Terug naar zoekresultaten

2.06.109 Inventaris van het archief van de Rijks Geologische Dienst, 1917-1997

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.06.109
Inventaris van het archief van de Rijks Geologische Dienst, 1917-1997

Auteur

CAS/DD

Versie

09-09-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2012, 2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Economische Zaken: Rijks Geologische Dienst RGD
EZ / Geologische Dienst Rijks Geologische Dienst

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1917-1997

Archiefbloknummer

E1

Omvang

; 611 inventarisnummer(s) 21,90 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Rijks Geologische Dienst Commissie Opberging te Land Commissie Opberging Radioactief Afval, , 1983 - 1995, , 1995 - 2001

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Rijks Geologische Dienst over de organisatie en taken van de RGD op het gebied van geologische aangelegenheden. Het materiaal in dit archief betreft voornamelijk onderzoek naar de bodemgesteldheid, het grondwater en de aanwezigheid van delfstoffen in Nederland en het continentaal plat. Hieronder bevinden zich o.m. adviezen over de winning van steenkool, aardgas en drinkwater en de waterhuishouding in landbouwgebieden.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Rijks Geologische Dienst bestaat, hoewel niet steeds onder dezelfde naam, sedert 1903. In dat jaar richtte de minister van Waterstaat, ir. C. Lely, de Dienst der Rijksopsporing van Delfstoffen in Nederland (ROD) op. In 1918 werd deze dienst omgezet in de Rijks Geologische Dienst en gevestigd in Haarlem. De RGD kreeg een ruimere taak dan zijn voorganger: naast de opsporing van delfstoffen werd de RGD belast met het geologisch in kaart brengen van de Nederlandse ondergrond. Bij de 'kartering' worden zowel de opbouw van de ondergrond als de geologische processen die zich daarin afspelen, onderzocht en beschreven.
Om bezuinigingsredenen werd de RGD in 1936 ondergebracht in de Geologische Stichting, opgericht door de minister van Waterstaat. De Stichting bestond uit twee afdelingen: de Afdeling Geologische Kaart (vanaf 1948: Afdeling Geologische Dienst) in Haarlem en de Afdeling Geologisch Bureau voor het Mijngebied in Heerlen. Bij het Geologisch Bureau was na de oorlog personeel van de Staatsmijnen en van de Vereniging van Gezamenlijke Mijnen, de branchevereniging van de particuliere steenkoolmijnindustrie, gedetacheerd. Na de grote aardgasvondsten begin jaren zestig meende de regering dat het geologisch toezicht op de opsporing en exploitatie van delfstoffen beter in handen van de staat gelegd kon worden. Daarom stelde de minister van Economische Zaken per 1 januari 1968 de Rijks Geologische Dienst in. Taken en personeel van de Geologische Stichting gingen naar deze 'tweede' RGD over. De RGD is een buitendienst van het Ministerie van Economische Zaken.
Na de heroprichting van de RGD in 1968 werd de organisatorische tweedeling, die vanaf 1936 had bestaan, opgeheven. In Haarlem kwam het hoofdkantoor van de dienst. Van oudsher heeft de RGD een regionale structuur met een allengs afnemend aantal districtskantoren (1996: drie districtskantoren). Het aantal hoofdafdelingen van de RGD is in de loop der tijd teruggebracht tot drie: de hoofdafdeling Ondiepe Ondergrond, de hoofdafdeling Diepe Ondergrond en de hoofdafdeling Wetenschappelijk Laboratorium. In 1995 kreeg de dienst een programmastructuur. De RGD had in 1995 ca. 195 mensen in dienst. De belangrijkste partner van de RGD is het TNO-Instituut voor Grondwater en Geo-Energie (TNO-GG). In taakstelling trad de laatste vijf jaar een geringe overlapping op, omdat TNO-GG, van 1967 tot 1991 Dienst Grondwaterverkenning TNO (DGV-TNO), zijn taak uitbreidde tot geo-energieonderzoek, terwijl de RGD op landelijke schaal geohydrologisch onderzoek in zijn takenpakket opnam.
Per 1 april 1997 wordt het Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen (NITG) opgericht. Formeel wordt de RGD ingevolge besluit van de minister van EZ van 2 juni 1997, Stcrt. 1997, 103, per 1 september 1997 opgeheven. Als instelling voor toegepaste mijnbouwgeologie deed de RGD al van oudsher aan lokaal geohydrologisch onderzoek in Zuid-Limburg. Door de fusie valt de uitvoering van de taken van de RGD onder TNO, waardoor de positie tegenover de minister van EZ zelfstandiger wordt. Het NITG zal, zo luidt de missie, fungeren als "hèt centrale geowetenschappelijke informatie- en onderzoeksinstituut van Nederland, ten behoeve van het duurzaam beheer en gebruik van de ondergrond en de ondergrondse natuurlijke bestaansbronnen."
Taakuitvoering
