De op het ministerie van Buitenlandse Zaken aanwezige archieven die betrekking hebben op de werkzaamheden van Hans van den Broek als kamerlid, staatssecretaris en minister zijn onder te verdelen in twee soorten. Enerzijds is er het zogeheten 'bewindsliedenarchief'. Dit bevat onder andere het persoonlijke archief van Van den Broek dat aan het departement is geschonken. Daarnaast beheert het ministerie zelf ook een archief, het zogeheten departementsarchief, waarin zich ook dossiers bevinden zijn die betrekking hebben op het werk van Van den Broek.
Het persoonlijke archief bestaat uit 370 inventarisnummers. Dit archief is op basis van verschillende politieke functies onderverdeeld in drie rubrieken: kamerlid
NA, Bewindsliedenarchief, 2.05.81, inv.nrs 42-68
, staatssecretarisIbidem, inv.nrs 69-73
en minister.Ibidem, inv.nrs 74-362
Het wordt afgesloten met twee gedeponeerde archieven, te weten van de particulier secretaris en van het secretariaat van Van den Broek tijdens zijn ministerschap.Ibidem, inv.nrs 363-371 en 372-413
Het deel van het departementsarchief dat betrekking heeft op de periode dat Van den Broek minister was, is zeer omvangrijk. Het onderdeel dat betrekking heeft op zijn werkzaamheden als staatssecretaris ten tijde van het kabinet-Van Agt I en II bevat dossiers over afgelegde werkbezoeken en zijn benoeming tot staatssecretaris.
De tien-jarenblokken van het departementsarchief over de werkzaamheden van minister Van den Broek tijdens het eerste, tweede en derde kabinet-Lubbers bevatten met name verslagleggingen van en werkdossiers ter voorbereiding op afgelegde bezoeken aan diverse landen. Daarnaast bevatten deze dossiers met betrekking tot de Europese Gemeenschap, het Benelux Comité van ministers, de voorbereiding en verslaglegging van gesprekken met buitenlandse collega's en Nederlandse organisaties, EG-ASEAN conferenties, brieven van en aan de minister, brieven van de journalist Willem Oltmans, letterlijke weergaven van speeches en toespraken, memoranda en zijn aanstelling tot en werkzaamheden als Speciaal Gezant van het Nederlands voorzitterschap voor de ASEM (Asia-Europe Meeting).
Verder is er een dossier waarin zich de felicitaties en dankbetuigingen naar aanleiding van zijn aanstelling tot minister bevinden en zijn er dossiers die informatie bevatten over een landbouwproject in Indonesië, zijn benoeming tot lid en voorzitter van het bestuur van de Carnegie-Stichting, de levering van onderzeeboten aan Taiwan, de bilaterale besprekingen met Indonesië en de ambtsoverdracht en zijn afscheidsreceptie.
Naast de hierboven genoemde persoonlijke- en departementsarchieven kan het mogelijk interessant zijn archieven op het ministerie te raadplegen die weliswaar niet direct verbonden zijn aan Van den Broek zelf, maar die wel gerelateerd zijn aan de verschillende onderwerpen waar hij in zijn ambtstermijnen mee te maken heeft gehad. Bijvoorbeeld de archieven van de: Directie Westelijk Halfrond (DWH) met betrekking tot de Verenigde Staten, Suriname en de Nederlandse Antillen; Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten (DAM) betreffende de Golfoorlog en Israël; Directie Zuidoost-Azië en Oceanië (DAO) omtrent de levering van onderzeeboten aan Taiwan en de betrekkingen met China; DAO en DGIS (Directoraat-generaal Internationale Samenwerking) inzake de verbroken ontwikkelingsrelatie met Indonesië; Directoraat-generaal Politieke Zaken (DGPZ) over de NAVO en de stationering van kruisraketten; Directoraat-generaal Europese Samenwerking (DGES) met betrekking tot de Europese Gemeenschap; Directie West- en Midden-Europa (DWM) over de Duitse eenwordingspolitiek en archieven van de Directie Zuidoost- en Oost-Europa inzake de oorlog in voormalig Joegoslavië. Gegevens over het eerste en tweede kabinet-Van Agt en het eerste, tweede en derde kabinet-Lubbers zijn te vinden in het DGPZ-archief.
Hans van den Broek (11 december 1936) studeerde rechten aan de Universiteit Utrecht. Tevens volgde hij de opleiding senior-management aan "De Baak" te Noordwijk. Zijn eerste baan was die van advocaat en procureur bij advocatenkantoor Briët te Rotterdam (1965-1968). Vervolgens werkte hij als directiesecretaris bij E.N.K.A.-Glanzstoff (tegenwoordig AKZO-Nobel) te Arnhem (1969-1973). Daarnaast werd hij op 1 september 1970 namens de KVP gemeenteraadslid van Rheden (Gelderland), een functie die hij bekleedde tot 21 augustus 1974. In 1973 werd hij eveneens bij E.N.K.A.-Glanzstoff commercieel manager produktiegroep industriële garens.
http://www.parlement.com/9291000/biof/01997
In 1976 maakte Van den Broek de overstap naar de landelijke politiek. Hij werd namens de Katholieke Volkspartij (KVP)
De Katholieke Volkspartij (KVP) fuseerde per 11 oktober 1980 met de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en de Christelijk-Historische Unie (CHU) tot het Christen-Democratisch Appèl (CDA)
op 12 oktober 1976 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en werd in het tweede en derde kabinet-Van Agt benoemd tot staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (11 september 1981 - 4 november 1982). In deze functie was hij belast met Europese Samenwerking. Op 4 november 1982 werd hij benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken in het eerste kabinet-Lubbers (1986-1989) en bleef dit gedurende het tweede en derde kabinet-Lubbers (1989-1993).Na zijn ministerschap werd Van den Broek lid van de Europese Commissie. Hier was hij belast met buitenlandse betrekkingen en uitbreiding van de Europese Gemeenschap. Deze functie bekleedde hij van januari 1993 tot september 1999. Op 25 februari 2005 is Hans van den Broek benoemd tot minister van Staat, een eretitel die slechts aan enkele oud-politici en oud-staatslieden wordt toegekend.
http://www.regering.nl/actueel/nieuwsarchief/2005/02February/25/0-42-1_42-56012.jsp
1.2. NevenfunctiesIn het verleden behoorde het lidmaatschap van het bestuur Nederlands Studenten Afrika Gezelschap tot de nevenfuncties van Van den Broek. Sinds mei 1997 is hij lid van de Raad van Toezicht van de Universiteit Utrecht, sinds januari 2000 voorzitter van de Carnegie-Stichting, sinds maart 2000 voorzitter van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael (in 2007 kwam hieraan een einde) en sinds mei 2000 voorzitter van het bestuur van Radio Nederland Wereldomroep.
Van den Broek heeft als gedelegeerde deel uitgemaakt van de "bijzondere commissie van onderzoek naar de kennis, die personen hadden van het oorlogsverleden van mr. W. Aantjes en de wijze waarop deze kennis was verkregen en gehanteerd werd" van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
http://www.grondweteuropa.nl/9326000/1f/j9vvgjnazrhmix9/vg09lliq6gvw
1.3. OnderscheidingenOp 19 januari 1993 kreeg Hans van den Broek het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau.
http://www.parlement.com/9291000/biof/01997
1.4. Staatssecretaris van Buitenlandse ZakenDe resultaten van de Tweede Kamer verkiezingen van 1981 toonden een zeer verdeelde uitslag. Hierdoor waren er zes informateurs en formateurs en uiteindelijk 108 dagen nodig om tot een kabinetsformatie te komen. Op 11 september 1981 werd het tweede kabinet-Van Agt beëdigd. Dit bestond uit het CDA, de PvdA en D66.
Echter voordat de regeringsverklaring was uitgesproken was het kabinet bijna ten val gekomen. Op 16 oktober 1981 leidde onenigheid over bezuinigingen en het creëren van werkgelegenheid tot de ontslagaanvraag van twee PvdA-ministers. Er werden opnieuw twee formateurs aan het werk gezet en na negentien dagen trokken beide ministers hun ontslagaanvraag weer in. Veel mocht dit echter niet baten; op 12 mei 1982 kwam het kabinet alsnog ten val door een ruzie over de Voorjaarsnota.
Gezien de korte periode waarin het kabinet-Van Agt regeerde, heeft het weinig beleid ten uitvoer kunnen brengen. Dit gold ook voor staatssecretaris Van den Broek. Een goede illustratie hiervan is het feit dat er slechts twee dossiers in het departmentsarchief van het ministerie aanwezig zijn van zijn werkzaamheden als staatssecretaris.
1.5. Kabinet- van Agt IIDe resultaten van de Tweede Kamer verkiezingen van 1981 toonden een zeer verdeelde uitslag. Hierdoor waren er zes informateurs en formateurs en uiteindelijk 108 dagen nodig om tot een kabinetsformatie te komen. Op 11 september 1981 werd het tweede kabinet-Van Agt beëdigd. Dit bestond uit het CDA, de PvdA en D66.
Houwaart, Van Drees tot Kok, p. 149
Echter voordat de regeringsverklaring was uitgesproken was het kabinet bijna ten val gekomen. Op 16 oktober 1981 leidde onenigheid over bezuinigingen en het creëren van werkgelegenheid tot de ontslagaanvraag van twee PvdA-ministers. Er werden opnieuw twee formateurs aan het werk gezet en na negentien dagen trokken beide ministers hun ontslagaanvraag weer in. Veel mocht dit echter niet baten; op 12 mei 1982 kwam het kabinet alsnog ten val door een ruzie over de Voorjaarsnota.
Houwaart, Van Drees tot Kok, p. 150
Gezien de korte periode waarin het kabinet-Van Agt regeerde, heeft het weinig beleid ten uitvoer kunnen brengen. Dit gold ook voor staatssecretaris Van den Broek. Een goede illustratie hiervan is het feit dat er slechts twee dossiers in het departmentsarchief van het ministerie aanwezig zijn van zijn werkzaamheden als staatssecretaris.
1.6. Kabinet- van Agt IIINadat alle PvdA-ministers en -staatssecretarissen hun ontslag hadden ingediend in het tweede kabinet-Van Agt, werd er een minderheidskabinet gevormd door alle lege posten op te vullen vanuit het CDA en D66. Het kabinet werd op 29 mei 1982 beëdigd en had als voornaamste taak het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. Deze hadden plaats op 6 september van datzelfde jaar en maakten na drie maanden een eind aan het derde kabinet-Van Agt.
Ibidem, p. 157-158
1.7. Minister van Buitenlandse ZakenIn het eerste kabinet-Lubbers hadden leden van het CDA en de VVD zitting. Het kabinet werd op 4 november 1982 beëdigd en legde op 22 november haar regeringsverklaring af. De in rap tempo stijgende werkloosheid baarde het zojuist aangetreden kabinet zorgen en de angst bestond dat de staatschuld een ongekende hoogte zou bereiken. Daarom werden zware maatregelen aangekondigd. De werkgelegenheid moest beter onder de bevolking worden verdeeld en overheidstekorten dienden drastisch te worden teruggebracht.
Ibidem, p. 164
Er werd onder meer bezuinigd op ambtenarensalarissen en uitkeringen, maar ook verschillende overheidssectoren als onderwijs en volksgezondheid moesten inleveren.http://www.parlement.com/9291000/modules/g0cb6864
Daarnaast was er het voornemen om meer dan honderdduizend woningen voor de sociale woonsector bij te laten bouwen, alsmede de tarieven voor het openbaar vervoer met gemiddeld tien procent te laten stijgen. Met betrekking tot de verschillende delen van het Koninkrijk nam het kabinet zich voor een Ronde Tafelconferentie te organiseren om de verhoudingen met de Nederlandse Antillen nader te bekijken. Dit leidde uiteindelijk tot de status aparte voor Aruba.
Houwaart, Van Drees tot Kok, p. 164-166
Belangrijkste twistpunt in de regeringsverklaring was echter de voorgenomen plaatsing van kruisraketten. Het voornemen werd op 1 november omgezet in het definitieve besluit van het kabinet tot plaatsing op de luchtmachtbasis Woensdrecht. Dit leidde tot groot maatschappelijk verzet en één van de grootste massabetogingen ooit in Nederland.
Ibidem, p. 166
Het buitenlands beleid van minister Van den Broek was zeker in de eerste jaren na zijn aantreden een voortzetting van het Nederlandse beleid zoals dat al sinds de jaren zestig was geweest.
Hellema, Buitenlandse politiek, p. 319
Tot aan het einde van zijn ministerschap bleef hij vasthouden aan een beleid dat voornamelijk was gericht op veiligheid, atlanticisme en steun aan de Verenigde Staten.Hellema e.a., Ministers van Buitenlandse Zaken, p. 270-272
Deze kenmerken waren het sterkst zichtbaar in zijn houding tijdens de Koude Oorlog. Voorbeeld hiervan is het besluit tot de plaatsing van kruisraketten in Nederland. Tijdens de eerste termijn van Van den Broek als minister van Buitenlandse Zaken, was de relatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie opnieuw verslechterd. De NAVO besloot daarop kruisraketten te plaatsen in Europa en het kabinet stemde ermee in om deze op Nederlandse bodem te laten plaatsen. Deze instemming had volgens de historicus Paul Rusman voor Van den Broek echter meer te maken met herstel van het Nederlandse aanzien binnen de NAVO dan binnenlands-politieke redenen.
Hellema e.a., Ministers van Buitenlandse Zaken, p. 271-272
Een terugkerend onderwerp tijdens het ministerschap van Van den Broek was Suriname. Naar aanleiding van de decembermoorden van 7 december 1982 in Suriname, legde hij een week later een verklaring af in de Tweede Kamer
http://www.parlement.com/9291000/biof/01997
en in 1991 dreigde hij met het sturen van Nederlandse troepen om legerleider Desi Bouterse te dwingen de uitslagen van de verkiezingen in Suriname te accepteren.Hellema e.a., Ministers van Buitenlandse Zaken, p. 273
Andere onderwerpen die een rol speelden in het buitenlands beleid van Van den Broek waren onder meer de Golfoorlog (waarbij Van den Broek een groot voorstander was van een aanzienlijke Nederlandse bijdrage), de Scud-aanval van Irak op Tel Aviv op 8 januari 1991 waarna Nederland Patriot-luchtafweerraketten aan Israël aanbood, de levering van onderzeeërs aan Taiwan en de gevolgen daarvan voor de betrekkingen tussen China en Nederland, de West-Duitse eenwordingspolitiek, het Nederlandse EG-voorzitterschap in 1991 en de "Zwarte Maandag" in Maastricht toen het Nederlandse voorstel voor een Europese Politieke Unie van de tafel werd geveegd
Zie ook: "Inleiding op de archieven van P. Dankert", onder de rubriek Europa
, de verbreking van de ontwikkelingsrelatie met IndonesiëZie ook: "Inleiding op de archieven van prof. dr. J.P. Pronk", onder de rubriek Ontwikkelingssamenwerking
en het uitbreken van de oorlog in voormalig Joegoslavië waar Van den Broek op sterke wijze poogde tot bemiddeling.Hellema e.a., Ministers van Buitenlandse Zaken, p. 273-278 en http://www.parlement.com/9291000/biof/01997
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2068
Belang van de Staat of zijn bondgenoten
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
Niet openbaar tot 2039
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
Niet openbaar tot 2039
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
Niet openbaar tot 2039
Tijdens het Gymnich-overleg te Guimares (Portugal).
Zie ook inv.nrs.264-272.
De stichting draagt de naam SNV/Organisatie voor Ontwikkelingssamenwerking en Bewustwording, voorheen Stichting Nederlandse Vrijwilligers.
Bevat geheime/vertrouwelijke stukken.
Stukken zijn persoonlijk/vertrouwelijk/geheim.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
Niet openbaar tot 2039
Bevat geheime en vertrouwelijke stukken.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
Niet openbaar tot 2039
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
Niet openbaar tot 2039
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2068
Tot 2023 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Bevat geheime/vertrouwelijke stukken.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2066
Tot 2021 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2066
Tot 2021 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2067
Tot 2022 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2067
Tot 2022 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Vanaf 1988 alfabetisch geordend op naam van persoon/organisatie.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2061
Tot 2016 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2062
Tot 2017 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2063
Tot 2018 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2064
Tot 2019 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2065
Tot 2020 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2065
Tot 2020 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2066
Tot 2021 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2066
Tot 2021 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2067
Tot 2022 niet openbaar, daarna beperkt openbaar A