Perkeniers op Banda

Hoe ging het verder na de genocide van J.P. Coen?

Alles uitklappen

Na de gruwelijke moordpartij in 1621 moet het productieproces van nootmuskaat en foelie anders georganiseerd worden. De VOC verdeelt de aanplant in perken en verpacht die aan ex-werknemers of hun afstammelingen, collectief perkeniers genoemd. De perkeniers zijn verplicht alle noten en foelie tegen een vastgestelde prijs aan de VOC te leveren. De daadwerkelijke arbeid wordt geleverd door tot slaaf gemaakten, die met duizenden tegelijk naar Banda worden aangevoerd. Soms van omliggende gebieden zoals Nieuw-Guinea en de Aru-eilanden, maar soms ook helemaal uit India. Banda wordt daarmee de eerste plantage en samenleving van slaafgemaakten in Nederlands gebied. Slaafgemaakten doen het werk.

In dit dagregister het resultaat van een inspectie van de perken. Op de eerste regel staat de naam van de beheerder, de perkenier, van het perk genoemd (veelal Europese namen), Vervolgens iets over het perk (zielen is een oppervlaktemaat) en wie het perk beheren (meestal tot slaaf gemaakten). Vaak staat er nog iets over hoe goed het perk beheerd wordt

Op de kaart zijn 6 eilanden van Banda zichtbaar. Groot Banda, ook wel Lonthor, is het grootste eiland. Op het eiland Lonthor zijn perken ingetekend aan de noord- en zuidkant van het eiland. Daar staan de meeste muskaatbomen. De perkeniers zijn verplicht alle geproduceerde nootmuskaat en foelie te verkopen aan de VOC. Het perkeniersstelsel is pas in 1873 formeel afgeschaft.

Kaart Banda: 4.MIKO 208
Register: VOC Archief 1.04.02 inventarisnummer 11249