De RGD is een rijksdienst die toegepast geowetenschappelijk onderzoek, informatiebeheer en advisering als hoofdtaken heeft. Het werkterrein van de RGD is de ondergrond van Nederland. De ondergrond wordt onderscheiden in de ondiepe (tot ca. 500 m.) en de diepe ondergrond (tot 5 km.). Het bodemkundig onderzoek (tot ca. 1 meter) is een apart werkterrein binnen het aardkundig onderzoek en valt buiten het takenpakket van de RGD. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) oefent toezicht uit bij de werkzaamheden. ( Voor de taken van Staatstoezicht op de Mijnen wordt verwezen naar het RIO Energiedelfstoffen. Een institutioneel onderzoek naar het beleid van de rijksoverheid met betrekking tot de in Nederland aangetroffen energiedelfstoffen over de jaren 1946-1994, Den Haag 1999. ) De brede doelstelling van de RGD luidt: het beschikbaar stellen van geologische kennis en het geven van adviezen aan de Nederlandse overheid en de Nederlandse samenleving over de ondergrond van Nederland.
Hoewel in de loop der tijd de accenten anders gezet zijn, veranderden de taken van de Rijks Geologische Dienst vanaf 1918 niet wezenlijk. De taken omvatten:
  1. Adviseren van de minister van Economische Zaken in geologische aangelegenheden, in het bijzonder inzake opsporing en winning van delfstoffen;
  2. Interpreteren en bewerken van gegevens die bij het opsporen en winnen van delfstoffen of anderszins beschikbaar komen;
  3. Samenstellen en verzorgen van de geologische kaart van Nederland en het Nederlandse gedeelte van de Noordzee;
  4. Verzamelen en toegankelijk maken van geologische gegevens en verrichten van geologisch speur- en ontwikkelingswerk;
  5. Uitvoeren van opdrachten en geven van adviezen en informatie op geologisch gebied aan overheidsinstanties en particulieren in binnen- en buitenland.
Uit de eerste en de vijfde taakomschrijving blijkt duidelijk, dat de RGD niet alleen de minister van EZ ondersteunt. Meer dan de helft van zijn tijd besteedt de RGD aan dienstverlening aan derden. Doelgroepen van de dienst zijn:
  • overige rijksorganen en staatsdeelnemingen (met name DSM);
  • lagere overheden en nutsbedrijven;
  • programmabureaus (Senter, Novem);
  • de Wereldbank e.a. internationale organisaties die ontwikkeling van toegepast geowetenschappelijk
  • onderzoek in ontwikkelingslanden ondersteunen;
  • bedrijfsleven;
  • onderwijs en wetenschappen;
  • het publiek.
Daarnaast zijn de relaties met een aantal verwante overheidsinstellingen voor het functioneren van de RGD als onderzoeks- en kennisinstituut van groot belang.
Commissies
In 1984 heeft de regering de Commissie Opberging te Land (OPLA) ingesteld, met als doel de berging in zoutkoepels voor te bereiden. In overeenstemming met de Nota Radioactief Afval heeft de Beleidscommissie ILONA (Integraal Landelijk Onderzoek Nucleair Afval) de OPLA verzocht een studie te doen naar de mogelijkheden van
verwijdering van radioactief afval in een berging in zoutformaties in Nederland.
In 1995 stelde de regering de Commissie Opberging Radioactief Afval (CORA) in. Deze commissie heeft als doel studies te verrichten naar bovengrondse en ondergrondse terugneembare bergingsmethoden voor meerdere bodemlagen (zout en klei).
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief bestaat uit werkarchief. Het komt voort uit de informatiebehoefte van de individuele werknemers van de voormalige Rijks Geologische Diensten en van de Geologische Stichting en is naar eigen behoefte gevormd. Het werkarchief is per dossier geordend op onderwerp. De structuur binnen de dossiers is niet eenduidig. Naar behoefte zijn door individuele medewerkers verzamelingen aangelegd en naar eigen inzicht op diverse wijzen geordend.
Aanvulling 2019
Het archief was, voorafgaand aan de bewerking door Doc-Direkt, opgeslagen in het depot van het Ministerie van Economische Zaken. Het archief was bij het Ministerie van Economische Zaken ingeleverd nadat de Rijks Geologische Dienst was opgegaan in het Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen (NITG)
De algemene serie en de serie H waren in onderwerpsmappen geordend. De serie OPLA
en CORA betreft een commissie. Er was geen registratuurplan of een overzicht van de gebruikte onderwerpsbenamingen. Aan de hand van de registratiekenmerken (met name het stempel op ingekomen stukken) waren de onderwerpsbenamingen te reconstrueren. Stukken waren soms in meerdere mappen geborgen, daartoe waren kopieën gemaakt.
Er was, voorafgaand aan de bewerking door Doc-Direkt, niets uit het archief vernietigd. Het OPLA-deel was wel ontdaan van dubbele stukken. Het archief was compleet voor zover de archieven waren ingeleverd bij het Ministerie van Economische Zaken. Waarom er in het archief geen stukken over de samenstelling van de geologische kaart van Nederland en het Nederlandse gedeelte van de Noordzee (zie onder taken, nummer 3) zijn aangetroffen is onduidelijk. Lopende zaken waren conform het Besluit Archiefoverdrachten Rijksadministratie meegenomen naar het NITG.
