Hierin ook latere stukken over 1618-1633 (zie nummers 4*, 4**, 4***, 11*, 16*, 16**, 28*, 28**, 28***, 79*, 133*, 310*, 310**, 311**, 311***.
Voorheen inv.nr. 4*
Te vinden in nummer 2.
Voorheen inv.nr. 4**
Te vinden in nummer 2.
Voorheen inv.nr. 4***
Te vinden in nummer 2.
Een brief is ongedateerd.
In hetzelfde deel een monsterrol van hetzelfde comptoir over 1618 vlg. (zie nummer 7*).
Voorheen inv.nr. 7*
In hetzelfde deel een journaal en grootboek van het garnizoen aldaar over 1 januari 1619 - 15 juli 1621 (te vinden in nummer 7).
Voorheen inv.nr. 11*
Te vinden in nummer 2.
In dit boek ook brieven van latere data [1624, 1627-1630) vanuit Barampoer en Brootchia
Voorheen inv.nr. 16*
Te vinden in nummer 2.
Voorheen inv.nr. 16**
Te vinden in nummer 2.
Voorheen inv.nr. 18*
In hetzelfde deel vroegere brieven van Geleynssen over 18 september 1623-15 december 1623 en latere over 12 mei 1625-18 november 1626 (zie nummer 29*). Te vinden in nummer 14.
In het eerste deel ook een negotiejournaal en grootboek van het comptoir Brootchia over 6 december 1623-31 december 1624 (zie nummer 51*), in het tweede deel ook negotiejournalen en grootboeken van het comptoir Brootchia over 1625-1628 (zie nummer 51**).
In hetzelfde deel ook stukken over Perzië, de Molukken, dekolonisatie van Nederlandsch-Indië enz. (zie nummer 14*, 311*, 327*, 327**).
Voorheen inv.nr. 28*
te vinden in nummer 2.
Voorheen inv.nr. 28**
Te vinden in nummer 2.
Voorheen inv.nr. 28***
Te vinden in nummer 2.
Tusschen de resolutiën bevinden zich ook instructiën en commissiën gedurende de reis voor verschillende personen vastgesteld, een overeenkomst den 29 november 1633 te Soeratte aangegaan tusschen de Engelschen en Nederlanders betreffende den indigohandel enz..
Voorheen inv.nr. 29*
In hetzelfde deel vroegere brieven van Geleynssen over 18 september 1623-24 september 1624 (zie nummers 14 en 18*, te vinden in nummer 14).
Enkele brieven zijn geschreven uit Ahmadabad en Brodera.
Enkele brieven zijn geschreven uit Soeratte. In hetzelfde deel latere brieven van Geleynssen over 6 maart 1632-25 januari 1637 (zie nummers 59*, 77*, 88* en 97*).
Fol. 2: gefacsimileerd in Grote Atlas van de Oost-Indische Compagnie deel VI achterzijde omslag
Adi 14 Novembre in Brootsgh ontfangen van Lahore 1625.
Blijkens de aanteekeningen op een jaar van deze stukken zijn deze in 1628 en 1630 door Geleynssen te Brootchia ontvangen.
Het over 5 december 1630-15 december 1630 loopende register is slechts een fragment.
Voorheen inv.nr. 51*
Hierin ook een negotiejournaal en grootboek van het comptoir Barampoer over 1624; te vinden in nr. 22.
Voorheen inv.nr. 51**
Hierin ook een negotiejournaal en grootboek van het comptoir Barampoer over 1624; te vinden in nr. 23.
Het grootboek over 1631 april 16 en 1631 december 10 is defect.
Uit de ondergeplaatste aanteekeningen van Geleynssen blijkt dat deze zijn afgelost.
Blijkens aanteekeningen op de ten behoeve van de inlansche kooplieden gepasseerde schuldbetekenissen zijn deze laatste door Geleynssen afgelost.
Voorheen inv.nr. 59*
Hierin vroegere brieven van Geleynssen over 10 januari 1631-14 december 1631 (zie nummer 31) en latere over 8 februari 1635-25 januari 1637 (zie nummers 77*, 88* en 97**).
