Archief
Titel
2.05.425 Inventaris van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Bangladesh, (1971) 1975-2013
Auteur
Doc-DirektVersie
24-04-2025
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
2017 cc0 ( De persoonsnamen in sommige inv.nrs. zijn geanomiseerd totdat beperking openbaarheid is verstreken )
Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Bangladesh (Dakha) [blok 1975-2013) Ambassade Bangladesh 1975-2013
Periodisering
archiefvorming: merendeel 1975-2013 oudste stuk - jongste stuk: 1971-2013
Archiefbloknummer
Z332Omvang
1079 inventarisnummer(s) 32,80 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Bevat tevens foto's, negatieven, tekeningen en digitale dragersArchiefdienst
Nationaal Archief, Den HaagLocatie
Den HaagArchiefvormers
Nederlandse ambassade in BangladeshSamenvatting van de inhoud van het archief
Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in Bangladesh te Dhaka, over de periode 1975 - 2013Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Staatsinrichting
Bangladesh is formeel een parlementaire, democratische volksrepubliek, die in principe gescheiden uitvoerende, wetgevende en rechterlijke machten kent. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is echter slechts deels gewaarborgd; de lagere justitiële autoriteiten zijn onderdeel van de uitvoerende macht.
De president, die een grotendeels ceremoniële functie met weinig bevoegdheden heeft, wordt door het parlement gekozen voor een periode van vijf jaar. Hij benoemt de premier, die het hoofd is van de regering en de werkelijke macht heeft. De 300 leden van het parlement, de ‘House of the People’ worden via een districtenstelsel rechtstreeks gekozen tijdens algemene verkiezingen door kiesgerechtigde burgers van 18 jaar en ouder. In het verleden werden na de verkiezingen door het parlement nog 30 vrouwelijke leden aangewezen. Deze praktijk is in 2001 afgeschaft.
De huidige president is Abdul Hamid. De president wordt iedere vijf jaar gekozen door het parlement. De beperkte macht van de president wordt uitgebreid in tijden van een overgang tussen 2 regeringen. De president benoemt de minister-president uit de parlementsleden, hij dient hierbij iemand te kiezen van wie hij aanneemt dat die de steun van de meerderheid van de parlementariërs geniet. De president benoemt ook de leden van de hoogste rechtbank, de Supreme Court.
De invloedrijkste partijen in het parlement zijn de Awami Liga (AL) en de Nationalistische Partij van Bangladesh (BJD), gevolgd door de Jatiya-Dal partij (Nationale Partij) van ex-president Ershad en de fundamenteel-islamitische Jamaat e Islami Bangladesh partij (JIB).
Bangladesh is staatkundig onderverdeeld in zeven divisies (bibhag) die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in 64 districten (zila).
Geschiedenis
Bangladesh betekent letterlijk: "land van de Bengalen", maar de officiële benaming is Volksrepubliek Bangladesh. Het land wordt aan drie zijden begrensd door India, maar heeft in het zuidoosten ook een stuk grens met Myanmar (Birma). In het zuiden heeft Bangladesh een kustlijn aan de Golf van Bengalen. Het land bestaat voornamelijk uit de delta van de rivieren de Ganges en Brahmaputra. Bangladesh is een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Door de laaggelegen ligging aan de monding van grote rivieren zijn er vaak overstromingen in het land. De hoofdstad van het land, Dhaka (Dacca), is tevens de grootste stad.
De Britse Oost-Indische Compagnie bestuurde de regio tot 1858, toen Bengalen een provincie van Brits-Indië werd. Op 3 juli 1946 werd de provincie verdeeld in een overwegend hindoeïstisch West-Bengalen en een overwegend islamitisch Oost-Bengalen. Bij de onafhankelijkheid van India en Pakistan, in 1947, kwam West-Bengalen als deelstaat bij India en Oost-Bengalen als provincie bij het (overwegend islamitische) Pakistan. In 1955 werd Oost-Bengalen hernoemd in Oost-Pakistan.
Oost-Pakistan werd genegeerd door de centrale regering in West-Pakistan (het huidige Pakistan) en het gebied werd gedomineerd door West-Pakistani. Dit was aanleiding voor het ontstaan van strubbelingen en leidde tot een onafhankelijkheidsstrijd in 1971. Op 26 maart begon het leger van Pakistan aan een bloedige onderdrukking van de opstand, hierbij werden onschuldige mannen, vrouwen en kinderen in groten getale vermoord. Majoor Mujibur Rahman verklaarde hierop de onafhankelijkheid van Bangladesh. Hij deed deze verklaring op een zelfgemaakte radio vanuit de havenstad Chittagong. Deze oproep leidde tot de Bevrijdingsoorlog van Bangladesh die aan meer dan een miljoen Bengalen het leven kostte en ook tot een vluchtelingenprobleem leidde. India greep hierop in, in december van hetzelfde jaar, en het Pakistaanse leger gaf zich op 16 december 1971 over, waarna Bangladesh onafhankelijk werd.
Eind 1974 riep premier Mujibur Rahman de noodtoestand uit, stelde de grondwet buiten werking en alle politieke partijen, op de AL na, werden verboden. De onvrede over dit beleid nam snel toe en het was dan ook niet vreemd dat Mujibur Rahman en zijn familie in augustus 1975 werden vermoord door enkele jonge legerofficieren. Datzelfde jaar zouden er nog twee militaire staatsgrepen volgen, waarvan de laatste gepleegd werd door generaal Zia-ur Rahman, die in december 1977 president werd. In januari 1978 sprak het volk van Bangladesh zich in een referendum uit vóór het aanblijven van Zia als president. Hij herstelde het meerpartijensysteem en met behulp van conservatieve islamitische politici werd in 1978 de islam staatsgodsdienst. De verkiezingen van juni dat jaar leverde een grote overwinning op voor de door Zia opgerichte Bangladesh National Party (BNP). De regeerperiode van Zia viel op door een buitenlandse politiek die zich zowel op de westerse als de Arabische wereld richtte. De binnenlandse politiek viel op door vele ontwikkelingsprojecten op het platteland en een eigen bestuur voor elk dorp.
In 1981 werd echter ook Zia-ur Rahman vermoord. Justice Abdis Sattar werd waarnemend president maar na enkele maanden alweer opzijgeschoven door generaal Hossain Ershad, die zichzelf eind 1983 tot president benoemde en in feite alleenheerser was. Ook Ershad richtte een eigen partij op, de Patiya Party (JP), de nationale partij. Deze partij won verschillende verkiezingen, maar dat ging steeds gepaard met verkiezingsfraude en verdeeldheid tussen de politieke tegenstanders. Om dit tegen te gaan sloten de AL, geleid door de dochter van Mujibur Rahman, Sheikh Hasina, en de BNP, geleid door de dochter van Zia-ur Rahman, Khaleda Zia, een verbond.
Zoals zo vaak zorgden echter de studenten voor een politieke doorbraak. Eind 1990 werd de anti-Ershad All-Party Students Alliance opgericht. Niet veel later, op 5 december 1990, trad Ershad af en werd in de gevangenis gegooid. Er volgden verkiezingen in februari 1991, die werden gewonnen door de BNP van Begum Khaleda Zia, die premier werd.
De eerste helft van de jaren negentig werden gekenmerkt door politieke onrust en gewelddadige stakingen als gevolg van het beleid van Khaleda Zia. De parlementsverkiezingen van februari 1996 werden nog wel door haar partij, de BNP, gewonnen. Er was echter enorm gefraudeerd en de oppositie eiste onmiddellijk nieuwe verkiezingen. Onder druk van de omstandigheden diende premier Zia eind maart haar ontslag in. De nieuwe verkiezingen werden gewonnen door de Awami Liga van Hasina Wajed, die tevens de nieuwe premier werd. In oktober van dat jaar werd president Biswas opgevolgd door Shahabbudin Ahmed van de Awami Liga. In 1998 organiseerde de BNP stakingsacties die tot ernstige confrontaties met het leger leidden. Men protesteerde tegen het ondemocratische beleid en de vele prijsstijgingen. De oppositie weigerde intussen om zittingen van het parlement bij te wonen en zij besloten in november 1999 om samen een blok te vormen tegen de regering van Hasina Wajed. Eind 1998 werd Bangladesh getroffen door een enorme natuurramp. Ca. 80% van het land stond onder water en er kwamen meer dan 3000 mensen om. Dertig miljoen mensen waren tijdelijk dakloos.
De parlementaire boycot van de vier oppositiepartijen duurde ook in 2000 voort, ondanks het feit dat Akhtaruzzanab van de BNP besloot de boycot op te heffen. De betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Japan werden steeds beter, dit in tegenstelling tot de relatie met Pakistan, die steeds meer verslechterde. Zo weigerde de Pakistaanse militaire leider Musharraf om premier Hasina Wajed te ontmoeten.
In 2001 werd Hasina Wajed de eerste premier die de volledige ambtstermijn van vijf jaar uitzat. In juli 2001 werd Latifur Rahman benoemd tot hoofd van een interim-regering, die vooral als taak had om zo snel mogelijk vrije verkiezingen te organiseren. Bovendien hoopte men dat de interim-regering er voor zou kunnen zorgen dat er een eind zou komen aan het politieke geweld. Maar dat viel erg tegen: bij een aanslag op een kantoor van de Awami Liga vielen 16 doden, waarna er weer een periode van geweld volgde. De zeer gewelddadige verkiezingen van oktober 2001 werden gewonnen door de BNP van Begum Khalida Zia. De regerende Awami Liga van Hasina Wajed kwam in de oppositie terecht omdat de BNP samen met de andere oppositiepartijen een tweederde meerderheid kon vormen. Khalida Zia werd in oktober premier, net als in 1991 en 1996. De oppositie boycotte het parlement weer en organiseerde in 2002 diverse stakingen.
Op 21 juni 2002 trad president Chowdhury af, voorafgegaan door de gehele militaire top. Enkele maanden later werd Iajuddin Ahmed de nieuwe president. Ook 2003 stond in het teken van vele stakingen, die vaak gesteund werden door de oppositionele Awami Liga. Op 21 augustus 2004 vond in Dhaka een aanslag plaats op een demonstratie van aanhangers van de Awami Liga. Ook Sheikh Hasina Wajed raakte gewond en meteen werd er weer een landelijke staking afgekondigd, die het gehele dagelijkse leven lamlegde. Als reactie hierop gelastte de regering de arrestatie van oppositieaanhangers. In september gaf het Hooggerechtshof de opdracht om te stoppen met de arrestaties. Op 11 december 2004 organiseerde de Awami Liga een 900 km lange keten bestaande uit miljoenen mensen, als protest tegen de onveiligheid, de inflatie en de corruptie in Bangladesh.
In de jaren 2005 en 2006 waren er veel bomaanslagen door islamitische militanten. In oktober 2006 waren er gewelddadige protesten tegen het besluit van de regering om na de termijn van premier Zia een zakenkabinet in te stellen. President Ahmed probeerde te bemiddelen en schreef verkiezingen voor 22 januari 2007 uit. Die werden vervolgens uitgesteld en Fakhruddin Ahmed nam de leiding over met een zakenkabinet. In november 2007 werd Bangladesh getroffen door de cycloon Sidr, duizenden kwamen om en honderdduizenden verkeerden in grote nood. In december 2008 won de Awami Liga van Sheikh Hasina 250 van de 300 zetels in het parlement, in januari 2009 werd Hasina benoemd tot premier. In november 2009 werden vijf voormalige legerofficieren definitief veroordeeld vanwege hun aandeel in de moord op voormalig premier Sheikh Mujibur Rahman. Hiermee kwam een eind aan een langdurige en controversiële rechtszaak in Bangladesh.
In april 2013 waren er parlementsverkiezingen. Abdul Hamid werd de nieuwe president. In het voorjaar van 2013 was er veel commotie rond branden en erbarmelijke toestanden in de kledingindustrie. Europese afnemers tekenden in de zomer van 2013 een convenant om de werkomstandigheden van de arbeiders te verbeteren. In januari 2014 won Sheikh Hasina opnieuw en kreeg een derde termijn als premier. In 2015 en 2016 was er veel geweld door Islamitische activisten tegen andere groeperingen. In januari 2016 werden twee mensen ter dood veroordeeld wegens de moord op de atheïstische blogger Ahmed Rajib Haider.
Bron: http://www.landenweb.nl/bangladesh/geschiedenis/
Betrekkingen Nederland – Bangladesh
De betrekkingen tussen Nederland en Bangladesh zijn goed. Nederland was één van de eerste landen die Bangladesh na de onafhankelijkheidsoorlog in 1971 erkende. Sindsdien heeft Nederland een ontwikkelingsrelatie met dit land. Vanwege de economische groei in het land zal de komende jaren meer nadruk komen te liggen op economische samenwerking, investeringen en handelsbevordering.
Politieke betrekkingen
Sinds 1972 onderhouden Nederland en Bangladesh goede diplomatieke relaties met elkaar. In dat jaar opende Nederland een ambassade in Dhaka/Bangladesh en in 1996 opende Bangladesh een ambassade in Den Haag. Nederland volgt de politieke ontwikkelingen in Bangladesh. Dat gebeurt ook in EU-verband. Er is speciale aandacht voor de situatie in de Chittagong Hill Tracts en de positie van de Rohingya-vluchtelingen uit Birma. De (politieke) verdwijningen en het geweld tegen vrouwen zijn ook belangrijke zorgpunten. De afgelopen jaren hebben verschillende bezoeken vanuit Nederland aan Bangladesh plaatsgevonden In 2006 bezocht de minister voor Ontwikkelingssamenwerking het land. Ook in 2009 vond een bezoek plaats van de minister van Ontwikkelingssamenwerking samen met de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. De Nederlandse mensenrechtenambassadeur bracht in 2009 een bezoek aan Bangladesh, samen met zijn collega’s uit Denemarken en Duitsland. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken bezocht Bangladesh in 2012.
Economische betrekkingen
Bangladesh behoort tot de groep van armste landen (VN: Least Developed Countries) ter wereld. Hoewel het land de laatste jaren grote vooruitgang heeft geboekt in het bestrijden van de extreme armoede. Het land wil vanaf 2021 een middeninkomensland (VN: Middle-income countries) worden. Middeninkomenslanden zijn relatief arme landen, waarin de economie aan het opkomen is. Bangladesh heeft een groeimarkt en heeft potentie vanwege de positieve economische ontwikkelingen in het land. Er is jarenlange stabiele groei van het bruto nationaal product, (6-7%) de bevolking is jong en er is een groeiende middenklasse. Kansrijke sectoren voor het Nederlandse bedrijfsleven zijn die van landbouw en agro-business, textiel, afvalverwerking, energie, scheepvaart, water en ICT, industriële waterzuivering, watertransport, logistiek en ICT.
De handelsrelatie tussen Bangladesh en Nederland is nog zeer bescheiden, maar groeit. In 2012 is Nederland de derde investeerder in Bangladesh geworden. De Nederlandse ambassade in Dhaka zet zich in om de economische betrekkingen tussen Bangladesh en Nederland te versterken. Dat gebeurt onder andere door zich te richten op kleine boeren. Door hun productie te verbeteren krijgen zij toegang tot nationale en internationale markten. Ook probeert Nederland de handel te stimuleren door handelsmissies te organiseren en veel aandacht te besteden aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (bedrijven die betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking). Nederland tekende in 2012 een convenant met vertegenwoordigers van de International Finance Corporation (IFC) en leidende ondernemingen uit de textielbranche. In deze samenwerking, waarbij Nederland co-financiert, staat verduurzaming van het productieproces, vooral het watergebruik en de effecten op de omgeving, centraal.
Nederland tekende in 2011 een Memorandum of Understanding met de Kamer van Koophandel in Chittagong (het logistieke en maritieme hart van Bangladesh) om de samenwerking in de regio Chittagong te versterken. Sinds enkele jaren zit in deze regio de scheepsbouw sterk in de lift. Vooral de export van kleinere zeeschepen kent hoge groeicijfers. Nederland stimuleert de economische ontwikkeling van in Bangladesh. Daarvoor staan veel programma’s open:
- Ontwikkelingsrelevante Infrastructuurontwikkeling (ORIO),
- Private Sector Investeringsprogramma (PSI),
- Match Making Facility (MMF),
- PPP-faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV),
- PPP-faciliteit Duurzaam Water (FDW).
- het Centrum voor de Bevordering van Import uit Ontwikkelingslanden (CBI),
- het Programma Uitzending Managers (PUM),
- het Dutch Employer’s Cooperation Programme (DECP),
- de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO).
De Nederlandse ambassade werkt sinds 2012 samen met Nyenrode Business Universiteit, om verantwoord zaken doen in Bangladesh te bevorderen.Ontwikkelingsrelatie
Bangladesh is 1 van de 15 partnerlanden voor ontwikkelingssamenwerking van Nederland. Het land valt onder de zogenaamde categorie 3 ‘verbredingslanden’. Dit zijn landen met een gezonde economische groei, waarvan wordt verwacht dat zij steeds minder ontwikkelingshulp nodig zullen hebben.
Het ontwikkelingsprogramma richt zich op markten waar Nederland een specifieke meerwaarde in Bangladesh heeft. Speerpunten zijn water, voedselzekerheid, seksuele gezondheid en rechten. Goed bestuur, gender en klimaat krijgen aandacht binnen deze speerpunten. Het budget voor Bangladesh in 2012 bedraagt ongeveer € 60 miljoen.
Water
Nederland is al tientallen jaren betrokken bij de watersector in Bangladesh. Tussen 2012 en 2015 zal de nadruk liggen op duurzaam en participatief watermanagement, rivierbeheer, drinkwater en sanitaire voorzieningen. De inzet is mede gebaseerd op het Nederlandse interdepartementale Water Mondiaal Programma dat 5 deltalanden betreft, waaronder Bangladesh. Nederland heeft in 2012 een Memorandum of Understanding (MoU) getekend met de Bengaalse overheid. Hierin staan afspraken tussen Nederland en Bangladesh om de samenwerking op het gebied van watermanagement en klimaatverandering verder te versterken. Het doel is verzilting van rivieren te bestrijden, het aanwinnen van land te bevorderen en overstromingen beheersbaar te maken. Directe aanleiding voor het opstellen van de MoU was het vormen van een Bangladesh Delta Vision 2100. Bangladesh wil samen met Nederland aan een integrale visie voor de watersector werken. Nederland stelt geld en expertise beschikbaar en het Nederlands bedrijfsleven zal hierin worden betrokken.
Voedselzekerheid
Voedselzekerheid is een nieuw speerpunt in het ontwikkelingsprogramma. In Bangladesh zal de nadruk de komende jaren liggen op: (a) Watermanagement/voedselzekerheid. Het gaat hierbij vooral om watermanagement ter verbetering en diversificatie van de landbouwproductie. (b) Aquacultuur en veeteelt. Hierbij gaat het om de ontwikkeling van de keten van activiteiten in de veeteelt en aquacultuur, zodat ook kleine producenten kunnen toetreden tot nationale en internationale markten. (c) Het opzetten van een effectief controlesysteem voor voedselveiligheid, dat moet bijdragen aan een betere volksgezondheid en dat handel stimuleert. Waterbeheer wordt gekoppeld aan de productie van voedsel en de toegang tot markten.
Seksuele gezondheid en rechten
Nederland ontwikkelde programma’s om de bevolking te informeren over seksuele gezondheid en rechten (SRGR). Bijvoorbeeld voorlichting over onderwerpen als veilige abortus en anticonceptie. De voorlichting is gekoppeld aan de ontwikkeling van adequate voorzieningen in de gezondheidszorg. De ambassade werkt op dit gebied nauw samen met Nederlandse en Bengaalse maatschappelijke partijen, zoals de Rutgers World Population Foundation en de Family Planning Association Bangladesh die in Nederland en Bangladesh allianties met andere maatschappelijke organisaties hebben gevormd.
Onderwijs
Nederland heeft sinds 2000 veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van het basisonderwijs in Bangladesh. De komende jaren wordt de bijdrage aan de sector onderwijs afgebouwd. Binnen de andere speerpunten gaat wel aandacht uit naar de inzet van beroepsonderwijs, opleiding en training. Een aanzienlijk aantal studenten uit Bangladesh studeert met een beurs van het Nuffic Netherlands Fellowship Programma (NFP). Ook is het Nuffic belast met de uitvoering van het NICHE programma (Netherlands Initiative for Capacity Development in Higher Education Institutions), gericht op capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs. Hierbij ligt de nadruk op de speerpunten van beleid.
Vanuit de Nederlandse bijdrage aan de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), de Wereldbank, VN-organisaties en de Europese Commissie worden programma’s van deze multilaterale instellingen in Bangladesh ondersteund. Ook is een aanzienlijk aantal Nederlandse maatschappelijke organisaties in Bangladesh actief.
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/inhoud/bangladesh
Ambassade
Overzicht ambassadeurs van 1973 - heden:
- 1972 – 1973: W. Thorn Leeson (met als standplaats Bangkok)
- 1973 – 1980: F. van Dongen
- 1980 – 1983: W. Sinninghe Damste
- 1984 – 1986: H.J. du Marchie Sarvaas
- 1987 – 1990: J.H.J. Jeurissen
- 1990 – 1994: H. Gajentaan
- 1994 – 1997: R.A. Vornis
- 1997 – 2000: D.C.B. den Haas
- 2000 – 2004: J.L. IJzermans
- 2004 – 2007: C.S.M. Beemsterboer
- 2007 – 2009: B.M. ten Tusscher
- 2009 – 2012: A.J.A.J.M.G. Hennekens
- 2012 – 2015: G.S. de Jong
- 2015 – heden: L. Cuelenaere
Hieronder volgt een algemene beschrijving over de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
Taken ambassade
De werkzaamheden van de bilaterale posten kunnen grofweg verdeeld worden in politieke aangelegenheden, economische aangelegenheden, pers- en culturele aangelegenheden, consulaire aangelegenheden en algemene zaken. Hieronder volgt een weergave van de taken:
Politieke Zaken (PZ):
- het volgen van de binnenlandse en buitenlandse politieke ontwikkelingen in het land van accreditatie;
- het rapporteren aan de Nederlandse regering omtrent de voor Nederland relevante ontwikkelingen opdat die bij het formuleren van haar beleid daar rekening mee kan houden;
- het uitdragen van het Nederlandse politieke beleid;
- het behartigen van de belangen van andere landen.
Economische Zaken (EZ): de economische werkzaamheden kunnen worden onderscheiden in macro-, meso- en micro-economische aangelegenheden.
Macro-economisch:
- het opstellen van algemene economische rapportage over macro-economische ontwikkelingen in het buitenland, overheidsmaatregelen, monetaire kwesties, energievoorziening, milieuhygiëne, lucht- en scheepvaartaangelegenheden;
- het vergaren van handelspolitieke informatievergaring en inspanningen, met name daar waar de handel op beperkende maatregelen stuit;
- het toezenden van economisch-statistisch materiaal;
- het verstrekken van inlichtingen aan de overheid en het bedrijfsleven van het land van vestiging over economische ontwikkelingen en mogelijkheden tot economische samenwerking met Nederland;
- het uitdragen van het Nederlandse beleid op economisch terrein.
Meso-economisch:
- het berichten over afzetmogelijkheden, ontwikkelingen in het bedrijfsleven, fusies, buitenlandse investeringen, concurrentie van derde landen;
- het geven van voorlichting over Nederlandse leveringsmogelijkheden van goederen en diensten;
- het doen van meldingen over ontwikkelingsprojecten en overheidsaanbestedingen;
- het aantrekken van industriële projecten voor Nederland door middel van voorlichting, bemiddeling, etc.;
- het berichten over economische missies die West-Europa bezoeken en hulp aan Nederlandse missies in het ambtsgebied;
- het berichten over beurzen en tentoonstellingen in het land van vestiging en hulp bij Nederlandse deelname aan beurzen.
Micro-economisch
Het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van:
- het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van: handelsbemiddeling;
- het voorlichten van Nederlandse zakenlieden en introducties bij overheid en bedrijfsleven;
- het bemiddelen bij handelsgeschillen.
Ontwikkelingssamenwerking (OS):
De werkzaamheden in het kader van ontwikkelingssamenwerking houden in:
- het analyseren van het ontwikkelingsbeleid van het betrokken land;
- het nagaan van de plaats die Nederland in de samenwerking op dit gebied zou kunnen innemen;
- het vaststellen van doelgroepen waarop het samenwerkingsbeleid gericht kan zijn;
- het adviseren omtrent de aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid van individuele projecten;
- het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van Kleine Ambassade Projecten (KAP);
- het begeleiden van uit te zenden deskundigen, huisvesting, financiering, hulp bij import van goederen;
- het bemiddelen bij de invoer van materieel voor hulpprojecten;
- het behandelen van financiële aspecten.
Consulaire Zaken (CZ):
Ten behoeve van Nederlanders:
- het zorgdragen voor de Nederlandse kolonie en Nederlandse toeristen in het buitenland. De meest voorkomende werkzaamheden hiervoor zijn:
- het verstrekken, verlengen en wijzigen van reisdocumenten voor Nederlanders, alsmede diplomatieke, consulaire en dienstpaspoorten;
- het opmaken van legalisaties;
- het verstrekken van juridische adviezen;
- het verlenen van bijstand bij het opstellen van notariële akten
- het opmaken van akten van huwelijkstoestemming;
- het in bewaring nemen van holografische en geheime testamenten;
- het opmaken van volmachten
- het registreren van opgemaakte akten in een repertorium;
- het opmaken van akten van de burgerlijke stand;
- het regelen van dienstplichtzaken;
- het zorgen voor repatriëring
- het overbrengen van gerechtelijke stukken, het bijstaan van rogatoire commissies, het opmaken van legalisaties en het verrichten van andere juridische handelingen.
Ten behoeve van buitenlanders:
- het verlenen van visa voor bezoeken aan Nederland korter dan drie maanden of verstrekken van een ‘machtiging voorlopig verblijf’ bij een verblijf langer dan drie maanden;
- het doorzenden van asielverzoeken;
- het inlichten van buitenlandse autoriteiten betreffende Nederland.
Pers- en culturele zaken (PCZ):
het bevorderen en verbreiden van kennis van het leven en denken van het Nederlandse volk, zijn staatkundige, economische en sociale structuur, zijn cultuur en zijn historie, en over de beginselen en feitelijke gegevens die daarbij een rol spelen. De diplomatieke post heeft tot taak het ontwikkelen van activiteiten en het aankweken en onderhouden van relaties die de banden tussen beide landen kunnen verstevigen. Concreter betekent dit:
- het medewerken aan de uitvoering van bilaterale afspraken en verdragen op cultureel en wetenschappelijk gebied;
- het deelnemen aan het internationale culturele verkeer;
- het profijt trekken uit multilaterale samenwerkingsvormen op dit gebied alsmede het uitdragen van Nederlandse standpunten;
- het onderhouden van contacten met de lokale pers teneinde publicaties over Nederland te stimuleren en waar nodig onjuiste voorlichting te corrigeren.
Algemene Zaken (AZ):
De afdeling algemene Zaken is belast met de ondersteunende, secundaire taken op een post, dat wil zeggen zaken met betrekking tot:
- personeel;
- informatievoorziening, automatisering;
- organisatie;
- financieel beheer;
- archief;
- communicatie;
- huisvesting;
- vervoer
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven van de buitenlandse posten van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) werden geordend en geselecteerd conform instructies, opgesteld door de centrale archiefafdeling op het departement en neergelegd in een archiefinstructiebundel. De archiefinstructiebundel heeft in de loop der jaren grotere en kleinere revisies ondergaan. De belangrijkste was de introductie van de archiefinstructiebundel 'Archiefzorg op de posten' in 1999. Deze archiefinstructie introduceerde een nieuwe primaire, hiërarchische ordening op trefwoord en verving de oude ordening op basis van de Archiefcode BZ, afgeleid van de Universele Decimale Code (UDC).
In 2014 is besloten om alle postenarchieven uit de periode 1975-2013 te bewerken. Het zogenaamde archiefblok "Postenarchieven" bestaat uit de volgende onderdelen:
- Archiefbescheiden over de periode 1975 – 1984, code-archief
- Archiefbescheiden over de periode 1985 – 1990, code-archief
- Archiefbescheiden over de periode 1990 – 2013.
Archiefbescheiden uit de periode voor 1975 zijn in eerder stadium overgebracht naar het Nationaal Archief. Zie daarvoor 'Verwante archieven'. De archiefbescheiden over de periode 1975-1984 zijn grotendeels rond 2005 overgedragen aan Nederland. Ook het archief over de periode 1985 - 1990 is later voor een belangrijk deel overgedragen aan Nederland. De archiefbescheiden over de periode vanaf 1990 zijn voor aanvang van de archiefbewerking in zijn totaliteit overgedragen aan Nederland in het kader van actie "Papier Hier" (dit project is gericht op het afbouwen van de bestaande papieren archieven op departementen en posten). Met deze actie worden eveneens de nog niet aan Nederland overgedragen dossiers uit de periode voor 1990 meegenomen.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2017 door Ministerie van Buitenlandse Zaken overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995. De archieven zijn tot aan de overdracht aan het NA in beheer bij Doc-Direkt. In 2017 is het
archief van de ambassade van Bangladesh bewerkt door Doc-Direkt, locatie Tweelingenlaan 62, Apeldoorn.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in Bangladesh over de periode 1975-2013.
Het betreft stukken over de organisatie en taken van de ambassade op het gebied van consulaire, culturele, economische en politieke zaken en ontwikkelingssamenwerkingprojecten.
Het archief bevat onder andere stukken over de politieke, economische en culturele betrekkingen tussen Nederland en Bangladesh, Bangladesh en India, en Bangladesh en Pakistan. Verder bevat het archief onder andere stukken over de mensenrechtensituatie van de etnische groepen Rohingya en Bihari en het Chittagong Hill Tracts conflict.
Selectie en vernietiging
De selectie heeft plaatsgevonden aan de hand van de volgende vastgestelde selectielijsten:
- [015] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijksbegroting over de periode 1945–2000, 25 januari 2005/Nr. C/S/05/138 (Stcrt. 31 maart 2005, nr. 62);
- [045] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945, 12 maart 2007/Nr. C/S&A/07/524 ( Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142);
- [075] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945–, 11 september 2007/Nr. C/S&A/07/2237 (Stcrt. 12 oktober 2007, nr. 198);
- [076] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Arbeidsomstandigheden bij de Overheid over de periode 1945–, 1 november 2007/Nr. C/S&A/07/2726 (Stcrt. 30 november 2007, nr. 233);
- [077] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Personeelsinformatievoorziening en -administratie over de periode 1945–, 11 september 2007/C/S&A/07/2238 (Stcrt. 16 oktober 2007, nr. 200);
- [103A] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenland over de periode 1945–1990, 18 december 2013, NA/2013/13.044 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36665);
- [103B]: selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Ontwikkelingssamenwerking over de periode 1965-1990, 18 december 2013, NA/2013/13.045 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36668);
- [143] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999, 5 juli 2005/Nr. C/S&A/05/1197 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245 / pag. 25). Rekening houdend met de actualisatie in de Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112 / p. 10.;
- [168] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van 18 2.05.391 personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, 16 augustus 2007/Nr. C/S&A/07/1513 (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225);
- [186] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Nederlands buitenlands beleid over de periode vanaf 1990, 18 december 2013, NA/2013/12.299 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36667).
De archiefstukken die voor vernietiging in aanmerking kwamen, zijn na verkregen toestemming van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afgevoerd door Reisswolf Nederland BV en daar op de gebruikelijke wijze vernietigd. Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht
Verantwoording van de bewerking
Als basis voor de bewerking werd een Archiefbewerkingsplan (ABP Postenarchieven 1975 - 2013) opgesteld, dat in november 2013 werd ondertekend door Doc-Direkt, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief. Hierin zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en overbrenging geregeld voor de postenarchieven in de periode 1975-2013. Vervolgens werd voorafgaand aan de bewerking een werkinstructie opgesteld.
Voor de bewerking van dit archief is ook rekening gehouden met het ABP voor de archieven van de buitenlandse posten van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de periode vanaf 1990 (ABP posten 1990-heden). Dit ABP, ondertekend door het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief, bevat de uitkomst van een onderzoek naar de gemaakte selectiebeslissingen op basis van de door de posten gehanteerde archiefinstructies ten opzichte van de geldende selectielijsten. Het resultaat was dat op de door de posten gemaakte beslissingen een aantal correcties moest worden doorgevoerd. De correcties hebben vooral betrekking op de rubriek Algemene Zaken, waarbij met name dossiers inzake de bedrijfsvoering (o.a. huisvesting, financiën en personeel), op grond van eerdergenoemde selectielijsten, alsnog voor vernietiging zijn aangemerkt.
De omvang van het archief voor aanvang van de bewerking was 161,55 meter. Na bewerking van het archief is in totaal 39,5 meter archief voor bewaring overgebleven. De archiefstukken die voor bewaring in aanmerking komen zijn overgebracht naar het Nationaal Archief.
Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Buitenlandse Zaken ter beschikking gesteld, als bijlage bij het voorstel voor vernietiging.
Bij de beschrijvingen van de in de inventaris opgenomen dossiers ontbreekt in veel gevallen een actieve handeling. Dit heeft te maken met de wijze van opbergen van de documenten, namelijk op onderwerp. In deze dossiers zijn alle aspecten met betrekking tot de uitvoering van de taak (volgen, analyseren en becommentariëren) ten aanzien van een bepaald onderwerp bij elkaar verzameld. Een zaak of werkproces is niet duidelijk aan te wijzen. De dossiers bestaan voor een groot deel uit berichtenverkeer tussen de post en het departement, en correspondentie met diverse instellingen en particulieren.
Het beginjaar van het archief is 1975. Incidenteel bevinden zich in het archief stukken van vóór de begincesuur. Uit praktische overwegingen zijn deze stukken opgenomen in deze inventaris. Het eindjaar van het archief is 2013. Ten behoeve van de overbrenging naar het Nationaal Archief dient het archief onder andere te voldoen aan de eisen met betrekking tot de duurzaamheid van archiefbescheiden zoals vastgelegd in de Archiefregeling 2009.
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Buitenlandse Zaken overgedragen.
Ordening van het archief
Het archief is primair op rubriek geordend. De rubrieksindeling is gebaseerd op de in de archiefinstructiebundel "Archiefzorg op de posten" van 1999 geïntroduceerde primaire, hiërarchische ordening met trefwoorden. Binnen de rubrieken zijn de dossiers zoveel mogelijk chronologisch geordend.
Dossiers oorspronkelijk geordend op basis van de Archiefcode BZ zijn, om een uniforme wijze van ordening te krijgen, overgezet naar de indeling op trefwoord. Dit was mogelijk, aangezien de overstap van een ordening op code naar die op trefwoord nagenoeg niets aan de bestaande dossiervorming veranderde. Daardoor was het mogelijk de oude code-ordening van een dossier om te zetten naar de nieuwe trefwoordordening.
Ordening van de dossiers op het gebied van ontwikkelingssamenwerking: de budgetten voor de ontwikkelingssamenwerking zijn gebundeld in de HGIS. HGIS staat voor Homogene Groep Internationale Samenwerking. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van samenwerking en afstemming op het gebied van internationale samenwerking. Een os-activiteitendossier kan bestaan uit verschillende mappen, te weten:
- de A-map (basisdossier). In dit dossier bevinden zich de basisdocumenten.
- de B-map (dossier m.b.t. de uitvoering van het project). In dit dossier is mogelijk de correspondentie met betrekking tot de projectcyclus opgeborgen.
- de C-map (clearing and forwarding projectgoederen). Betreft documenten van douanefaciliteiten bij de import van projectgoederen.
- de D-map (deskundigen dossier). Dit dossier bevat de correspondentie met betrekking tot de individuele aanstelling en beëindiging van de tewerkstelling van de deskundige per os-activiteit.
- de F-map (financieel dossier). Ten behoeve van een adequaat financieel beheer op de post dient per os-activiteit, naast de bestaande combinaties van mappen, een F-map gevormd en beheerd te worden.
- de G-map
- de R-map (rapportage dossier). In dit dossier zijn de rapportages inzake os-activiteiten opgeborgen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B), deels niet openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het Auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Bangladesh (Dakha) [blok 1975-2013), nummer toegang 2.05.425, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ambassade Bangladesh 1975-2013, 2.05.425, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Bewaarplaats van originelen
Niet van toepassing.
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing.
NA nr. 2.05.146: Inventaris van het archief van de Nederlandse Ambassade in Bangladesh, 1965-1974.
Bijlagen
Geen bijlagen