2.04.84 Inventaris van de archieven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Directie Overheidspersoneelszaken, (1946-) 1960-1989; Centrale Ideeënbuscommissie, 1948-1992; Rijkskledingcommissie, 1927-1987

In 1960 was de Afdeling Algemene en Juridische Zaken en de Afdeling Bezoldiging ondergebracht in de Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken. Deze hoofdafdeling ressorteerde rechtstreeks onder de Directie Overheidspersoneelsaangelegenheden. De Afdeling Bezoldiging bestond uit meerdere bureaus en had tot taak de behandeling van zaken betreffende de financiële rechtspositie, inclusief de vergoeding van kosten in verband met reizen en verplaatsing, van de burgerlijke ambtenaren en het personeel op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in overheidsdienst werkzaam.

De Afdeling Algemene en Juridische Zaken had tot taak de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden, de sociale voorzieningen in de overheidssector en de overige rechtspositiezaken voor bovengenoemde personen.

In 1971 vond er een reorganisatie plaats binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken werd omgezet in een Directie Overheids-personeelszaken en kwam te ressorteren onder het Directoraat-Generaal voor Overheids-personeelsbeleid. De Afdeling Algemene en Juridische Zaken werd niet gewijzigd, terwijl de Afdeling Bezoldiging gewijzigd werd in een hoofdafdeling en verder ging onder de naam Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden. Ook deze hoofdafdeling werd onderverdeeld in meerdere bureaus.

Organigram van de Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden 1971-1989:

In 1975 werd aan de Directie Overheidspersoneelszaken nog de Afdeling Ziektekosten Post-actieven (vanaf 1976 Dienst Ziektekosten Post-actieven en vanaf 1980 Dienst Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneel, DZVO) toegevoegd en in 1976 de Afdeling Internationale Aangelegenheden.

In 1986 vond wederom een reorganisatie plaats binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De naam van de Directie Overheidspersoneelszaken werd gewijzigd in Directie Arbeidsvoorwaarden en kwam te ressorteren onder het Directoraat-Generaal Management en Personeelsbeleid. De directie werd onderverdeeld in:

• Afdeling Algemene en Financiële Aangelegenheden
• Afdeling Algemene Arbeidsvoorwaarden en Juridische Zaken
• Afdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel
• Afdeling Pensioenen en Sociale Zekerheid
• Afdeling Coördinatie Overheidspersoneelsbeleid en de
• Afdeling Internationale Zaken.

In 1948 werd een eerste voorstel tot oprichting van een ideeënbus bij de rijksdienst behandeld in de Raad voor Rijkspersoneelaangelegenheden. In de vergadering van de ministerraad op 18 juni 1951 werd besloten een ideeënbus voor de rijksdienst in te stellen en de organisatie door een commissie te laten voorbereiden. Op 20 januari 1952 hield de commissie haar eerste vergadering en was midden 1954 klaar met haar werkzaamheden. Bij beschikking van de minister van Algemene Zaken van 16 oktober 1954, nr. 39110 werd een centrale ideeënbus voor de rijksdienst ingesteld en werden de werkzaamheden uitgevoerd door de Centrale Ideeënbuscommissie.

Aanleiding tot de instelling van de RKC was het voorstel van de Vaartuigencommissie om niet alleen voor de dienstkleding van de bemanningen van vaartuigen een regeling samen te stellen maar ook voor de overige dienstkleding in gebruik bij de overheid. De commissie die de voorbereidingen moest gaan uitvoeren werd bij beschikking van de minister van Financiën op 11 juli 1924 Afdeling Generale Thesaurie no. 156 ingesteld met als taak te onderzoeken of een meer economische wijze van vervaardiging, levering en verstrekking van rijkswege van alle uniform- en dienstkleding mogelijk was. De eerste vergadering was op 18 juli 1924 en in 1928 werd een ontwerp-regeling aan de minister aangeboden. Bij KB nr. 29 van 12 december 1928 (Stb. 246) werd het Rijkskledingbesluit vastgesteld. Volgens art. 7 werd de RKC belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit besluit. Bij schrijven van 29 juli 1949 gaf de RKC de ministerraad in overweging de rijkskledingvoorziening en het daarop betrekking hebbende Rijkskledingbesluit te doen herzien. Aangezien de samenstelling van de toenmalige RKC onvolledig en niet meer in overeenstemming met art. 7 was, achtte deze commissie zich voor deze herziening minder competent en stelde de regering voor deze te doen voorbereiden door een Rijkskledingcommissie ad hoc waartoe de oude commissie ware aan te vullen en om te vormen als door haar aangegeven. Bij brief no. 16246/R Afdeling AZ bur. II deelde de minister van Binnenlandse Zaken de commissie mede, dat de Ministerraad haar voorstel had aanvaard.

Bij brief no. 505 van 16 augustus 1954 diende de Rijkskledingcommissie ad hoc de definitief door haar ontworpen tekst van het nieuwe Rijkskledingbesluit in, alsmede een ontwerp-tekst van het daarop berustende Rijkskledingreglement. Het Rijkskledingbesluit 1954 trad met ingang van 1 januari 1955 in werking. De RKC kwam te ressorteren onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In art. 2 staan de taak, bevoegdheid en samenstelling van de nieuwe RKC.

Het archief van de Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken over de periode 1960-1969 is reeds in 1989 door de CAS bewerkt. Dit gedeelte is na de selectie, met als toegang een dossierinventaris, in 1992 aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken geretourneerd. In 1993 is het archief van de Directie Overheidspersoneelszaken over de periode 1970-1979 en de periode 1980-1989 ter bewerking aan de CAS aangeboden. Tevens zijn toen de te bewaren stukken over de periode 1960-1969 (toen nog geheten Hoofafdeling Overheidspersoneels-zaken) meegezonden om samen met de te bewaren stukken van de beide andere perioden te worden opgenomen in deze inventaris. In 1994 zijn daarna nog de stukken van de Rijkskledingcommissie en de Centrale Ideeënbuscommissie aan de CAS ter bewerking opgezonden.

In 2001 is het archief door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wederom ter bewerking bij de CAS aangeboden, ter oplossing van een aantal onvolkomen-heden in de inventaris en voor een nieuwe materiële verzorging. In 2004 is het archief overgebracht naar het Nationaal Archief.

Overbrenging van een overheidsarchief

Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.

Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:

1. Creëer een account of log in.
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Directie Overheidspersoneelszaken, nummer toegang 2.04.84, inventarisnummer ...

VERKORT:
NL-HaNA, BiZa / Overheidspersoneelszaken, 1960-1989, 2.04.84, inv.nr. ...

Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar