Terug naar zoekresultaten

2.16.5165 Inventaris van het archief van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 1955-1988

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.16.5165
Inventaris van het archief van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 1955-1988

Auteur

Centrale Archief Selectiedienst

Versie

15-12-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2003 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Staatsbedrijf der PTT
PTT

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1955-1988

Archiefbloknummer

5165

Omvang

11189 inventarisnummer(s); 320,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Staatsbedrijf der PTT

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken vanaf 1955 tot aan de verzelfstandiging van het Staatsbedrijf. Het betreft stukken van de verschillende diensten van de PTT zoals de Telefoon- en Telegraafdienst en de Postcheque- en Girodienst. Het betreft o.a. stukken met betrekking tot de organisatie, het personeelsbeleid, arbeidsomstandigheden en de verzelfstandiging.
Een groot deel van het archief bestaat uit stukken betreffende de hulppostkantoren, eindcentrales en wijkcentrales uit het hele land. Daarnaast een groot aantal stukken met betrekking tot opdrachten aan kunstenaars voor het ontwerpen van producten en van kunstwerken in verschillende PTT-gebouwen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De historische achtergrondenen ontwikkelingen van het Statsbedrijf der PTT zijn uitgebreid beschreven in de volgende publicatie: 4 - Telecommunicatie en post in Nederland. Een institutioneel onderzoek op het beleidsterrein telecommunicatie en post, 1945-1990 (samenstelling: J.W.J.M. Bogaarts en dr. L. Hovy; ISBN 90-74442-05-6), 's-Gravenhage 1993.
Taken van de rijksoverheid op het beleidsterrein
De taken van de rijksoverheid over de periode 1955-1988 met betrekking tot telecommunicatie en post vloeien in hoofdzaak voort uit de volgende wettelijke regelingen:
  • Wet van 23 december 1954, Stb. 593, houdende aanwijzing van de takken van Rijksdienst der posterijen, der telegrafie en der telefonie voor een beheer als bedoeld in artikel 88 der Comptabiliteitswet (Stb.1927, 259).
  • Wet van 23 december 1954, Stb. 595, houdende instelling van een PTT-raad
  • Wet van 23december 1954, Stb. 592, houdende regeling van de postdienst en van de postcheque- en girodienst.
  • Wet van 11 januari 1904, Stb. 7, betreffende aanleg, exploitatie en gebruik van telegrafen en telefonen
  • Wet van 22 juli 1935. Stb. 403, tot in het leven roepen van een Naamloze Vennootschap "Nederlandsche Omroep Zender Maatschappij (NOZEMA) "
  • Besluit van 19 September 1929 (Stb. 441), houdende intrekking van het bestaande en vaststelling van een nieuw Reglement voor den dienst der Rijkstelefoon
  • Besluit van 23 juni 1950 (Stb. K 264), houdende hernieuwde vaststelling van het Rijkstelegraafreglement
  • Besluit van 22 oktober 1976. Stb. 552, houdende vaststelling van regelen betreffende de telegraafdienst
De taken werden in hoofdzaak uitgevoerd door de minister van Verkeer en Waterstaat en door de directeur-generaal der PTT.
Als taakomschrijving heeft de PTT meegekregen: "het, met inachtneming van de regelen van goed bedrijfsbestuur de diensten, welker uitvoering aan het bedrijf is opgedragen, zo goed mogelijk aan hun maatschappelijke bestemming te doen beantwoorden". Deze ruim omschreven taak leven voor de PTT in hoofdlijnen de volgende werkzaamheden op:
  • het voorbereiden en vaststellen van nationaal en internationaal telecommunicatie- en postbeleid;
  • het zorgdragen voor en exploiteren van een communicatie-infrastructuur;
  • het toezicht houden op burgers, organisaties en bedrijven die opereren in het beleidsterrein op grond van door de overheid verleende machtigingen.
Naast de minister van Verkeer en Waterstaat en de directeur-generaal der PTT waren meer actoren actief binnen het beleidsterrein. De handelingen van een aantal van die actoren zijn, voor zover neerslag van die actoren tijdens het archiefonderzoek is aangetroffen, opgenomen in de selectielijst. Het betreft daarbij de actoren:
  • Permanente commissie van beroep voor het Staatsbedrijf der PTT
  • PTT-raad
  • Voorzitter van de PTT-raad
  • Radiostoringscommissie
  • Stuurgroep verzelfstandiging PTT -
  • Voorlopige raad van commissarissen der PTT.
Organisatie van de PTT
De hoofdlijnen van de organisatie van de PTT zijn geregeld in het op artikel 3 van de Aanwijzingswet PTT 1954 gebaseerde Organiek Besluit PTT 1955 ( Besluit van 4 april 1955, Stb. 217, tot vaststelling van taak en organisatie van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. ) . Het algemeen bestuur van het bedrijf berustte bij de directeur-generaal der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (Drg). De Drg werd bijgestaan door vijf hoofddirecteuren, welke in 1955 respectievelijk waren belast met het bestuur van de hoofddirecties "Posterijen", "Telegrafie en Telefonie", "Algemene Zaken en Radio", "Personeelszaken" en "Financiële en Economische Zaken". In de loop der jaren zijn hier enige mutaties opgetreden: in 1988 bestonden uiteindelijk de hoofddirecties "Post", "Telecommunicatie", "Financiële en Economische Zaken". "Personeelszaken" en "Technische Zaken". De Drg en de hoofddirecteuren vormden tezamen de Directieraad, waarin in het bijzonder de vraagstukken werden behandeld die voor de vaststelling van het bedrijfsbeleid van betekenis waren. Tot aan de opheffing van deze functie in 1972 maakte van de Directieraad ook nog deel uit de aan de Drg toegevoegde secretaris in algemene dienst. Als bijlagen zijn toegevoegd organisatieschema's van de PTT met betrekking tot de jaren 1955. 1973 en 1988.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Tussen de Koninklijke PTT Nederland NV en de Algemene Rijksarchivaris is een convenant gesloten met betrekking tot de overbrenging van de archiefbescheiden van het voormalige Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie ("PTT"). Als uitvloeisel van dat convenant zal onder andere het archiefdeel over de periode 1955-1988 voor overbrenging gereed moeten worden gemaakt, waarbij binnen dat archiefdeel een scheiding moet worden gemaakt tussen de niet voor blijvende bewaring in aanmerking komende archiefbescheiden en de wel voor blijvende bewaring in aanmerking komende archiefbescheiden.
Doelstellingen van de selectie
Hoofddoel van de selectie is onderscheid te maken tussen:
  • de gegevens die voor blijvende bewaring (en dus voor overbrenging naar een rijksarchiefbewaarplaats) in aanmerking komen en
  • gegevens die op enig moment voor vernietiging in aanmerking komen.
De toegepaste selectielijst is opgesteld tegen de achtergrond van de selectiedoelstelling zoals die door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur tijdens de behandeling van het voorstel tot vervanging van de Archiefwet 1962 in de Tweede Kamer werd omschreven: 'het mogelijk maken van de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen'. Deze doelstelling wordt via deze selectielijst geoperationaliseerd voor het beleidsterrein telecommunicatie en post over de periode 1955-1988, in concreto voor het archief van de PTT.
Criteria voor selectie
Bij de selectie van handelingen zijn deze gewogen aan de hand van door PIVOT geformuleerde (positieve) selectiecriteria. Die criteria zijn:
  1. Handelingen die betrekking hebben op beleidsvoorbereiding -bepaling en -evaluatie
  2. Handelingen gericht op externe verantwoording en/of verslaglegging
  3. Adviezen gericht op de hoofdlijnen van het beleid
  4. Handelingen gericht op het stellen van regels direct gerelateerd aan de hoofd lijnen van het beleid
  5. Handelingen gericht op de (her)inrichting van de beleidsorganisatie belast met primaire bedrijfsprocessen
  6. Uitvoerende handelingen die onmisbaar zijn voor de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen
  7. Uitvoerende handelingen die het algemeen democratisch functioneren mogelijk maken
  8. Uitvoerende handelingen die onttrokken zijn aan de democratische controle
  9. Uitvoerende handelingen die direct zijn gerelateerd aan en/of direct voortvloeien uit voor Nederland bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten
Naast deze criteria zijn, specifiek voor het archief van de PTT, een tiende en een elfde criterium geformuleerd:
  1. Handelingen gericht op de ontwikkeling van telecommunicatie- en posttechnieken;
  2. Handelingen waarvan de neerslag een grote culturele waarde heeft.
De neerslag van handelingen die voldoen aan één of meer van deze elf criteria komt voor blijvende bewaring in aanmerking.
Verantwoording van de uitgevoerde selectie De toegepaste selectielijst heeft betrekking op het beleidsterrein telecommunicatie en post en loopt over de periode 16 januari 1955 -31 december 1988. De begrenzing in de tijd is bepaald door de inwerkingtreding van de Aanwijzingswet PTT 1954 en de intrekking van deze wet bij de Machtigingswet PTT Nederland NV ( Wet van 26 oktober 1988, (Stb. 521),houdende regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap PTTNederland NV. ) . De selectielijst is opgesteld aan de hand van een beperkt institutioneel onderzoek en een uitgebreid onderzoek in het archief van de voormalige PTT. Aan deze selectielijst ligt geen Rapport Institutioneel Onderzoek zoals deze door de PIVOT-organisatie worden vervaardigd ten grondslag. In de selectielijst zijn de handelingen opgenomen waarvan neerslag daterend uit de periode 1955-1988 aangetroffen is in het archief van de PTT.
Het PIVOT-institutioneel onderzoeksrapport "Telecommunicatie en Post in Nederland " over de periode 1945- 1992 is eind 1992 gereedgekomen. In dat rapport is het beleidsterrein telecommunicatie en post sinds 1945 beschreven, is een inventarisatie opgenomen van de in dat beleidsterrein opererende actoren en is een beschrijving gegeven van functies, taken en handelingen van de onder de Archiefwet 1962 vallende actoren binnen het beleidsterrein. met uitzondering van de PTT. In het basisselectiedocument voor het taakgebied Telecommunicatie en Post dat gebaseerd is op het hiervoor genoemde onderzoeksrapport zijn dan ook niet opgenomen de handelingen uitgevoerd door de PTT. Deze handelingen zijn in de voorliggende selectielijst opgenomen. Daarnaast zijn handelingen van de minister van Verkeer en Waterstaat opgenomen welke na 1januari 1989 niet meer werden uitgevoerd dan wel niet in het basisselectiedocument zijn opgenomen.
Bij elk van de handelingen is de actor opgenomen. De gebruiker dient zich er rekenschap van te geven dat wanneer de actor de 'minister van Verkeer en Waterstaat' is, niet alleen de minister van Verkeer en 'Waterstaat wordt bedoeld, maar daarmee ook de aan de minister ondergeschikte ambtenaren. In de actor 'minister' is dus begrepen de gehele PTT. Hetzelfde doet zich voor bij de actor directeur-generaal der PTT: wanneer deze is vermeld worden daarmee bedoeld alle onderdelen en ambtenaren van de PTT. Bij elke handeling die gewaardeerd is met een 'B' (bewaren) is aangegeven welk criterium daarvoor bepalend is geweest. Wanneer meerdere criteria in aanmerking kwamen is toch slechts één criterium aangegeven, immers het resultaat zal niet veranderen door het toekennen van meerdere criteria. Voor wat betreft de criteria 10 en 11 moet worden opgemerkt dat die niet afzonderlijk zijn aangegeven: die handelingen waarop één van die beide criteria van toepassing is, zijn bij het waarderingsvoorstel voorzien van de aanduiding 'M'.
De selectielijst bevatte geen uitputtende opsomming van de handelingen in het beleidsterrein telecommunicatie en post 1955-1988. Niet expliciet in de selectielijst opgenomen zijn de handelingen die reeds zijn opgenomen in de 'Lijst van te bewaren en te vernietigen archiefbescheiden van de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post'. In het archief van de PTT zijn archiefbescheiden aangetroffen waarvan selectie is geschied op basis van deze laatstgenoemde lijst. De betreffende categorieën van die lijst worden dan ook geacht onderdeel uit te maken van de voorliggende selectielijst. Uiteraard blijft de werking van die categorieën van archiefbescheiden beperkt tot het archief van de PTT over de periode 1955-1988. Hetzelfde geldt voor handelingen die zijn opgenomen in de ontwerp-Lijst van te bewaren en te vernietigen archiefbescheiden van actoren op het beleidsterrein "Beheer van de Rijksbegroting". De betreffende categorieën van die lijst worden eveneens geacht deel uit te maken van de voorliggende selectielijst, waarbij uiteraard de werking van die categorieën van archiefbescheiden ook in dit geval beperkt blijft tot het archief van de PTT over de periode 1955-1988.
Ordening van het archief
Het archief is allereerst ingedeeld naar beleidsterrein. Met een beleidsterrein wordt bedoeld een afgebakend onderwerp van overheidsbemoeienis, in dit geval dus "Telecommunicatie en post".
Per beleidsterrein is het archief onderverdeeld naar handeling. Per handeling zijn de beschrijvingen van de dossiers vermeld. Een handeling wordt verricht door een actor ter uitvoering van een taak, of op grond van een wettelijke bevoegdheid. Een actor is een overheidsinstelling die bevoegd is zelfstandig op te treden (bijvoorbeeld een minister) binnen het beleidsterrein. Op een beleidsterrein treden meerdere actoren handelend op.
Het grote aantal handelingen maakte het voor de overzichtelijkheid noodzakelijk de handelingen in te delen naar rubrieken, zoveel mogelijk gebaseerd op de hoofdindeling van de voor het PTT-archief bestaande archiefcode.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Het archief was aanvankelijk beschreven in de Institutionele Toegang: 5.004.5165, Inventaris van het archief van de Centrale Directie van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 1955-1988.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Staatsbedrijf der PTT, nummer toegang 2.16.5165, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, PTT, 2.16.5165, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Publicaties Bogaarts, J. en L. Hovy, Telecommunicatie en post in Nederland. Een institutioneel onderzoek op het beleidsterrein telecommunicatie en post, 1945- 1990 . 's-Gravenhage 1993 Bogaarts, J.W.J.M., Waterstaat. Rapport van een institutioneel onderzoek naar het overheidshandelen op het beleidsterrein waterstaat over de periode 1945-1994 . 's-Gravenhage 1995 Brink, E.A.B. J. ten en C.W.L. Schell, Geschiedenis van de rijkstelegraaf 1852-1952 . 's-Gravenhage 1954 Dijk, F. van, Per slot van rijksrekening. Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein beheer van de rijksbegroting over de periode 1945- 1993 . 's-Gravenhage 1994 Elferink, I.M. en E.J. Giphart, De gelddiensten bekeken: een rapport ten behoeve van de overbrenging van de archieven van de Rijkspostspaarbank en de Postcheque- en Girodienst, 1881-1985 . Amsterdam 1995 Hofman, F.J. en C.J. Wulffraat (red.), PTT jaarboek 1987 . 's-Gravenhage 1987 Hogesteeger, G., Van lopende bode tot telematica. Geschiedenis van de PTT in Nederland . s.l. 1989 Lauwaars, R.H. en C. W .A. Timmermans, Europees Gemeenschapsrecht in kort bestek . Groningen 1991 Ottenheim, G.C.J. J., De status van de PTT als staatsbedrijf in historisch perspectief . 's-Gravenhage 1974 Schuilenga, J.H. e.a. (red.), Honderd jaar telefoon . 's-Gravenhage 1981

Archiefbestanddelen