Archief
Titel
2.05.125 Inventaris van het archief van het Nederlandse Consulaat-Generaal te Kaapstad (Zuid-Afrika), 1938-1956
Auteur
R. SporkVersie
04-07-2021
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
1984 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Ministerie van Buitenlandse Zaken: Consulaat-Generaal te Kaapstad (Zuid-Afrika) Consulaat-Generaal Kaapstad
Periodisering
oudste stuk - jongste stuk: 1938-1956
Archiefbloknummer
Z44Omvang
; 217 inventarisnummer(s) 6,00 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het Nederlands Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Consulaat te Kaapstad (1938-1950) Consulaat-Generaal te Kaapstad (1950-1956)Samenvatting van de inhoud van het archief
Het archief van het Consulaat-Generaal in Kaapstad bevat de agenda’s van de ingekomen post, alsmede documenten van organisatorische en protocollaire aard. Daarnaast zijn er archivalia die voortvloeien uit handelsbetrekkingen, economische activiteiten, migratie en culturele aangelegenheden. Verder zijn er bescheiden aanwezig aangaande de oorlogsomstandigheden als gevolg van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, de bezetting van Nederland en de installatie in 1942 van de Militaire Missie te Pretoria. Daaronder bevinden zich stukken betreffende (de)mobilisatie en de inzet van dienstplichtigen (incl. persoonsdossiers), de persoonsdossiers van voornamelijk vrouwelijke vrijwilligers voor de bevrijding en wederopbouw en enige stukken betreffende de politieke betrouwbaarheid van landgenoten. Voorts zijn er rapporten van de officieren belast met handelsbescherming, enkele bescheiden m.b.t. de evacuatie van de marinebasis Soerabaja naar Simonstown en stukken in relatie tot de waarneming van het Duitse consulaat tijdens de oorlog.Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Eerste Nederlandse vertegenwoordiging te Kaapstad
In 1652 legde Jan van Riebeeck met de bouw van een fort aan de Tafelbaai de grondslag voor Zuid-Afrika 's oudste stad, Kaapstad.
Van de aanvang af was Kaapstad de hoofdstad van de Kaapkolonie, de zetel van de verschillende Hollandse en Britse gouvernementen en later van het parlement van de Unie van Zuid-Afrika.
Tijdens de parlementszitting, meestal gehouden van januari tot juni, verblijven de regering en de buitenlandse diplomatieke vertegenwoordigers te Kaapstad.
Reeds in 1857 (bij K.B. N° 45 van 25 maart) werd een consul der Nederlanden voor Kaapstad en de Oostelijke bezittingen benoemd. Bij K.B. N° 70 van 17 juli 1859 werd, buiten bezwaar van 's lands schatkist, een consul-generaal benoemd wiens ressort alle Britse bezittingen in Zuid-Afrika omvatte. Vanaf 1892 werden de Nederlandse consulaire ambtenaren te Kaapstad bezoldigd ( Register van onbezoldigde consulaire ambtenaren, deel 3 fol. 99 ) .Verheffing van het Consulaat te Kaapstad tot Consulaat-Generaal en uitbreiding van het ressort
Ruim een halve eeuw later bij K.B. N° 49 van 31 augustus 1950 werd het consulaat verheven tot een consulaat-generaal.
Aan het ambtsgebied van het consulaat-generaal, dat alleen de Kaapprovincie omvatte, werden toegevoegd Oranje Vrijstaat, Basutoland (een Brits protectoraat waarvoor de Britse autoriteiten het exequatur verleenden) en Zuid West Afrika, terwijl de magistraatsdistricten Matatiele, Mount Currie en Umzimkulu (tot dusverre onder Kaapstad ressorterend) werden gevoegd bij het ressort van het consulaat te Durban.
Onder het consulaat-generaal te Kaapstad ressorteerden reeds de vice-consulaten te Kimberley, Oost-Londen en Port Elizabeth. Daar kwamen nu dus bij het vice-consulaat te Swakopmund en de consulaten te Windhoek en Bloemfontein.
Opeenvolgende Nederlandse vertegenwoordigers te Kaapstad (1938-1956)
Het in deze inventaris beschreven archief van het consulaat (-generaal) te Kaapstad 1938-1956, vormt voornamelijk de neerslag van de administratie van de navolgende personen:
G.R.G. van Swinderen
G.R.G. van Swinderen (geb. 2-8-1906 te Groningen; overleden 1954) was niet afkomstig uit de consulaire of diplomatieke dienst.
Van 1 januari 1935 tot 1 juni 1936 werkte hij bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en daarna tot 1 augustus 1938 bij het departement van Economische Zaken.
In 1938 volgde hij, bij K.B. N° 61 van 15 september, A. Merens op als gezantschapssecretaris belast met de waarneming van het consulaat te Kaapstad.
In 1939, na de oorlogsverklaring van Groot-Brittannië aan Duitsland, verklaarde Zuid-Afrika op voorstel van generaal Smuts eveneens de oorlog aan Duitsland.
De belangen van de Duitse regering in Zuid-Afrika werden vanaf die tijd (tot 10 mei 1940) behartigd door de vertegenwoordigers van de Nederlandse regering aldaar. Bij de extra werkzaamheden die dit met zich meebracht werd G.R.G. van Swinderen geassisteerd door de heer H. Estarippa ( Zie inv.nr. 201 ) . In december 1943 volgde de overplaatsing van Van Swinderen naar het consulaat-generaal te New York. Deze overplaatsing was voor de besturen van het Algemeen Nederlandsch Verbond, de Hollandsche Kring, de Nederlandsche Club, het Studiegenootschap voor Nederlandse Belangen en de Groep Personeel van het Marine-Etablissement Soerabaja aanleiding om de gezant te Pretoria het volgende te schrijven:
"(...) In de vijfjarige ambtsperiode alhier hebben Jhr. van Swinderen en zijne echtgenote zich een warme plaats in de harten van velen weten te veroveren.
In de zoo moeilijke oorlogsjaren hebben de Heer en Mevrouw van Swinderen, niet alleen de gemeenschap tot een hechtere eenheid gevormd, maar door zijn voorbeeld en energie velen voor de Nederlandsche zaak geïnspireerd, zoowel ten behoeve van onze strijdende landgenooten voor de bevrijding van ons Vaderland, als wat betreft de taak, die ons voor de opbouw na den oorlog beschoren zal zijn (...)" ( Archief van het Gezantschap/de Ambassade te Pretoria, Code 0 t/m 999, 1945-1954. Code 131.5 map 181 Gezantschapssecretaris G.R.G. van Swinderen, brief van 10 januari 1944 ) . Met zijn aanstelling te New York trad Van Swinderen definitief toe tot de beroepsconsulaire dienst.
N.A.C. Slotemaker de Bruïne
Dr. N.A.C. Slotemaker de Bruïne (geb. 23-7-1895 te Ooststellingwerf; overleden 1969) werd bij K.B. N° 80 van 28 maart 1952 benoemd tot consul-generaal te Kaapstad.
Sedert 1959 was hij deken van het consulaire corps. In 1960 bood hij zijn ontslag aan uit de Buitenlandse Dienst in verband met zijn 65e verjaardag. Zijn pensionering volgde in 1961 ( Zie ook de inleiding van de inventaris van het archief van het consulaat-generaal te Kaapstad 2e blok ) .De Nederlandse gemeenschap
De Nederlandse kolonie te Kaapstad bestond in 1954 uit 1540 ten consulaat geregistreerde personen ( Archief Code 1, DBD 1945-1954. 10 Zuid-Afrika/Kaapstad Postreports deel I, 1953-1954 ) . Daar niet alle Nederlanders zich lieten inschrijven was het werkelijke getal veel groter (± 2250 personen). Rekent men ook de oud-Nederlanders (zij die de Zuid-Afrikaanse nationaliteit hadden aangenomen) mee, dan bestond de gemeenschap naar schatting uit 3000-3500 personen. Te Kaapstad waren verschillende Nederlandse verenigingen actief. Van de volgende drie verenigingen was de consul-generaal ere-voorzitter:
De afdeling Kaapstad van het Algemeen Nederlands Verbond (opgericht in 1903) hield lezingen over onderwerpen van culturele aard en organiseerde uitstapjes.
De Hollandse Kring (sinds 1933) stelde zich de bevordering van het gezelligheidsleven ten doel.
De Nederlandse Club werd tijdens de Tweede Wereldoorlog in het leven geroepen en verschafte een open huis met name aan Nederlandse zeelieden die Kaapstad bezochten. Vanf 1945 ontving de Club geen regeringssubsidie meer, maar werd in gereorganiseerde vorm toch in stand gehouden. Zij fungeerde als ontmoetingsplaats voor zo 'n 500 Nederlanders en 700 Engels of Zuid-Afrikaans sprekende Zuid-Afrikaanse burgers.
Naast genoemde drie verenigingen bestond sinds 1938 de Hollandsche Katholieke Vereniging St Dominicus, die zich ten doel stelde het geestelijk welzijn onder katholieke Nederlanders in Kaapstad en omstreken te bevorderen.
Een vooraanstaand lid van de Nederlandse gemeenschap was de auteur J. Greshoff (sinds 1939 in Zuid-Afrika). Hij raakte bevriend met Van Swinderen, met wie hij dagelijks koffie dronk in Markham's en later in de -volgens Jan Greshoff zeer gezellige- Nederlandse Club ( Sjoerd van Faassen (red.), J. Greshoff en Leo Vroman Brieven over en weer. Amsterdam 1977, blz. 19 en 38 ) . Bij hen voegden zich vaak De Graaff (van de Nederlandsche Bank), Bijker (van Cape Steel), Boosman (officier van de handelsbescherming), Kretschmar van Veen (de Nederlandse Club) e.a. In 1940 bracht Van Swinderen Greshoff in kontakt met Leo Vroman die (gevlucht uit Nederland) op weg was naar Indië en zijn reis enkele dagen onderbrak voor een rustpauze te Kaapstad. Tussen hen ontstond een vriendschap die resulteerde in een uitvoerige briefwisseling bijgehouden tot in 1969, toen Greshoff door een tremor geplaagd niet meer zelf kon schrijven.
Eveneens in 1940 op weg naar Zuid-Afrika, zij het niet op doorreis maar met de bedoeling zich daar te vestigen, was de auteur H. Marsman. Greshoff had reeds een fonds gesticht ter ondersteuning van Marsman en zijn vrouw, die van alle inkomsten waren afgesneden. Het schip waarop zij zich bevonden werd echter getorpedeerd ( Zie inv.nr. 71 ) .De militaire missie te Pretoria
In 1941 ging de Nederlandse regering over tot het recruteren van Nederlandse dienstplichtigen verblijvend buiten Groot-Brittannië, het door de Duitsers veroverde Nederlandse gebied en de Nederlandse koloniën. Daartoe werd het Koninklijk Besluit N° 9 van 28 februari 1941 uitgevaardigd waardoor alle in Zuid-Afrika aanwezige mannelijke Nederlanders geboren tussen 1-1-1904 en 1-1-1922 werden ingelijfd bij de Nederlandse strijdkrachten. Ter uitvoering van dit besluit zond de Nederlandse regering in 1941 een Militaire Missie naar Pretoria. Deze bestond uit vier personen, te weten: de gepensioneerde schout-bij-nacht J. Bosma, luitenant-kolonel dr. C.F. Koch, eerste-luitenant ir. W.M. Reuhl en kapitein-luitenant ter zee A. Boosman, die reeds vanaf 1940 als nautisch adviseur (later officier van de handelsbescherming) werkzaam was bij het consulaat te Kaapstad. Zie onder.
Het was de taak van de Missie d.m.v. doelmatige propaganda het dienstnemen bij de Nederlandse strijdkrachten in Groot-Brittannië of Canada en later ook in Nederlans-Indië te bevorderen. Men beschikte in eerste instantie namelijk niet over sancties om het dienstnemen bij de Nederlandse strijdkrachten af te dwingen. Wel werd aan dienstweigeraars iedere vorm van consulaire bijstand onthouden.
Vanaf 1942 beschikte men over de mogelijkheid dienstweigeraars naar Suriname te deporteren, waar zij werden geïnterneerd en berecht door een krijgsraad.
Voor op grond van hun religieuze overtuiging erkende dienstweigeraars bestond de mogelijkheid om administratieve werkzaamheden te verrichten in Groot-Brittannië.
Van de Nederlandse consuls in Zuid-Afrika werd verlangd, dat zij medewerking zouden verlenen aan de verschillende maatregelen betreffende het oproepen van dienstplichtigen, zoals het registreren van dienstplichtigen, het verzenden/doorzenden van formulieren inzake de keuring van dienstplichtigen, idem van aanvraagformulieren voor kostwinnersvergoeding.
De gezantschapssecretaris Van Swinderen en zijn opvolgers werden bij de uitvoering van deze werkzaamheden o.a. geassisteerd door sergeant-majoor J. Kalis.
In het ressort van het consulaat te Kaapstad bedroeg het aantal dienstplichtigen in 1943 ongeveer 375 personen ( Zie inv.nr. 170 ) . De Militaire Missie te Pretoria werd 1 september 1947 opgeheven. De heer J.M.J. Noordendorp, die waarnemend chef van de Missie was, werd aan het gezantschap te Pretoria toegevoegd als hoofd van een militair bureau belast met de afwikkeling van talrijke zaken, meest van comptabele aard (leningen, onderstanden, pensioenen).
In verband met de aanwezigheid van oud-militairen in het ressort was ook de consul (-generaal) te Kaapstad nog jaren lang belast met de afhandeling van bovengenoemde zaken.
Het marine-etablissement Soerabaja
In maart 1942 werd als gevolg van de Japanse bezetting van Java het marine-etablissement Soerabaja geëvacueerd naar Simonstown in Zuid-Afrika.
Het etablissement ressorteerde onder de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten en werd tijdelijk opgenomen in de "Naval Dockyard" te Simonstown en de Zuid-Afrikaanse oorlogsindustrie.
Het consulaat te Kaapstad verleende hulp bij de behartiging van de persoonlijke belangen van het personeel van genoemd etablissement.
De handelsbeschermingsofficieren
In 1940 werd luitenant ter zee A. Boosman als nautisch adviseur geplaatst bij het consulaat te Kaapstad ten einde koopvaardij-aangelegenheden te behandelen verband houdend met de oorlogstoestand en dus niet behorend tot de rechtstreekse en gebruikelijke werkzaamheden van de consuls ( Zie inv.nr. 194 ) . Hij stond onder de orders van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten in Europa, de Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië en de oudst-aanwezend Zee-officier te Curaçao.
Na de val van Nederlands-Indië (voorjaar 1942) werd de dienst van de handelsbescherming gereorganiseerd. De verschillende handelsbeschermingsofficieren (HBO's) kwamen te ressorteren onder het hoofd van de handelsbescherming (HHB) te New York C.H. Brouwer. Deze was lid van de Nederlandse Commissie der Missie voor Economische, Financieele en Scheepvaartaangelegenheden van het Koninkrijk voor het Westelijk Halfrond. De benaming "nautisch adviseur" werd vervangen door die van "officier van de handelsbescherming". De HBO A. Boosman werd in oktober 1942 overgeplaatst naar Durban. De HBO te Durban, E.B. Willemstijn, werd overgeplaatst naar Kaapstad en kwam rechtstreeks onder bevel te staan van A. Boosman.
Over de positie van de aan het consulaat toegevoegde HBO's ontspon zich een uitvoerige discussie tussen Buitenlandse Zaken en Marine, nadat sommige consulaire ambtenaren hun ongenoegen hadden geuit over het al te zelfstandig optreden van de HBO's.
Buitenlandse Zaken zwichtte voor de opvatting van Marine, dat het "met het oog op het militaire karakter der Handelsbescherming de voorkeur verdiende voortaan HBO's niet aan consulaire ambtenaren, die civiele autoriteiten zijn, toe te voegen" ( Albert Kersten, Buitenlandse Zaken in Ballingschap. Groei en verandering van een ministerie 1940-1945. Alphen aan den Rijn 1981, blz. 156 ) . De HBO's kregen een meer zelfstandige positie. Dit had tot gevolg, dat een groot deel van de belangenbehartiging van individuele schepelingen door de consuls uit handen werd gegeven aan de HBO's, die de neiging hadden deze belangen ondergeschikt te maken aan het in de vaart houden van schepen krachtens de toen geldende vaarplicht ( Albert Kersten, Buitenlandse Zaken in Ballingschap. Groei en verandering van een ministerie 1940-1945. Alphen aan den Rijn 1981, blz. 157 ) . De post van HBO te Kaapstad werd met ingang van 1 oktober 1945 opgeheven.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van het consulaat (-generaal) te Kaapstad 1860-1976 werd in twee, elkaar overlappende, delen overgedragen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het eerste deel werd, voorzien van een inhoudsopgave, overgezonden in 1964 en besloeg de periode 1860-1956. Het omvatte het z.g. "oud archief" en het archief dat de neerslag vormt van de werkzaamheden voor de Militaire Missie te Pretoria ( Archief Code 1, 1955-1964. 153.0 Pretoria/Kaapstad Overdracht en Vernietiging, 1956-1964 ) . Het tweede deel werd, eveneens voorzien van een inhoudsopgave, opgestuurd in 1983 en bevatte het archief over de jaren 1932-1976, waaronder het "gehe archief" 1945-1974, dat gederubriceerd mocht worden.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
Inhoud en structuur van het archief
Selectie en vernietiging
Reeds in 1956 was men op het consulaat-generaal begonnen met de uitdunning van het archief in overleg met de Afdeling Post- en Archiefzaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Algemeen Rijksarchivaris ( Archief Code 1, 1955-1964. 153.0 Pretoria/Kaapstad Overdracht en Vernietiging, 1956-1964. Het dossier bevat verschillende inhoudsopgaven van het archief van het consulaat (-generaal) te Kaapstad, waarin de dossiers die konden worden vernietigd staan aangekruist. ) . De lengte van het totale archief (1860-1976) bedroeg na overdracht aan Buitenlandse Zaken ongeveer 9,60 meter.
Uit de twee genoemde archiefbestanddelen werden door mij de bescheiden over de jaren 1938-1956 samengevoegd (zie onder). De lengte van het aldus ontstane archief bedroeg naar schatting 6 meter, waarvan op 20 juli 1984 ruim 3 meter door mij werd vernietigd volgens de vernietigingsbeschikking van 1960.
- kopieën van in de dossiers berustende bescheiden
- ontvangstbevestigingen, geleide- en aanbiedings-, toezendings- en terugzendingsbrieven
- ter kennisgeving ontvangen circulaires van het ministerie van Buitenlandse Zaken
- blanco formulieren
- dankbetuigingen en felicitatiestukken
- maandstaten en andere statistische gegevens, voor zover deze elders zijn verwerkt
- artikelen in dagbladen en periodieken die geen toelichting bevatten op ingekomen of verzonden rapporten
- negatieve berichten op verzoeken om inlichtingen
- declaraties, facturen, kwitanties, giro- en bankremises
- stukken betreffende het opsporen van adressen van personen in het buitenland
- stukken betreffende bemoeiingen met zoekgeraakte koffers en bagage
- oude omslagen
Ordening van het archief
Op het consulaat-generaal gebruikte men achtereenvolgens twee ordeningssystemen.
Het eerste systeem gebruikte men tot halverwege het jaar 1953 en bestond waarschijnlijk hieruit, dat men de verschillende te behandelen zaken nummerde (1 t/m 259) op volgorde van binnenkomst. Had een bepaalde zaak eenmaal een nummer gekregen, dan werd dit nummer ook gebruikt voor later ingekomen soortgelijke zaken. Zo kregen alle scheepvaartdossiers het nummer 2, alle pensioendossiers het nummer 34, alle militaire dossiers het nummer 222 enz. Geheel consequent werd dit systeem echter niet toegepast.
In de tweede helft van 1953 ging men over op het gebruik van de bij Buitenlandse Zaken -kort na de Tweede Wereldoorlog- ontworpen archiefcode. De hoofdgroepen van deze code zijn:
- 1 organisme
- 2 protocol
- 3 juridische aangelegenheden
- 4 aangelegenheden van openbare orde, openbare zedelijkheid, openbare gezondheidszorg, openbare veiligheid, volkshuisvesting, leefmilieu
- 5 waterstaat, verkeer en vervoer, verbindingen en elektronica
- 6 economie, migratie, arbeid
- 7 sociale aangelegenheden
- 8 culturele aangelegenheden, voorlichting
- 9 staatkunde, landsverdediging, internationale organisaties.
Het in 1964 overgedragen deel van het archief was door elkaar geraakt en niet meer geordend volgens een van bovengenoemde systemen.
Het in 1983 overgedragen deel van het archief was min of meer geordend volgens de bij het ministerie van Buitenlandse Zaken gebruikte archiefcode.
In verband met de bepaling in de archiefwet (1962) dat archiefbescheiden welke ouder zijn dan vijftig jaar binnen een tijdvak van tien jaar moeten worden overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief zijn de archieven van Buitenlandse Zaken van na de Tweede Wereldoorlog verdeeld in blokken van tien jaar (1e blok 1945-1954, 2e blok 1955-1964 enz.).
Van het archief van het consulaat (-generaal) 1860-1976 heb ik de stukken van 1860 tot september 1938 (= tot aan het begin van de ambtsperiode van G.R.G. van Swinderen) afgescheiden, omdat deze het eerst in aanmerking komen voor overdracht aan het Algemeen Rijksarchief (zie bijlage).
De oorzaak van het feit, dat de stukken tot en met 1938 werden afgescheiden en niet de stukken tot en met 1944 ligt hierin, dat een belangrijk deel van het archief de neerslag vormt van de werkzaamheden voor de Militaire Missie, waarmee werd begonnen in 1941 tijdens de ambtsperiode van Van Swinderen (sep. 1938 - dec. 1943). Het betreft hier voornamelijk persoonsdossiers van dienstplichtigen die soms doorlopen tot in het jaar 1956.
Het spreekt voor zich, dat de eenheid van het archief ernstig zou worden verstoord indien genoemde stukken van voor 1945 en na 1954 zouden worden afgescheiden. Deze stukken zijn daarom opgenomen in het 1e blok. Wanneer nodig zijn verwijzingen geplaats naar stukken die zich in het 2e blok bevinden.
De bescheiden uit het tijdvak 1938-1956 heb ik onderverdeeld in stukken betreffende de behartiging van de belangen van de Nederlandse regering enerzijds en stukken betreffende de behartiging van de belangen van de Duitse regering anderzijds (deze laatstse stukken zijn niet in rubrieken onderverdeeld).
De stukken betreffende de behartiging van de belangen van de Nederlandse regering konden worden onderverdeeld in I) stukken betreffende consulaire werkzaamheden en II) stukken betreffende werkzaamheden voortvloeiend uit de oorlogstoestand.
De stukken betreffende de consulaire werkzaamheden zijn geordend volgens de bij Buitenlandse Zaken gebruikte archiefcode omdat een belangrijk deel van het archief reeds op die wijze geordend was (zie boven).
De stukken betreffende werkzaamheden voortvloeiend uit de oorlogstoesta zijn geordend naar onderwerp.
Daar in de agenda's tot halverwege 1953 voor de dossierindeling wordt verwezen naar de nummers van het eerst gebruikte ordeningssysteem, heb ik deze nummers tussen haakjes achter de inventarisnummers geplaatst. In de concordans (zie bijlage) vindt men in de eerste kolom de oude nummers met daarachter in de tweede kolom de verwijzing naar de nieuwe inventarisnummers. Eveneens achter de inventarisnummers geplaatst heb ik de door het consulaat-generaal vanaf ± 1953 gebruikte codenummers, voorafgegaan door de letter c. Wanneer ik een stuk opnieuw heb ingedeeld, staan het oude en nieuwe codenummer vermeld. De codenummers zijn niet opgenomen in de concordans.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Consulaat-Generaal te Kaapstad (Zuid-Afrika), nummer toegang 2.05.125, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Consulaat-Generaal Kaapstad, 2.05.125, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Lijst van afgescheiden stukken (1860-1938): zie voor de toelichting het hoofdstuk Inhoud en structuur van het archief, onderdeel: Ordening van het archief.
De stukken waren ongeordend en zijn door mij zoveel mogelijk geplaatst in de volgorde van de op de dossiers voorkomende oude nummers of letters.
De beschrijvingen zijn veelal ontleend aan de door het consulaat-generaal opgestelde inhoudsopgaven die waren gevoegd bij de in 1964 en 1983 overgedragen archiefbescheiden (zie het archief Code 1, 1955-1964 153.0 Pretoria/Kaapstad Overdracht en Vernietiging 1956-1964 en het archief Code 1, 1975-1984 153.0 Kaapstad Overdracht en Vernietiging 1983).
Oud nummer of letteraanduiding |
Beschrijving |
- |
Scheepvaartregister, 1860-1934 |
- |
Brievenboek, 1892-1896 |
- |
Register houdende inschrijvingen van Nederlanders in het ressort; met index, 1893-1929 |
- |
Stukken betreffende handelsverdragen tussen Nederland en Z.A. en Duitsland en Z.A., 1924-1929 |
- |
Ontwerp van een verdrag van handel en scheepvaart tussen Nederland en Z.A., 1928-1929 |
- |
Algemene dossiers, 1931-1938 (7 dossiers) |
- |
Historische gegevens; curiosa, 1884-1937 |
- |
Staatsbladen, 1876-1910 |
F |
Bezoek van de voorzitter en secretaris der Nederlandse monsterkamer en handelsbureau te Kaapstad aan Ned. Indië, 1931 |
K |
Verslagen van het handelsbureau voor Nederland en koloniën, 1928-1934 |
W |
Dienstreizen in Kaapprovincie door secretaris handelsbureau, 1933 |
2 |
Scheepvaartdossiers, 1915-1937 (2 dossiers) |
4 |
Dossier kennisgeving overname leiding consulaat, 1935-1938 |
9 |
Scheepsverklaringen, 1931-1938 |
14 |
Algemeen dossier-onderwijs, 1934-1938 (2 dossiers) |
15 |
Dossier vruchteninvoer in Nederland vanuit Z.A.; druivenkultuur enz., 1916-1938 |
19 |
Levensverzekeringen, 1917-1929 |
27 |
Nederlandse monsterkamer te Kaapstad, 1908-1936 (2 dossiers) |
28 |
Nationaliteit van Nederlandse kinderen in Z.A. geboren, 1916-1921 |
37 |
Waarneming van het Zweedse consulaat-generaal, 1916-1924 |
41 |
Waarneming Duitse belangen, 1917-1925 |
44 |
Vice-consulaat Port Elizabeth, 1918-1938 (2 dossiers) |
45 |
Vice-consulaat Oost-Londen, 1914-1937 |
50 |
Kamer van Koophandel in Z.A., 1919-1935 (2 dossiers) |
51 |
Knipsels uit diverse couranten, 1917-1936 (2 dossiers) |
52 |
Nederlandse monsterkamer te Kaapstad, 1928-1935 |
54 |
Consulaat-Generaal Kaapstad; kanselarij, 1907-1937 (4 dossiers) |
55, 55a |
Nalatenschappen, 1920-1931 (2 dossiers) |
60 |
Stukken betreffende Zuid-Afrikanen die in Nederland gaan studeren, 1917-1933 |
63 |
Vestiging in Zuid-Afrika, 1930-1938 (3 dossiers) |
