Archief
Titel
2.06.183 Inventaris van het archief van het Directoraat-Generaal voor Industrie en Regionaal Beleid, 1986-1992
Auteur
Doc-DirektVersie
28-06-2019
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
2018 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Ministerie van Economische Zaken: Directoraat-Generaal Industrie en Regionaal Beleid (DGIR), EZ / DG Industrie en Regionaal Beleid [DGIR]
Periodisering
archiefvorming: 1986-1992 oudste stuk - jongste stuk: 1986-1992
Archiefbloknummer
E37Omvang
; 4513 inventarisnummer(s) 132,90 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschriften.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Directoraat-Generaal voor Industrie en Regionaal Beleid, , 1986 - 1992Samenvatting van de inhoud van het archief
Het archief bevat de neerslag van de handelingen van het Directoraat-Generaal voor Industrie en Regionaal Beleid op het gebied van de Nederlandse industrie en het regionaal beleid. Het directoraat-generaal had onder meer als taak het behandelen van aangelegenheden met betrekking tot het stimuleren en ondersteunen van vernieuwings- en innovatie-inspanningen, het ontwikkelen van de kansen voor het Nederlands bedrijfsleven, het leveren van een bijdrage aan Europese programma’s en het verbeteren van de voorwaarden waaronder de industrie moest functioneren.
Het archief bevat archiefbescheiden die betrekking hebben op de organisatie, waaronder het evalueren van de organisatie en het reorganiseren van het DGIR, en de taakuitvoering. Grote delen van de taakuitvoering hebben betrekking op het verlenen van subsidies en het toekennen en uitkeren van premies van vastgestelde investeringskosten aan ondernemingen voor bijvoorbeeld de vestiging en uitbreiding van hun bedrijf. Tevens bevat het archief dossiers die betrekking hebben op het verlenen van steun aan ondernemingen in de scheepsbouwindustrie (rubriek 1.824.2:629.12).Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
In 1986 werd het Directoraat-Generaal voor Industrie en Regionaal Beleid (DGIR) ingesteld en nam grotendeels de taken over van het Directoraat-Generaal voor Industrie (DGI) en gedeeltelijk van het Directoraat-Generaal voor Prijzen, Ordening en Regionaal Beleid (POR). De hoofdtaak van het DGIR was het behandelen van aangelegenheden betreffende de Nederlandse industrie en het regionaal beleid.
Het DGIR vervulde een rol binnen de volgende beleidselementen en –lijnen:
- Aandachtsgebiedenbeleid. Dit was gericht op het van de grond komen van kansrijke activiteitenvelden, product-/marktcombinaties en uiteindelijk in kansrijke ondernemingsactiviteiten. Vanaf begin 1987 werd een programmatische aanpak gevolgd, waarbij min of meer thematisch gewerkt ging worden en externe deskundigen bij de advisering rond themakeuzes, beoordelingscriteria en concrete projecten werden betrokken.
- Functioneel beleid. Het ging hierbij voornamelijk om functionele ondernemings- en bedrijfsvoeringsaspecten als kwaliteit, management, productiviteit en scholing. Concrete activiteiten waren vooral gericht op informatievoorziening, bewustmaking en demonstratie.
- Acquisitiebeleid. Dit beleid was gericht op het aantrekken van waardevolle buitenlandse ondernemings- en productieactiviteiten die een verrijking vormden voor de Nederlandse productiestructuur en een directe of indirecte bijdrage leverden aan de werkgelegenheid. De nadruk lag onder andere op de biotechnologie, micro-elektronica, medische technologie en distributie/transito.
- Overheidsaanschaffingenbeleid. Dit beleid beoogde de mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven te verbeteren om sterker te profiteren van overheidsaankopen, onder meer door een verbeterde informatievoorziening. Het DGIR speelde hierbij een coördinerende en stimulerende rol.
- Militaire productie. Doelstellingen van dit beleid waren voornamelijk een optimale inschakeling van de Nederlandse industrie, het bevorderen van innovatie via gerichte aanschaffingen en het bevorderen van het kwaliteitsniveau bij de betreffende bedrijven.
