Willemszoen verkocht heeft aan Heynric Heynricssoen een rente ten bedrage van 1 pond Hollands per jaar, rustende op een huis aan de Maern, een rente ten bedrage van 16 schelling en 4 penning Hollands per jaar, rustende op een erf aan de Maern, alsmede een rente ten bedrage van 10 schelling en 8 penning Hollands per jaar, rustende op 2 huizen en erven aan de Maern.
des woensdage na Sinte Mathysdach.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 5v.
64 1422 februari 13.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Claes Willemsz, koopman, verschuldigd is aan Heynricus Jacopsz. een rente ten bedrage van 4 gouden Wilhelmus schild per jaar, rustende op een huis aan Sinte Joefsgraft.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 3v.
In margine de aant.: "Des brief heeft die stede afgelossent".
De akte is gecasseerd.
Hendrik Hendriksz. heeft de akte ontvangen van zijn vader Heynricus Jacopsz.
65 1423 juni 26.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Jan Aernt Touwenzoen verkocht heeft aan Heynric Heynriczoen een rente ten bedrage van 6 schelling per jaar, rustende op een huis in de Diefsteeg, alsmede een rente ten bedrage van 10 ½ penning en 2 kapoenen.
'tsaterdages na Sinte, Jansdach nativitatis.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 12.
66 1424 augustus 14.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat kerkmeesters van de Sint Pieterskerk verkocht hebben aan Heynric Heynricz. de helft van 2 morgen, 2 hont en 61 ½ gaard land te Soeterwoude.
op onser Vrouwenavont assumpsio.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 26v.
Opschrift met latere hand: "gelegen achter die raemen".
67 1424 september 12.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat kerkmeesters van de Sint Pieterskerk verkocht hebben aan Heynric Heynricz. de helft van 5 morgen land te Zoterwoude.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 26.
Opschrift met latere hand: "gelegen achter die raemen".
68 1426 april 10.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat kerkmeesters van de Sint Pieterskerk verkocht hebben aan Heynricus Heynricxz. 4 ½ morgen en 50 roeden land te Zoeterwoude, in pacht bij Gheryt Emmen.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 10v.
69 1428 mei 31.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Aelbrecht Gerytz. verkocht heeft aan Heynricus Heynricusz. een rente ten bedrage van een gouden Engelse nobel per jaar, rustende op een huis en erf aan het Rapenburch.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 12.
70 1428 december 17.
Schepenen van Amsterdam oorkonden, dat Jacop Jan Willemsz. verkocht heeft aan Heynric Heynricxzoon ongeveer 20 morgen land onder Leiden, genoemd Oude Boschusen.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 24v.
71 1429 december 22.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Geryt Pieter Gobburghenz. verkocht heeft aan Heynric Heynriczoen 2 morgen, 5 hont en 66 gaarden land te Oestgeest op die Merst.
'tsdonredages na Sinte Thomasdach.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 24v.
72 1430 februari 18.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat gasthuismeesters van het Sinte Katherinengasthuis verkocht hebben aan Heynr. Heynricz. 2 hont land te Oestgeest, alsmede 3 hont land op de Mersch aldaar, "gemengender vuer" met Claes Jansz. weduwe.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 30.
73 1430 april 7.
Schepenen (van Leiden) oorkonden, dat Danel Pieter Butewechzoen verkocht heeft aan Heynric Heynriczoen 4 morgen, 2 hont en 25 gaarden land te Zoeterwoude, "in gemenghender vuer" met Andries van der Burch en het Sinte Kathrinengasthuis te Leiden, alsmede ? deel van 2 morgen land in de vrijheid van Leiden.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 25.
74 1430 juni 26.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Claes Wit, houtkoper, verkocht heeft aan Heynric Heynrixz. de helft van 2 morgen land op Rapenburch binnen de Nuwe Vest.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 25v.
76 1431 september 26.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Phillips Hugenz. en Andries Hugenz. verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. 4 morgen land te Alphen in den Hoern.
'tswoensdages na Sinte Matheusdach.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 13v.
77 1432 maart 13.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Willem Claesz., smid, en Jacop Willemsz. verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. 2 ½ morgen land in een perceel van 5 morgen land, gemeen met Gheryt Ryswyc Pietersz. te Zoeterwoude.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 31.
78 1432 augustus 23.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Lysbet Dirc Willemsz. weduwe, appelkoopster, en Dirc Ghysbrecht meester Rutgersz. weduwe verkocht hebben aan Florys Ghysbrechtsz., koopman, een rente ten bedrage van 1 gouden Wilhelmus schild per jaar, rustende op een huis aan de Volresgraft.
op Sinte Bertelmeusavont.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 1.
De oorspr. oorkonde met een transfix van 8 april 1434 (Reg. no. 85).
80 1433 april 26.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Katheryn Jacop Moers, weduwe, en haar zoon Jan van Grieken Claes verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. een rente ten bedrage van 2 gouden Wilhelmus schild per jaar, rustende op een huis aan het Rapenburch, alsmede 8 hont land te Valkenburch, genoemd de Cakelairscamp.
'tsonnendages na Sinte Jorysdach.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 1v.
83 1434 februari 6.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Pieter Jacopsz. verkocht heeft aan Heynric Heynricxz. een rente ten bedrage van 2 ½ Rijnse goudgulden per jaar, rustende op een hofstede met 3 morgen land te Oestgheest.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 12v.
85 1434 april 8.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Florys Ghysbrechtsz., koopman, verkocht heeft aan Heynricus Heynricxz. een schepenbrief van 23 augustus 1432 (Reg. no. 78).
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 1.
87 1434 juni 16.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat gasthuismeesters van het Sint Katherinengasthuis verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. 4 morgen land te Ootsoon, ¼ deel van 7 morgen land te Bodegraven en een rente ten bedrage van 4 schelling en 9 penning per jaar, rustende op een erf bij de Noortpoort op de Ryn.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 30.
88 1434 november 4.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Danel Pieter Butewechsz. verkocht heeft aan Heynric Heynricxz. ? deel van 2 morgen land in de vrijheid van Leiden bij de Nuwe poort.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 26v.
90 1435 november 10.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Gheryt Louwenz. en Clement Jacopsz. bij Heinric Heynricxz. en Feutgen Jacopsz., anders genoemd Feytgen of Poeytien, een hypotheek genomen hebben op 1/7 deel en ? deel van een "noterdyc" met een molenwerf en een huiswerf te Soeterwoude in Oude Boschuysen, bezwaard met een rente ten bedrage van 1 gouden Engelse nobel en 2 oude Vlaamse botdrager per jaar.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 13.
92 1436 maart 5.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Ysbrant van der Laen, Fye van der Laen en Machtelt Segers weduwe verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. 1 ½ hont land binnen de Nuwe Vest bij de Nuwe poort.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 27.
93 1436 maart 3.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat jonge Willem Aerntsz. en zijn echtgenote Lysbet Herman Boelnixdochter verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. 1 ½ hont land binnen de Nuwe Vest bij de Nuwe poort.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 27v.
94 1436 juli 29.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Dirc Poytgen Jacopsz. verkocht heeft aan Heynric Heynricxz. 3 morgen land te Zoeterwoude in een weer van 24 morgen met een "noterdyc" en molenwerf, genoemd Oude Boschuysen.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 29.
95 1436 oktober 23,
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Claes van Boschuysen, Phillips Hugensz., Andries Hugensz., Jan van Ryn, Wermbout Gheryts, alsmede Huge en Jacop, zonen van Jacop Hugensz., allen erfgenamen van Ermgaert Huge Phillipsz., verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. 2 morgen land te Alphen in die Hoorn in Aernt Heynenz. weer.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 14.
96 1437 juli 5.
De schout van Boegraven oorkondt, dat Alyt Dirc Willemsz. weduwe met als voogd haar zoon Dirc Willemsz. verkocht heeft aan Heinric Heynricxz. ? deel van 7 morgen land te Bodegraven aan de noordzijde van de Ryn.
des vridages na Sinte Martynsdach translatione in die somer.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 29v.
97 1437 september 10.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat kerkmeesters van de Sint Pieterskerk verkocht hebben aan Heynricus Heynricxz. 14 jaarlijkse renten, rustende op huizen en erven aan de Vliet, in de Molenstege, aan de Oude Vest en aan de Stienscuer.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol 9.
98 1438 november 6.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat gasthuismeesters van het Sinte Katherinengasthuis verkocht hebben aan Dirc van der Does Heynricxz. 5 morgen en 4 hont land te Alphyn in die Hoern, "in ghemengeder vuer" met Dirc van der Does, Heynric Heynricxz., Willem Dircxz. en Andries Nannen, alsmede 2 ½ morgen, 1 ½ hont en 38 ½ gaarde land aldaar, "in gemengenden voer" met Gheryt Aerntsz., Claes Post, Pieter Poes, het kapittel van Sinte Pancras, Heynric Reynersz., Willem Dircxz., Florys Claessoon en Adriaen.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 14v.
Eén der gasthuismeester is genaamd Heynric Heynricxz.
99 1438 november 8.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Gheryt Aerntsz. verkocht heeft aan Heynric Heynricxz. een rente ten bedrage van 6 gouden Wilhelmus schild per jaar, rustende op 5 morgen land te Alphenre Hoorn, "in ghemengender vuer" met Heynric Heynricxz., Pieter Poes, het kapittel van Sint Pancras, Claes Post, Heynric Reynersz., Willem Dircxz. en Florys Claesz.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 15v en 2
100 1438 december 29.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Vranck meester Pietersz. verkocht heeft aan Henricus Heynricxz. 10 jaarlijkse renten, rustende op huizen aan het Levendael.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 2.
101 1439 januari 19.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Louwerys Jacopsz. verkocht heeft aan Heynricus Henricxz. een rente ten bedrage van 20 "comans" groot per jaar, rustende op een huis aan het Levendael.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 3.
102 1439 april 4.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat heilige geestmeesters verkocht hebben aan Heynric Heynricxz. 11 hont land te Oestgheest op de Mersch.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 28v.
103 1440 januari 20.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Pieter Dirc Poesz. verkocht heeft aan Heynric Heynricxz. 5 morgen, 5 hont en 25 gaarden land te Alphen in die Hoorn, "mit gemengender voer" met Heynric voornoemd, het kapittel van den Hogelande, Claes Post, Willem Dirc, Danelsz., Florys Claesz. en Heynric Reynersz.
op Sinte Agnietenavont.
Afschrift van ca. 1450 in Inv. no. 1006 , fol. 15.
104 1440 november 7.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Huge Heynricusz., Dirc Heynricusz., Simon Jacobsz. en Geryt Jansz. verkocht hebben aan Heynricus Heynricusz. een rente ten bedrage van 8 gouden Wilhelmus schild per jaar, rustende op 3 morgen land te Zoeterwoude.
op Sinte Willebrortsdach.
Afschrift van ca.1450 in Inv. no. 1006 , fol. 11v.
Het perceel land was gelegen "by die hoffstede van Alcmade ende is geheten Ghiesselengeer".
Zie onder Haarlem, inv. no. 1012
Reg. no. 223
223 1527 februari 14.
Schepenen van Asperen oorkonden, dat Ghijsbert Brants overgedragen heeft aan Margriet en Anna, dochter van Herman Boxs, een perceel land, gelegen in Liefmans Hueff over de tiendweg.
op Sunte Valentijns martelaersdach.
Oorspr. ( Inv. no. 1007 ) met de zegels van de beide schepenen.
Reg. no. 239 en no. 241
241 1534 juli 28.
De schout van Bergen oorkondt, dat Aelbert Gerytsz. van Coedyck overgedragen heeft aan meester Jheronimus Jansz., priester, drie delen van een perceel land, genoemd de Brethael (Zie Reg. no. 239).
Oorspr. ( Inv. no. 1008 ) met het zegel in rode was van de oorkonder.
Getransfigeerd door de oorkonde van 30 juni 1534 (Reg. no. 239).
239 1534 juni 30.
Schout en schepenen van Bergen oorkonden, dat Roelant van Heemstede, heer van Liesvelt, uit naam van zijn broeder Engelbrecht van Heemstede met als borg Andries van Bronchorst, heer van Abbenbroeck, verkocht heeft aan Aelbert Geruytsz. van Coedyck drie maal 1/4 deel van een perceel land, genomd de Breethael.
Oorspr. ( Inv. no. 1008 ) met het zegel in rode was van de schout.
Met een transfix van 28 juli 1534 (Reg. no. 241).
Reg. no. 15 en no. 20
20 1390 augustus 26.
Jan die Weent, abt van Egmond, bevestigt ten overstaan van Reyner Janszoon, Reyner Doevez. en Jan van Scoerle, leenmannen van de abdij, dat Aelbrecht van Egmonde heer Janszoin afstand gedaan heeft van zijn leengoederen ten behoeve van zijn neef Aelbrecht van der Bercmaer.
Oorspr. ( Inv. no. 1009 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Getransfigeerd door de oorkonde van 18 juni 1382 (Reg. no. 15).
Voor een afschrift van ca. 1550 zie Inv. no. 1010 .
Vgl. Meylink: Inv. van de abdij Egmond, Reg. no. 594 en 595.
15 1382 juni 18.
Aelbrecht van Egmonde heer Janszoen oorkondt, dat hij met goedvinden van zijn broeder Ghijsbrecht van Egmonde ten overstaan van leenmannen van de abdij van Egmond afstand gedaan heeft van zijn leengoederen, gelegen in Sente Aechtenprochie van der Wijc en bestaande uit Den Aec, 3 percelen land bij heer Florens weghe, 2 akkers aan de Kercwech en 9 geerzen land in Midbroec, ten behoeve van zijn neef Aelbrecht van der Bercmeer, welke percelen abt Florens van Egmonde in leen had gegeven aan zijn overoudevader Florens heren Wouterszoen en vervolgens waren overgegaan op zijn oudevader Aelbrecht Florenszoen en zijn vader heer Jan van Egmonde.
des woensdaghes nae Sente Odulfesdach.
Oorspr. ( Inv. no. 1009 ) met de zegels van de oorkonder, Jacob van der Burch, rentmeester van de abdij en bezegelaar voor Ghijsbrecht van Egmonde, alsmede van de leenmannen Reyner Doevenzoen, Reyner Janszoen en Jan van Scoerl.
(Voor een afschrift van ca. 1550 zie Inv. no. 2 . 1010.
Met een transfix van 26 augustus 1390. (Reg. no. 20).
Reg. 15 no. 20 no. 117 no. 130 no. 140 no. 149 en no. 233
Zie voor de oorspr. akten van 1382 en 1390 inv. no. 1009
117 1459 mei 30.
Jacob van Poelgeest, abt van Egmond, oorkondt ten overstaan van leenmannen van de abdij, dat hij Gerbrant Dircxz. van Buyten, met als voogd Dirck van Duvoirde, beleend heeft met verschillende percelen land te Beverwijk, komende van zijn vader Dirc van Buyten.
Afschrift van ca. 1550 ( Inv. no. 1010 ).
Zie ook Reg. no. 15.
130 1473 juli 3.
Gherit van Poelgeest, abt van Egmond, oorkondt ten overstaan van leenmannen van de abdij, dat hij Willen van Buyten als voogd over Katryn Gerit Bercmersdochter beleend heeft met goederen te Beverwijk, bestaande uit 4 hofsteden, een rente ten bedrage van 2 pond per jaar, een hofstede met 2 percelen en een blok land en een perceel land; alsmede met een perceel land te Midbroeck.
Afschrift van ca. 1550 ( Inv. no. 1010 ).
Zie ook Reg. no. 117.
140 1477 juni 16.
Claes van Adrigen, abt van Egmond, oorkondt ten overstaan van de prior, een kapelaan, een broeder en een leenman van de abdij, dat hij de belening bekrachtigt van 30 mei 1459 (Reg. no. 117) voor Garbrant Dircxz. van Buyten inzake goederen te Beverwijk.
Afschrift van ca. 1550 ( Inv. no. 1010 ).
Zie ook Reg. no. 15.
149 1480 augustus 28.
Claes van Adrichen, abt van Egmont, oorkondt ten overstaan van leenmannen van de abdij, dat hij Gerbrant van Buyten beleend heeft met bepaalde goederen te Beverwijck en Midbroeck, komende van Katryn Geryt Berckmersdochter met als voogd Wouter van Beekesteyn (Zie Reg. no. 130).
Afschrift van ca. 1550 ( Inv. no. 1010 ).
233 1532 april 5.
Willem van der Goes, abt van Egmont, oorkondt ten overstaan van een leenman van de heer van Egmont en van andere goede lieden, dat hij Dirck van Buyten Gerbrantszoone beleend heeft met bepaalde goederen te Beverwyck en Midbroeck, anders genoemd Wyckerbrouck, komende van zijn vader Gerbrant van Buyten (Zie Reg. no. 149).
Afschrift van ca. 1550 ( Inv. no. 1010 ).
Het perceel De Aeck wordt hier niet meer vermeld.
Reg. no. 89
89 1434 november 11.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Jacob Gherytsz., anders genoemd Jacob uten Koel, in erfhuur gepacht heeft van Broeder Andriessoen een perceel land van 1 ½ morgen, gelegen in de stadsvrijheid.
op Sinte Martijnsdach in den winter.
Gelijktijdig afschrift ( Inv. no. 1011 ).
Reg. no. 108 no. 111 no. 112 no. 114 en no. 142
Vgl. R.D. Baart de la Faille:
Inventaris der Roeperpapieren (V.R.O.A. XLIV (1921), II blz. 162)
108 1453 juni 9.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat meester Dirc Roeper verkocht heeft aan zijn broeder meester Jan Roeper, priester, 1/9 deel van 2 boomgaarden, gelegen buiten de Cruuspoirte aan Matkgen Coels laan, komende uit de boedel van hun tante Machtelt Roepers en haar echtgenoot Pieter van Saenden, alsmede 1/9 deel van een perceelland te Akersloot, met accoordverklaring van de boedelscheiding door koper.
des zaterdags na Sinte Bonifaesdach.
Oorspr. ( Inv. no. 1012.1 ) met de zegels van de beide schepenen.
Met in dorso de aant.: "Dese affghescreven negendelen heb ic weder vercoft meester Dirc Roeper minen broeder onder een scepenbrief". Zie Reg. no. 114.
111 1455 januari 13.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat meester Jan Roeper, priester, meester Dirc Roeper, priester, Garbrant (Roeper) en Willem Egbrechtsz. ieder voor 1/9 deel en Jacop Huyge Roepersz., mede voor zijn zuster Katryne Huyge Roepersdochter, ieder voor 2/9 deel verkocht hebben van eenboomgaard, gelegen buiten de Cruyspoirte aan Matte Kools laan, aan Florens Willemsz.
op Sinte Ponciaensavond.
Oorspr. ( Inv. no. 1012.2 ) met de zegels van de beide schepenen.