Gemerkt No. 3.
Gemerkt: No. 5.
Gemerkt: No. 6.
Gemerkt: No. 8.
De copie is gemerkt: No. 12.
Gemerkt: No. 14.
Gemerkt: No. 15.
Achterin bevinden zich brieven aan Jaques Danielsz te Amsterdam aan Cornelis van der Lijn (?) van 16 september 1639 en opgaven omtrent den verkoop van Compagnieskoopwaren te Amsterdam in augustus 1639. Gemerkt: No. ?
Gemerkt: Amsterdam No. 17.
Gemerkt: No. 35.
1 stuk
In hetzelfde deel aanteekeningen betreffende het voorgevallene te Batavia tot 6 september 1635 en latere dagregisrters over 8 november 1635-6 juli 1640 (zie nummers 84*, 97* en
).
In hetzelfde deel een financiëel journaal van genoemd schip over 26 december 1634-14 juni 1635 (zie nummer 77**) alsmede copie-resolutiën, informatiën en sententiën over 24 januari 1635-14 april 1635 (zie nummer 77*).
Voorheen inv.nr. 77*
Hierin ook vroegere brieven van Geleynssen over 10 januari 1631-18 januari 1633 (zie nummers 31 en 59*) en latere over 30 november 1635 -25 januari 1637 (zie nummers 88* en 97**).
Voorheen inv.nr. 77**
Hierin ook copie-resolutiën van den Scheepsraad en copie-informatiën en sentensiën van genoemd schip over 27 januari 1635-14 april 1635; 24 januari 1635-24 februari 1635. Te vinden in nr. 76.
Voorheen inv.nr. 79*
De datum blijkt niet te vinden in nummer 2.
Hierbij twee copieën.
Voorheen inv.nr. 84*
Hierin ook vroegere dagregisters over 15 januari 1635-6 september 1635 te vinden in nr. 75 en latere over 26 augustus 1636-6 juli 1640 (zie nummers 97* en
).
Voorheen inv.nr. 88*
Hierin ook vroegere brieven van geleynssen over 19 januari 1631-9 juni 1635, te vinden in nr. 31 en latere over 2 december 1636-25 januari 1637 (zie nummer 97**).
Hierbij copie-brieven en papieren van de zeventien aan de Gouverneur-Generaal en Raden over 12 februari 1633-21 april 1635. (De copieën zijn vervaardigd 12 januari 1636).
In hetzelfde deel latere facturen over 1640-1647 (zie nummers 222* en 294*) alsmede copie-inventarissen van Compagniesgoederen, contanten, uitstaande schulden, capitulatiebrieven enz. onder de directie van Perzië berustende bij de overdracht van het directeurschap aldaar in februari 1634 en mei 1645.
Voorheen inv.nr. 97*
Hierin ook vroegere dagregisters over 15 januari 1635-6 december 1635, te vinden in nr.75, 84* en latere over 31 maart 1640-6 juli 1640 (zie nummer 131*)
Voorheen inv.nr. 97**
Hierin ook vroegere brieven van Geleynssen over 10 januari 1631-30 juli 1636, te vinden in nummer 31, 59*, 77* en 89*.
Enkele brieven zijn geschreven uit Bayana, Hindoon, Jaloor, Ahmadabad en Soeratte. Voorin bevinden zich copie-schuldbekentenissen wegens gelden door het comptoir Agra te leen opgenomen van inlandsche kooplieden, copie-wisselbrieven enz. over 1637-1639. Hierin ook latere brieven van Geleyssen over 17 mei 1640-2 april 1641 (zie oud invnr. 133***, 156*).
Geleynssen fungeerde in dit geding als gemachtigde van van Twist.
Hierin ook brieven en contracten betreffende ternate, Hitoe en Perzië van 1629 en 1637, alsmede later over 1641-1646 (zie nummers 159* en 283*).
De brieven loopende over 5 december 1637-26 januari 1638 zijn mede ondertekend door Arent Barenssen. Voorin bevinden zich copie schuldbekentenissen wegens gelden door het comptoir Agra te leen opgenomen van inlandsche kooplieden, alsmede copie-cognossementen en copie-wisselbrieven over 1637-1638.
Hierin ook latere brieven van Geleyssen over 22 october 1645-6 april 1646, alsmede copie-schuldbetekenissen wegens gelden door het comptoir Agra te leen opgenomen van inlansche kooplieden, copie-wisselbrieven enz. (zie nummer 283*).
Hierin ook een paar copie-brieven aan Geleynssen uit Soeratte geschreven door Barent Pieterssen en uit Kabul door Assofchan, een copie-instructie van Geleynssen voor Abraham Steen gaande met koopmanschappen van Agra naar Soeratte, enz.
Bevat meerendeels copieën van brieven en papieren door Gouverneur-generaal en Raden en anderen geschreven aan Barend Pietersz., directeur te Soeratte.
Hierbij copie-brieven door Carel Reijniersz., Johan de Meere en Arnold Heussen uit Mazulipatnam geschreven aan Barend Pietersz. en aan Gouverneur-Generaal en Raden.
Hierbij ook een copie-brief van Barent Pietersz. aan Gouverneur-Generaal en Raden, copie-brieven van Adriaen van Ostende, Pieter van den Broecke en Arent Zeller aan Barent Pietersz., alsmede een translaat firman van den zoon van den Groot Mogol aan Gouverneur-Generaal en Raden.
Hierin ook copie-facturen van de contanten en goederen uit Batavia en Formosa afgezonden naar Soeratte. 25 augustus 1636-25 november 1638.
In het over 1638-1639 loopende grootboek bevinden zich tevens copie-facturen door het comptoir Agra verzonden (18 april 1838-31 januari 1639), copie-onkostenrekenigen van genoemd comptoir (1 februari 1638-31 januari 1639), alsmede copie-onkostenrekeningen wegens reizen door bedienden van het comptoir gedaan (28 januari 1638-5 april 1638 en 6 mei 1638-28 juni 1638), wegens uitgaven voor het maken van verfkuipen enz. en het bouwen van pakhuizen (30 juli 1638).
Zeer door vocht beschadigd.
Voorheen inv.nr. 131*
Hierin ook vroegere dagregisters over 15 januari-14 juni 1637 (te vinden in nr. 75, 84* en 97*).
Voorheen inv.nr. 133*
Te vinden in nummer 2.
Zie inv.nr. 97A. Voorheen inv.nr. 133*
Westerwold, die in 1638 in verstandhouding met den keizer tegen de Portugeezen op Ceilon streed, werd in september 1638 tot directeur in Perzië benoemd. Misschien zijn deze brieven op het comptoir Gamron door hem achtergelaten en daar naderhand in het bezit van Geleynssen gekomen.
Voorheen inv.nr. 141*
Te vinden in nummer 28.
Hierin ook latere dagregisters van Geleynssen over 14 mei 1643-21 mei 1644 (zie nummers 252*, 268* en 268**). Voorin eenige aantekieningen over de waarde van de Perzische munten, gewichten enz..
Vgl. Bataviaasch dagregister 1643 blz. 203.
Zie inv.nr. 97A. Voorheen inv.nr. 156*
Tusschen de brieven in bevinden zich ook eenige copieën van instructiën door Geleynssen gegeven aan gezagvoerders van vertrekkende schepen alsmede aan Compagnie's dienaren belast met het doen van handelsreizen in Perzië of met tijdelijke waarneming van het betsuur van het comptoir Gamron.
Voorheen inv.nr. 159*
Hierin ook vroegere stukken over 1638-1640 (zie nummer 100) en latere over 1645-1646 (zie nummer 283*).
De brieven over 31 december 1642-7 februari 1643 zijn gericht aan Geleijnssen en Carel Constant beiden.
Een paar brieven zijn niet gedateerd.