In 1837 krijgt koning Willem I twee prinsjes uit Afrika cadeau. Ze krijgen een Nederlandse opleiding maar ondervinden tijdens hun leven veel problemen door hun afkomst en huidskleur. Arthur Japin schreef het boek De zwarte met het witte hart over deze geschiedenis.
In het Nationaal Archief liggen brieven van Aquasi (Kwasi) Boachi, die na een studie tot mijningenieur wordt tegengewerkt in zijn carrière. Hij komt in Nederlands-Indië terecht als buitengewoon aspirant-ingenieur voor de Mijnen. Maar het was niet de bedoeling dat hij ooit als ingenieur zou werken. Zijn baas, Cornelius de Groot, zag in de Indische maatschappij geen plaats voor hem omdat Kwasi zwart was.