- Internationale programma’s. De rol van het DGIR was gelegen bij het leveren van bijdragen aan de vormgeving van Europese programma’s (bijvoorbeeld Esprit, BRITE, RACE en Eureka), informatieverschaffing aan het Nederlandse bedrijfsleven over deze programma’s en stimulering van de participatie van het bedrijfsleven hierin.
- Sectorbeleid. Hierbij werd steeds meer de aandacht gericht op stimulering en ondersteuning van vernieuwings- en innovatie-inspanningen.
- Sector- en bedrijvenwerk. Onderdeel van het sector- en bedrijvenwerk was het volgen van relevante ontwikkelingen binnen de onderscheiden sectoren en bedrijfstakken, als input voor het proces van de beleidsformulering en om vragen van de politiek te kunnen beantwoorden.
Naast deze acht beleidselementen en –lijnen vervulde het DGIR ook een rol bij de verbetering van de voorwaarden waaronder de industrie moest functioneren. Waarnodig en voor zover dit paste in het industriebeleid, trad het DGIR daartoe in overleg met andere overheidsonderdelen teneinde de belangen van de industrie evenwichtiger te doen meewegen in het beleid op terreinen als de arbeidsmarkt, het onderwijs, de belastingwetgeving, ontwikkelingssamenwerking, het milieubeheer en de ruimtelijke ordening. Nadrukkelijk speelde het DGIR een rol in de totstandkoming van het exportbeleid en het energiebeleid.
Kortom, het DGIR had een tweeledige functie. Allereerst had het DGIR een algemene functie bestaande uit het ondersteunen van overheid en politiek bij zaken die de industrie betroffen, alsmede uit bemiddeling en dienstverlening ten behoeve van de industrie voor zover dit paste binnen het industriebeleid. Ten tweede had het DGIR een beleidsmatige functie bestaande uit het mede richting geven aan het algemeen economisch beleid, het vormen en evalueren van op de industrie gericht beleid als onderdeel van het totale overheidsbeleid en het algemene economische beleid, evenals uit het uitvoeren en duidelijk presenteren van dit industriebeleid.
Het DGIR bestond uit de volgende organisatie-onderdelen:
- Managementteam DGI & R; 1987-1990
- Eureka-secretariaat; 1987-1988. EUREKA is een intergouvernementele organisatie van 34 landen, waaronder alle lidstaten van de Europese Unie. Zij werd in 1985 opgericht en is bedoeld om de competitiviteit van de Europese industrie en partnerschappen tussen ondernemingen en onderzoeksinstellingen te ondersteunen en bevorderen. Het netwerk heeft geen eigen middelen voor projectfinanciering, maar speelt een katalytische rol door de projectvoorstellen aan een internationale kwaliteitscontrole te onderwerpen, en aan de geschikt bevonden projecten het internationaal erkend EUREKA-label toe te kennen.
- Stafafdeling Algemeen Secretariaat (AS); 1986-1987, vanaf 1989 Bureau Managementondersteuning; 1989-1992. Deze afdeling was belast met de zorg voor de administratie, organisatie en automatisering, alsmede de personele, organisatorische en formatieve aangelegenheden van het DGIR.
- Stafafdeling Beleidsplanning en Analyse (SBA); 1986-1987, vanaf 1988 Stafdirecties (STAF) 1988, vanaf 1989 zijn de taken overgegaan naar de Directie Algemeen Industriebeleid (AIB) en het Bureau Managementondersteuning. Deze afdeling was belast met:
- het coördineren van het algemene en bedrijfstakgerichte industriebeleid;
- het ontwikkelen, presenteren en implementeren van beleid op langere termijn;
- het coördineren en beheren van de DGIR-begroting;
- het initiëren en uitvoeren van beleidsondersteunend statisch onderzoek;
- het onderhouden van internationale terzake
- (vanaf 1988) het onderhouden van administratieve organisatie;
- (vanaf 1988) de zorg voor de administratie, organisatie en automatisering, alsmede de personele en formatieve aangelegenheden van het DGIR.
- Hoofddirectie Regionale Economische Politiek (REP); 1986-1992. Deze directie was belast met:
- het voorbereiden en uitvoeren van het regionaal-economisch beleid, in het bijzonder ter stimulering van de werkgelegenheid in daartoe aangewezen gebieden;
- het bevorderen van een doelmatige spreiding van industrie en diensten;
- het uitvoeren van en leiding geven aan onderzoek op het gebied van de sociaal-economische ontwikkeling van de regio’s;
- het verzamelen van gegevens over vestigingsmogelijkheden;
- het behandelen van onder andere:
- premie-aanvragen voor de vestiging en uitbreiding van bedrijven;
- beleidsaangelegenheden ten aanzien van regionale ontwikkelingsmaatschappijen;
- vormgeven en coördineren van het beleid in het kader van het Integraal Structuurplan voor het Noorden des Lands, en de perspectievennota voor Zuid-Limburg, alsmede van de regioprogramma’s voor Twente, Midden-Limburg en Noord-Brabant;
- regionale aangelegenheden in Europees communautair verband;
- aangelegenheden in het kader van de ruimtelijke ordening en de infrastructuur;
- economische aangelegenheden in het kader van de ruimtelijke ordening en de infrastructuur.
- Directie Algemeen Industriebeleid (AIB); 1986, vanaf 1987 zijn de taken overgegaan naar Directie Industriële Research & Structuur (IRS). Deze directie was belast met:
- het vormgeven, presenteren en (doen) uitvoeren van het algemene industriebeleid, zowel nationaal als internationaal;
- het behandelen van alle functionele beleidsvraagstukken waarmee de industrie in zijn contact met de overheid wordt geconfronteerd, met uitzondering van beleidsvraagstukken op het terrein van research en ontwikkeling.
- Directie Research en Ontwikkeling; 1986, vanaf 1987 Directie Industriële Research & Structuur (IRS); 1987-1988, vanaf 1989 Directie Algemeen Industriebeleid (AIB); 1989-1992. Deze directie was belast met:
- het vormgeven, presenteren, behartigen en uitvoeren van het industriebeleid (vanaf 1987) en technologiebeleid zowel in nationaal als internationaal verband;
- het begeleiden en controleren van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten;
- (vanaf 1987) het behandelen van functionele beleidsvraagstukken waarmee de industrie in zijn contact met de overheid wordt geconfronteerd;
- het vormgeven aan het aandachtsgebiedenbeleid en het programmatisch invullen hiervan richting bedrijfsleven en richting kennisinfrastructuur;
- (vanaf 1989) het coördineren en beheren en administratieve organisatie van de DGIR-begroting;
- (vanaf 1989) het informatiseren, automatiseren, secretariaatswerkzaamheden en parlementaire coördinatie ten behoeve van het DGIR;
- (vanaf 1989) het voeren van het secretariaat van de Interdepartementale Commissie inzake het Economische Structuurbeleid (ICES).
- Directie Proces Lichte en Elektronische Industrie; 1986, vanaf 1987 Directie Proces Lichte Industrie (PLI); 1987-1992. De directie was belast met de taken:
- het coördineren van de vorming en uitvoering van het industriebeleid in diverse bedrijfstakken, zowel voor de nationale als de internationale aspecten (vanaf 1987 de bedrijfstakken (lichte industrie) chemie, metallurgie, bouwmaterialen, textiel en papier);
- het vormen en uitvoeren van het industriebeleid in deze bedrijfstakken, zowel voor de nationale als de internationale aspecten;
- het uitoefenen van de bemiddelingsfunctie, ten behoeve van individuele bedrijven en bedrijfsorganisaties;
- (vanaf 1989) het uitoefenen van de coördinatie op het gebied van normalisatie en certificatie, alsmede de functionele taken op het gebied van bedrijf.
- Directie Chemie, Metallurgie, Bouwmaterialen en Papier; 1986, vanaf 1987 overgeheveld naar Directie Proces Lichte Industrie (PLI) en Directie Fabricage en Zware Industrie (FZI). De directie was belast:
- het vormen en uitvoeren van het industriebeleid in deze bedrijfstakken, zowel voor de nationale als de internationale aspecten;
- het uitoefenen van de bemiddelingsfunctie van DGIR in contacten met individuele bedrijven en bedrijfstakorganisaties.
- Directie Metaalverwerkende Industrie; 1986, vanaf 1987 Directie Fabricage en Zware Industrie (FZI); 1987-1992. De directie was belast met:
- het vormen en uitvoeren van het industriebeleid in deze bedrijfstakken, zowel voor de nationale als de internationale aspecten (vanaf 1987 de bedrijfstakken elektrotechniek, machinebouw, transportmiddelen en scheepsbouw);
- het uitoefenen van de bemiddelingsfunctie van DGIR in contacten met individuele bedrijven en bedrijfstakorganisaties.
- Commissariaat voor Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN); 1986-1992. Dit commissariaat was belast met:
- het vormgeven en uitvoeren van het wervingsbeleid in binnen- en buitenland betreffende de vestiging en uitbreiding van industriële en dienstverlenende bedrijven in Nederland;
- het coördineren van overheidsaspecten met betrekking tot deze projecten, projectenbegeleiding en voorbereiding van overeenkomsten terzake;
- het informeren en adviseren van bedrijfsleven in binnen- en buitenland over vestigingsmogelijkheden en stimuleringsmaatregelen (het bemiddelen bij joint-ventures en overnames).
- Commissariaat Militaire Productie en Economische Verdedigingsvoorbereiding; 1986, vanaf 1987 Commissariaat Militaire Productie en Economische Verdedigingsvoorbereiding en Overheidsopdrachten (CMPO); 1987-1992. Dit commissariaat was belast met beleidsvoering inzake de:
- militaire productie in Nederland;
- Nederlandse industriële betrokkenheid bij civiele (vanaf 1987) en militaire overheidsopdrachten in het buitenland;
- economische verdedigingsvoorbereiding;
- behandeling van aangelegenheden betreffende:
- behoefte aan, de ontwikkeling en productie van, de voorziening en het onderhoud van militair materieel voor de Nederlandse krijgsmacht en voor die van bevriende mogendheden, alsmede de optimale inschakeling van het Nederlandse bedrijfsleven daarbij;
- taakvervulling van het Ministerie van Economische Zaken onder bijzondere omstandigheden in het kader van de civiele verdediging van Nederland in NAVO-verband.
De archieven van het Commissariaat voor Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN) en van het Commissariaat Militaire Productie en Economische Verdedigingsvoorbereiding en Overheidsopdrachten (CMPO) zijn hier niet bewerkt en maken dus geen onderdeel uit van deze toegang. Deze beide archieven zijn afzonderlijk gevormd en hebben nooit deel uit gemaakt van het archief van DGIR. De beide commissariaten vormden zelfstandige entiteiten, bestuurlijk waren ze weliswaar aan de DGIR “gehangen” maar verder functioneerden ze zelfstandig. Om deze redenen zijn deze beide archieven buiten deze bewerking gelaten.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De structuur van het archief is niet eenduidig. Dit is het gevolg van het feit dat het archief bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds is er een werkarchief en anderzijds een algemeen secretariearchief. Het werkarchief is het resultaat van een jarenlange versnippering en versplintering van het Ministerie van Economische Zaken over verschillende gebouwen. Hierdoor hield vrijwel elke afdeling een eigen archief bij. Beide archieven bestaan naast elkaar en zijn even belangrijk om de geschiedenis, taken en organisatie van het DGIR zo volledig mogelijk in beeld te brengen. Een groot nadeel van het werkarchief is echter wel dat aan dit archief geen (eenduidige) ordening is toegekend. De dossiers zijn vaak gevormd op basis van een of meerdere onderwerpen, maar kennen geen algemene code.
Het algemeen secretariearchief is geordend op basis van het Archiefplan voor het Ministerie van Economische Zaken. Dit archiefplan bestaat uit onderwerpen waar het ministerie bemoeiing mee kan krijgen. De onderwerpen zijn systematisch bijeengebracht. Per onderwerp is een code toegekend met een nadere onderverdeling in decimale notaties.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2018 door Ministerie van Economische Zaken overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
Het archief beslaat de periode (1953) 1986-1992 (1998). Het archief heeft betrekking op het versterken van de Nederlandse industrie en het ontwikkelen van het regionaal beleid. Grote delen van het archief hebben betrekking op het verlenen van subsidies en het toekennen en uitkeren van premies van vastgestelde investeringskosten aan ondernemingen voor bijvoorbeeld de vestiging en uitbreiding van hun bedrijf. Tevens bevat het archief dossiers die betrekking hebben op het verlenen van steun aan ondernemingen in de scheepsbouwindustrie (rubriek 1.824.2:629.12).
Selectie en vernietiging
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Beheer van de Rijksbegroting over de periode vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/06/1946 d.d. 16 augustus 2006 (Stcrt. 11 september 2006, nr. 176/pag. 13);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Voorlichting van de rijksoverheid, over de periode 1945–, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/1164, d.d. 3 mei 2007 (Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112/pag. 10);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein staatsdeelnemingen en financiering van het bedrijfsleven over de periode 1945-1995, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSTA/2000/1678, d.d. 20 september 2000 (Stcrt. 26 oktober 2000, nr. 208/pag. 8);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein arbeidsverhoudingen bij de overheid over de periode 1945-1995 (1997), vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSA/2001/865, d.d. 30 juli 2001 (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200/pag. 10);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken als vakminister en de onder hem als vakminister ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein formatiebeleid, arbeidsmarkt, beleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945-1996, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. R&B/OSA/2001/865, d.d. 30 juli 2001 (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200/pag. 10);
- Selectielijsten voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op de beleidsterreinen Energiebeleid en Energie Delfstoffen over de periode vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/05/1425, d.d. 7 juli 2005 (Stcrt. 13 januari 2006, nr. 10/pag. 14);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening over de periode 1945–1999, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S/03/1692, d.d. 11 juli 2003 (Stcrt. 20 oktober 2003, nr. 202/pag. 11);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Economische Mededinging en Industrieel Eigendom over de periode vanaf 1946, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/2939, d.d. 7 december 2007 (Stcrt. 8 januari 2008, nr. 5/pag. 26);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Milieubeheer over de periode vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/09/820, d.d. 1 april 2009 (Stcrt. 24 april 2009, nr. 78/pag. 1);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Adelsbeleid, adelsrecht en decoratiestelsel over de periode vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/06/115, d.d. 6 februari 2006 ( Stcrt. 6 juni 2006, nr. 107/pag. 15);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Beroepenkwaliteit over de periode 1940 (1945)–, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/2242, d.d. 20 september 2007 (Stcrt. 18 oktober 2007, nr. 202/pag. 11);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/05/1199, d.d. 5 juli 2005 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245/pag. 25);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenlandse Economische Betrekkingen over de periode vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/06/2008, d.d. 22 augustus 2006 (Stcrt. 10 oktober 2006, nr. 197/pag. 10);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Exportbevordering, internationaal ondernemen en samenwerking over de periode vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/06/1903, d.d. 11 augustus 2006 (Stcrt. 9 oktober 2006, nr. 196/pag. 17);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Industrieën technologiebeleid over de periode vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/06/2200, d.d. 12 september 2006 (Stcrt. 17 oktober 2006, nr. 202/pag. 16);
- Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Regionaal en Ruimtelijk Economisch Beleid 1945–…., vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/1891 d.d. 21 augustus 2007 (Stcrt. 5 oktober 2007, nr. 193/pag. 7);
- Basisselectiedocument voor de Minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/1514, d.d. 16 augustus 2007 (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225/pag. 15), rekening houdend met de gepubliceerde rectificatie in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245/pag. 28.
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Het Ministerie van Economische Zaken heeft de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) opdracht gegeven het archief van het Directoraat-Generaal voor Industrie en Regionaal Beleid (DGIR) in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen opdat dit archief kan worden overgebracht naar het Nationaal Archief. Het archief beslaat de periode (1953) 1986 – 1992 (1998).
De inventaris bevat veel dossiers die betrekking hebben op het toekennen van subsidies en het toekennen en uitkeren van premies van vastgestelde investeringskosten aan ondernemingen voor bijvoorbeeld de vestiging en uitbreiding van hun bedrijf. Een aantal dossiers bevatten stukken die opgesteld zijn voor het beginjaar van de handeling waaronder ze zijn bewaard. Omdat deze dossiers wel degelijk betrekking hebben op het toekennen en uitkeren van investeringskosten zijn deze dossiers, ondanks een andere datering, wel onder deze handelingen bewaard.
In de reeks met investeringspremieregelingen wordt bij sommige eenheden een specificatie gegeven waarvoor de subsidie werd verleend. Bij andere eenheden is dat niet beschreven, omdat het bij deze eenheden alleen ging om bedrijfsuitbreiding of –vestiging. Dit staat immers al beschreven in de hoofdreeks. Tevens zijn er enkele grote bedrijven, zoals bijvoorbeeld Philips, die vestigingen door het hele land hebben en investeringspremie krijgen voor een bepaalde vestiging. Er is besloten deze vestigingen onder de provincie te zetten waar het moederbedrijf c.q. de hoofdvestiging gevestigd is. In het voorbeeld van Philips is dit de provincie Noord-Brabant omdat de hoofdvestiging van Philips in Eindhoven zit.
Volledigheidshalve zijn projectnummers, MEFIS-nummers (de centrale administratie van de begrotingsuitvoering, alsmede de daarmee samenhangende administratie van de verplichtingen werden binnen het ministerie gevoerd met gebruikmaking van een geautomatiseerd nummeringsysteem, het MEFIS, wat een afkorting is voor Ministerie van Economische Zaken Financieel Informatie Systeem) en bouwnummers vermeld in de beschrijvingen van de stukken als deze bekend waren in de dossiers. Echter, als deze nummers niet uit de dossiers waren te halen, is dit achterwege gelaten.
In het archief zijn diverse stukken aangetroffen in andere talen. Het gaat hierbij dan om Arabisch, Chinees, Duits, Engels, Frans, Fries, Italiaans, Noors, Russisch en Spaans.
Tijdens de bewerking zijn stukken die voortgekomen zijn uit het lidmaatschap van Raden van Commissarissen van staatsdeelnemingen op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat uit het archief verwijderd. Deze dossiers zijn geretourneerd aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De materiële verzorging heeft plaats gevonden conform de vigerende regelgeving. Tekeningen, foto’s, diskettes en sheets die zijn aangetroffen, zijn ingepakt in fourflaps. Indien deze zaken zijn aangetroffen, is dit vermeld in de inventaris. De omvang van het archief voor bewerking bedroeg 429,7 m1. Er is 132,875 m1 geselecteerd voor permanente bewaring en overbrenging. Tevens is er 49,375 m1 aangemerkt als vreemd archief en de overige 247,45 m1 komt voor vernietiging in aanmerking.
Ordening van het archief
De beschrijvingen in deze inventaris zijn geordend volgens het Archiefplan voor het Ministerie van Economische Zaken. Deze code is toegespitst op die taken en onderwerpen waar het ministerie zich mee bezig houdt. De dossiers van het algemeen secretariearchief hadden reeds een codering op basis van het Archiefplan en zijn ook onder deze code ondergebracht in de inventaris. Met betrekking tot het werkarchief, dat niet geordend was op basis van het Archiefplan, is gekozen om te kijken naar welke taken het DGIR uitvoerde in de desbetreffende documenten. Vervolgens zijn deze dossiers geordend onder de in het Archiefplan genoemde rubrieken. Het werkarchief en het algemeen secretariearchief zijn geïntegreerd in de inventaris.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Voor zover bekend zijn er geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Economische Zaken: Directoraat-Generaal Industrie en Regionaal Beleid (DGIR), , nummer toegang 2.06.183, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, EZ / DG Industrie en Regionaal Beleid [DGIR] , 2.06.183, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Bewaarplaats van originelen
Niet van toepassing.
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing.
Voor wat betreft de voorgaande periode, zij verwezen naar de “Inventaris van het archief van het Directoraat-Generaal voor Industrie (1966) 1973-1975”, te vinden onder toegangsnummer 2.06.114.
Bijlagen
Geen bijlagen