67 |
Immigratiedossier, 1921-1938 (2 dossiers) |
69 |
Genealogie; vragen van diverse personen overvoorouders, 1922-1938 |
70 |
Havenwerken; drooglegging deel Tafelbaai, 1921-1938 (2 dossiers) |
72 |
Nalatenschap M. Teixeira de Mattos, 1921-1933 |
73 |
Tournees Nederlandse artiesten in Z.A., 1922-1936 |
74 |
Nalatenschap van de heer Massop, 1916-1924 |
76 |
Opsporen oude scheepswrakken, 1932-1935 |
77 |
Correspondentie over afgifte verklaring van erfrecht, 1913-1922 |
78 |
Havenwerken te Walvisbaai; scheepsverklaring m.b.t. reis sleepboten "Friesland" en "Utrecht", 1922-1924 |
81 |
Reis Prof. Casimir, 1922-1923 |
82 |
Bezoek oud-minister H.A. van IJsselstein, 1922-1923 |
85 |
Nalatenschappen, 1922-1939 |
88 |
Viering koninginnedag, 1930-1938 |
89 |
Stukken betreffende het houden van koopmansboeken in Z.A., 1922-1923 |
92 |
Schadeclaim handel, 1932 |
95 |
Diplomatieke immuniteit consul te Kaapstad, 1920-1931 |
99 |
Stukken betreffende de nationaliteit van Duitsers in Zuid West Afrika, 1924 |
100 |
Handelsbetrekkingen met Ned. Indië, 1922-1938 (2 dossiers) |
102 |
Bezoek Dr. G. Vissering, 1924-1925 |
106 |
Krantenknipsels van politieke aard, 1929-1937 |
107 |
Jan van Riebeeck herdenking, 1923-1938 (2 dossiers) |
110 |
Gerechtelijke stukken, 1932-1938 |
117 |
Aanbestedingen Hollandse Aanneming Mij., 1925-1938 |
119 |
Herdenking Willem de Zwijger, 1926-1934 |
122 |
Nalatenschap D. Kruyff, 1925-1928 |
124 |
Schuldvorderingen, 1931-1939 |
128 |
Nalatenschappen, 1874-1938 |
130 |
Oprichting suikerfabriek, 1927-1928 |
133 |
Controverse over vermeende verkoop Kaapkolonie door Nederland aan Groot Brittannië, 1928-1934 |
135 |
Pluimveeteelt in Z.A., 1928-1935 |
136 |
Handelstentoonstelling, 1928-1929 |
138 |
Derde Dietse studiereis; Secretaris Raad Curatoren Leiden; Comité Nederland-Z.A., 1933-1928 |
139 |
Instelling scheepvaartraad; oprichting fabrieken gekondenseerde melk, 1929-1934 (2 dossiers) |
142 |
Bezoek m.s. Van Galen, 1931 |
143 |
Stukken betreffende de diamantindustrie, 1931-1938 |
145 |
Algemeen dossier, handel Ned. Indië, 1931-1934 |
146 |
Algemeen Nederlands Verbond, afdeling Kaapstad, 1931-1938 |
147 |
Onderhandelingen over een tournee door Z.A. van de Koninklijke militaire kapel te Den Haag, 1931-1932 |
149 |
Zeebrieven, 1931-1938 |
153 |
Kwartaalrapporten over economische aangelegenheden; idem maandrapporten, 1936-1938 |
154 |
Economisch weekblad voor Ned. Indië, 1932-1934 |
156 |
Wilsbeschikking E.A. Kuchlin, 1933 |
157 |
Steuncomité behoeftige Nederlanders, 1933-1937 |
160 |
Africopa berichten, 1933 |
161 |
Vliegdienst algemeen, 1933-1937 (2 dossiers) |
163 |
Unie-invoerrechten, 1934-1938 |
164 |
Brief inzake gebruik cijfercode, 1932 |
165 |
Nederlandse journalisten in Z.A., 1933-1938 |
168 |
Stichting landverhuizing Nederland, 1933-1935 |
169 |
Ned. Indische Tentoonstelling; Nederlands-Zuid-Afrikaanse handel, 1933-1934 (2 dossiers) |
170 |
Scheepvaartdossier, 1927-1933 |
171 |
Handelsvoorlichting, 1923 |
173 |
Gezantschap Pretoria, 1934-1938 |
175 |
Steun aan landbouwnederzetting "Wonderfontein", 1925-1934 |
176 |
Handelsverdragen Nederland en andere landen, 1934-1937 |
176a |
Maandverslagen Kaapprovincie, 1933-1934 |
177 |
Overlijden Koningin Emma, 1934 |
178 |
Overlijden Prins Hendrik, 1934 |
179 |
Bezoek m.s. K XVIII; onderzoekingen Prof. Vening Meinesz, 1934-1937 |
180 |
Nalatenschap D. Mesdag, 1934-1935 |
184 |
Vertaling statenbijbel in Afrikaans, 1933-1938 |
186 |
Herstel oude molen "Groote Schuur", 1935-1936 |
187 |
Plan voor oprichting van bond van Nederlandse verenigingen in Z.A., 1935-1936 |
190 |
Bezoeken Nederlandse industriëlen, 1932-1935 |
191 |
Tentoonstelling Nederlandse kunstnijverheid 1937-1938 |
194 |
Nederlandse onderscheidingen, 1938 |
211 |
Handel in Portugees Oost-Afrika, 1932 |
De lengte van het archief 1860-1938 bedraagt ongeveer 1,8 meter. Het register houdende dienststaten van onbezoldigde consulaire ambtenaren van de (vice-) consulaten te Kaapstad, Natal enz., opgemaakt na 1870 en bijgehouden tot 1948, heb ik opgenomen in het 1e blok (inv.nr. 22).
NL-HaNA 2.05.128 - Inventaris van het Archief van het Consulaat te Kaapstad (Zuid-Afrika), 1860-1939
Publicaties
Geraadpleegde bronnen en literatuur
Archieven van het departement van Buitenlandse Zaken
Archief |
Hieruit: |
Archief Code 1, 1955-1964 |
153.0 Overdracht en Vernietiging Pretoria/Kaapstad, 1956-1964 |
Archief Code 1, 1975-1984 |
153.0 Overdracht en Vernietiging Kaapstad, 1983 |
Archief DBD, 1945-1954 |
BD 10 Zuid-Afrika Kaapstad Postreports deel I, 1953-1954 BD 131 Zuid-Afrika Kaapstad Administratief Personeel Algemeen, 1946-1954 |
Archief Code 131 DBD Persoonsdossiers, 1945-1954 |
Dr. A.L. Wurfbain DBD 131 Algemeen, 1945-1946 |
Archief Code 131 DBD Persoonsdossiers, 1955-1964 |
Jhr. G.R.G. van Swinderen DBD 131 Algemeen, 1946-1956 Dr. N.A.C. Slotemaker de Bruïne DBD PD deel II & III 1952-1961 |
Archief Code 131 DBD Persoonsdossiers, 1965-1974 |
Dr. H.J. Levelt DBD 131 PD deel I & II, 1952-1961 |
Archief gezantschap/ambassade Pretoria Code 0 t/m 999, 1945-1954 |
101 Kaapstad- map 39 Consul-Generaal Dr. H.J.Levelt, 1948-1949
- map 40 Consul-Generaal Dr. H.J. Levelt, 1950-1952
- map 43 Positie Dr. H.J. Levelt, 1948-1952
- map 46 Consul-Generaal Dr. N.A.C. Slotemaker de Bruïne, 1952-1953
- map 48 Jhr. Mr. G.R.G. van Swinderen, 1938-1943
- map 49 Consul-Generaal Dr. A.L. Wurfbain, 1943-1946
- map 58 Positie consulaat te Kaapstad, 1944
- map 62 Verheffing van het consulaat tot consulaat-generaal, 1948-1951
|
Archief gezantschap/ambassade Pretoria Code 0 t/m 999, 1945-1954 |
131.5 Kaapstad- map 180 Aanstelling van Jhr. G.R.G. van Swinderen, 1938-1942
- map 181 Jhr. G.R.G. van Swinderen, gezantschapssecretaris, 1938-1945
|
Archief gezantschap/ambassade Pretoria Code 0 t/m 999, 1955-1964 |
153.0 Kaapstad- map 205 Vernietiging en overzending oud archief van het Consulaat-Generaal, 1956-1964
|
Literatuur Faassen, S. van (red.), J. Greshoff en Leo Vroman. Brieven over en weer , (Amsterdam, 1977) Hoof, J.P.C.M. van, Inventaris van het archief van de Nederlandse Militaire Missie en het Militaire Bureau van het Nederlands gezantschap te Pretoria 1941-1950 (1951) , Inleiding. (Ministerie van Defensie, 1983) Kersten, A., Buitenlandse Zaken in ballingschap. Groei en verandering van een ministerie 1940-1945 , (Alphen aan den Rijn, 1981)
Bijlagen
Oud nummer of letteraanduidingBeschrijvingArchiefHieruit: