Verzoekschriften aan het parlement van de Bataafse Republiek, 1796-1801

Zoekt u personen die tussen 1796 en 1801 een verzoekschrift indienden bij het parlement van de Bataafse Republiek? Of wilt u weten wat voor soort verzoekschriften er werden ingediend? Gebruik dan deze zoekhulp. 

Nationale Vergadering 1796, Wiki Commons
Alles uitklappen

Verzoekschriften (ook wel rekesten of petities genoemd) zijn verzoeken van één of meerdere personen aan (bijvoorbeeld) het parlement. De verzoekschriften die tijdens de Bataafse Republiek (1795-1801) werden ingediend, gaan over uiteenlopende onderwerpen, variërend van individuele verzoeken om bijvoorbeeld een paspoort of een gratificatie tot politieke petities met vele honderden handtekeningen.

De verzoekschriften werden ingediend bij het nationaal parlement van de Bataafse Republiek. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen op 20 januari 1795, nadat een Frans revolutionair leger met hulp van uitgeweken patriotten (de tegenstanders van de stadhouder in de Republiek) een einde aan de oude Republiek der Verenigde Nederlanden hadden gemaakt. De Bataafse Republiek werd gevormd naar voorbeeld van de Franse Republiek, die was ontstaan na de Franse Revolutie (1789).

Op 1 maart 1796 werd in Den Haag een democratisch gekozen nationaal parlement opgericht. Dit parlement zou in de daaropvolgende jaren onder verschillende namen bestaan:

  • (Eerste en Tweede) Nationale Vergadering (maart 1796 – januari 1798)
  • Constituerende Vergadering (januari 1798 – mei 1798)
  • Vertegenwoordigend Lichaam (tweekamerparlement) (mei 1798 – juni 1798) 
  • Intermediair Wetgevend Lichaam (juni 1798 – juli 1798)
  • Vertegenwoordigend Lichaam (tweekamerparlement) (juli 1798 – oktober 1801)

De archieven van deze wetgevende vergaderingen vormen samen de collectie Wetgevende Colleges (2.01.01.01). De verzoekschriften in deze collectie zijn te vinden in de serie rekesten, inventarisnummers 276-388. De verzoekschriften zijn chronologisch geordend op de behandeldatum van het verzoekschrift in het parlement. 

De verzoekschriften (ook wel rekesten of petities genoemd) die tussen 1796 en 1801 zijn ingediend bij het parlement van de Bataafse Republiek zijn gedigitaliseerd en via een index (namenregister) te doorzoeken. U kunt zoeken op naam van de indiener of op diens woonplaats. Ook is het mogelijk om te zoeken op de datum van het verzoekschrift.

Klik in de lijst met zoekresultaten op de naam van de door u gezochte persoon. Er opent nu een resultaatscherm (indexrecord) met de volgende gegevens:

  • Naam: het gaat om de naam/namen van de indiener(s) van het verzoekschrift. Er worden maximaal drie persoons- of bedrijfsnamen getoond. Het gaat daarbij om de eerste drie (goed leesbare) namen op de handtekeningenlijst bij het verzoekschrift;
  • Informatie indiener(s): dit is de informatie die de indiener over zichzelf geeft in de eerste zin van het verzoekschrift, zoals diens woonplaats, beroep of juridische status;
  • Woonplaats indiener;
  • Datum rekest: behandeldatum van het verzoekschrift in het parlement;
  • Betreft: hier staat de reden om het verzoekschrift in te dienen. Dit is alleen ingevuld als de reden op de achterzijde van het verzoekschrift is vermeld (vaak begint deze tekst met ‘omme’). Bij een aantal standaardcategorieën is volstaan met een korte samenvatting van de reden. In de overige gevallen is de oorspronkelijk tekst overgenomen;
  • Bronverwijzing: het archiefnummer en het inventarisnummer waarin het originele verzoekschrift te vinden is;
  • Scan: link naar de scans van het verzoekschrift. Onder de link wordt de scan van de eerste pagina van het verzoekschrift getoond. Wilt u alle scans van het verzoekschrift zien? Klik dan op de link achter 'scan'. 

Zijn alle verzoekschriften aan het parlement uit de periode 1796-1801 te vinden via deze index?

Nee, dat is niet het geval. Een deel van de ontvangen verzoekschriften is destijds in handen gesteld van parlementaire commissies. Deze verzoekschriften bevinden zich in de archieven van de betreffende commissies. U vindt deze commissie-archieven in de archieven van de Wetgevende Colleges, archiefnummer 2.01.01.01. Ze worden niet ontsloten door deze index.

De indieners van de verzoekschriften waren afkomstig uit alle lagen van de bevolking. Zij kwamen uit de gehele Bataafse Republiek, inclusief de overzeese gebiedsdelen. Het merendeel was man, maar er waren ook vrouwen onder de indieners. Een deel van de verzoekschriften is opgesteld door professionele tussenpersonen; veel indieners schreven hun verzoekschriften echter zelf. Een klein deel van de rekesten is niet handgeschreven, maar gedrukt.

Elisa Hendriks en Joris Oddens, ‘Bataafse vrouwen, politieke rechten en het digitaliseringsproject Revolutionaire Petities’, Holland 52:1 (2020) 11-19, bibliotheek Nationaal Archief V 1025.

Joris Oddens, Op veler verzoek. Inclusieve politiek in Nederland (1780-1860) (Amsterdam 2023), bibliotheek Nationaal Archief 509 C 2. 

Joris Oddens, Pioniers in schaduwbeeld. Het eerste parlement van Nederland (Nijmegen 2012), informatiecentrum Nationaal Archief S 38 274.

Joris Oddens, ‘Verzoekschriften aan het Bataafse parlement. Een terreinverkenning’, Jaarboek Parlementaire Geschiedenis (2017) 19-30, informatiecentrum Nationaal Archief V 1033.

Joris Oddens, ‘Zoeken naar eendracht. Parlementaire vertegenwoordiging in Nederland tot 1815’, in: Remieg Aerts e.a. (red.), In dit Huis. Twee eeuwen Tweede Kamer (Amsterdam 2015) 253-277, fotografiebibliotheek Nationaal Archief 4.51 Aert. 

Het initiatief voor de index Wetgevende colleges - rekesten is genomen door Joris Oddens. Hij heeft de metadatering, die de basis vormt voor de index, wetenschappelijk begeleid. Vanuit het Nationaal Archief is het project gecoördineerd door Remco de Gee en begeleid door Veronique Vos. De data-invoer is uitgevoerd door Willemienke Boersma, Elisa Hendriks, Merle Helmus, Maurice Hettfleisch en Roan van ’t Land. De zoekhulp is tot stand gekomen als onderdeel van het project The persistence of civic identities in the Netherlands, 1747-1848. Dit project is met een subsidie van NWO uitgevoerd aan het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Het project stond onder leiding van Judith Pollmann en Henk te Velde.