Terug naar zoekresultaten

2.05.331 Inventaris van archiefbescheiden betreffende de Europese Defensie Gemeenschap (EDG) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1950-1955

Het archief bestaat voornamelijk uit correspondentie en rapportages betreffende internationale defensieaangelegenheden.

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.331
Inventaris van archiefbescheiden betreffende de Europese Defensie Gemeenschap (EDG) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1950-1955

Auteur

CAS 1463

Versie

24-06-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2011 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Buitenlandse Zaken: Europese Defensie Gemeenschap
BZ / Europese Defensie Gemeenschap

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1950-1955

Archiefbloknummer

Z252

Omvang

; 176 inventarisnummer(s) 4,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een aantal stukken is in het.
Nederlands
Frans

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Directie Westelijke Samenwerking, bureau NAVO en Defensiegemeenschap Directie Westelijke Samenwerking, bureau NAVO Directie Westelijke Samenwerking, bureau Europese Defensiegemeenschap Directie Westelijke Samenwerking, bureau NAVO en Europese defensieaangelegenheden

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bestaat voornamelijk uit correspondentie en rapportages betreffende internationale defensieaangelegenheden.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Begin 1953 werd het Ministerie van Buitenlandse Zaken belast met de coördinatie van alle werkzaamheden verband houdende met de Europese Defensiegemeenschap (EDG). Het verdrag tot oprichting van de EDG was 27 mei 1952 gesloten. Ten behoeve van de behandeling van de EDG vond men het nuttig een afzonderlijk organisatieonderdeel te creëren. Daartoe besloot men het bureau NAVO en Defensiegemeenschap (DWS/NE) te splitsen in een bureau NAVO (DWS/NO) en een bureau Europese Defensie Gemeenschap (DWS/ED). In hoeverre deze splitsing in werkelijkheid is doorgevoerd is niet geheel duidelijk. Er is geen instellingsbeschikking aangetroffen. De EDG zelf is nooit tot stand gekomen. Als gevolg daar van werd met ingang van 1 december 1954 het bureau EDG opgeheven en het bureau NO de behandeling van de Europese defensieaangelegenheden opgedragen. De naam van bureau NAVO werd tevens gewijzigd in bureau NAVO en Europese defensieaangelegenheden en kreeg de afkorting DWS/NE.
DWS/NE bereidde de instructies met betrekking tot de Noord-Atlantische Raad en de Interim Commissie van de EDG voor, waar nodig in overleg met andere departementsonderdelen en ministeries waaronder het Ministerie van Oorlog c.q. de Verenigde Chefs van Staven en Generale Staf, en de ministeries van Financiën, Algemene Zaken en Economische Zaken.
De Europese Defensiegemeenschap (EDG)
Reeds spoedig na afloop van de Tweede Wereldoorlog kwam aan het licht dat de gang van zaken in Europa in feite beheerst werd door drie factoren. Allereerst was Europa ernstig verzwakt uit de strijd gekomen. Daarnaast bleek Europa al spoedig min of meer aangewezen te zijn op Amerikaanse hulpverlening bij de wederopbouw. De derde, zeer belangrijke, factor lag in het feit dat de geallieerde samenwerking geen lang leven beschoren zou zijn.
Al in 1946 sprak Churchill twee maal over plannen om te komen tot een Europees defensie systeem, waarbij hij de nadruk legde op het feit dat deze verdedigingsorganisatie gebaseerd zou moeten zijn op Frans-Duitse samenwerking. Duitsland werd aldus niet langer als de potentiële vijand beschouwd.
In maart 1947 sloten Engeland en Frankrijk te Duinkerken een verdrag dat gericht was tegen eventuele agressie uit het gebied ten oosten van de Rijn. Op 17 maart 1948 werd het Verdrag van Duinkerken in feite qua strekking en qua deelnemende landen uitgebreid toen in Brussel het Verdrag van Brussel gesloten werd tussen Engeland, Frankrijk en de landen van de Benelux. Het Verdrag van Brussel was overigens niet alleen gericht op een gemeenschappelijke verdediging tegen mogelijke agressie maar was ook bedoeld om een aanzet te geven tot samenwerking op sociaal, economisch en cultureel gebied.
De periode tussen het sluiten van het Verdrag van Brussel en het voorjaar van 1950 werd gekenmerkt door een uitbreiding en versteviging van westerse samenwerking op militair, politiek en economisch gebied. Op het militaire vlak sprak de Vandenberg resolutie van 11 juni 1948 duidelijk van de wenselijkheid van westerse militaire samenwerking in vredestijd, culminerend in de oprichting van de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) in april 1949. Op politiek gebied werd in mei 1949 de Raad van Europa opgericht, terwijl er, binnen Europa, op economisch terrein een groeiende liberalisatie van het handelsverkeer optrad, hetgeen onder meer bleek uit de oprichting van de Europese Betalings Unie in 1948.
De Europese integratie vond een voorlopig hoogtepunt in het plan Schuman van mei 1950, resulterend in de latere oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).
Een groot probleem werd evenwel door al deze ontwikkelingen niet opgelost. Er bestond een redelijke overeenstemming met betrekking tot de Duitse herbewapening, maar vooral in Frankrijk bestond een sterke afkeer voor het idee van de vorming van een zelfstandige Duitse krijgsmacht. Op 26 oktober 1950 lanceerde de Franse minister-president Pléven een plan tot oprichting van een gemeenschap waarin een in hoge mate geïntegreerde en gedenationaliseerde strijdmacht kon functioneren. Er was aldus geen sprake van een zelfstandige Duitse krijgsmacht, terwijl Duitsland toch deelnam aan de gemeenschappelijk Europese defensie-inspanning.
In februari 1951 begon in Parijs een conferentie ter bestudering van de mogelijkheid van de oprichting van een supranationale Europese Defensie Gemeenschap (EDG). Aanwezig waren vertegenwoordigers van Frankrijk, Italië, Duitsland, de Benelux (Nederland aanvankelijk slechts als waarnemer), terwijl er waarnemers waren uit Denemarken, Engeland, Noorwegen, alsmede de Verenigde Staten en Canada. Na langdurige onderhandelingen werden op 9 mei 1952 het EDG-verdrag en een aantal protocollen geparafeerd, terwijl de ondertekening van het verdrag door de betrokken ministers van Buitenlandse Zaken plaatsvond op 27 mei 1952.
De EDG zou nu geratificeerd moeten worden door de diverse lidstaten.
Uiteindelijk strandde de EDG op 30 augustus 1954 toen het Franse parlement de zaak torpedeerde, overigens meer op grond van het supranationale karakter van de organisatie dan uit ernstige bezwaren tegen de Duitse herbewapening. Bovendien was door de dood van Stalin de angst voor een Russische inval flink afgenomen.
Het probleem van de Duitse herbewapening werd opgelost op een negen-mogendhedenconferentie in Londen in september/oktober 1954. Er werd besloten tot opheffing van de status van bezet gebied van Duitsland, alsmede tot toelating van Duitsland tot de NAVO.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Een eerdere bewerking van het archief heeft in 1982 plaatsgevonden. Tijdens deze bewerking zijn vele geheime dossiers aangetroffen welke parallel liepen met niet-geheime dossiers onder dezelfde titel. Deze dossiers zijn samengevoegd. Vernietigd zijn de dubbele exemplaren van documenten, alsmede enkele dossiers welke uitsluitend bestonden uit kopieën van memoranda van het Ministerie van Marine zonder enig commentaar ofwel die aangelegenheden betroffen van slechts zeer tijdelijke aard. Na de bewerking is het archief in omvang gehalveerd. Zie voor de inventaris van deze bewerking inventarisnummer 176.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Bij de bewerking van het archief is gebruik gemaakt van de volgende selectielijst:
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenland over de periode 1945-1990, 9 september 2002/nr.C.2002/2848, (Stcrt. 14 november 2002, nr. 220/pag. 11
Tijdens de bewerking zijn er geen dossier voor vernietiging aangemerkt. Het hele archief is bewaard.
Verantwoording van de bewerking
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Centrale Archief Selectiedienst opdracht gegeven de archiefbescheiden betreffende de Europese Defensie Gemeenschap in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen opdat dit archief kan worden overgebracht naar het Nationaal Archief.
Voor de bewerking van het archief van het werd een plan van aanpak samengesteld welke de basis vormt voor de bewerking. In het plan, welke werd goedgekeurd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief, zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en de overbrenging geregeld.
De begincesuur voor deze toegang is het jaar 1950. De eindcesuur is gelegen in het jaar 1955.
Ten behoeve van de overbrenging naar het Nationaal Archief dient het archief te voldoen aan de in de Regeling duurzaamheid archiefbescheiden (2001) gestelde eisen. Concreet betekent dit dat de volgende stappen zijn uitgevoerd:
  • Alle ijzerwerk (paperclips, nietjes, hechtmechanieken e.d.) is verwijderd;
  • Foto’s, lichtdrukken en andere materialen die aan sterkere chemische reacties dan goed papier onderhevig zijn, zijn voorzien van afzonderlijke fourflaps;
  • Omslagen, archiefdozen en etiketten voldoen aan de ICN-kwaliteitseis.
Ordening van het archief
De indeling van de toegang is gebaseerd op de indeling gemaakt in 1982, namelijk de archiefcode van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen de rubrieken 999.0, 999.1 en 999.2 zijn de archiefstukken alfabetisch geordend en binnen de overige rubrieken zijn deze chronologisch geordend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Europese Defensie Gemeenschap, nummer toegang 2.05.331, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BZ / Europese Defensie Gemeenschap, 2.05.331, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
  • Inventaris van het archief van het Directoraat voor Administratieve Diensten, (1945-1947) 1948-1953, later Directoraat-Generaal, 1954-1963 van het Ministerie van Oorlog, vanaf 1959 van Defensie, toegangnummer 2.13.171.
  • Inventaris van de vergaderstukken van internationale organisaties, afkomstig uit het archief van het Directoraat-Generaal voor de Buitenlandse Economische Betrekkingen van het Ministerie van Economische Zaken, 1945-1967, toegangnummer 2.06.077.

Bijlagen

Concordans
Zie voor de inventaris met de oude inventarisnummers: nieuw inventarisnummer 176.
Oude code Inventarisnummer
1 1
2 2
3 3
4 4
5 5
6 6
7 7
8 8
9 9
10 10
11 11
12 12
13 13
14 14
15 15
16 16
17 17
18 18
19 19
20 24
21 20
22 23
23 22
24 21
25 25
26 64
27 66
28 65
29 26
30 29
31 33
32 54
33 55
34 56
35 57
36 58
37 59
38 60
39 61
40 62
41 63
42 67
43 68
44 72
45 71
46 70
47 73
48 74
49 69
50 75
51 76
52 77
53 78
54 79
55 82
56 80
57 81
58 83
59 84
60 86
61 85
62 87
63 88
64 27
65 28
66 32
67 30
68 31
69 53
70 40
71 50
72 51
73 52
74 49
75 48
76 47
77 46
78 45
79 44
80 43
81 42
82 41
83 36
84 39
85 38
86 35
87 37
88 34
89 89
90 90
91 92
92 93
93 94
94 95
095, 105 104
96 105
97 96
98 97
99 98
100 99
101 100
102 101
103 102
104 103
106 107
107 106
108 109
109 110
110 111
111 112
112 113
113 114
114 115
115 116
116 117
117 118
118 119
119 120
120 123
121 124
122 125
123 126
124 127
125 128
126 129
127 130
128 131
129 132
130 133
131 134
132 121
133 122
134 135
135 136
136 147
137 140
138 141
139 145
140 91
141 108
142 146
143 144
144 142
145 139
146 138
147 143
148 148
149 137
150 157
151 159
152 162
153 151
154 161
155 166
156 152
157 149
158 167
159 172
160 171
161 170
162 160
163 164
164 165
165 154
166 169
167 155
168 156
169 163
170 158
171 168
172A 150
172B 153
173 173
174 175
175 174
Oude codeInventarisnummer

Archiefbestanddelen