Onderzoeksgegevens waren eveneens meegenomen naar het NITG.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Aanvulling 2019
Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Rijks Geologische Dienst (RGD) over de periode 1969 - 1997. Het betreft stukken over de organisatie en taken van de RGD op het gebied van geologische aangelegenheden.
  1. de opsporing en winning van delfstoffen
  2. het inventarisatieonderzoek Nederlandse kolenvoorkomens
  3. de opberging van radioactief afval
  4. de grondwaterverkenning
  5. de bodemdaling.
Selectie en vernietiging
Selectie en vernietiging [2012]
Voor de bewerking van het archief is gebruik gemaakt van de volgende selectielijsten:
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein arbeidsverhoudingen bij de overheid over de periode 1945-1995 (1997) vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSA/2001/865 d.d. 30 juli 2001 (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200 / pag. 10). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier. Deze lijst is gepubliceerd in de Staatscourant van 20 november 2007, nr. 225 / p. 15 en gerectificeerd in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26.
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein arbeidsvoorwaarden rijkspersoneel over de periode 1945-1996 vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSA/2001/865 d.d. 30 juli 2001 (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200 / pag. 10). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier. Deze lijst is gepubliceerd in de Staatscourant van 20 november 2007, nr. 225 / p. 15 en gerectificeerd in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26.
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein formatiebeleid, arbeidsmarkt beleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945-1996, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSA/2001/865 d.d. 30 juli 2001 (Stcrt. 17 oktober 2001, nr. 201 / pag. 10). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier. Deze lijst is gepubliceerd in de Staatscourant van 20 november 2007, nr. 225 / p. 15 en gerectificeerd in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein personeelsinformatievoorziening en –administratie over de periode 1945-1996 vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSA/2001/865 d.d. 30 juli 2001 (Stcrt. 17 oktober 2001, nr. 201 / pag. 10). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier. Deze lijst is gepubliceerd in de Staatscourant van 20 november 2007, nr. 225 / p. 15 en gerectificeerd in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein arbeidsomstandigheden bij de rijksoverheid over de periode 1945-1996, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSA/2001/865 d.d. 30 juli 2001 (Stcrt. 17 oktober 2001, nr. 201 / pag. 10). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier. Deze lijst is gepubliceerd in de Staatscourant van 20 november 2007, nr. 225 / p. 15 en gerectificeerd in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S/031692 d.d. 11 juli 2003 (Stcrt. 20 oktober 2003, nr. 202/pag. 11).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het beleidsterrein Energiebeleid en Energiedelfstoffen vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/05/1425 d.d. 7 juli 2005 (Stcrt 13 januari 2006, nr. 10 / pag. 14).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het beleidsterrein Beheer van de Rijksbegroting 1940 - 1993 vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. 98.28.RWS/JW d.d. 8 januari 1998 (Stcrt.1998, blz. 142), geactualiseerd op d.d. 16 augustus 2006, C/S&A/06/1946 (Stcrt. 11 september 2006, nr. 176/pag. 13).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999 vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/05/1199 d.d. 5 juli 2005 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245 / pag. 25), rekening houdend met de publicatie in de staatscourant op 14 juni 2007 (nr. 112 / pag.10)
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945 vastgesteld bij beschikking van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/526, d.d. 12 maart 2007 (Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142 / pag. 6).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het persoondossier, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/1514 d.d. 16 augustus 2007 (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225/pag. 15), rekeninghoudend met de geplaatste rectificatie geplaatst in de Staatscourant d.d. 18 december 2007 (nr. 245 / pag.28)
De omvang van het archief bedroeg vóór bewerking 15 strekkende meter. In totaal kwam 6,5 strekkende meter archief in aanmerking voor bewaring en overbrenging en 8,5 strekkende meter kwam voor vernietiging in aanmerking.
Selectie en vernietiging [2019]
