Reg. no. 373
regest_nummer 373 1344 Mei 25
regest_beschrijving Willem van Donghen, ridder, zoon van heer Willem van Duvenvoirde, heer van Oisterhout, belooft, dat hij bij kinderloos overlijden van zijn vader, aan heer Jan van Polanen, heer van de Leck, en zijn broeders zal overdragen alle brieven, waarbij zijn vader hun goederen heeft vermaakt, nl. ten behoeve van heer Jan de brieven, aangaande het huis en de stad Sinte-Gheerdenberghe, den tijns van Tieselenswairt, groot 500 pond hollandsch jaarlijks, 28000 gld. uit het land van Breda, 2000 pond ten laste van de stad Bruessel, de gerechten Almonde, Dubbelmonde, Twintichhoeven en Waspijc enz.; ten behoeve van Philips van Polanen een brief van het goed van Boutershem te Machgelen en een van het goed te Duffel, en ten slotte een brief ten behoeve van Diederic en Gherairt van Polanen.
regest_datering (tot Sinte-Gheerdenberghe des Dinxendaghes in die Pinxterdaghe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 2). Met het zegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 735
regest_nummer 735 1379 Mei 11
regest_beschrijving Reynout, heer van Brederoede en van Ghempe, en Dirc van Pollanen, heer van Asperen, doen uitspraak tusschen den heer van de Leck en Breda eener-, en heer Heynric, heer van Montfoert, als echtgenoot van Oede van de Leck anderzijds, over de scheiding van de nalatenschap van heer Jan van Pollanen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 3). Met de zegels van Dirc van Polanen en Hendrik van Montfoert in groene was; die van Reinout van Brederoede en Jan van Pollanen verloren.
Dit stuk is afkomstig uit de Collectie Cuypers van Velthoven. De datering berust op de omstandigheid, dat in het stuk gesproken wordt van Raso Voecht, deken van de kerk te Breda; deze werd in 1461 kanunnik; Maria van Nassau-Wiesbaden stierf in het jaar 1472
Graaf Jan van Nassau wordt hierin als overleden vermeld en de graaf van Waldeck, zijn schoonzoon, als nog in leven. Deze beschikkingen moeten dus gemaakt zijn tusschen de overlijdensdata dezer beiden, welke beide in het jaar 1475 vallen
Reg. no. 2464
regest_nummer 2464 1505 December 13
regest_beschrijving Philips, koning van Kastilliën enz., vergunt zijn raad en kamerling Henrick, graaf van Nassouwen, Vyanden etc., heer van Breda, Dyest etc., en Franchoise van Savoyen, zijn vrouw, om bij testament te beschikken over hun roerende en onroerende goederen.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 6). Met rest van het zegel van den koning in roode was.
Reg. nos. 1423, 1425, 1431-1433, 1935, 2032, 2681, 2926, 3103 en 3111
regest_nummer 1423 1440, April 11
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassouw en Vyanden, heer van Grijmbergen, de Leck en Breda, verzoekt aan zijn leenmannen in het land van Grijmbergen, hem de grootte en andere bijzonderheden omtrent de onder deze heerlijkheid gelegen leengoederen te willen mededeelen, naar aanleiding van een aanschrijving van den hertog van Bourgoignen en Brabant.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 7). Het opgedrukte zegel in groene was verloren.
regest_nummer 1425 1140 April 27
regest_beschrijving Johan, heer van Bergen op den Zoom en van Glimes, heer van Grijmbergen, verzoekt als voogd van zijn broeder Philips van Glimes aan diens leenmannen aldaar opgave te doen van de grootte en andere bijzonderheden van hun leenen naar aanleiding van een aanschrijving van den hertog van Bourgoigne en Brabant.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 7). Met opgedrukt zegel van den oorkonder in roode was.
regest_nummer 1431 1440 Juli 18
regest_beschrijving Johan van Luxembourg, graaf van Liney en van Guyse, heer van Beaurevoir, geeft ten behoeve van den hertog van Brabant een beschrijving van de door zijn echtgenoote, Jehenne van Bethune, ten huwelijk medegebrachte heerlijkheid Rumpst, welke hij van den hertog in leen heeft, zonder prejudicie van den graaf van Nassau, die beweert, dat Rumpst een achterleen van hem als heer van Gramberge is.
regest_datering (en notre castel de Beaurevoir).
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 7).
regest_nummer 1432 1440, Juli 31
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassouw en Vyanden, heer van de Leck en Breda, verklaart, dat hij van den hertog van Bourgoengiën en Brabant in leen heeft het land van Breda en een gedeelte van Steenbergen, begrensd door Zeelant, Hollant, de Meierij van den Bossche, het Tuernhout, Hoichstraten en Bergen op ten Zoom.
regest_datering
regest_nb 16e eeuwsch afschrift (Inv.No. 7).
regest_nummer 1433 1440 Juli 31
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van Grijmbergen, de Leck en Breda enz., oorkondt, dat hij van den hertog van Brabant in leen heeft het land van Grijmbergen met Londerssele en alle andere dorpen tot dit land behoorende binnen de hier vermelde grenzen met het recht van "meisseniede" en het recht om lombarden te hebben.
regest_datering
regest_nb a) Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 7).
regest_nb b) Afschrift 16e eeuw (Inv.No. 7).
regest_nummer 1935 1470 Mei 17
regest_beschrijving De heer van Griethuse bericht aan den hertog van Bourgoingnen, dat hij, op diens bevel tot lichting van krijgslieden in de leenen en achterleenen van den graaf van Nassau in Holland en Friesland, de gedeputeerden van Nassau gesommeerd heeft de leenmannen te dwingen, ieder het bij ordonnantie vastgestelde aantal mannen te leveren.
regest_datering (en nostre hostel a la Haye).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 7).
regest_nummer 2681 1520 October 19
regest_beschrijving Kaerle, Roomsch koning, etc., verbiedt het overdragen van goederen aan geestelijke en kerkelijke instellingen in Brabant, Limbourch en Overmaze en het bouwen van kerken, kloosters enz., terwijl onaflosbare renten in losbare veranderd moeten worden, en renten niet hooger mogen worden verkocht dan den penning 20.
regest_datering (Tricht).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 7).
regest_nummer 2926 1536 November 16
regest_beschrijving Karel, keizer, gelast den schout van Breda, om den tot diens gebied behoorenden leenmannen en mansmannen te bevelen, aan de commissarissen van den keizer opgaaf te doen van hun leenen, ter taxatie van het aantal krijgslieden of de bedragen in geld, die aan den keizer geleverd moeten worden.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 7).
regest_nummer 3103 1544 Juni 10
regest_beschrijving Renatus van Chalon, prins van Oraniën, graaf van Nassauwe etc., vergunt aan de ingezetenen van Bütgenbach, wegens de door hen geleden oorlogsschade, de komende vier jaren kolen en andere benoodigdheden tot een waarde van 800 gulden uit hun gemeenschappelijk bosch, genaamd Ferre Pfannenstertze, te halen, waarvoor zij hem na 4 jaar 400 gulden moeten betalen.
regest_datering (Sanct Vijth).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 7). In dorso: "Le Commum boys de Butgenbach et l erelief de Daesbourg de l'abbé de Prom".
regest_nummer 3111 1545 Januari 29
regest_beschrijving Willem, graaf van Nassau, Vyanden, Dietz, Catzenelleboghe etc., heer van Dilemborch etc., verzoekt aan den Domeinraad te Breda hem van advies te dienen aangaande het verheffen van de Brabantsche leenen door zijn zoon, den prins van Oranje, hierbij overzendende een extract uit het leenregister.
regest_datering (Bruessel XVc XLIIII Brabants).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 7).
Bevat:
Adrian, bastaard van Nassau, heer van Reynesteyn, was een zoon van graaf Jan IV en verbleef in Luxemburg; hij was gehuwd met Catherina van Brandscheid
Reg. nos. 2722 en 2723
Het 2e stuk is in bruikleen gegeven door de gemeente Etten
regest_nummer 2722 1524 Augustus 14
regest_beschrijving H. de Nassau bericht burgemeesters, schepenen en gerecht van Breda, dat hij zijn gecommitteerden tot het bestuur van zijn landen in zijn afwezigheid heeft opgedragen, ten tweeden male met hen te spreken over de bescherming van zijn warande, nu zij na de eerste maal nog geen vonnissen hebben gewezen, en gelast hun, zijn gecommitteerden te gehoorzamen en te schrijven, wat zij voornemens zijn te doen.
regest_datering (Valledolid).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 8).
regest_nummer 2723 1524 Augustus 14
regest_beschrijving Henri de Nassau beklaagt zich bij de raden d'Ymmerselles, de Mal en du Sart over het gedrag van schepenen van Breda, die weigeren stroopers in zijn warande te straffen volgens de nieuwe naar hun meening onrechtmatige keuren; gelast hun van nu af de wet jaarlijks te verzetten en bij de eerstkomende vernieuwing het grootste thans zittende deel te vervangen vooral door gegoeden, op wie hij rekenen kan; beveelt, dat Bruheze te Steenberghe, die zijn broeder gedood heeft, streng gestraft worde voor het aanvallen en verwonden van den schout aldaar, waarna hij zich n.b. ongehinderd te Breda heeft kunnen vertoonen, en draagt hun op om een zekeren Henry de Dillenbourg, die door hem onderhouden wordt en aan wien een middelmatig beneficie gegeven is, het eerst openkomende beneficie erbij te geven, zoodat hij van dat onderhoud ontlast worde, in afwachting waarvan de rentmeester van Breda genoemden Dillenbourg in staat moet blijven stellen, zijn studies te Louvain voort te zetten; tot beter onderricht der raden heeft hij van alle beneficies, ter zijner collatie staande, lijsten doen maken, waarop deze naar de inkomsten in drie afdeelingen zijn verdeeld; ten slotte vraagt hij inlichtingen over de klachten van den heer van Berghen en dringt er op aan, alles in der minne te schikken, daar hij in goede nabuurschap met dezen wil leven.
regest_datering (Valledolid).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 8).
De dateering is op te maken uit verschillende punten van behandeling, waarover in de akten van de eerste helft van 1532 sprake is. Het stuk bevindt zich op het G.A. te Breda, in de Coll. Havermans no. 20
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
Reg. no. 3313
regest_nummer 3313 1554 Juli 4
regest_beschrijving Guillaume de Nassau gelast den raad Hugues de Maubus en den griffier Michiel Piggen, naar Diest te gaan om besprekingen te voeren met de personen, die de hertogin van Arscot daarheen zal zenden over het tusschen hem en haar bestaande geschil, en vandaar naar Brucelles te gaan om bij die van de Financiën te klagen over het onrecht, dat de rentmeester Renoy hem in zijn visscherijen in Hollande aandoet.
regest_datering (Du camp à Sarmolin).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 8).
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers Van Velthoven
Behalve dat beide partijen geassisteerd werden door leden van de Rekenkamer, onder wie Jan van Renesse, was de moeder van Adrienne de Hornes ook een Renesse, zoodat het stuk langs twee verschillende wegen in het archief van den raad gekomen kan zijn
Stuk werd aan getroffen in het archief van de stad Breda (1280-1810) en op 7 oktober 2014 overgedragen door de gemeentearchivaris van Breda. Oud nummer stadsarchief H2279/1, voorzien van stempel van het “Koninklijk Archief België”.
Stuk werd aan getroffen in het archief van de stad Breda (1280-1810) en op 7 oktober 2014 overgedragen door de gemeentearchivaris van Breda. Oud nummer stadsarchief H2279/2, voorzien van een stempel van het “Koninklijk Archief België”.
Reg. no. 349
regest_nummer 349 1342 October 3
regest_beschrijving Katheline van Brederode, vrouwe van Pollanen, belooft haar zoon, heer Jan van Pollanen, en haar zwager, heer Willem van Duvenvoirde, heer van Oesterhout, niet te zullen hertrouwen of haar kinderen te onterven van eenig goed van hun vader en niets te doen zonder overleg met hen beiden.
regest_datering ('sDonredaechs na Sente Remeis'dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 9). Met de zegels van de oorkondster, haar zoon, heer Arnt van Arkel, heer Jacob van der Binchorst, baljuw van Rijnland, heer Diederic van Mathenesse, ridders Arnt van den Dorp en Heinric heer Diederixz., knapen, in groene was, min of meer geschonden.
Reg. no. 359
regest_nummer 359 1343 Augustus 7
regest_beschrijving Willem, graaf van Heynegouwen, Hollant enz., gelast zijn baljuwen en schouten, de goederen te beschermen van heer Jan van Polanen, heer van de Leck, wien hij gelast heeft met hem mede te gaan naar het Heilige Graf.
regest_datering (Duras des Donresdaghes na Sinte Pieters dach inghaende Oegst).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 10). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 401
regest_nummer 401 1346 Augustus 10
regest_beschrijving Margriete, keizerin, gravin van Heynegouwen, Hollant enz., bevestigt haar kamerling, heer Willem van Duvenvorde, heer van Oesterhout, in al zijn Hollandsche goederen als oversterfelijke leenen.
regest_datering (in den Haghe).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 11). Het zegel van de oorkondster verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1347 Maart 25 (Reg.No. 417).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1347 Juni 29 (Reg.No. 423).
regest_nb d) Opgenomen in den brief dd. 1350 (Reg.No. 479).
regest_nb e) Opgenomen in den brief dd. 1350 (Reg.No. 480).
regest_nb f) Opgenomen in den brief dd. 1350 (Reg.No. 481).
Reg. nos. 401 en 423
regest_nummer 423 1347 Juni 29
regest_beschrijving Schepenen, raad en stad van Sente-Gheerdenberghe geven vidimus van den brief dd. 1346 Augustus 10 (Reg.No. 401).
regest_datering (oppe Sente Pieters ende Sente Pauwels dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 11). Het stadszegel verloren.
Reg. nos. 415 en 555
regest_nummer 415 1347 Februari 8
regest_beschrijving Willem, hertog van Beyeren, verbeider van Holland enz., bevestigt alle brieven, die heer Jan van Pollanen, heer van de Leck, van zijn voorvaderen, graven van Holland, heeft gekregen.
regest_datering (tot Sente-Geertrudenberghe des Donredaghes na Onser Vrouwen dach purificatio dusent driehondert ses ende viertich).
regest_nb a) Gevidimeerd in den brief dd. 1357 Mei 19 (Reg.No. 555).
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1394 October 3 (Reg.No. 827).
regest_nb c) Authentiek afschrift van c. 1550 (Inv.No. 717).
regest_nb d) Afschrift (c. 1550) (Inv.No. 717).
regest_nummer 555 1357 Mei 19
regest_beschrijving Deken en kapittel van Breda geven vidimus van den brief dd. 1347 Februari 8 (Reg.No. 415).
regest_datering (des Vriedaghes na Assenciën dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 12). Met rest van het zegel van de oorkonders in groene was.
Reg. no. 800
regest_nummer 800 1390 Mei 14
regest_beschrijving Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Holland enz., bevestigt als graaf den heer van de Leck en Breda in het bezit van alle goederen, die hij hem eertijds als ruwaard heeft gegeven.
regest_datering (in den Haghe).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 13). Met (geheim?) zegel van den oorkonder in groene was.
regest_nb b) Authentiek afschrift van c. 1550 (Inv.No. 717).
regest_nb c) Afschrift van c. 1550 (Inv.No. 717).
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris III, bl. 565.
Reg. nos. 403, 415, 797 en 827
regest_nummer 797 1390 Mei 13
regest_beschrijving Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., bevestigt ten behoeve van den heer van de Leck en Breda alle brieven, die deze van vorige graven van Hollant gekregen heeft.
regest_datering (in den Hage).
regest_nb a) Gevidimeerd in den brief dd. 1394 October 3 (Reg.No. 827).
regest_nb b) Authentiek afschrift c. 1550 (Inv.No. 717).
regest_nb c) Afschrift c. 1550 (Inv.No. 717).
regest_nummer 827 1394 October 3
regest_beschrijving Philips van Wassenaar, burggraaf van Leyden, Diederic van der Lecke, Willem, heer van Oesterhout, Diederic van Wassenaar, Jan van Heymstede, Jan van den Camp, ridders, burgemeesters, schepenen en raad van Breda, Zebrecht Tierloet, Willem van Oesterzeel en Diederic de Roever geven vidimus van de brieven dd. 1346 Augustus 20, 1347 Februari 8 en 1390 Mei 13 (Reg. Nos. 403, 415 en 797).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 14). De zegels van de eerste drie oorkonders verloren, die van de anderen en het stadszegel van Breda in groene was en geschonden.
Reg. no. 838
regest_nummer 838 1395 April 11
regest_beschrijving Willem van Beyeren, Henegouwe en Holland, graaf van Oestervant, belooft, dat hij, wanneer de grafelijkheid van Holland aan hem mocht komen te vervallen, jonkvrouw Johanna van de Leck zal stellen en handhaven in het bezit van alle goederen, die haar vader van zijn voorouders in leen hield.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 16). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1405 Maart 23 (Reg.No. 921).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1406 Februari 7 (Reg.No. 927).
regest_nb d) Afschrift (c. 1550) (Inv.No. 717).
Reg. nos. 838 en 921
regest_nummer 921 1405 Maart 23
regest_beschrijving Deken en kapittel van de kerk van Sente Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1395 April 11 (Reg.No. 838).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 16). Met rest van het zegel van het kapittel in groene was.
Reg. nos. 838 en 927
regest_nummer 927 1406 Februari 7
regest_beschrijving Deken en kapittel van de kerk van Sente Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1395 April 11 (Reg.No. 838).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 16). Het kapittelzegel verloren.
Reg. no. 847
regest_nummer 847 1396 April 11
regest_beschrijving Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., herstelt de jonkvrouwe van de Leck in alle goederen, waarop hij, naar aanleiding van ongegrond gebleken beschuldigingen beslag had doen leggen en neemt die goederen in bescherming gedurende haar minderjarigheid.
regest_datering (in den Hage MCCC sesse ende tnegentich na den lope van onsen Hove).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 17). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
regest_nb Het Paaschjaar 1396/1937 begon met 11 April; het is dus mogelijk, dat hier 1937 bedoeld is.
Reg. no. 910
regest_nummer 910 1404 Maart 18
regest_beschrijving Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., beleent Engelbrecht, jonkgraaf van Nassauwen, en Johanna, vrouwe van de Leck en Breda, met de leengoederen, die haar vader had, behoudens 300 oude schilden uit het rentmeesterschap van Kenemerlant, bewezen op het goed Vroenregheest, en 44 morgen land bij Delf geheeten de Hernisch.
regest_datering (in den Hage dusent vierhondert ende drie na den lope van onsen Hove).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 18). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1418 Februari 28 (Reg.No. 1087).
regest_nb c) Afschrift (c. 1550) (Inv.No. 717).
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris III, bl.788.
Reg. nos. 910 en 1087
regest_nummer 1087 1419 Februari 28
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sint Maria te Breda geven vidimus van den brief dd. 1404 Maart 18 (Reg.No. 910).
regest_datering (na den lope sHoofs van Ludick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 18). Met rest van het kapittelzegel in bruine was.
Reg. no. 1063
regest_nummer 1063 1417 Augustus 1
regest_beschrijving Jacob, hertogin van Beyeren, gravin van Holland enz., bevestigt Engelbrecht, graaf van Nassouwe, heer van de Leck en Breda, en Johanna in hun Hollandsche leenen.
regest_datering (Giervliet).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 19). Het zegel van de oorkondster verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in de brieven dd. 1419 Februari 28 (Reg.No. 1088).
regest_nb c) Afschrift (c. 1550) (Inv.No. 717).
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris IV, bl. 411.
Reg. nos. 1063 en 1088
regest_nummer 1088 1419 Februari 28
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sint Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1417 Augustus 1 (Reg.No. 1063).
regest_datering (na den loop 's Hoofs van Ludick).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 19). Het kapittelzegel verloren.
regest_nb b) Oorspr. (Inv.No. 56). Het kapittelzegel verloren.
Reg. no. 1164
regest_nummer 1164 1422 Februari 3
regest_beschrijving Jan van Glimes, heer van Bergen opten Zoom, Grimbergen en Mellijn, en Costijn van Kets, Jan Bachelere en Willem Noyts, schepenen van Antwerpen, Gielis van der Stoct, secretaris van Loeven, Wouter van der Bulct, secretaris van Bruessel, Jan van der Voirt, secretaris van Antwerpen, en Merten van Zoemeren, secretaris van 's-Hertogenbosch, oorkonden, dat Florens van Borssele, heer van Zulen en Sinte Mertensdijck, heer Philips van Borssele, heer van Cortkene, heer Vranck van Borssele en heer Arnt, heer van Leyenberch, raadslieden van hertog Johan van Beieren, zoon van Hollant enz., en door hem gemachtigd om het bestand tusschen hem en den graaf van Lyney en Saintpoul te verlengen, Engelbrecht, graaf van Nassow, heer van de Leck en Breda, hebben beloofd te zullen getuigen, dat hij zich bij de bezegeling op 31 Januari alle vrijheid van handelen heeft voorbehouden, wanneer de hertog hem zijn schulden niet afbetaalt en zijn renten uit Hollant hem nog langer worden onthouden.
regest_datering (Bergen opten Zoom dusent vierhondert een ende twintich na gewoenten des Hoifs van Camerick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 20). Met zegel van Jan van Glimes in bruine was en geschonden; de zegels van de secretarissen van Antwerpen, Brussel en 's Hertogenbosch verloren; die van de overige oorkonders in groene was.
Reg. no. 1312
regest_nummer 1312 1433 April 21
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgondië enz., bevestigt Engelbrecht, graaf van Nassouwe en Vyanden, heer van de Leck en Breda, in de Hollandsche leenen van zijn vrouw Johanna.
regest_datering (Rotterdam).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 21). Met rest van het zegel van den oorkonder in roode was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1446 Januari 12 (Reg.No. 1520).
regest_nb c) Authentiek afschrift (c. 1560) (Inv.No. 717).
regest_nb d) Afschrift (c. 1550) (Inv.No. 717).
Reg. nos. 1312 en 1520
regest_nummer 1520 1446 Januari 12
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Breda geven vidimus van den brief dd. 1433 April 21 (Reg.No. 1312).
regest_datering (na costume des Hoofs van Ludick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 21). Met geschonden stadszegel in groene was.
Reg. no. 1739
regest_nummer 1739 1456 Mei 31
regest_beschrijving Phillips, hertog van Boergoengiën enz., beleent zijn kamerling Jan, graaf van Nassou, na overlijden van diens moeder, met de hofstad van Pollanen, met den ouden Hof en met 28 morgen land in Monster, den ouden molen aldaar en den windmolen te Voswijck, de ambachtsheerlijkheid van Monster, Naaldwijck, Rijswijck en heer Willemsveen; een aantal tienden in Monsterambacht, waaronder die van Loisduynredijck, 2 stukken land, elk groot 10 morgen aldaar, eenige tienden en andere inkomsten te heer Willemsveen, Rijswijck en Maeslant, het huis in de Lier met 62 morgen land, afkomstig van Hughelijn uter Lyer, met een tiende, de ambachtsheerlijkheid van Capelle met hofstede, 24 viertel land en tienden, de hofstede, waar het huis te Heemskerck op stond, met 14 viertel land aldaar op Hogendorp en 71 geerzen land, een molenwerf, het groote en het kleine Vrijtgors, 45 mat madeland en 2 geerzen op de Akermade, de ambachtsheerlijkheid van Heemskerck en Castrikom en van Ryderkerck, de hooge heerlijkheid van Leckerkerck, Zuytbroek, Crimpen op de Ysel, Crimpen op de Marwede, Ouderkerck, Berkoude en Achterbroeck, voorts van Nuweleckerlant, Ghybelant, Brantwijck, Blaskijnsgrave en Strevelant, Almonde, Dubbelmonde, Twijntichhoeven, Stantheezen met de moeren boven Stantheezen met de moeren boven Stantheezen tot de Brabantsche grens en van Over-Waspyc; 12 hoeven moer tusschen Stevensambacht en Tilburch, de ambachtsheerlijkheid van Driemylen, het Geerlant aldaar, groot 27 morgen, en eenige tienden en renten, afkomstig van Goedelt van Driemylen, en de heerlijkheid van de Nuwervaert.
regest_datering (in onsen Hove van den Hage in Hollant).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 22). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb b) Authentiek afschrift van 1548, nogmaals geauthentiseerd in 1551 (Inv.No. 58).
regest_nb c) Authentiek afschrift van het afschrift van 1551 (Inv.No. 717).
regest_nb d) Authentiek afschrift van het afschrift van 1548 (Inv.No. 717).
Reg. no. 1987
regest_nummer 1987 1475 Maart 4
regest_beschrijving Karel, hertog van Bourgoengiën enz., beleent Engbrecht, graaf van Nassouw, heer van Breda enz., met de leenen, die deze van zijn vader geërfd heeft en in Hollant gelegen zijn nl. de hofstad van Pollanen met 28 morgen land in Monster, den windmolen aldaar en den wind te Voswijc, de ambachtsheerlijkheid van Monster, Naildwijc, Rijswijck en Heer-Willemsveen met een aantal tienden en stukken land aldaar en in Maeslant; het huis in de Lyere met 62 morgen land, de ambachtsheerlijkheid van Capelle, de hofstede, waarop het huis te Heemskerck stond, met hoog en laag gerecht, 14 viertel land op Hogendorp aldaar, het Groote en het Kleine Vrijtgors benevens andere stukken land, de ambachtsheerlijkheid van Heemskerck en Castrichom, de ambachtsheerlijkheid van Ryderkercke, de hooge heerlijkheid van Leckerkerck, Zuytbroeck, Crimpen op de Yssel, Crimpen op de Merwede, Ouderkerck, Bercoude, Achterbroeck, Nuweleckerlant, Ghybelant, Brantwijc, Blaskijnsgrave, en Strevelant, Almonde, Dubbelmonde, Twintichhoeven en Stantheezen, de moeren boven Stantheezen, waarover twist was tusschen de stad Sinte-Geertruydenberge en den heer van Oosterhout, met de ambachtsheerlijkheid, de ambachtsheerlijkheid met het gerecht van Over-Waspijc, 12 hoeven moer, begrensd ten noorden door Stevensambacht, ten zuiden door Tilburch, ten oosten door Loon, zoover als het graafschap Holland strekt, het ambacht van Driemilen, het Gheerlant aldaar, groot 27 morgen, en de heerlijkheid Nuwervaert, allen met tienden enz.
regest_datering (duysent vierhondert vier ende tseventich na den loop van onsen Hove).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 23). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb b) Authentiek afschrift (Inv.No. 717).
Reg. no. 2451
regest_nummer 2451 1504 Juli 28
regest_beschrijving Phelips, aartshertog van Oistenrijcke, enz., beleent Heynrick, graaf van Nassou, met de leenen, die hij geërfd heeft van zijn oom graaf Engelbrecht, hierbij gespecificeerd ).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 24). Met zegel van den oorkonder in roode was.
Inv. nr. 25, reg. no. 2694
regest_nummer 2694 1521 September 11
regest_beschrijving Het Hof van Holland, uitspraak doende tusschen den graaf van Nassou, heer van Breda, impetrant, en mr. Adam van Nispen, gedaagde, ontzet den laatste uit zekere niet nader omschreven leenen ten behoeve van den graaf van Nassou en veroordeelt hem in de kosten.
regest_datering (in den Hage).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 25).
Het charter bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv.nr. 87.
Reg. no. 2992
regest_nummer 2992 1539 November 5
regest_beschrijving Kaerle, keizer enz., beleent René van Chalon en Nassou, prins van Orangiën, met de leenen, die deze geërfd heeft van zijn vader graaf Heyndrick van Nassou n.l. stad en land van Huesden, de Zwaluwe, Polanen enz. (zie Reg.No. 1987).
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 26). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb b) Afschrift (c. 1550) (Inv.No. 819).
Reg. no. 3114
regest_nummer 3114 1545 Mei 18
regest_beschrijving Karel, Roomssch keizer enz., beleent Willem, prins van Oraengien, graaf van Nassou, Vianden, Dietz, Caltsenelleboge enz., met de heerlijkheden, door hem geërfd van René van Chalon, graaf van Nassou, prins van Oraengiën enz., nl. stad en land van Huesden, de hofstad Polanen enz., de Loesduynredijcksche tiende te Monster enz. (Verder als in Reg.No. 1987).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 27). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 397
regest_nummer 397 1346 Mei 10
regest_beschrijving Margriete, keizerin, gravin van Heynnegouwen, Hollant enz., geeft een privilege aan Zuythollant.
regest_datering (in die Haghe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 28). De zegels van de oorkondster en van Jan van Heynnegouwen, heer van Byamont, verloren.
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris II, bl. 708.
Reg. no. 1988
regest_nummer 1988 1475 Maart 4
regest_beschrijving Charles, hertog van Bourgoingne etc., oorkondt, dat Engelbert, graaf van Nassouw en Vianne, heer van Breda, den leeneed heeft afgelegd voor de heerlijkheid Breda en verdere Brabantsche leenen, die hij van zijn vader geërfd heeft.
regest_datering (en notre siège devant Nuyss l'an de grâce mil CCCC soixante quatorze).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 29). Met geschonden zegel met contrazegel van den oorkonder in roode was.
Reg. no. 3110
regest_nummer 3110 1545 Januari 23
regest_beschrijving Kaerle, keizer etc., beleent Willem, prins van Oraignen, graaf van Nassou etc., in het bijzijn van zijn vader, graaf Willem van Nassou, en zijn voogden, heer Jan van Merode en Claude Bouton, heer van Corbaron, ridders, ingevolge het testament van René van Chalon, prins van Oraignen, graaf van Nassou, heer van Breda etc., met stad en land van Breda met de stad Steenbergen c.a., stad en land van Sichene, tol en doorgang van Diest, het burggraafschap van Antwerpen, de heerlijkheden Herstal en Grimbergen, Rumpst, het dorp Zundert, de heerlijkheid Gageldonck, de helft van het dorp Meerhout, de andere helft met Vorst, het dorp Holede, de heerlijkheid Assche, de hofstad Wayenberghe met 8 bunder land en 9 bunder land te Wolmerssem.
regest_datering (Bruessel duysent vijfhondert ende vierenveertich nae costume van scrivene in onsen Hove van Brabant).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 30). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 3167
regest_nummer 3167 1548 April 20
regest_beschrijving Kaerle, keizer enz., verklaart op verzoek van heer Jan, heer van Merode, en Claude Bouton, heer van Corbaron etc., voogden van den minderjarigen Willem, prins van Oraignen, graaf van Nassou etc., den 15en Januari 1539 beleend is met stad en land van Breda en de stad Steenbergen c.a., het burggraafschap van Antwerpen c.a., het dorp Zundert c.a., land en heerlijkheid van Herstal, de heerlijkheid Gageldonck, stad en land van Sichen, tol en doorgang van Diest, de helft van het dorp Meerhout met hooge rechtspraak, de andere helft van Meerhout en Vorst geheel, het dorp Holede, het land van Assche, de hofstad van Waienberg met 8 bunder land en 9 bunder land te Wolmerssem.
regest_datering (Bruessel nae Paesschen).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 31). Met geschonden zegel met contrazegel van den oorkonder in roode was.
De stukken bevinden zich in de Coll. v. Nispen, toegang 1.13.09, inv.nr. 88.
Reg. no. 3206
regest_nummer 3206 1550 April 29
regest_beschrijving Het Leenhof van Brabant oorkondt, dat heer Willem, prins van Oraignen, graaf van Nassou etc., den leeneed heeft afgelegd voor stad, land en huis van Breda, de stad Steenbergen, het burggraafschap van Antwerpen, de heerlijkheid Rumpst, land, slot en stad van Zichem, tol en doorgang van Diest, de heerlijkheden Herstal, Assche en Grimbergen, het dorp Zundert met zijn heerlijke rechten, de heerlijkheid Gageldonck, de helft van het dorp Meerhout en Vorst geheel, het leen van het dorp Meerhout, het dorp Holede, de hofstad Wayenberghe met 8 bunder land en 9 bunder land te Wolmerssem.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 32).
Reg. no. 2422
regest_nummer 2422 1502 December 28
regest_beschrijving Philips, aartshertog van Oestrijcke etc., hertog van Brabant etc., gelast ten behoeve van zijn stadhouder-generaal Engelbrecht, graaf van Nassouw, Vianden etc., als eigenaar van de heerlijkheden Dyest, Zichen, Meerhout, Vorst, Holarde, het burggraafschap van Antwerpen, stad en land van Breda, Oisterhout, Dommelen (I. Dongen) en Grimbergen, allen, die in Brabant of Overmaze leenen of achterleenen van den graaf hebben, daarvan een staat te laten inleveren, opdat er nieuwe leenregisters gemaakt kunnen worden.
regest_datering (Dyest na costume ons Hoofs van Brabant).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 33). Het zegel van den oorkonder verloren. In dorso verklaringen, dat het bevel te Leuven en te Antwerpen resp. 24 Juli en 4 October 1503 is afgekondigd.
Reg. no. 2640
regest_nummer 2640 1517 October 24
regest_beschrijving Kaerle, koning etc., hertog van Brabant etc., gelast ten behoeve van Henrick, graaf van Nassou, Vianden etc., als heer van Breda, allen, die leenen of achterleenen van den graaf hebben, daarvan opgave te doen, opdat nieuwe leenregisters gemaakt kunnen worden.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 33). Met geschonden minoriteitszegel van den oorkonder in roode was, met contrazegel.
Reg. nos. 246 en 775
regest_nummer 775 1386 December 8
regest_beschrijving Broeder Bouden, prior, en convent van de Karthuizers bij Sente-Gheertrudenberghe geven vidimus van den brief dd. 1334 Juni 18 (Reg.No. 246).
regest_datering (Des Woensdaechs voor Sente Luciën dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 34). Met afgesleten conventszegel in bruine was.
Reg. nos. 162 en 792
regest_nummer 792 1388 Juli 6
regest_beschrijving Broeder Willam, prior van Monichuysen van de Karthuizers bij Aernnem, geeft vidimus van den brief dd. 1324 April 25 (Reg.No. 162).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 34). Met zegel van den prior in bruine was.
Reg. nos. 193 en 793
regest_nummer 793 1388 Augustus 14
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sinte Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1328 Mei 11 (Reg.No. 193).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 34). Met geschonden zegel van het kapittel in groene was.
Deels aangetroffen in het archief van de stad Breda (1280-1810) en op 7 oktober 2014 overgedragen door de gemeentearchivaris van Breda. Oud nummer stadsarchief H415Q4, voorzien van een stempel van het “Koninklijk Archief België”.
Zie ook toegang 3.01.03 (Staten van Holland vóór 1572), inv.nrs. 6 en 2458.
De oudste beleeningsakte van de Hollandsche leenen, waarin zij gespecificeerd voorkomen, is die van 1456 (Inv. no. 22). Daarin wordt genoemd de hofstad Polanen met de heemwerf en het Oude Hof binnen de uiterste gracht. Vermoedelijk had men hier hetzelfde als te Heemskerk en te Kapelle-Nieuwerkerk, waar de bezitter de hooge rechtspraak had over het huis met de naaste omgeving binnen de gracht (zie Inv. nos. 51 en 731). Daarna volgen in de akte o.m. de ambachtsheerlijkheden Monster en Naaldwijk met de groote en smalle tienden en de Loosduinredijksche tienden in Monsterambacht benevens de molens te Monster en te Voswijk. Van de Loosduinredijksche tienden schijnt de helft vervreemd te zijn geweest, waarna zij in 1557 werd teruggekocht
Reg. no. 76
regest_nummer 76 1295 November 6
regest_beschrijving Florens, graaf van Hollant, enz., beleent Philippe van Duvenvorde met het goed van Polaen als recht erfleen.
regest_datering (des Zonnendaeghs naest Alre Heylighen dach in Middelburgh).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 37). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1305 November 6 (Reg.No. 91).
regest_nb Gedrukt bij v.d. Bergh II, No. 922.
Reg. nos. 76 en 91
regest_nummer 91 1305 November 6
regest_beschrijving Elysabeth, abdis van Rensborch, en Mabelie, abdis van Loesdunen, geven vidimus van den brief dd. 1295 November 6 (Reg.No. 76).
regest_datering (des Saterdaghes na Alre Heylighen dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 37). De zegels der beide oorkondsters verloren.
Reg. no. 351
regest_nummer 351 1342 December 18
regest_beschrijving Willam, graaf van Heynnegouwen, Hollant enz., beleent heer Jan van Polanen, ridder, met het ambacht van Naeldwijc gedurende zijn leven, na opdracht door heer Didderic van Brederode.
regest_datering (in de Haghe des Woensdaghes na Sente Luciën dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 38). Met geschonden zegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 113
regest_nummer 113 1311 September 17
regest_beschrijving Dideric van den Wale geeft Jan van Pollanen den molen te Voswijc in Monsterambacht, dien hij gekocht heeft van den graaf van Hollant, op voorwaarde, dat Jan van Pollanen hem er mede beleenen zal.
regest_datering (op Zente Lambracht dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 39). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 152
regest_nummer 152 1322 Mei 15
regest_beschrijving Willem, graaf van Heynegouwen, Hollant enz., verkoopt aan Jan van Polanen, knaap, 2 stukken korentiende en de vlastiende in Monsterambacht als leen.
regest_datering (Tordrecht des Zaterdaghes na Sinte Servays' dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 40). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 93
regest_nummer 93 1306 Maart 30
regest_beschrijving Willaem, graaf van Henegouwen, Holland enz., verkoopt aan Dieric van den Wale half de poldertiende en het vierendeel van de groote tiende op de geest in Monsterambacht als leen, bij kinderloos overlijden te vererven op zijn neef Jan van Polanen.
regest_datering (in die Haghe M driehondert ende vive des Woensdaghes na Palmen Paisken).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 41). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 154
regest_nummer 154 1323 Mei 17
regest_beschrijving Willaem, graaf van Heynnegouwen, Hollant enz., beleent Jan van Polanen, knaap, na opdracht door dezen, met den windmolen en het recht van den wind te Monsterambacht alsmede met het vierendeel van de geesttiende, de helft van de poldertiende en de tiende, die hij van Jan van Alphen heeft gekocht, met toezegging, dat deze leenen evenals Monsterambacht, bij gebreke van zoons op zijn dochter zullen vererven.
regest_datering (Parijs des Dinxendaghes na Sinte Servaes' dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 41). Met rest van het zegel van den oorkonder in groene was.
regest_nb Gedrukt, maar onvolledig, bij v. Mieris II, bl. 317.
Reg. no. 340
regest_nummer 340 1342 Januari 15
regest_beschrijving Willaem, graaf van Heynnegouwen, Hollant enz., beleent heer Jan van Polanen met een korentiende en de smaltiende in den Poeldijc bij de kapel in diens ambacht gelegen, na opdracht door Bertolomeus Doenvoet.
regest_datering (tote Sente-Gertrudenberghe sDinxdaghes na Sente Ponsetiaens dach dusent driehondert een ende viertich).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 42). Met rest van het zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 3349
regest_nummer 3349 1557 Juni 10
regest_beschrijving Phillips, koning van Castilliën enz., beleent Willem, prins van Oraengiën, graaf van Nassou enz., met de helft van een korentiende in Monsterambacht, geheeten de Loesduynredijckstiende, waarvan deze de andere helft reeds bezit, op voorwaarde, dat hij daarvan jaarlijks 10 pond vlaamsch betaalt, en na opdracht door mr. Cornelis Suys, raad in het Hof en de Leenkamer van Hollandt.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 43). Het zegel van den oorkonder verloren.
Zie het repertorium op deze registers achter de Regestenlijst
Inv.nrs. 44-47 bestaan niet (meer), zijn geworden: inv.nrs. 7318-7321 van toegang 1.08.11
Dit deel is naar oude gegevens bewerkt tijdens graaf Jan IV van Nassau; het bevat één akte van 1475
Oud inv.nr. 44
Overgebracht naar 1.08.11
Dit deel is gemerkt met een A; het bevat één akte van 1468
Oud inv.nr. 45
Overgebracht naar 1.08.11
Dit deel is gemerkt met een D. Na fol. clxlx is een katern ingenaaid, waarin de akten werden ingeschreven toen, na het overlijden van den rentmeester- secretaris van Dullecum, het register tijdelijk onder den stadhouder van de leenen berustte. De katern is door mij gefolieerd van i'-xii'
Oud inv.nr. 46
Overgebracht naar 1.08.11
Dit deel is gemerkt met een G. De akten van de jaren 1568-1572 zijn in 1576 overgenomen uit een leenregister van de grafelijkheid, namens welke de beleeningen geschiedden na de confiscatie van de goederen van den prins van Oranje
Oud inv.nr. 47
Overgebracht naar 1.08.11
Reg. no. 3524
regest_nummer 3524 1580 October 8
regest_beschrijving Willem van Berendrecht, gecommitteerde van Jan Ree van Utrecht, heer van den Tempel, stadhouder van de leenen en rentmeester van de domeinen van de Leck en Polanen, verzoekt Michiel Pigge, raad van zijn Excellentie te Breda, onder toezending van een memorie en van 3 lijsten van stukken en registers, in het jaar 1527 door den heer van Malle, als stadhouder van de leenen, en den griffier Vierling ontvangen uit het sterfhuis van den rentmeester van Dullekom, hem de in de memorie vermelde registers te zenden tot het terugvinden van verduisterde leenen.
regest_datering (in den Hage).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 49).
Reg. no. 1511 en 1512
regest_nummer 1511 1445 November 27
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassauw en Vyanden, heer van de Leck en Breda, beleent Heynric, heer van Naildwijck en Capelle, erfmaarschalk van Hollant, met de ambachtsheerlijkheid van Naildwijck, te verheergewaden met 8 rijnsche guldens.
regest_datering
regest_nb Geïnsereerd in den brief dd. 1445 November 28 (Reg.No. 1512).
regest_nummer 1512 1445 November 28
regest_beschrijving Heynric, heer van Naeldwijck en Capelle, belooft zich te zullen houden aan de voorwaarden, gesteld in de beleeningsakte dd. 1445 November 27 (Reg.No. 1511), hierin geïnsereerd.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 50). Met de zegels van jonkvrouw Willem van Egmond en Wateringen jonkvrouw van Naeldwijck, moeder, en Albrecht van Naeldwijck, oom van den oorkonder. Hierbij ingesloten een stuk papier, waarop met de hand van Piggen geschreven staat, dat hierbij een door J. de Strepen geteekend billet had gelegen, inhoudende, dat in het jaar 1532 graaf Hendrik van Nassau, op het verzoek van heer Robrecht van Aremberg om gecontinueerd te worden in het leen, geantwoord had, dat hem 50 rijnsche guldens jaarlijks geboden waren in plaats van 8, welk billet in November 1557 aan de prinses van Oranje was gegeven om het aan de vrouwe van Arenberch te toonen, in wier handen het gebleven was.
Jan I van Polanen werd in 1327 beleend met het huis te Heemskerk met hoog en laag gerecht en met de ambachtsheerlijkheid van Heemskerk
Leenkamer Holland, Repertorium op de Leenregisters, Kennemerland
en Castricum. Met het huis te Heemskerk is bedoeld het huis Haarlem, dat ten zuidoosten dichtbij het dorp Heemskerk lag. Het leen in deze combinatie was bezit geweest van het geslacht Haarlem, totdat dit met Jan, die zich noemde vanBergen, c. 1320 in de mannelijke linie uitstierf. Na vervallen. te zijn aan de grafelijkheid, werd het in 1327 aan Jan van Polanen gegeven. Bij de verdeeling van de nalatenschap van Jan II kwam het aan een jongeren broeder Dirk, van wien het van lieverlede bij gebrek aan mannelijke nakomelingen op het geslacht van Assendelft vererfde.J. Craandijk, Proeve eener geschiedenis van het geslacht van Haarlem, in Nijhoff's Bijdragen IV, 1, en Mr. H. J. Koenen, Het ridderlijk geslacht van Heemskerk in de middeleeuwen, in De Wapenheraut VII
Reg. no. 403
regest_nummer 403 1346 Augustus 20
regest_beschrijving Margriete, keizerin, gravin van Holland enz., bevestigt heer Jan van Pollanen, heer van de Leck, in het bezit van alle goederen, die hij van de grafelijkheid van Hollant in leen houdt, en bovendien in zijn huis te Eemskerke met het hooge gerecht van alle zaken, voorvallende binnen de buitenste gracht van dat huis.
regest_datering (in den Hage des Zondaegs voir Sinte Bartholomeus'dach).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 51). Met geschonden zegel met contrazegel van de oorkondster in roode was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1394 October 3 (Reg.No. 827).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1417 Juli 3 (Reg.No. 1061).
Reg. nos. 403 en 1061
regest_nummer 1061 1417 Juli 3
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sint Maria te Breda geven vidimus van den brief dd. 1346 Augustus 20 (Reg.No. 403).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 51). Met rest van het kapittelzegel in bruine was.
Reg. no. 731
regest_nummer 731 1379 Februari 8
regest_beschrijving Reynoud, heer van Brederode en van Genipe, en Dideric van Pollanen, heer van Asperen, uitspraak doende tusschen heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda eener-, en zijn broeders Philips, Heynric, Willem en Dieric anderzijds, over de scheiding van de nalatenschap huns vaders, wijzen aan ieder der jongere broeders een som gelds toe en aan Dieric bovendien de dorpen Castrichem en Heemskerc met de hofstad, geheeten Haerlem, op voorwaarde, dat de heer van de Leck heer blijft van alle goederen en deze bij kinderloos overlijden der broeders aan hem terugkomen.
regest_datering (na custume des Hoefs van Ludic).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 52). De zegels der beide oorkonders verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1430 Februari, welke aan het oorspr. is vastgehecht (Reg.No. 1271).
Reg. nos. 731 en 1271
regest_nummer 1271 1430 Februari 7
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sinte Marie in Breda geven vidimus van den brief dd. 1379 Februari 8 (Reg.No. 731).
regest_datering (na den loop 's Hoefs van Ludich).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 52). Met kapittelzegel in groene was. Hieraan is vastgehecht de oorspronkelijke brief dd. 1379 Februari 8.
Reg. no. 232
regest_nummer 232 1332 Maart 5
regest_beschrijving Diric van Zweten verkoopt aan heer Jan van Pollanen 30 achtste deelen rogge zaailand en 5 gemeten grasland te Heemskerck in de woning, die heer Heynric van Heemskerck heeft toebehoord, en zijn broeders Harman en Hughe stellen zich borg.
regest_datering (des eerstes Donresdaghes in die Vasten).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 53). Met rest van het zegel van den oorkonder en met dat van Harman van Zwieten in groene was.
In het jaar 1326 kreeg Jan I van Polanen een aantal ambachten aan de Lek in pacht van Peter van de Lek
Waarschijnlijk doordat in deze akte Jan van Polanen door Peter van de Lek "zwager" wordt genoemd, laten de genealogen Peter van de Lek gehuwd zijn met een NN. van Polanen. De relatie van oom tot behuwdneef, die tusschen hen bestond, was evenwel voldoende om die uitdrukking te rechtvaardigen
. Nadat Peters zoon Hendrik in 1342 kinderloos was gestorven, vervielen deze ambachten aan de grafelijkheid, van wie Jan II van Polanen ze, vermeerderd met enkele andere, in hetzelfde jaar kochtOver de aanspraken, die de Culemborchs en Arkels op de heerlijkheid maakten en die zij baseerden op de wederrechtelijkheid van deze verkoop, zie men Mr. H. J. Koenen: Teylingen, Brederode en de Lek, in de Wapenherfaut VI, VII en IX
. Sinds dien werden tot de heerlijkheid van de Lek gerekend de ambachtsheerlijkheden Ridderkerk, Lekkerkerk, Zuidbroek, Krimpen op de IJssel, Krimpen op de Merwede (= Lek), Ouderkerk, Berkenwoude, Streveland (=Streefkerk), Brandwijk, Gijbeland en Bleskensgraaf. In 1413 werd graaf Engelbrecht van Nassau bovendien beleend met de hooge heerlijkheid van Lekkerkerk tot eenzelfde leen als dat van de LekBehalve deze goederen kreeg de heer van de Lek regelmatig, met één uitzondering van korten duur, twee visscherijen met heerlijke rechten op de Lek in erfpacht resp. van de kapittels van Oudmunster en van den Dom te Utrecht. De eerste bevond zich tusschen Schoonhoven en Nieuwlekkerland, de tweede bij den mond van de Lek. De heerlijkheid werd door prins Maurits vermaakt aan zijn bastaardzoon Willem, van wien zij op Willems broeder Lodewijk, heer van Beverweert en Odijk, en diens nakomelingen vererfde. Behoudens de enkele stukken in dezen inventaris beschreven, ging het archief mede over. De heerlijkheid werd in het jaar 1723, in vieren gesplitst, aan verschillende personen verkocht door de familie Nassau-La Lecq, die alleen de visscherijen van de beide Utrechtsche kapittels behield. Deze zijn thans met een deel van het archief eigendom van de Maatschappij Nassau- La Lecq. Een exemplaar van een gedrukt cartularium, in de jaren 1893 en 1894 vervaardigd op last van deze maatschappij, berust thans, evenals het archief zelf, op het Algemeen Rijksarchief. Het bevat akten over de jaren 1293-1810
A. S. de Blécourt, De vischrechten op de Lek en het vischrecht in de binnenwateren van Lekkerkerk alsmede over non-usus van dit laatste, 1926.
Reg. nos. 394 en 396
regest_nummer 394 1346 Maart 15
regest_beschrijving Margriete, keizerin, gravin van Heynnegouwen, Holland, enz., bevestigt heer Jan van Pollanen, heer van de Leck, in het bezit van alle goederen, behoorende tot de heerlijkheid van de Leck en door hem gekocht van haar broeder graaf Willem, nl. Riederkerke, Leckerkercke, Crimpen op de Ysel, Crimpen op de Meerwede, Ouderkercke, Zuudbroeke, Streveland, Brandewijc, Ghibeland en Blaskensgrave.
regest_datering (dusent driehonder vive ende viertich).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1346 Maart 25 (Reg.No. 396).
regest_nummer 396 1346 Maart 25
regest_beschrijving Willem van Rolland, abt van Egmont, geeft vidimus van den brief dd. 1346 Maart 15 (Reg.No. 394).
regest_datering (Mo CCCo vive ende viertich des Zatersdaghes op Onser Vrouwen dach verholen).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 54). Met het abtszegel in groene was.
Reg. nos. 547 en 548
regest_nummer 547 1356 December
regest_beschrijving De heer van de Leck antwoordt den graaf van Holland met betrekking tot de aanspraken, die de heer van Arkel maakt op twee "villettes campeisters" in zijn heerlijkheid gelegen, dat de graaf met heer Johan de Haynnaut, heer van Biaulmont, e.a. leden van zijn raad eertijds bevonden hebben, dat die aanspraken onrechtmatig waren, dat de heer van Arkel zich daarop tot de gravin van Holland enz. gewend heeft, die den heer van Biaulmont opdroeg uitspraak te doen en dat, wanneer aan die uitspraak in geen enkel opzicht gevolg is gegeven, hij bereid is te bewijzen, dat zulks niet aan hem ligt, waarom hij verzoekt in zijn rechten gehandhaafd te worden.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 55). Op hetzelfde blad de akte van denzelfden datum (Reg.No. 548). Dateering in verband met Reg.No. 546.
regest_nummer 548 1356 December
regest_beschrijving Jehan van Pollanen, heer van de Leck, antwoordt (den graaf van Holland), met betrekking tot de goederen van de Leck, dat hij die als naaste verwant van heer Heynri, laatsten heer van de Leck, na wiens overlijden zij bij gebrek aan mannelijke nakomelingen aan den graaf waren vervallen, heeft gekocht van graaf Willem, blijkens den brief, die daarvan is en waarin hem het bezit gewaarborgd wordt, voor een bedrag, dat heer Jan van Culemborch, aan wien de heerlijkheid eveneens werd aangeboden, te hoog was.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 55). Geschreven op hetzelfde blad als de akte van denzelfden datum (Reg.No. 547).
Reg. no. 546
Reg. nos. 1063 en 1088
Reg. no. 1120
regest_nummer 1120 1421 Maart 6
regest_beschrijving Johan, hertog in Beyeren, oorkondt, dat bij den vrede, gesloten tusschen hem eener-, en den graaf van Simpoel en het land van Brabant anderzijds, mede is overeengekomen, dat, als Engelbrecht, graaf van Nassow, heer van de Leck en Breda, den heer van Culemborch in rechten zal aanspreken om de heerlijkheid van de Leck met allen achterstal enz. terug te krijgen, hij hem daarin steunen zal evenals bij het herstel van de dijken in die heerlijkheid, en dat hij hem in het genot van al zijn leenen zal laten, doch dat deze brief geen verandering brengt in de zaak van Sinte-Geerdenberge.
regest_datering (des Donredages nae den Sonnendach Letare Jherusalem die was sess dage in Marte int jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich na den lope van onsen Hove).
regest_nb Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 57).
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris IV, bl. 571.
regest_nb 1 charter en 1 afschrift.
Reg. nos. 1143 en 1169
regest_nummer 1143 1421 Juli 1
regest_beschrijving Jan van der Sijdwijn, baljuw van Zuutholland, en welgeboren mannen verklaren, dat Engelbrecht, graaf van Nassouwe, heer van de Leck en Breda, in het bezit zal blijven van de heerlijkheid de Leck, totdat iemand zijn beter recht bewijst, en laten verstek gaan tegen Hubrecht, heer van Culemborch en Ackoy.
regest_datering (des Dinxdaeghs na Sinte Jans dach Baptisten te mydsomer).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1422 Juli 15 (Reg.No. 1169).
regest_nummer 1169 1422 Juli 15
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sinte Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1421 Juli 1 (Reg.No. 1143).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 57). Het kapittelzegel verloren.
Reg. no. 1739
Reg. no. 459
regest_nummer 459 1349 September 1
regest_beschrijving Gheenken Woutersz. doet afstand van zijn aanspraken op het ambacht van Bercoude, de tienden, die hij daar bezat, en de meent, geheeten Scapekens Zijdwinde.
regest_datering (in den Haghe des Dinxendaghes na Sente Jans dach Decollatio).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 59). Met resten van de zegels van Coene van Gaspaerde en Jan Vlamijnc, mannen van den heer van de Lek, in groene was.
Reg. no. 861
regest_nummer 861 1398 Maart 31
regest_beschrijving Deken en kapittel van Oudemonster te Utrecht geven aan heer Heinric van der Lecke, heer van Heeswijc, als voogd van Johanna, vrouwe van de Leck en Breda, in erfpacht de visscherij in de Leck van de Oude kerk tot de sluizen bij Bergerkerck en bij Streeflant tot Heerwaert, eertijds door Pouwels Pouwelsz., tollenaar van Ammers, verkocht aan heer Johan van Pollanen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 60). Het zegel van den Oudemunster verloren.
Reg. nos. 1006 en 1104
regest_nummer 1006 1413 October 1
regest_beschrijving Willem, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., beleent zijn raad Engelbrecht, graaf van Nassow, heer van de Leck en Breda, met de hooge heerlijkheid van Leckerkerc met het dijkgraafschap, zooals graaf Willem die tot nu toe bezeten heeft, tot een dergelijk leen als het land van de Leck.
regest_datering (in den Hage op Sinte Baven dach).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1420 Maart 15 (Reg.No. 1104).
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris IV, bl. 255.
regest_nummer 1104 1420 Maart 15
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sente Mariën te Breda geven vidimus van den brief dd. 1413 October 1 (Reg.No. 1006).
regest_datering (na coustume 's Hoofs van Ludick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 61). Met kapittelzegel in groene was.
Reg. nos. 569 en 730
regest_nummer 569 1358 October 13
regest_beschrijving Aelbrecht van Beyeren, ruwaard van Hollant enz., machtigt Jhanne van Pollanen, heer van de Leck en Breda, in zijn heerlijkheid van de Leck een gewaard rechter aan te stellen, na uitspraak vazn den Raad voor Henegouwen, Hollant en Zeelant en de steden van Hollant en Zeelant, waarbij hij in het bezit van deze heerlijkheid wordt gehandhaafd, totdat hij er met recht uitgewonnen wordt.
regest_datering (te Sente-Gheerdenberghe des Zaterdaghes na Sente Vyctors dach).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1379 Januari 7 (Reg.No. 730).
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris III, bl. 64.
regest_nummer 730 1379 Januari 7
regest_beschrijving Deken en kapittel van Onser Vrouwenkerk te Breda geven vidimus van den brief dd. 1358 October 13 (Reg.No. 569).
regest_datering (na custume des Hoves van Ludijc).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 62). Het zegel van deken en kapittel verloren.
Reg. no. 1096
regest_nummer 1096 1419 October 31
regest_beschrijving Willem van Renen, proost van Embric en domscholaster te Utrecht, erkent ontvangen te hebben van Engelbrecht, graaf van Nassou, heer van de Leck etc., 150 fransche schilden als achterstallige pacht van zijn tienden in Leckerkerc en 60 rijnsche guldens als maningskosten.
regest_datering (op Alregoidsheyligen avont).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 64) het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 1207
regest_nummer 1207 1424 Juni 8
regest_beschrijving Prior en convent van St. Michiel buiten Scoenhoven nemen in erfcijns van jonker Engelbrecht, graaf van Nassouw, heer van de Leck en Breda, en Johanna, een stuk land, geheeten de Donc, in de parochie van Brantwijc.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 65). Het conventszegel verloren.
Reg. no. 865
regest_nummer 865 1399 Maart 31
regest_beschrijving Dirc van Pollanen, heer van Asperen, verklaart ontvangen te hebben van heer Heinric van de Leck 50 pond rente uit het land van de Leck over het jaar 1398.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 66). Met zegel van den oorkonder in groene was.
Zie ook bij Polanen, Leenzaken
Reg. nos. 173 en 556
regest_nummer 173 1325 Augustus 24
regest_beschrijving Peter, heer van de Leck, beleent Pieter Vinnen Pietersz. van den Damme met het ambacht van Brantwijc en Ghibenland en de tienden, losbaar op Sint Bavo over 2 jaar met 440 pond.
regest_datering (op Sente Bertholomeus' dach).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1357 Mei 20 (Reg.No. 556).
regest_nummer 556 1357 Mei 20
regest_beschrijving Deken en kapittel van Bredae geven vidimus van den brief dd. 1325 Augustus 24 (Reg.No. 173).
regest_datering (des Saterdaghes na Assenciën dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 67). Het zegel van het kapittel verloren.
Van de talrijke goederen, die Jan II van Polanen kreeg door toedoen van Willem van Duvenvoorde
Een uitvoerige beschrijving van de politieke en financieele manipulaties van W. van Duvenvoorde vindt men in J. Cuvelier, Les origines de la fortune de la maison d'Orange-Nassau, 1921
, was het land van Breda het voornaamste. Omtrent het ontstaan is weinig bekend. Van het land van Strijen, dat begrensd werd door de Striene, de Maas, de Donge en het graafschap Rijen, kwam het noordelijke deel, dat den naam Strijen behield, aan Holland; in het zuidelijke, dat aan Brabant bleef, trad in 1125 een heer van Breda op. De grens tusschen beide deelen liep over Oosterhout, dat Brabantsch, en Zevenbergen, dat Hollandsch was, naar Steenbergen en Bergen op Zoom. Omstreeks 1190 droeg Godfried van Schoten de burcht van Breda met zijn daar omheen liggende allodia op aan den hertog van Brabant, die er Godfried mede beleende onder uitbreiding van het gebied met de vennen aan de noordwestzijde tot aan het land van Strijen. Dit land van Breda werd in 1287 tusschen twee zusterszoons gesplitst in het land van Breda en dat van Bergen op Zoom; een gedeelte waarin Steenbergen, Gastel, Oudenbosch, Standaardbuiten, Fijnaart en Heiningen lagen, bleef gemeenschappelijk eigendom van beiden tot 1458. Een omschrijving van hetgeen tot het land van Breda behoorde, geeft de deelingsakte van 1287 evenmin als de akte van 1350, waarbij de hertog van Brabant de heerlijkheid aan Jan II van Polanen verkocht. Eerst van het jaar 1474 is een denombrement bekendNass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7938, fol. 38
, waarin wordt opgesomd wat het land omvatte, n.l. de stad Breda met het slot, de stad Steenbergen (d.w.z. sinds 1458, in welk jaar Breda van het gemeenschappelijk gebleven land, Steenbergen met het Kruisland kreeg), voorts Rozendaal, Nispen, Etten, de Haghe (= Princenhage), Terheiden, Zonzeel (het tegenwoordige Langeweg), Oosterhout met het slot (het zogenaamde huis te Strijen), Gilze, Ginneken, Alfen, Baarle, Rijsbergen, Groot en Klein Zundert en Dongen, Hier bezat de heer de hooge heerlijkheid. Verder had hij, zooals het denombrement zegt, een smalheerlijkheid in Groot Zundert, de smalheerlijkheid van het goed Gageldonk benevens een andere smalheerlijkheid met "wat cijnzen en renten in de parochies Rosendaal, Nispen, Woude en de Haghe gelegen". Met het laatste zijn onderdeelen bedoeld van het gecompliceerde goed van Gageldonk-Hambroek, waartoe ook goederen te Sprundel behoordenZie over Gageldonk mr. F. F. X. Cerutti in Jaarboek van den Oudheidkundigen kring "De Ghulden Roos" te Roosendaal, V (1945)
Dat de heerlijkheid Gageldonk-Hambroek en een deel van Zundert in een andere verhouding tot den heer stonden, vindt zijn reden in de omstandigheid, dat zij niet tezamen met het overige land van Breda door den hertog in leen zijn uitgegeven
Zie Kleyn a.w. blz. 67
. Deze had bij de uitgifte een uitzondering gemaakt voor de goederen, die reeds door ministerialen van hem in leen werden gehouden en waarvan de hooge heerlijkheid aan den hertog was verbleven. In PrincenhageZie over Princenhage G. C. A. Juten, De parochiën in het bisdom Breda
had Gageldonk-Hambroek een eigen leenhof en laathof. Het ressort van genoemde hoven vormde dat gedeelte van Hage, dat later Hage onder den Hertog werd genoemd in tegenstelling met Hage-Nassau of PrincenhageOok van Zundert
Zie prof. mr. van der Hoeven a.w. en G. C. A. Juten als boven. Een denombrement van Zundert-hertog van 1440 is te vinden in Nass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7938, blz. 112
. was een deel aan den hertog verbleven. Dit was als lage heerlijkheid aan het geslacht Montenaken en vervolgens aan dat van Schoonhoven als leen gegeven. De hooge heerlijkheid van dit leen werd met die van Hage-Hertog, Sprundel-Hertog en het gedeelte van Nispen onder den Hertog in 1388 door Johanna, hertogin van Brabant aan Jan van Polanen verpand en niet meer afgelost. Wat de heerlijkheden zelve met de lage rechtspraak betreft, Gageldonk-Hambroek werd in 1458 door Willem de Bye, Zundert-Hertog in 1464 door Johanna van Schoonhoven aan den heer van Breda verkochtBuiten den laathof van Gageldonk-Hambroek waren er te Princenhage nog twee andere laathoven, nl. van het goed Ten Houte, dat reeds in de 14de eeuw door den heer van Breda in leen werd uitgegeven, en van het goed Burgst, een al omstreeks 1312 vermeld Brabantsch leen. De vrije rijksabdij Thorn bezat laathoven in Gilze en Baarle, terwijl aan de abdij van St. Bavo te Gent een hof te Sombeke behoorde, dat eenige rechten en inkomsten te Rijsbergen en Zundert genoot
Zie G. C. A. Juten, Het hof Sombeke, in Taxandria XXXV, blz. 284
. Thorn behield zijn rechten tot de opheffing van de abdij in 1797, de rechten van St. Bavo werden in 1523 aan den heer van Breda verkochtDongen, Wagenberg en het huis te Strijen maakten aanvankelijk geen deel uit van het land van Breda al werden zij gaandeweg beschouwd als ertoe te behooren. Met Dongen werd Willem van Duvenvoorde, heer van Oosterhout, in 1329 door Willem van Horne en Altena als met een Brabantsch leen beleend. In 1350 verkocht hij het, met veel terrein vergroot, als leen van Oosterhout aan zijn dochter BEATRIJS, vrouw van Roelof van Dalem. Haar zoon werd er in 1357 door Jan van Polanen mede beleend, nadat Willem van Oosterhout, zoon van Willem van Duvenvoorde, afstand had gedaan van door hem gepretendeerde leenheersrechten. De nakomelingen van Roelof en Beatrijs van Dalem bleven in het bezit van Dongen, totdat het in 1500 door de hoofdbank van Breda verbeurdverklaard werd wegens wangedrag bedreven door Joost van Dongen
Ook het archief van de familie van Dalem kwam in het bezit van den heer van Breda, hetgeen de aanwezigheid verklaart van een aantal personalia en stukken betreffende goederen in het land van Altena en elders, die met de verbeurdverklaring niets uitstaande hadden. Dit archief is, als een geheel beschreven, als aanhangsel geplaatst achter de beschrijving van de stukken, aangaande het land van Breda en Steenbergen
. Daarna werd het niet meer in leen uitgegevenIn 1324 verwierf Willem van Duvenvoorde het bij Oosterhout op de Brabantsch-Hollandsche grens gelegen huis te Strijen, terwijl hij in 1349 beleend werd met de hooge heerlijkheid Wagenberg. Wagenberg evenals Zundert en Gageldonk
Hoewel dit op verzoek van graaf Jan van Nassau in 1460 door den hertog met Breda werd vereenigd tot een "onverscheyden leen" (Regentenlijst no. 1817)
. worden bij de latere beleeningen met stad en land van Breda als afzonderlijke leenen ontvangenDe heerlijkheid Breda was souverein behoudens leenhulde aan Brabant en bezat de gebruikelijke regalia. In het geheele land gold het recht van Breda, uitgezonderd binnen de "Palen van de Hoeven van Etten". Deze palen begrensden een gebied, dat oorspronkelijk uit moeren had bestaan en waar recht gesproken werd volgens het Hoevensche charter, door Hendrik van Breda in 1267 bij de uitgifte dier moeren verleend. Breda had de crimineele rechtspraak over de dorpen in het land behalve over Oosterhout en Roozendaal, die vrije heerlijkheden waren. Van vonnissen, gewezen te Breda, bestond reformatie bij den Raad van Brabant. De pretensie van de bank van Santhoven als zou Breda als deel van het land van Rijen onder haar ressort vallen, werd met goed gevolg afgewezen; wel gold dit voor de bovengenoemde gerechten van Zundert-, Hage-, en Sprundel-Hertog en Nispen
Zie Recueil des anciennes coutumes de la Belgique, Brabant, Santhoven blz. 204, 494
Steenbergen
Zie W. Bezemer. Oude rechten van Steenbergen, Werken der Ver. tot uitgave der bronnen van het O. Vad. Recht 1e reeks no 20)
, dat vóór de verdeeling in 1287 deel had uitgemaakt van het land van Breda en daarna bijna twee eeuwen lang gemeenschappelijk bezit van Breda en Bergen op Zoom bleef, werd, ook nadat het in 1458 aan Breda was toegewezen, als een afzonderlijke heerlijkheid beschouwd. Het werd niet gerekend tot hetgeen later (eind 16e, begin 17e eeuw) de baronie van Breda werd genoemd, hoewel het met Breda tot één leen werd ontvangen en het in het denombrement dier heerlijkheid van 1474 als deel daarvan voorkomt. Van vonnissen in civiele zaken was evenals dat bij de dorpen in de baronie het geval was appèl op de Hoofdbank te Breda en halszaken werden door den drossaard van Breda berecht. De benaming baronie voor het land van Breda komt in de middeleeuwen niet voor; de titel luidt voor prins Willem I evenmin baron doch heer al worden in de 15e eeuw de graven van Nassau door den hertog van Brabant baanrotsen genoemd. Prins Willem evenwel wordt door den keizer baanderheer van Breda geheeten en betitelt zichzelf heer en baron van BredaBreda werd door de Nassaus als hun voornaamste bezitting beschouwd
In zijn Apologie (uitgave 1858, blz. 58) zegt de prins, sprekende van de erfenis van René van Chalon: "Quant á la succession de Nassau qu'on appelle communément de Breda pour estre le lieu principal de mes seigneuries et où moi et mes prédecesseurs avons tenu nos chambres de comptes, conceil et principauls enseignemens" etc
. Wellicht mede door zijn gunstige ligging tusschen noord en zuid, was het hun geliefkoosde verblijfplaats, het middelpunt van de administratie en de centrale bewaarplaats van de archieven hunner verspreide bezittingenZie Th. E. van Goor, Beschrijving der stadt en lande van Breda, 1744; Mr. A. G. Kleyn, Geschiedenis van het land en de heeren van Breda tot het tijdstip der afscheiding van Bergen op Zoom, 1861; Prof. mr. H. van der Hoeven, Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis van Zundert en Wernhout 1920, waarin op blz. 74 een rapport van mr. C. C. D. Ebell over den oorsprong van Breda; G. C. A. Juten, De oudste heeren van Breda, Taxandria xii en verder Tax. passim; G. C. A. Juten, De Parochiën in het bisdom Breda, 1935. Jhr. dr. Th. van Rheineck Leyssius, De oudste heeren van Stryen, in De Nederlandsche Leeuw 1931, een antwoord hierop van G. C. A. Juten in Taxandria XXXVIII, repliek in De Ned. Leeuw van 1932 en dupliek in Tax. XXXIX
Reg. no. 49
regest_nummer 49 1287 Juni 22
regest_beschrijving Johannes, hertog van Brabantia enz., beleent Gerardus van Wezemaele, ridder, als erfgenaam van de rechten van zijn moeder met de helft van het land van Breda, te aanvaarden na den dood van Arnoldus van Lovanium, heer van Breda, waarbij hij het land zoodanig verdeelt, dat Rasso, heer van Liedekerke, de stad met bijbehoorende leenen krijgt en Gerardus van Wezemaele een equivalent, waarna zij het overige gelijkelijk zullen verdeelen.
regest_datering (Dominica ante Nativitatem Beati Johannis Baptiste).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 68). Met de zegels van den oorkonder, zijn broeder Godefridus, heer van Aerschot en Virson, Walterus Berthout, heer van Mechelen, Arnoldus, heer van Walhain, Arnoldus, heer van Wezemale, Gerardus, heer van Roesselare, Henricus, heer van Boutersem, Walterus Volkart, Ywannus van Meldert, ridders, in bruine was, de eerste zes met contrazegel, alle min of meer geschonden. In dorso: "By desen brieve es gedeelt dlant van Breda ende van Berghen".
regest_nb Gedrukt bij Kleyn, a.w., bl. 150, en zie Wauters VI, bl. 210.
Reg. no. 185
regest_nummer 185 1327 Februari 16
regest_beschrijving Rogier van Levedale, heer van Oerscot en Peercke, Roelof Pipenpoy, drossaard van Brabant, Aernoud, proost van Wassenberghe, Herman van Osse, Gilys van der Boveryen, mr. Dyederic van Beke en Ludeke van Uden oorkonden, dat heer Gheraerd, heer van Rassengheem, Lyedekerke en Leyns, in een hof, geheeten Yetterbeke, bij Brusele 's Maandags na Sint Valentijns dag heeft verkocht aan den hertog van Brabant het land van Breda met al zijn heerlijke rechten, met de belofte, dat hij zijn vrouw er afstand van zal laten doen.
regest_datering (dienselven Maendagh voreghenoemt dusentech driehondert ende sesse ende twintich).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 69). Met zegel van Herman van Osse in groene, die van Rogier van Levedale en Ludeke van Uden in bruine was en geschonden; de zegels van de overige oorkonders verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1350 Mei 41 (Reg.No. 470).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1354 Juli 9 (Reg.No. 507).
regest_nb Zie Wauters IX, bl. 237.
Reg. nos. 185 en 507
regest_nummer 507 1354 Juli 9
regest_beschrijving Vicedeken en kapittel van Breda geven vidimus van den brief dd. 1327 Februari 16 (Reg.No. 185).
regest_datering (des Woensdaghes voir Sinte Margrieten dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 69). Met geschonden zegel van het kapittel in bruine was.
Reg. no. 253
regest_nummer 253 1334 Augustus 30
regest_beschrijving Philippe, koning van France, uitspraak doende tusschen den hertog van Brebant eener-, en Guerart, heer van Rassenghien, ridder, en diens Aelipet anderzijds, aangaande het land van Breda, door Guerart zonder medeweten van zijn vrouw aan den hertog verkocht, bepaalt, dat de koopsom aan den hertog teruggegeven zal worden, waarna Guerart in het bezit van het land gesteld zal worden als leenman van den hertog.
regest_datering (Amiens).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 70). Het zegel van den koning verloren.
regest_nb b) Verkort gevidimeerd in den brief dd. 1334 December 17 (Reg.No. 260).
regest_nb Zie Wauters IX, bl. 513.
Reg. nos. 253 en 260
regest_nummer 260 1334 December 17
regest_beschrijving Pierre Belagent, garde de la prevosté van Paris, geeft vidimus van de akte dd. 1334 Augustus 30 (Reg.No. 253).
regest_datering (au bois de Vincennes).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 70). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb Zie Wauters IX, bl. 527.
Reg. no. 306
regest_nummer 306 1339 December 14
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant enz., markgraaf van het H. Rijk, beveelt Gielys van den Wijngarde, schout, en Maes van der Havenen, rentmeester van het land van Breda, de handen af te houden van alle renten, boeten enz. uit het land van Breda, daar hij het aan heer Willem van Duvenvorde gegeven heeft.
regest_datering (te Bruessele in Sente Nichasiis' daghe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 71). Met geschonden zegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. nos. 303 en 307
regest_nummer 307 1340 Januari 20
regest_beschrijving Broeder Wouter van de orde van Sint Jan, persoon van Oisterhout, geeft vidimus van den brief dd. 1339 December 3 (Reg.No. 303).
regest_datering (des Vridaghes na der octave van Dertyendach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 71). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 303
regest_nummer 303 1339 December 3
regest_beschrijving Jan, hertog van Braband enz., maarschalk van het H. Rijk, geeft heer Willam van Duvenvoirde, heer van Oisterhout, de heerlijkheid Breda gedurende diens leven, belooft hem geen mannen uit de heerlijkheid te zullen aannemen noch poorters te Capelle of te Marchtem te laten wonen en deze akte te zullen laten bezegelen door zijn zoon Jan, zoodra deze 12 jaar oud zal zijn.
regest_datering (des Vrydaechs voer Sente Nyclaes'dach).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 71). Met het zegel van den oorkonder in bruine was met contrazegel, dat van heer Reynout, hertog van Gelre enz., in roode was en geschonden met contrazegel, de zegels van heer Otto, heer vazn Kuik, heer Heynrick Bertout, heer van Duffel en Gheel, en heer Jan van Kuik, heer van Hoogstraten, in groene was, alle geschonden. Met transfix dd. 1340 Februari 29 (Reg.No. 308).
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1340 Januari 20 (Reg.No. 307).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1343 November 8 (Reg.No. 362).
Reg. no. 308
regest_nummer 308 1340 Februari 29
regest_beschrijving Jhan, zoon van Jhan, hertog van Brabant enz., markgraaf van het H. Rijk, bevestigt den brief dd. 1339 December 3 (Reg.No. 303), waardoor deze gestoken is.
regest_datering (op den lesten dach van Sporkille dusentech driehondert dertech ende neghene).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 71). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1343 November 8 (Reg.No. 362).
Reg. nos. 303, 308 en 362
regest_nummer 362 1343 November 8
regest_beschrijving Broeder Wouter van de orde van Sint Jan, persoon van Oisterhout, geeft vidimus van de brieven dd. 1339 December 3 en 1340 Februari 29 (Reg. nos. 303 en 308).
regest_datering (des Saterdaechs voer Sente Martens dach in den winter).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 71). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 304
regest_nummer 304 1339 December 9
regest_beschrijving Jan, hertog van Braband enz., maarschalk van het H. Rijk, verpandt aan heer Jan van Polanen en diens zoon Jan de heerlijkheid Breda, waarvan Willaem van Duvenvoirde gedurende zijn leven bezitter is, voor 28000 kleine florijnen.
regest_datering (des Donredaechs na Sente Nyclaus' dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 72). De zegels van den oorkonder, heer Otte van Kuke en heer Henric Bertout, heer van Duffel en Gheel, verloren; dat van Jan van Kuke, heer van Hoogstraten, in bruine was. Met transfix dd. 1340 Februari 29 (Reg.No. 309).
Reg. no. 309
regest_nummer 309 1340 Februari 29
regest_beschrijving Jan, oudste zoon van Jan, hertog van Brabant enz., markgraaf van het H. Rijk, bevestigt den brief van 1339 December 9, waardoor deze gestoken is (Reg.No. 304).
regest_datering (op den lesten dach van Sporkille dusentech driehondert dertech ende neghene).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 72). Met zegel van den oorkonder in roode was.
Reg. no. 248
regest_nummer 248 1334 Juli 19
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant enz., verpandt aan Raesse van Lyedekercke, knaap, de dorpen Ulvenoud, Berle, Alfene en Ghilze voor 2000 pond parisis.
regest_datering (te Bruesselle des Dyssendaeghs na de Divisie der apostelen).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 73). Met geschonden zegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 354
regest_nummer 354 1343 Januari 16
regest_beschrijving Kateline van Liedekerke, vrouwe van Moerseel, scheldt als erfgename van haar broeder Raso de pandschap van vier dorpen in het land van Bredae kwijt ten behoeve van Jan, hertog van Brabant en heer Willem van Duvenvorde, heer van Oesterhout, en verzoekt heer Jan van Wijfliet, heer van Blaersfelt, heer Willem van Duvenvorde den pandbrief ter hand te stellen.
regest_datering (dusent driehondert ende twee ende viertech des Donderdaghes nae die octave van Dertiendaghe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 73). Met geschonden zegel in groene was. Dat hier de Paaschstijl is gebruikt, blijkt uit een niet meer aanwezige akte van den hertog van Brabant, vermeld in den ouden Inv. Fol. 3, No. IX, gedateerd Zaterdags na den Octaaf van Dertiendag 1342.
Reg. nos. 195, 305, 310, 338, 383, 386, 387, 444, 453, 455-458. Reg. no. 455: 1 charter en 1 stuk
Het stuk, Reg. no. 455 is afkomstig uit de Coll. Kleyn
Reg. no. 305
regest_nummer 305 1339 December 11
regest_beschrijving Jan, hertog van Braband enz., maarschalk van het H. Rijk, belooft, wanneer Margriete, vrouw van heer Jan van Leefdale, en Marie, haar zuster, dochters van wijlen heer Philips, heer van Liedekerke en Breda, afstand mochten doen van haar rechten op het land van Breda, heer Willem van Duvenvoirde, heer van Oisterhoute, daarmede te zullen beleenen.
regest_datering (des Saterdaechs na Sente Nyclaus'dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met geschonden zegel van den oorkonder in bruine was. Met transfix dd. 1340 Februari 29 (Reg.No. 310).
Reg. no. 310
regest_nummer 310 1340 Februari 29
regest_beschrijving Jan, zoon van Jhan, hertog van Brabant enz., markgraaf van het H. Rijk, belooft zich te zullen houden aan de belofte van zijn vader, vermeld in den brief dd. 1339 December 11 (Reg.No. 305), waardoor deze gestoken is.
regest_datering (op den lesten dach van Sporkille dusentech driehondert dertech ende neghene).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met het zegel van den oorkonder in roode was en geschonden.
Reg. no. 338
regest_nummer 338 1342 Januari 5
regest_beschrijving Jan Rickier, poorter te Machlen, oorkondt, dat hij een vergelijk heeft tot stand gebracht tusschen heer Jan van Levedale en Margriet zijn vrouw eener-, en heer Willam van Duvenvoirde, heer van Oesterhoute, anderzijds, volgens hetwelk beide eerstgenoemden afstand doen van hun rechten op het land van Breda tegen een vergoeding van 18 pond tournooisch eens en 18 dergelijke ponden jaarlijks, en behoudens hun rechten op de moeren, die de abt van Middelborch heeft gekocht.
regest_datering (des Saterdaechs na Jaersdach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met rest van het zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 383
regest_nummer 383 1344 December 23
regest_beschrijving Jan van den Houte, ridder, Willem van Gagheldonc, Gielijs van den Wijngaerde, Gielijs van der Boveriën, Pauwels van der Daesdonc, Diederic Stercke, Jan van den Lare, Ghijsbrecht van Rode, Jan van Buerstede en Willem Leijsenzoon, mannen van het huis van Breda, oorkonden, dat Margriete van Liedekerke, dochter van wijlen heer Philips, heer van Liedekerke en Breda, en vrouw van heer Jan van Levedale, burggraaf van Bruecele, heer van Perke en Oerscot, aan heer Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout en Breda, heeft overgedragen alles, wat zij in het land van Breda van haar vader geërfd heeft, tegen een rente van 20 pond groote tournooizen jaarlijks.
regest_datering (des Donderdaeghs voer Kerssavont).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 74). Met de zegels van Gielijs van den Wijnghaerde, Gielijs van der Boveriën, Pauwels van der Daesdonc, Jan van den Lare, Ghijsbrecht van Rode en Jan van Buerstede, alle min of meer geschonden en rest van het zegel van Diederic Stercke in groene was; de zegels van Willem van Gageldonck, Jan van den Houte en Willem Leysenz. verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1410 April 28 (Reg.No. 972).
Reg. no. 386
regest_nummer 386 1345 April 29
regest_beschrijving Jan van Levedale, ridder, heer van Oersscot en Perk, en vrouwe Margriete verklaren ontvangen te hebben van Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, 10 pond grooten van den termijn, die met St. Jansdag e.k. vervalt, in mindering van de rente van 20 pond jaarlijks, die hij hun schuldig is in ruil voor hun aanspraken op hun aandeel in het land van Breda.
regest_datering (des Vridaechs voer Meydach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met de zegels der beide oorkonders in groene was, waarvan het eerste zeer geschonden.
Reg. no. 387
regest_nummer 387 1345 April 29
regest_beschrijving Jan van Levedale, ridder, heer van Oersscot en Perke, en vrouwe Margriete verklaren ontvangen te hebben van heer Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, 10 pond grooten van den termijn, die met Kerstmis e.k. vervalt in mindering van de rente van 20 pond jaarlijks, die hij hun schuldig is in ruil voor hun aanspraken op hun aandeel in het land van Breda.
regest_datering (des Vridaeghes voor Meydach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met geschonden zegel van Margriet van Levedale in groene was, dat van Jan van Levedale verloren.
Reg. nos. 195 en 444
regest_nummer 195 1328 Juli 25
regest_beschrijving De verwanten van Marie en Margriete, dochters van wijlen heer Philips, heer van Liedekerke, verzoeken den hertog van Brabant, haar te beleenen met de helft van Breda, zooals haar vader die had.
regest_datering (op Sente Jacobs dach ende Sinte Christofers).
regest_nb Getransumeerd in den brief dd. 1349 Januari 12 (Reg.No. 444). Inv.No. 74.
regest_nb Zie Wauters IX, bl. 297.
regest_nummer 444 1349 Januari 12
regest_beschrijving De notaries Johannes van Mannenbrugghe uit Antwerpia instrumenteert, dat heer Henricus Cranenscenkel, kapelaan van vrouwe Margareta, weduwe van heer Johannes van Levedale, hem verzocht heeft een afschrift te maken van den brief dd. 1328 Juli 25, hierin getransumeerd (Reg.No. 195).
regest_datering (Bruxelle juxta hospitale de Archa recte ante domum Franconis dictus Bisscop anno millesimo trecentesimo quadragesimo octavo indictione secunda).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met signatuur van den notaris.
Reg. no. 453
regest_nummer 453 1349 Augustus 19
regest_beschrijving Jhan uten Houte, ridder, Gielijs van den Wijngarde, Gielijs van der Boeveriën, Pauwels van der Daesdonc, Dyederic Sterke en Ghisebrecht van Rode, knapen, leenmannen van Breda, oorkonden, dat Donderdags voor Kerstavond in het jaar 1344 Margriete van Liedekerke, dochter van wijlen heer Philips, heer van Liedekerke en Breda, vrouw van heer Jhan van Levedale, burggraaf van Bruessele en heer van Orscot en Perk, ten behoeve van heer Willem van Duvenvorde, heer van Oesterhout, afstand heeft gedaan van haar rechten op het land van Breda tegen een vergoeding van 200 pond zwarte tournooizen jaarlijks, gevestigd op dat land.
regest_datering (des Goensdaeghs na Onser Vrouwen dach in den Oechste).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met geheim zegel van Willem van Duvenvorde en de zegels van Jhan uten Houte, Pauwels van der Daesdonc, Dyederic Stercke, Ghisebrecht van Rode, leenmannen van Breda, in groene, dat van Jhan, hertog van Brabant, met contrazegel in bruine, en dat van Heinric van Brabant, heer van Lemborgh en Meghlen, in roode was, alle min of meer geschonden; die van Gielijs van den Wijngarde en Gielijs van der Boeveriën, leenmannen van Breda, verloren.
Reg. nos. 455 en 456
regest_nummer 455 1349 Augustus 27
regest_beschrijving Jan uten Houte heer Aerdsz., Jan uten Houte Woutersz., ridders, Gielijs van der Boeveriën en Gielijs van den Wijnghaerde, knapen, leenmannen van Breda, oorkonden, dat Marie van Liedekerke afstand heeft gedaan ten behoeve van heer Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, van haar ouderlijk erfdeel van het land van Breda, tegen een vergoeding van 200 pond zwarte tournooizen jaarlijks.
regest_datering (des Donderdaeghs na Sente Berthelmeeus' dach apostels).
regest_nb a) Gevidimeerd in den brief dd. 1349 Augustus 28 (Reg.No. 456).
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1410 April 28 (Reg.No. 971).
regest_nb c) Afschrift van 1416 met notitie over de betaling van de rente (Inv.No. 74).
regest_nb De datum behalve het jaartal is in het vidimus a, waaruit hij weggelaten was, aangevuld uit het vidimus b.
regest_nummer 456 1349 Augustus 28
regest_beschrijving Jan uten Houte heer Aerdsz., Jan uten Houte Woutersz., ridders, Gielijs van der Boeveriën en Gielijs van den Wijnghaerde, knapen, geven vidimus van den brief dd. 1349 Augustus 27 (Reg.No. 455).
regest_datering (op Sente Jans avont Decollatio).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met de zegels der laatste twee oorkonders in groene was en geschonden, die der eerste twee verloren.
Reg. no. 457
regest_nummer 457 1349 Augustus 29
regest_beschrijving Marie van Liedekercke doet ten behoeve van den abt van Middelborch afstand van alle aanspraken op 52 hoeven moer onder het gerecht van Oesterhout of Hertele, aan dezen verkocht door haar zwager heer Gerard van Raesseghem en haar zuster Lisebeth.
regest_datering (in Sente Jhans daghe ter Decollatiën).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met geschonden zegel van Marie van Liedekercke in groene was; die van Willem van Duvenvorde, heer van Oesterhout en Breda, Jhan uten Houte heer Arnoudsz., Jhan uten Houte Woutersz., ridders, Gielijs van der Boeverie, Gielijs van den Wijngarde, Pauwels van der Daesdonc, Ghisebrecht van Rode en Peeter van Yepelaer, knapen, leenmannen van Breda, verloren.
Reg. no. 458
regest_nummer 458 1349 Augustus 29
regest_beschrijving Marie van Liedekerke doet afstand van haar ouderlijk erfdeel, voorzoover dat in het land van Breda ligt, ten behoeve van heer Willem van Duvenvorde, heer van Oesterhout en Breda, tegen een vergoeding van 20 pond tournooisch jaarlijks.
regest_datering (in Sente Jhans daghe ter Decollatiën).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 74). Met de zegels van Marie van Liedekerke en de leenmannen Jhan uten Houte Arnoudsz., Jhan uten Houte Woutersz., ridders, Gielijs van der Boeveriën en Gielijs van den Wijngarde, knapen, in groene was, het tweede, derde en vijfde geschonden.
regest_nb Zie Wauters X, bl. 344.
Reg. no. 408
regest_nummer 408 1346 September 30
regest_beschrijving Jan uten Houte, zoon van heer Aernoud, Jan uten Houte, zoon van wijlen Wouter, in leven knaap, ridders, Jan van Gagheldonc, Gielijs van der Boveryen, Diederic Sterke, Claus van Oekel, Jonaes van der Elst en Willem Leinsenz., knapen, leenmannen van Breda, oorkonden, dat heer Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout en Breda, heeft opgedragen aan heer Jan van Pelanen, ridder, heer van de Leck, al het goed, dat hij gekregen heeft van Margriet van Liedekerke, vrouw van heer Jan van Levedale, en gelegen is in het land van Breda, benevens de manschap van een aantal mannen, geërfd deels van heer Willem van Donghen, deels van Ghiselle, broeder van Aernoud uten Loe, waarop Jan van Pelanen heer Willem van Duvenvoerde een lijfrente beloofd heeft uit de genoemde goederen.
regest_datering (in Sente Baven avonde).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 75). Met zegel van Diederic Sterke en resten van de zegels van Jan uten Houte, zoon van Aernoud, Claus van Oekel en Willem Leinsenz. in groene was; die der overige oorkonders verloren.
Reg. nos. 179, 185, 233, 466, 467-470, 500, 501 en 2467. Reg. no. 466: 1 charter + 2 stukken
Het stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven. Zie ook reg. no. 466
Reg. no. 179
regest_nummer 179 1326 Juli 17
regest_beschrijving Gherardt, heer van Raseghem, Lens, Liedekerke en Breda, en Adelise, zijn vrouw, verklaren geleend te hebben van Jan Vinken te Bruselle 117 pond oude tournooizen om daarmede, op verzoek van den hertog, schulden in Brabant af te betalen met de belofte het met Kerstmis terug te zullen geven.
regest_datering (Donresdaghes na Alren Apostelen daghe).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 76). Met de zegels der oorkonders in groene, dat van hertog Jan van Brabant in bruine was en geschonden.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1350 Mei 14 (Reg.No. 470).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1354 April 16 (Reg.No. 500).
Reg. no. 233
regest_nummer 233 1332 Maart 7
regest_beschrijving Jan van der Elst en Willem Noese, schepenen in Antwerpen, oorkonden, dat Jan, hertog van Brabant, verklaart schuldig te zijn aan Berthelmeus Blankaert, lombard aldaar, 2000 groote tournooizen, staande ten name van heer Gherard van Raessenghem, ridder, en Adelise zijn vrouw.
regest_datering (MCCC een ende dertech des Donderdachs na den Sondach dat men singt Oculi).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 76). De zegels der beide schepenen verloren. In dorso van het oorspr. staat, dat de schuld 29 Augustus 1333 door den hertog is afbetaald.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1350 Mei 14 (Reg.No. 470).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1354 April 16 (Reg.No. 501).
Reg. no. 466
Reg. no. 467
Reg. no. 466
regest_nummer 466 1350 April 1
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant enz., markgraaf van het H. Rijk, en Godeverd, zijn zoon, verkoopen, met toestemming van hun dochter en zuster Jehanna, gravin van Heneghouwe en Holland, aan heer Jhan van Polanen, heer van de Leck, het land van Breda als erfleen voor 43000 gld. behoudens een lijftocht voor heer Willem van Duvenvoirde, heer van Oisterhout, met toezegging, dat geen inwoners van Breda zich in Capelle op den Bosch of Merchtem zullen mogen vestigen, dat er geen beroep zal zijn van vonnissen, gewezen door schepenen of mannen van Breda, en dat er hofvaart op Antwerpen zal zijn.
regest_datering (te Bruessele des Donredaeghs na Paeschdach).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 76). Met geschonden zegels van Jan van Coslaer, heer van Witham, Heinrec Berthoud, heer van Duffel en Ghele, Gerard, heer van Vorslair, en Jhan van Wyneghem in groene was en resten van de zegels van Godeverd van Brabant in roode, Ghisebrecht van Abcoude, heer van Gaesbeek, Jan van Wijtvliet, heer van Blaersvelt, Lodewijc, heer van Dyepenbek, en Jhan van Meldert in groene was; de zegels van den hertog, gravin Johanna, Otte, heer van Kuyc, Alard van Os, proost van Leuven en rentmeester van Brabant, Gerard van der Heyden, drossaard van Brabant, Jan van Loen, heer van Agimont, Costijn van Ranst, heer van Berghem en de steden Loven, Bruessel, Antwerpen en Thienen verloren. Met transfix dd. 1350 April 11 (Reg.No. 467).
regest_nb b) Afschrift van een afschrift van den notaris J. van Hegesom, secretaris van Breda (Inv.No. 76).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1506 Januari 31 (Reg.No. 2467).
regest_nb d) Afschrift 16e eeuw (Inv.No. 76).
regest_nb Gedrukt bij v. Goor a.w. bl. 459.
Reg. no. 467
regest_nummer 467 1350 April 11
regest_beschrijving Aernd, burggraaf van der Vueren, leenman van den hertog van Brabant enz., verklaart met de andere leenmannen, genoemd in den brief dd. 1350 April (Reg.No. 466), waardoor deze gestoken is, bij den daarin vermelden verkoop aanwezig geweest te zijn.
regest_datering (tot Bruessele).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 76). Met een stuk van het zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 468
regest_nummer 468 1350 April 24
regest_beschrijving Alardus van Os, proost van Lovanium, ontvanger voor Brabantia, belooft Wilhelmus van Duvenvoorde, heer van Hoesterhout, dat hij den brief, dezen gegeven over den verkoop van Breda en de recognitie van 22000 gld., die de hertog van Brabantia hem uit dien hoofde beloofd heeft, zal laten bezegelen met het zegel van heer Otto, heer van Cuuc.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 76). Met zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 469
regest_nummer 469 1350 April 24
regest_beschrijving Jan de Coninc de oudere en Jacop Ser Vranx, schepenen van Brucelle, oorkonden, dat heer Jan, hertog van Brabant enz., aan heer Jan van Pollanen, heer van de Leck, ridder, heeft gegeven een schuldbekentenis dd. 1326 Juli 17 (zie Reg.No. 179).
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 76). Met de geschonden zegels der beide schepenen in groene was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1350 Mei 14 (Reg.No. 470).
Reg. nos. 179, 185, 233, 469 en 470
regest_nummer 470 1350 Mei 14
regest_beschrijving Deken en kapittel van St. Rumoldus te Machlinia geven vidimus van de brieven dd. 1326 Juli 17, 1327 Februari 16, 1332 Maart 7 en 1350 April 24 (Reg. Nos. 179, 185, 233 en 469).
regest_datering (feria sexta ante festum Penthecostes).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 76). Met kapittelzegel in groene was met contrazegel.
Reg. nos. 179 en 500
regest_nummer 500 1354 April 16
regest_beschrijving Vicedeken en kapittel van Breda geven vidimus van den brief dd. 1326 Juli 17 (Reg.No. 179).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 76). Het zegel van het kapittel verloren.
Reg. nos. 233 en 501
regest_nummer 501 1354 April 16
regest_beschrijving Vicedeken en kapittel van Breda geven vidimus van den brief dd. 1332 Maart 7 (Reg.No. 233).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 76). Het zegel van de oorkonders verloren.
Reg. nos. 466 en 2467
regest_nummer 2467 1506 Januari 31
regest_beschrijving Deken en kapittel van de O.L.V. kerk te Breda geven vidimus van een vidimus dd. 1432 April 17 ) van den brief dd. 1350 April 1 (Reg.No. 466).
regest_datering (na de gewoonte van scriven sHoofs van Ludick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 76). Het kapittelzegel verloren.
Reg. no. 486
regest_nummer 486 1352 Mei 10
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant enz., verklaart ontvangen te hebben van heer Willem van Duvenvoirde, heer van Oesterhout, 11000 kleine guldens boven de 32000, die deze hem reeds geleend had op het land van Breda, voor welk gezamenlijk bedrag van 43000 gld. hij het land van Breda aan heer Jhan van Pollanen verkocht heeft, hetgeen bevestigd wordt door zijn dochter Johanna van Brabant.
regest_datering (ter Vueren).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 77). Met geschonden zegel van Johanna van Brabant in bruine was, dat van den hertog verloren.
Reg. no. 497
regest_nummer 497 1353 November 13
regest_beschrijving Pauwels van der Daesdonc, Diederic Sterke, Willem Leinsensz., Jan van Buursteden en Bartholomeus Godscalxz., mannen van Breda, getuigen op verzoek van heer Jan van Polanen, heer van de Leck en Breda, dat heer Philips van Liedenkerke de heerlijkheid van Breda en Oesterhout en het gemeene land als een leen hield van den hertog van Brabant en het ook aldus heeft nagelaten, behoudens het gerecht van de vrouwe van Rosendale aldaar en in Oesterhout tot 3 pond, en dat van Jan uten Houte te Etten tot 3 pond, die deze beiden houden van den heer van Breda, hetgeen Jan uten Houte, heer Aernoudsz., ridder, Gielijs van der Wijngaerde, Jacop genaamd Rover, zoon van Jan Bye, en Aernoud van den Neste, leenmannen, bevestigen.
regest_datering (des Woensdaghes na Sente Mertens dach in den winter).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 78). Met de zegels van Diederic Sterke, Willem Leinsensz., Jan van Buurstede, Bartholomeus Godscalxz., Jan uten Houte Aernoudsz., Gielys van den Wijngaerde, en Aernoud van den Neste in groene was, alle min of meer geschonden, die van Pauwels van der Daesdonc en Jacop Rover verloren.
Reg. no. 498
regest_nummer 498 1353 November 20
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant enz., beveelt de inwoners van Oestrehout om heer Jhan van Polanen, heer van de Leck en Breda, als hun heer te erkennen.
regest_datering (ter Vuren).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 79). Met rest van het zegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 528
regest_nummer 528 1356 Maart 23
regest_beschrijving Wenceslaus, hertog, en Johanna, hertogin van Brabant enz., maken een schikking tusschen Johanna, vrouwe van Liedekerke en Leens, dochter van heer Gerard van Rexeghem en vrouwe Alisse, en haar echtgenoot, heer Arnt van Gaveren, beleend met de heerlijkheid Breda eener-, en heer Jhan van Polanen, heer van de Leck en Breda, die het land van Breda bezit, anderzijds, volgens welke de eersten aan laatstgenoemde de heerlijkheid afstaan, waarvoor deze zal teruggeven alle schuldbrieven, die hij heeft ten laste van de ouders van Johanna en van haarzelf en haar echtgenoot, en 7000 gouden schilden zal betalen.
regest_datering (Antwerpen dusentich driehondert vijftich ende vive na die costuume des bisdoems van Camerike).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 80). Met rest van het zegel van den hertog en zegel van de hertogin in gele was, de zegels van de leenmannen Costijn van Berchem, heer van Welle, Willem van Sompeke, Godevaert van der Delft, ridders, Boudewijn van den Eechove, Jan van Beerte en Zweder van Abcoude, knapen, in groene was; de zegels van Henric Berthout, heer van Duffel en Gheel, Henric van Boutershem, heer van Berghen opten Zoem, Jhan van Ymmersele, Jhan van Hesbeyn, Daniel van Bouchout, Reyner Eggloy, Peter van Hambroek, ridders, en Willem Truwant, Henric van den Broeke, Gherart van Tiechgelt, Wouter van der List, Willem die Hertoghe, Amelreec Was en Willem Pipenpoy, knapen, in groene was; dat van Gherard van der Heiden, heer van Boutershem, ridder, in roode was en geschonden en resten van de zegels van Gerart, heer van Vorsselaer, Jan van Kuic, heer van Hoestraten, Henric van Sompeke en Gerard Hermansz., ridders, Willem van Stakenbourch, Gielis van den Broeke en Jan van Lombeke, knapen, in groene was; de zegels van Oste, heer van Trasengnies, Didderic, heer van Faversinez., Gherem, heer Arndsz. en Jan Volkard, ridders, en Jan van Gorle, Wouter van Cockelbergen en Gielys de Loeze, knapen, verloren.
regest_nb b) Dubbel (Inv.No. 80). Het zegel van den hertog weinig, dat van de hertogin zeer geschonden, beide in bruine was; de overige verloren.
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1356 September 1 (Reg.No. 541).
Reg. no. 528
Reg. no. 529
regest_nummer 529 1356 Maart 24
regest_beschrijving Jhan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, belooft vrouwe Jhan, vrouwe van Lidekirke en Leens, en heer Arnd van Gaveren, haar man, op Beloken Paschen 7000 guldens te betalen en wijst hun eenige personen aan als zijn borgen.
regest_datering (Antwerpen dusentich driehondert vijftich ende vive).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 80). Met geschonden zegel van Jan van Pollanen in groene was en de zegels der borgen, Gerard van der Heyden, heer van Boutershem, in roode was en zeer geschonden, die van Philips van Pollanen, Gerard Hermansz., Godevaert van der Delft, ridders, Gilys van den Wijngarde en Willem die Hertoghe, knapen, in groene was, min of meer geschonden; dat van Didderic van Pollanen verloren. Gecancelleerd.
Reg. no. 531
regest_nummer 531 1356 April 29
regest_beschrijving Reynier Egloy, ridder, Willem de Hertoghe en Gielis van den Damme, knapen, leenmannen van Brabant, oorkonden, dat op de samenkomst van heer Arnd van Gavere, heer van Lens en Liedekerke, en heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, ter voldoening van de uitspraak, tusschen hen gedaan door den hertog van Brabant (zie Reg.No. 528), heer Arnd verklaard heeft, zelf tot die voldoening bereid te zijn, doch zijn vrouw, Jehanne, vrouwe van Lens en Liedekerke, daartoe niet te kunnen bewegen.
regest_datering (des Vrindaghes na Paschen dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 80). Met de zegels van de drie oorkonders in groene was.
Reg. no. 532
regest_nummer 532 1356 April 29
regest_beschrijving Notaris Johannes Danielsz. van Reven instrumenteert, dat Arnoldus van Buschum, wisselaar, verklaart ontvangen te hebben 7000 schilden en eenige schuldbekentenissen, die Johannes van Pollanen, heer van de Lecka en Breda, schuldig was aan de vrouwe van Liedekercke, volgens uitspraak van den hertog van Brabantia, waarvan hij er 4500 heeft ontvangen van de executeurs van het testament van heer Wilhelmus van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, en belast zich met de overbrenging naar de vrouwe van Liedekercke.
regest_datering (Machline hospicio praelibato (ad hospicium Arnoldi de Buscho).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 80). Met signatuur van den notaris. Met zegel van Philippus de Tudeghem in groene was; die van Wilhelmus Hertoghe en Reynerus van den Scheuersteen, leenmannen van den hertog van Brabant, verloren.
Reg. no. 542
regest_nummer 542 1356 September 4
regest_beschrijving Lodewijk, graaf van Vlaanderen, beleent heer Jan van Pollane, heer van de Leck en Breda, met de heerlijkheid Breda en zijn verdere Brabantsche leenen.
regest_datering (te Mechline).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 81).
Reg. nos. 528 en 541
regest_nummer 541 1356 September 1
regest_beschrijving Deken en kapittel van Bredae geven vidimus van den brief dd. 1356 Maart 23 (Reg.No. 528).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 81). Met geschonden kapittelzegel in groene was.
Reg. no. 842
regest_nummer 842 1395 October 26
regest_beschrijving Janne, vrouwe van Lyekerke en Lens, belooft heer Henrick van der Leck, ridder, dat zij na Sint Jan e.k. haar leen van de jonkvrouwe van der Leck zal komen verheffen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 82). Met het zegel van de oorkondster in roode was, dat van heer Claes de Zwaef, ridder, in bruine, dat van Henrick de Keegel in groene was en geschonden; dat van heer Janne de Keegel, ridder, verloren.
Reg. no. 912
regest_nummer 912 1404 Maart 23
regest_beschrijving Hijnrick van der Lecke, heer van Heeswijck, ridder, doet afstand van zijn aanspraken op Breda, die hij heeft uit hoofde van een brief dd. 6 Maart 1404, volgens welken het hem, bij kinderloos overlijden van Enghelbrecht, jonkgraaf van Nassouw, heer van der Leck en Breda, en diens vrouw Johan, voor 100000 oude grooten verpand zal worden.
regest_datering (die festi Palmarum).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 83). Met zegel van den oorkonder in roode, de zegels van Diderick van der Merweyden, knaap, Philips van der Leck, bastaard, en Peter van Hambroeck Johansz., leenmannen van Brabant, in groene was; dat van Philips van der Leck geschonden; het zegel van heer Otte van der Leck, heer van Hedel, ridder, verloren.
Reg. no. 1279
regest_nummer 1279 1430 October 12
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingnen, Brabant enz., beleent Jehanne, vrouwe van de Leck en van Breda, vrouw van Engelbrecht, graaf van Nassow, met stad, huis, en land van Breda.
regest_datering (Hoochstraten).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 84). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
Reg. no. 161
regest_nummer 161 1324 April 16
regest_beschrijving Ghye van Vlaanderen, heer van Rikenborch, Putte en Striene, en zijn vrouw Beatrice, vrouwe van Putte en Striene, geven Willam van Duvevoirden, kamerling van den graaf van Holland, hun steenen huis te Oesterhoute, geheeten het Huis te Striene, met wat daartoe behoort te Donghen, Dorst, Ulvenhout, Werenhout, Steenloe, Oesterhout en Zunderd, in erfpacht, bij kinderloos overlijden te vererven op Jan van Pollanen.
regest_datering (des Manendaeghes in die Paeschdaghe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 85). Met de zegels van de beide oorkonders, van Willem van Henegouwen, graaf van Holland enz., heer Gheraert, heer van Rasseghem, Lens, Liedekerke en Breda, en Adelyse zijn vrouw, in groene was; het 1e, 2e en 4e geschonden, dat van graaf Willem met contrazegel.
regest_nb Zie Wauters IX, bl. 127.
Inv. nr. 86 is vervallen.
Reg. no. 71
regest_nummer 71 1293 Juni 7
regest_beschrijving Florens, graaf van Hollant enz., geeft in erfpacht aan Steven van Waelwijck 15 hoeven wildernis in den Grooten Ham tusschen de Donga en de moervaart, den derden penning van boeten van 10 pond en daar beneden en de rechtspraak tot 2 schellingen hollandsch.
regest_datering (Niemensfrient des Zonnedaghes na Sinte Bonefaes' daghe).
regest_nb Afschrift op perkament c. 1500 (Inv.No. 87).
regest_nb Gedrukt bij v.d. Bergh II, No. 848.
Reg. no. 163
regest_nummer 163 1324 Mei 19
regest_beschrijving Willem, graaf van Henegouwen, Hollant enz., geeft aan Boudewijn van den Poele 4 hoeven moer op den wildert Z.O. van Raamsdonc en beleent hem met het ambacht ervan.
regest_datering (Middelburch des Zaterdaghes na half Meye).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 88). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 205
regest_nummer 205 1329 Juli 2
regest_beschrijving Willaem, oudste zoon van den heer van Hoirne, heer van Outena, beleent heer Willaem van Duvenvoirde, heer van Oesterhout, met de hooge heerlijkheid Donghen.
regest_datering (des Sonnendaechs na Sente Pieters ende Sinte Pauwels dach apostolen).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 89). Met zegel van den oorkonder in bruine was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1329 Augustus 19 (Reg.No. 211).
Reg. nos. 205 en 211
regest_nummer 211 1329 Augustus 19
regest_beschrijving Coppaerde de Maste en Arnoud van Loevene, schepenen in Sente-Gheerdenberghe, geven vidimus van den brief dd. 1329 Juli 2 (Reg.No. 205).
regest_datering (des Saterdachs na Onser Vrouwen dach te halfve Oechste).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 89). Met de zegels der beide schepenen in groene was.
Reg. no. 210
regest_nummer 210 1329 Augustus 12
regest_beschrijving Gheraerd, heer van Horne, Pereweis en Herlaer, beleent heer Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, met al zijn goederen en heerlijke rechten te Donghen.
regest_datering (des Saterdaeghs na Sente Laureis' dagh).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 90). De zegels van den oorkonder en van Willem van Ghoere verloren, dat van Gheraerd van der Aa in groene was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1357 December 20 (Reg.No. 563).
Reg. nos. 215 en 217
regest_nummer 215 1330 Februari 14
regest_beschrijving Johannes, hertog van Brabantia enz., doet afstand van al zijn rechten op de goederen in Loen, Tijlleborgh en Donghen, eertijds door wijlen heer Wilhelmus van Horne aan diens vrouw Sophia, vrouwe van Zaffenbergh, als huwelijksgift gegeven.
regest_datering (Bruxelle in die Beati Valentini martyris a.D. millesimo CCCo vicesimo nono).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1330 Maart 3 (Reg.No. 217).
regest_nummer 217 1330 Maart 3
regest_beschrijving Johannes Maste, Johannes, zoon van Ghibo Tyeke, en Hermannus Beytel, schepenen van Mons Sancte Gertrudis, geven vidimus van den brief dd. 1329 Februari 14 (Reg.No. 215).
regest_datering (a.D. millesimo CCCo vicesimo nono in octavis Beati Mathie apostoli).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 91). Met rest van het zegel van den eersten oorkonder, de zegels der beide andere geschonden, alle in groene was.
Reg. nos. 216 en 218
regest_nummer 216 1330 Februari 14
regest_beschrijving Johannes, hertog van Brabant enz., oorkondt, dat Sophia, vrouwe van Zappenbergh, ten behoeve van Wilhelmus van Duvenvoerde, heer van Oesterout, ridder, afstand heeft gedaan van alles, wat heer Willem van Horne, in leven haar echtgenoot, haar gegeven heeft in Loen, Tilleborgh en Donghen.
regest_datering (Bruxelle in die Beati Valentini martyris a.D. millesimo trecentesimo vicesimo nono).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1330 Maart 3 (Reg.No. 218).
regest_nummer 218 1330 Maart 3
regest_beschrijving Johannes Maste, Johannes Ghibo's zoon Tieke en Hermannus Beitel, schepenen van Mons Sanete Gertrudis, geven vidimus van den brief dd. 1330 Februari 14 (Reg.No. 216).
regest_datering (in Octavis Beati Mathie apostoli a.D. millesimo trecentesimo vicesimnono).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 91). Met de zegels der drie schepenen in groene was en geschonden.
Reg. no. 221
regest_nummer 221 1330 Juli 10
regest_beschrijving Willem, graaf van Henegouwen, Hollant, enz., beleent heer Willaem van Duvenvoirde met 12 hoeven moer van Stevensambacht zuidwaarts naar Tijlborch, oostwaarts naar Lone, zoover als het graafschap gaat, en westwaarts tot de Donga,
regest_datering (des Dincsdaechs voir Sente-Margrietendach).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 92). Het zegel van graaf Willem verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1429 April 10 (Reg.No. 1254).
Reg. nos. 221 en 1254
regest_nummer 1254 1429 April 10
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sinte Maria te Breda geven vidimus van den brief dd. 1330 Juli 10 (Reg.No. 221).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 92). Met geschonden kapittelzegel in groene was.
Reg. no. 122
regest_nummer 122 1313 September 8
regest_beschrijving Willaem, graaf van Henegouwen, Holland enz., beleent Jacop Gherardsz. met 10 hoeven wildernis en land van het begin van den Ham en van de Doncga oostwaarts, met een watergang naar de Doncga of de Maze en een heerstraat naar de naaste straat, zonder de tienden en met rechtspraak en boeten, als andere ambachtsheerlijkheden in Zuutholland.
regest_datering (in den Haghe des Saterdaghes up Onser Vrouwen dach in September).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 93). Met zegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 234
regest_nummer 234 1332 Maart 12
regest_beschrijving Willem, graaf van Heynegouwen Holland enz., beleent heer Willaem van Duvenvoerde, heer van Oesterhoute, zijn kamerling, met 10 hoeven moer van de Dongha oostwaarts naar Donghen, na opdracht door de dochter van Jacop Gherartsz., vrouw van Pieterman Poedersemsz., die het in pacht had, doch in het bezit gestoord werd door het zeggen van den heer van Hoerne, dat het binnen de palen van Brabant lag, om welke reden heer Willaem van Duvenvoerde geen pacht zal betalen, zoolang dit meeningsverschil niet opgelost is; voorts belooft graaf Willaem hem een watergang naar de Dongha of de Maze en een heerweg naar de naaste straat.
regest_datering (tote Sente-Gheerdenberghe oppe Sente Jorys' dach MoCCCo een ende dertich).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 93). Met zegel van den oorkonder in bruine was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1379 April 20 (Reg.No. 734).
regest_nb Door verwisseling van Georgius met Gregorius is dit regest foutief gedateerd als boven i.p.v. 1331 April 23.
Reg. nos. 234 en 734
regest_nummer 734 1379 April 20
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sente Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1332 Maart 12 (Reg.No. 234).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 93). Het kapittelzegel verloren.
Reg. no. 265
regest_nummer 265 1335 October 13
regest_beschrijving Johan Volckaert Compeyn Volckaertsz. verkoopt voor zich, zijn broeders en zusters al zijn heerlijke rechten in Donghen of in den Hamme en zijn aanspraken op het land, geheeten de 30 bunders, aan heer Willaem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout.
regest_datering (des Saterdaghes na Sente Victoers dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 94). Met geschonden zegels van den oorkonder en Heinric Reynbout en een rest van dat van Danel van Steenlo in groene was, dat van Gheldolf Haec van den Houte verloren, gezamelijk mannen van Willem van Duvenvoorde.
Reg. no. 289
regest_nummer 289 1338 September 11
regest_beschrijving Willem Drake en Jan Boede Boudensz., schepenen van Antwerpen, oorkonden, dat Lisane, Diederic Dorpers dochter, weduwe van Jan Volckaerts geheeten Compaen, verkocht heeft aan heer Willaem van Duvenvoerde, ridder, heer van Oesterhoud, al haar goederen te Dongen en bij, of in Oesterhoud.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 94). Met de zegels der beide schepenen in bruine was.
Reg. no. 290
regest_nummer 290 1338 September 12
regest_beschrijving Johannes Volkaert, zoon van Johannes Volkaert genaamd Compeijn, en Petrus Baerdmakere, burgers van Antwerpen, leenmannen van heer Wilhelmus van Duvenvorde, ridder, heer van Oesterhout, oorkonden, dat Lisanna, dochter van Theodoricus Dorpers, weduwe van Johannes Volkart Compeyn, verkocht heeft aan Wilhelmus van Duvenvoorde alle goederen genaamd van Donghene, haar bij haar huwelijk gegeven.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 94). Met rest van het zegel van Petrus Baerdmakere in groene was; dat van Johannes Volkaert verloren. Met signatuur van den notaris Henricus van Meer.
Reg. no. 291
regest_nummer 291 1338 September 12
regest_beschrijving Jan Volcaer, Laurenz en Ector, Jan Compeins kinderen, verklaren ontvangen te hebben van heer Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, alles wat hij schuldig was, wegens den koop van Dongen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 94). Met de zegels van Jan Volcaer en van Lisane, weduwe van Jan Compein, in groene was.
Reg. no. 389
regest_nummer 389 1345 September 19
regest_beschrijving Claus ver Hadewighenz., Heinric Vos en Heinric van der Langgher Rijt, schepenen in Ghilse, oorkonden, dat Hector Jan Compeynsz. verkocht heeft aan heer Willam van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, alles wat hij bezit te Ghilse.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 94). De zegels der schepenen verloren.
Reg. no. 390
regest_nummer 390 1345 September 19
regest_beschrijving Marselijs Boene en Jan vazn Holten, schepenen in Donghen, oorkonden, dat Hector Jan Compeynsz. verkocht heeft aan heer Willaem van Duvenvoorde, heer van Oesterhout, alles wat hij te Donghen van zijn vader en van Zanne, zijn moeder, geërfd heeft.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 94). Met het zegel van Jan van Holten in groene was; dat van Marselijs Boene verloren.
Reg. no. 599
regest_nummer 599 1361 Maart 19
regest_beschrijving Notaris Johannes van Arle instrumenteert, dat een aantal getuigen uit Donghen, door hem op verzoek van Rodolphus van Dalem onder eede gehoord, verklaard hebben, dat Hector, zoon van Johannes Compeijnsz., in het bijzijn van zijn broeder Laurentius en zijn zwager Gerardus Note, zijn goederen te Donghen verkocht heeft aan heer Wilhelmus van Duvenvorde, heer van Oesterhout, en dat de overdracht heeft plaats gehad na een verklaring van genoemden broeder en zwager en nog twee personen, dat de verkooper ouder dan 15 jaar was.
regest_datering (Secundum Stilum Leodiense).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 94). Met signatuur van den notaris.
Reg. no. 50
regest_nummer 50 1288 April 2
regest_beschrijving Theodericus van Hornen, proost van Vetus Monasterium te Trajectum Inferior, belooft zich te zullen houden aan de overeenkomst, gesloten tusschen zijn vader willelmus, heer van Authena en Hornen, en zijn oudsten broeder Willelmus eenerzijds, en heer Wolterus Volcart, ridder, anderzijds over de goederen te Donghen, grenzende aan Loen.
regest_datering (feria sexta post Pascha Domini).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 95). Met het proostenzegel in bruine was, met het wapen der Hornes als contrazegel.
Reg. nos. 47 en 445
regest_nummer 47 1287 Februari 20
regest_beschrijving Willem, heer van Altena en Hoirn, wijst toe aan Wouter Volkaerts, ridder, na uitspraak, door heer Jan, heer van Onke, heer Ywaen van Meldert, drossaard van Brabant, ridders, en Everaert van Lilloe, schout van Antwerpen, in het bijzijn van den hertog van Brabant als leenheer gedaan, op de klacht van Wouter Volkaerts, dat men het leen ten Donghene bij Oesterhout, waarmee hij na opdracht door Gheraert heer Gheraertsz. van Ysga beleend is, verkleind heeft, de helft van den wildert, waarvan de grens zal loopen van Donghen tot halverwege het goor tusschen Venloe en Donghen, vandaar naar den Normansput, Ghilse, Ceters, Oesterhout, het Ven en van het Ven naar het goor, benevens 30 bunder, grenzende aan Donghen, de helft van de tienden uit die goederen en de rechtspraak tot 3 schellingen met de helft van hetgeen daarboven gaat, wat door Willem, oudsten zoon van den oorkonder, bevestigd wordt voor zich en zijn broeder.
regest_datering (Herentals 's Donderdaechs na Groet Vastelavont in de Sporkelmaent).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1349 Januari 21 (Reg.No. 445). In dorso: "copie van de palen tusschen Loen en Donghen".
regest_nummer 445 1349 Januari 21
regest_beschrijving Willem van Zonne, deken, en heer Jan Ydenz, scholaster van de kerk van Sente-Gheerdenberghe, geven vidimus van den brief dd. 1287 Februari 20 (Reg.No. 47).
regest_datering (dusent driehondert acht ende viertech oppe Sente Angnieten dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 95). Met het zegel van den scholaster in bruine was, dat van den deken verloren.
Reg. no. 558
regest_nummer 558 1357 September 24
regest_beschrijving Jan uten Houte heer Arntsz., Jan uten Houte Woutersz., ridders, Giellys van den Wijngaerde, Diederic Sterke, Jonaes van der Elst, Claus van Oekel, Willem Leysenz. en Jacob die Rover, mannen van het huis van Breda, arbiters in het geschil tusschen heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, en heer Willem, heer van Oesterhout, over de manschap van de goederen te Donghen en te Ghilse, die heer Willem van Duvenvoerde eertijds verkocht heeft aan zijn dochter Beatrijs, vrouw van Rolof van Dalem, doen uitspraak ten gunste van Jan van Pollanen.
regest_datering (des Sondaghes na Sente Lambrechts dach).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 96). Met de zegels der leenmannen in groene was; die van Claus van Oekel en Willem Leysenz. geschonden.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1357 December 20 (Reg.No. 565).
Reg. no. 454
regest_nummer 454 1349 Augustus 21
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant, markgraaf van het HR., geeft heer Willem van Duvenvoerde, heer van Oesterhout, de hofstad Waghenberghe met 8 bunder land in leen met hooge en lage rechtspraak, welke heerlijkheid bij kinderloos overlijden van Willem van Duvenvoerde aan diens neef, heer Jhan van Pollanen, heer van de Leck, zal komen.
regest_datering (ter Vuren des Vridaghes na Onser Vrouwen dach Assumptio).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 97). Met zegel van Hendrik van Brabant, heer van Lijmburgh en Mechlen; zoon van hertog Jan, in roode was, dat van den hertog verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1394 December 10 (Reg.No. 830).
Reg. nos. 454 en 830
regest_nummer 830 1394 December 10
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sente Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1349 Augustus 21 (Reg.No. 454).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 97). Het kapittelzegel verloren.
De kern van dit goederencomplex werd gevormd door de heerlijkheid Hage-Hertog of Gageldonk te Princenhage. Behalve onder deze heerlijkheid gelegen goederen behoorden tot het "goed Gageldonk" een aantal goederen en inkomsten onder Roosendaal, Nispen en Wouw. Het is waarschijnlijk, maar nog niet te bewijzen, dat de beide complexen oorspronkelijk een geheel hebben uitgemaakt. De heerlijkheid te Princenhage
Beschrijvingen van het goed in Inv. no. 105 en Nass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7938, blz. 116 en vlg
bestond uit het huis Gageldonk met 2 bunder land binnen de grachten en nog 81 bunder daarbuiten benevens het aangrenzende huis Hambroek c.a. Als bezitters van Gageldonk worden vermeld Otto van de Lek en Willem, heer van Berg, die het van hem in 1429 krijgt. Laatstgenoemde verkoopt het in 1435 aan Willem de Bye, die het in 1458 aan graaf Jan van Nassau verkooptVan Hambroek wordt bij de beleening van Beatrijs Peters dochter van Hambroek gezegd, dat zij de helft van het goed van Gageldonk in leen heeft, nl. het Hof van Hambroek met 5 bunder er omheen en nog 26 bunder land. Gageldonk en Hambroek zijn dus oorspronkelijk één geweest
L. Galesloot, Inv. des arch. de la cour féodale Brabant, I, blz. 170 noot 8 wijst er op, dat G. en H. twee afzonderlijke leenen waren
. Te zamen moeten zij den hertog bij heervaart 2 gewapende mannen, één wagen met 4 paarden en 2 knechten leverenOp Beatrijs van Hambroek volgt haar zoon Peter van Hambroek, die in de stukken voorkomt van 1404-1419; in 1418 is Peter van Hambroek, geheeten van Beversluys, bezitter. Jan van Beversluys verkoopt het in 1445 aan Willem de Bye, die het in 1458 tesamen met Gageldonk aan Jan van Nassau verkoopt. Deze wordt in 1460 met beide beleend om ze met het land van Breda tot één leen vereenigd te bezitten
De Roosendaalsche goederen
Een beschrijving van de goederen in toegang 1.08.11, inv. no. 7938, blz. 116
. waren sinds 1408 bezit van de familie van Grimmesteyn. Aechtejacobs dochter van Grimmesteyn, gehuwd met Walraven, bastaard van Berchem, werd er in 1464 mede beleend na doode van haar oom Jan maar eveneens diens neef Jan Stedynxsz. (later Steynsz). Aechte verkocht haar aanspraken in 1466 aan graaf Jan van Nassau maar nog in 1471 werd Cornelis van Bruheze, neef van Jan Steynsz., met Gageldonk beleend. In 1480 echter ontving graaf Engelbrecht II van Nassau de goederen in leen, die in hetzelfde jaar die onder Wouw en Heerle aan den heer van Bergen op Zoom verkochtCommissie van Breda, vervolg no. 753
Zie mr. F. F. X. Cerutti a.w.
Reg. no. 1783
regest_nummer 1783 1458 Februari 27
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassouw, Vyanden en Dyetze, heer van Breda, koopt van Willem de Bye de heerlijkheden Gageldonck en Hambroeck, waarna hij er dezen mede beleent.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 98). Met de zegels van den oorkonder en Willem de Bye in roode was, waarvazn het eerste geschonden.
Reg. no. 1808
regest_nummer 1808 1459 Juli 7
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingnen enz., gelast meier, leenmannen, laten en onderzaten van Gageldonck en Hambroeck om Jan, graaf van Nassou, Ditz en Vianden, heer van Breda enz., als hun heer te erkennen.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 98). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was met contrazegel.
Reg. no. 1817
regest_nummer 1817 1460 Februari 3
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingnen enz., beleent Jan, graaf van Nassou, Ditz en Vyanden, heer van de Leck, Breda, Grijmberghen en Courroit, met de heerlijkheden Gageldonck en Hambroek en vereenigt die tot één leen met het land van Breda, waarvan ze oudtijds door broeder- en zusterdeeling zijn afgescheiden.
regest_datering (Bruessel duysent vierhondert neghen ende vijftich na costume ons Hoofs).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 98). Met de zegels van den hertog met contrazegel en Willem Brant in roode, die van Claes Gony, imbrecht van Dyelbeke, Wouter de Bie, Jan van Herysem, Cornelis van Coensborch en Jan van der Berct in groene was, waarvan alleen het voorlaatste ongeschonden; dat van Adolf van Cleve, heer van Ravesteyn, verloren.
Reg. no. 85
regest_nummer 85 1301 December 8
regest_beschrijving Johannes, hertog van Branbantia enz., stelt Hugo van Mallant weder in het bezit van de goederen van Gagheldonc, waaruit hij eertijds verdreven is, en geeft hem dezelfde rechten, die Giselbertus Walterusz. van Campenout over die goederen bezat, die aan den hertog vervallen zijn, wegens manslag, door Giselbertus bedreven.
regest_datering (Maglinie die Veneris post festum Beati Nicholai).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 99). Met geschonden zegel met contrazegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 86
regest_nummer 86 1302 Maart 7
regest_beschrijving Jan, hertog van Brabant enz., beleent Godevard van Berghen na opdracht door Hughe van Mallant met diens leen, gelegen te Woude, Nispen en Rosendaele, onder waarborging door heer Jan Volcart.
regest_datering (dusentich driehondert ende een des Woensdachgs na Groete Vaestelaevent).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 100). Met geschonden zegel met contrazegel van den oorkonder in bruine was.
Reg no. 95
regest_nummer 95 1307 Mei 27
regest_beschrijving Rase, heer van Liedekerke, Breda en Bouilaer, geeft, in overleg met zijn broeders Filips en Zeger, aan Godevaert van Barghen, zijn drossaard, 25 pond leuvensch jaarlijks uit de helf van den tol, die te Barghen op de Schelt betaald wordt van Rijnwijn, en 39 bunder wildernis bij Woude, hem reeds bij den dood van hun moeder toegewezen.
regest_datering (tSaterdaegs na des Heylech Sacraments dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 100). Het zegel van Raso van Gavere verloren; dat van zijn broeder Filips in bruine, dat van Zegher in groene was.
regest_nb Gedrukt in Taxandria XXXII, blz. 311.