100 jaar vrouwenkiesrecht

9 mei 2019

Het is 9 mei 1919 als de Tweede Kamer het voorstel van de vrijzinnig democraat Hendrik Pieter Marchant voor de invoering van algemeen vrouwenkiesrecht aanneemt. Een wet waar jarenlang voor is gestreden en niet altijd vanuit dezelfde doelstellingen.


Vrouwen, verenigt u

Aletta Jacobs richt samen met Wilhelmina Drucker in 1894 de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht op. Vrouwen kunnen beter hun krachten bundelen en gezamenlijk de strijd voor het vrouwenkiesrecht aangaan, is het idee. De vrouwen organiseren bijeenkomsten, geven lezingen en schrijven artikelen en pamfletten. Ondanks de gezamenlijke strijd tekent zich een scheuring in het vrouwenfront af.

Nieuwe club

Uit onvrede met de politieke radicale koers van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht wordt in 1907 de Bond voor Vrouwenkiesrecht opgericht, het gematigde zusje van de Vereeniging. In een brochure in het VVD-archief is te lezen dat de doelstellingen van de Bond veel ruimer zijn dan die van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Het gaat niet alleen om kiesrecht maar ook om de opvoeding van de vrouw, ‘tot het verkrijgen van vrouwenkiesrecht’. En mannen zijn ook in het bestuur welkom. ‘Met het oude denkbeeld dat mannen en vrouwen elkaar bestrijden, wordt hiermede dus gebroken! Het zijn niet de mannen die wij bevechten’. Ondertussen adviseren beide clubs hun leden het eventuele lidmaatschap van de andere club op te zeggen.

Verschillen

In de jaren vijftig maakt de feministe Clasina Kluyver de verschillen tussen beide organisaties nog eens duidelijk aan de sociologe Hilda Verwey-Jonker. Het lag volgens Kluyver meer aan persoonlijke wrijvingen dan aan de inhoud. De vrouwen van de Bond kleedden zich chiquer, hun huizen waren luxueuzer. De Bond was kortom deftiger! Zij deden niet aan massabetogingen, of iets wat maar zou kunnen doen denken aan optreden van de Engelse suffragettes. De Bond was minder fel feministisch dan de Vereeniging. Kluyver vroeg zich ook af of antisemitisme een rol had gespeeld, onder de vooraanstaande vrouwen van de Vereeniging bevonden zich veel Joodse vrouwen.

Nog niet in de koloniën 

Ondanks de verschillen tussen de verenigde vrouwen wordt dan eindelijk in 1919 het algemeen kiesrecht voor vrouwen ingevoerd. Dit geldt alleen in Nederland. In 1922 kiezen vrouwen voor het eerst leden van de Tweede Kamer. Vrouwen in de voormalige Nederlandse koloniën moeten veel langer wachten op hun actief kiesrecht. Het duurt in Nederlands-Indië tot 1945, op de Nederlandse Antillen en in Suriname tot 1948 voordat vrouwen mogen stemmen. 

Nationaal Archief

2.19.022 Archief Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), inv.nr. 312
2.21.237 Archief C.A. Kluyver, inv.nr. 3
2.21.117 Archief Mr. H.P. Marchant, inv.nr. 276
2.02.14 Kabinet der Koningin, inv.nr. 6475