De selectie heeft plaatsgevonden aan de hand van de volgende vastgestelde Basis Selectie Documenten (BSD's):
  1. [15] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Beheer van de Rijksbegroting over de periode vanaf 1945, 16 augustus 2006/Nr. C/S&A/06/1946 (Stcrt.nr. 2006-176)
  2. [45] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen op het beleidsterrein Rijkshuisvesting voor het Ministerie van Economische Zaken vanaf 1945, 12 maart 2007/Nr. C/S&A/07/526 (Stcrt.nr. 2007-142)
  3. [75] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945-1996, 30 juli 2001/R&B/OSA/2001/865 (Stcrt.nr. 2001-201)
  4. [82] Selectielijsten voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op de beleidsterreinen Energiebeleid en Energie Delfstoffen over de periode vanaf 1945, 7 juli 2005/Nr. C/S&A/05/1425 (Stcrt. 2006-10)
  5. [83] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945, 12 maart 2007/Nr. C/S&A/07/526
    (Stcrt. 2006-10)
  6. [92] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening over de periode 1945–1999, 11 juli 2003/Nr. C/S/03/1692 (Stcrt.nr. 2003-202)
  7. [143] Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999, 5 juli 2005/Nr. C/S&A/05/1199 (Stcrt.nr. 2005-245)
  8. [168] Basisselectiedocument voor de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, 16 augustus 2007/Nr. C/S&A/07/1514 (Stcrt. 2007-225)
Verantwoording van de bewerking
Verantwoording van de bewerking [2012]
Het ministerie van Economische Zaken heeft de Centrale Archief Selectiedienst opdracht gegeven het werkarchief van de Rijks Geologische Dienst en taakvoorgangers in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen opdat dit archief kan worden overgebracht naar het Nationaal Archief. Dit archief beslaat de periode 1917 – 1975 (1978). De reden voor het aanmerken van 1975 als eindcesuur ligt in het feit dat dit archief is bewerkt in het kader van het Project Wegwerken Archiefachterstand (PWAA). Het PWAA heeft als doelstelling al het archief van vóór 1976 prioriteit in de bewerking te geven opdat deze archieven voor 1 januari 2009 overgebracht kunnen worden naar het Nationaal Archief. In deze inventaris zit 1 dossier met een datering van na 1975. Deze sloot aan op een bijbehorend dossier en daarom is er voor gekozen dit dossier toch in deze inventaris op te nemen.
Er moet opgemerkt worden dat deze inventaris niet alle archief van de Rijks Geologische Dienst omvat. Het hoofdarchief van de Rijks Geologische Dienst bevindt zich vermoedelijk bij TNO-NITG te Utrecht.
De materiële verzorging van het te bewaren archief is verricht conform de geldende regelingen.
Verantwoording van de bewerking [2019]
Als basis voor de bewerking werd een Beslisdocument Archiefbewerking Rijks
Geologische Dienst opgesteld, dat in 2016 werd ondertekend door Doc-Direkt, het Ministerie van Economische Zaken en het Nationaal Archief. Hierin zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en overbrenging vastgelegd.
De omvang van het archief voor aanvang van de bewerking was 33,875 meter. Na bewerking van het archief is in totaal 16 meter archief voor bewaring overgebleven. De archiefstukken die voor bewaring in aanmerking komen zijn overgedragen aan het
Nationaal Archief. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze
zijn aan het ministerie van Economische Zaken ter beschikking gesteld, als bijlage bij het
voorstel voor vernietiging.
Bij de beschrijvingen van de in de inventaris opgenomen dossiers ontbreekt in veel gevallen een actieve handeling. Dit heeft te maken met de wijze van opbergen van de documenten, nl. op onderwerp. In de onderwerpsdossiers zijn alle aspecten met
betrekking tot de uitvoering van een taak (volgen, analyseren en becommentariëren) ten aanzien van een bepaald onderwerp verzameld.
Het beginjaar van het archief is 1976. Incidenteel bevinden zich in het archief stukken van
vóór de begincesuur. Uit praktische overwegingen zijn deze stukken opgenomen in deze
inventaris. Het eindjaar van het archief is 1997.
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten.
Ordening van het archief
Aanvulling 2019
Het archief is primair op archiefvormer geordend. De rubrieksindeling is dezelfde als die van de inventaris van het archief van de Rijks Geologische Dienst en taakvoorgangers van het Ministerie van Economische Zaken, 1917 - 1975 (1978), toegangnummer 2.06.109 [gepubliceerd in 2012]. De beschrijvingen van het archief over de periode 1969 - 1997 zijn aan deze inventaris toegevoegd en zijn te vinden onder de rubriek "Rijks Geologische Dienst [aanvulling 2019]".

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Economische Zaken: Rijks Geologische Dienst RGD, nummer toegang 2.06.109, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, EZ / Geologische Dienst Rijks Geologische Dienst, 2.06.109, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen