Terug naar zoekresultaten

2.16.05 Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat: Afdeling Waterstaat A; Afdeling Waterstaat T, 1906-1929

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.16.05
Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat: Afdeling Waterstaat A; Afdeling Waterstaat T, 1906-1929

Auteur

Medew. Schaarsb.

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1979 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Waterstaat: Afdeling Waterstaat
Waterstaat / Afd. Waterstaat

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1906-1929

Archiefbloknummer

W27001

Omvang

; 3075 inventarisnummer(s) 390,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normaal geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Waterstaat

Samenvatting van de inhoud van het archief

De afdeling Waterstaat had een uitgebreid takenpakket: dijkbeheer van de grote rivieren, aanleg en onderhoud van kanalen, toezicht op de binnenscheepvaart, beheer en onderhoud van zeeweringen, havens, toezicht op droogmakerijen, indijkingen en verveningen, aanleg en onderhoud van wegen. Het archief bestaat uit rubrieken, die de onderwerpen weergeven waarmee de afdeling bemoeienis had. Binnen een rubriek zjn de stukken chronologisch geordend en te raadplegen met behulp van jaarlijkse indices en klappers. Omvangrijke rubrieken betreffen onder meer: kanalen, zoals het Noordzeekanaal, het Merwedekanaal, de Zuid-Willemsvaart; rivieren; zeeweringen; wegen; tramwegen; havens; personeel van de waterstaat; polderbesturen; goedkeuring van reglementen van waterschappen; onteigening ten behoeven van openbare werken; heffingen. Nieuwe taken vonden hun neerslag in rubrieken als: electriciteitsvoorziening (vanaf 1918); luchtvaart (vanaf 1920) en geologische dienst (vanaf 1922). Anderzijds eindigt een rubriek betreffende de rijksgebouwen in 1922, omdat deze taak in dat jaar overging op het ministerie van Financiën.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
1. Organisatie
De toenemende overheidsbemoeienis openbaarde zich sterk bij de terreinen die door het ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid werden behartigd. In 1905 achtte de regering een splitsing van het sterk gegroeide departement noodzakelijk. Ook streefde men er naar het sociaal-economische beleid te concentreren in één ministerie. In dat jaar werden de beleidsterreinen handel, nijverheid en landbouw afgescheiden van WHN en mét de afdeling Arbeid van Binnenlandse Zaken verenigd binnen het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Het restant van WHN werd het ministerie van Waterstaat, dat tot 1945 bleef bestaan.
Het departement van Waterstaat kreeg aldus in 1905 weer een overwegend technisch-specialistisch karakter. Naast de afdelingen Kabinet/Algemene Zaken en Generaal Secretariaat (in 1926 verenigd in één afdeling) had het ministerie twee taakafdelingen: Waterstaat en Spoorwegen. De eerste werd in 1918 gesplitst in Waterstaat T (technische zaken) en A (adminstratieve zaken), zoals dat ook al in de jaren 1900-1903 het geval was geweest. Aan het hoofd van elke afdeling stond een van de beide Inspecteurs-generaal, die samen sinds 1914 de tweehoofdige leiding vormden van het korps ingenieurs van de Waterstaat
Onder de Directie van de Waterstaat ressorteerden verschillende functionele diensten. Zo was er de al in 1875 opgerichte dienst Rivierbeheer. Vanaf 1923 dateert het district Wegentechniek. Vanaf 1920 fungeerde onder de afdeling Waterstaat A een bureau Luchtvaart, in 1930 omgezet in de 'Luchtvaartdienst', waaraan de departementale taak ten aanzien van de burgerluchtvaart werd gedelegeerd.
2. Taken
Tussen het departement en 'het veld', de ingenieurs in de regionale directies, bestond een bepaalde werkverdeling. Den Haag hield zich vooral bezig met het beleid: de voorbereiding en wijziging van wet- en regelgeving, de bestuurlijke voorbereiding van grotere openbare werken, het opmaken van begrotingen en het verrichten van financiële controle. Het korps ingenieurs was vooral met uitvoerende taken belast: het ontwerpen van nieuwe projecten en onderhoudswerken, het opmaken van berekeningen en bestekken, het rapporteren over de aanbestedingen en het houden van toezicht op de uitvoering van werken.
Vrijwel alle werken werden in het openbaar aanbesteed. In 1817 werd een aanbestedingsreglement vastgesteld, dat ruim honderd jaar van kracht bleef. Voor de opstelling van bestekken golden de 'Algemene Voorschriften' van de Waterstaat, daterend uit 1839 en later regelmatig aangepast. Sommige werken werden in concessie uitgevoerd, echter onder toezicht van het Rijk. Bij omvangrijke projecten ging het Rijk bij voorkeur met één partner in zee. Dit leidde tot schaalvergroting: verscheidene aannemers gingen als vennoten een firma vormen, die in staat was grote werken uit te voeren.Voor grote projecten werden soms door Waterstaat door middel van een speciale projectorganisatie gerealiseerd.
2.1 'Natte' waterstaatswerken
Rivieren en kanalen
Het beleid was hier gericht op een gecoördineerde verdediging van de rivierdijken en op bevordering van de bevaarbaarheid. Zo mocht zonder vergunning van het Rijk geen enkel werk worden ondernomen, dat nadeel zou kunnen opleveren voor de waterafvoer of de scheepvaart. De Rivierenwet van 1908 handhaafde de vergunning van rijkswege.
Het toezicht van Rijkswaterstaat op het rivierbeheer was verder geregeld in de reglementen 'op de correspondentie bij ijsgang en hoog opperwater', later ook wel aangeduid met de term 'bijzondere riviercorrespondentie'. De reglementering bevatte voorschriften voor het nemen van maatregelen door dijkbesturen en regelmatige rapportage daarover via de ingenieurs van de waterstaat aan het departement.
Sinds 1875 was het rivierbeheer aan de regionale districten onttrokken en opgedragen aan de dienst Rivierbeheer onder een hoofdingenieur die leiding gaf aan vijf speciale rivier-arrondissementen.
Zeeweringen. Havens
Sinds 1876 waren de meeste zeewering in beheer en onderhoud bij het Rijk. Er waren echter uitzonderingen, waarbij regionale waterschappen met het dijkbeheer waren belast. Rijk en provincies subsidieerden soms de waterschappen in het belang van een goed dijkbeheer. Bij de aanleg en verbetering van havens was de gemeentelijke overheid lange tijd de belangrijkste actor. Soms nam het Rijk die taak op zich, ingeval de haven als een ‘nationaal belang’ werd gezien.
Droogmakerijen. Indijkingen. Verveningen
Projecten van landaanwinning mochten alleen worden ondernomen na toestemming bij Koninklijk Besluit. Verzoeken daartoe bereikten via de provinciale besturen de met de Waterstaat belaste minister, die de plannen beoordeelde en meestal nadere voorwaarden stelde.
De Verveningenwet van 1895 droeg het ontwerpen van voorschriften voor verveningen op aan Provinciale Staten (onder goedkeuring van de Kroon) en het verlenen van concessie aan Gedeputeerde Staten (met mogelijkheid van beroep op de Kroon). Bij droogmakerijen en indijkingen verleende het Rijk concessie, gehoord Gedeputeerde Staten. Het meest omvangrijke droogmakingsproject, de inpoldering van de Zuiderzee, werd in de 20ste eeuw door het Rijk zelf ter hand genomen.
2.2 'Droge' waterstaatswerken
Wegen
De 'groote wegen' stonden onder direct beheer en onderhoud van het Rijk. Andere wegen stonden, onder toezicht van het Rijk, in beheer en onderhoud van de provincies. Overigens konden ook de lagere overheden, na goedkeuring door de Kroon, zelf wegen aanleggen. Vanaf het begin van de 20ste eeuw leidde de ontwikkeling van het autoverkeer tot nieuwe wegenaanleg, waartoe in 1927 een landelijk Rijkswegenplan werd ontworpen.
Spoor- en tramwegen
De taken op dit beleidsterrein waren sinds 1861 onttrokken aan de afdeling Waterstaat en opgedragen aan een aparte afdeling Spoorwegen.
2.3 Verkeer en vervoer
De uitvoerende taken op het terrein van verkeer en vervoer betreffen voornamelijk het verlenen van vergunningen, het uitoefenen van toezicht. De eerste twee aspecten zijn overigens nauw met elkaar verbonden: het toezicht vormde in veel gevallen een uitvloeisel van de concessieverlening.
Verkeer en vervoer te land
Via de concessies werd regelend opgetreden door eisen te stellen ten aanzien van de veiligheid en de tarieven. Ten gevolge van de toename van het wegvervoer na 1900 kreeg de overheid een steeds grotere bemoeienis met het personen en goederenvervoer over de weg. In 1898 was bepaald dat men zich alleen na toestemming van de minister op de wegen mocht rijden met een mechanisch voortbewogen voertuig. Het spoorwegtoezicht werd in 1926 belast met de uitvoering van enige bepalingen van de Wet Openbare Vervoermiddelen. Voor het sterk gegroeide autobusverkeer betekende deze wet een terugkeer tot het stelsel van vergunningen, te verlenen door Gedeputeerde Staten, met mogelijkheid van beroep op de Kroon.
Verkeer en vervoer te water
Van 1906-1922 werden de scheepvaartzaken behartigd door de afdeling Nijverheid van het ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel. Vanaf 1923 viel de scheepvaart onder de afdeling Vervoer van het departement van Waterstaat.
Luchtvaart
Vanaf circa 1920 had het departement van Waterstaat bemoeienis met de luchtvaart, hoewel pas in 1929 de Luchtvaartwet van kracht werd.
2.4 Overige taken
Vanaf 1923 ressorteerde het mijnwezen onder het departement van Waterstaat. Vanaf 1922 had dit departement ook de zorg voor de Geologische Dienst.
Tot 1922 viel de zorg voor (een deel van) de landsgebouwen onder de administratie van de Waterstaat. Daarna viel deze taak onder het departement van Financiën.
Met de elektriciteitsvoorziening had het departement van Waterstaat vanaf 1918 te maken: onder meer concessieverlening voor aanleg en exploitatie van elektriciteitswerken, toezicht op de inrichting van dergelijke werken.
De waterschappen zijn publiekrechtelijke lichamen belast met waterkering, waterlozing, onderhoud van watergangen en wegen. Zij staan primair onder toezicht van de provinciale besturen. De reglementen van de waterschappen behoefden de goedkeuring van de Kroon. De verkiezing van de waterschapsbesturen geschiedde door de ingelanden, maar bij waterschappen die belast waren met de verdediging tegen zeewater of water van de grote rivieren werden de leden van het dagelijks bestuur door de Kroon benoemd, geschorst en ontslagen. De Kroon besliste voorts in laatste instantie op beroepen op besluiten van Gedeputeerde Staten inzake het al dan niet goedkeuren of vernietigen van besluiten van waterschapsbesturen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De splitsing van de afdeling Waterstaat vanaf 1918 in de subafdelingen A en T had geen consequenties voor het archief, dat uit één serie rubrieken met indices en klappers bleef bestaan. De gebruikte rubrieken zijn veelal dezelfde als in de periode 1878-1905. De grote rubriek 353 Landsgebouwen eindigt in 1922, omdat deze taak overging op Financiën. Er duiken ook nieuwe rubrieken op zoals 'elektriciteit algemeen' vanaf 1918 (overgenomen van de afdeling Nijverheid van het ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel), luchtvaart vanaf 1920, geologische dienst vanaf 1922.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Ordening van het archief
Om na te gaan wat aard en inhoud is van de stukken in een rubriek, dienen de indices te worden geraadpleegd. Voor in elk deel zit eerst een lijst van ingekomen koninklijke besluiten, gevolgd door de nummerlijst (lijst van exhibitumnummers met verwijzing naar de bladzijde(n) van de index).
Bij de klappers zijn bij elke letter van het alfabet eerst enige bladzijden met alleen persoonsnamen opgenomen. Dan volgen de geografische namen en overige trefwoorden: een selectie daarvan is voor in de klappers opgenomen onder de benaming 'voornaamste hoofden van den klapper'. Er zijn aparte klappers ‘Landsgebouwen’ 1906-1916 (die over 1917-1922 zijn verloren gegaan) en ‘Luchtvaart’ (vanaf 1921). De agenda's zijn niet bewaard gebleven. De stukken die als tijdelijke dossiers buiten de rubrieken werden gehouden, vertonen in de meeste gevallen wel registratiekenmerken waaronder het rubrieknummer.
De ingekomen en uitgaande stukken zijn binnen de rubrieken chronologisch geborgen, als regel met het ingekomen stuk bij de minuut van het uitgaande stuk. In een enkel geval zijn stukken verder opgeschoven naar een latere datum.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Een klein aantal stukken van dit archief is in een slechte materiële staat, wat tot gevolg heeft dat het niet geraadpleegd kan worden. Een opgave van de desbetreffende inventarisnummers op deze plaats is nagelaten, aangezien de materiële staat en de bijbehorende raadpleegmogelijkheden niet een permanente situatie vormen (restauratie, verfilming, etc.). Bij het aanvragen met de terminal krijgt u een mededeling ter zake.
Andere toegang
Op de bestekken (inventarisnummers 2939-3051) is een digitale index beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Waterstaat: Afdeling Waterstaat, nummer toegang 2.16.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Waterstaat / Afd. Waterstaat, 2.16.05, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen