Terug naar zoekresultaten

2.19.296 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Collectie Westerbork

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.296
Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Collectie Westerbork

Auteur

Het Nederlandse Rode Kruis en het Nationaal Archief

Versie

22-01-2024

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Het Nederlandse Rode Kruis: Kamp Westerbork
Ned. Rode Kruis: Kamp Westerbork

Periodisering

archiefvorming: 1939-1945
oudste stuk - jongste stuk: 1939-1972

Archiefbloknummer

I28549

Omvang

1663 inventarisnummer(s); 19,90 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten.
Nederlands
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Hulpsecretarie van de gemeente Westerbork (1943-1945) Nederlandse Rode Kruis / Afwikkelingsbureau Concentratiekampen (ABC) (1944-1945) Gemeente Westerbork / Burgerlijke Stand Vreemdelingenkamp Westerbork (1939-1942) Ministerie van Binnenlandse Zaken / Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork (1939-1940) Ministerie van Justitie / Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork (1940-1942) Durchgangslager Westerbork / Zentralkartei (1942-1945) Durchgangslager Westerbork / Statistisch Büro (1942-1945) Durchgangslager Westerbork / Centraal Distributie Kantoor (1942-1945) Gemeentelijk Inlichtingenbureau voor Joden te Westerbork (1945-1946) Volksherstel / Opsporingsbureau Joodsche Personen te Amsterdam (1945-1946) Joodsche Coördinatie Commissie (JCC) (1945-1948) Nederlandse Rode Kruis / Informatiebureau (NRK) (1914-1998) Nederlandse Rode Kruis / Afwikkelingsbureau Concentratiekampen (NRK/ABC) (1945-1946) Ministerie van Sociale Zaken / Nederlandse Missie tot Opsporing van Vermiste Personen uit de Bezettingstijd (1947-1951)

Samenvatting van de inhoud van het archief

De collectie Kamp Westerbork omvat de periode dat Kamp Westerbork dienst deed als het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork en daaropvolgend als Durchgangslager Westerbork. Deze archieven zijn na de oorlog door het Informatiebureau Rode Kruis gebruikt voor het opsporen van vermiste personen. Ook hiervan vind men de neerslag van terug. Het archief bevat stukken m.b.t. de deportaties van en naar Westerbork alsmede de deportatielijsten zelf. Gegevens over de (financiële) administratie van het Durchgangslager en de burgerlijke stand ter plaatse. Enkele kaartenbakken persoonskaarten opgemaakt door de Hulpsecretarie en enkele kaartenbakken persoonsbewijzen aangetroffen bij de bevrijding van Durchgangslager Westerbork. Tevens bevat de collectie een groot aantal getuigenverklaringen afgenomen na de oorlog door het Informatiebureau.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Centraal Vluchtenlingenkamp Westerbork
In 1939 werd door de Nederlandse overheid het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork opgezet om de, grotendeels Duitse, Joodse vluchtelingen te kunnen herbergen. Tot dan toe werden deze vluchtelingen verspreid over Nederland opgevangen. Het Centraal Vluchtelingenkamp kwam te vallen onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In de zomer van 1939 werd begonnen met de bouw en in oktober nam de eerste groep van 22 vluchtelingen intrek.
Aan het begin van de oorlog woonde er zo'n 750 joodse vluchtelingen. Na de capitulatie werd J. Schol aangesteld als commandant. Het kamp viel eerst onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken, maar vanaf juli 1940 onder het Ministerie van Justitie.
Op 1 juli 1942 namen de Duitsers de leiding over en werd het Vreemdelingenkamp Westerbork een Durchgangslager onder het directe bevel van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und Sicherheitsdienst (BdS). SS-Sturmbannführer Erich Deppner (1910-2005) werd de commandant van het kamp. Per 1 september 1942 werd hij opgevolgd door SS-Obersturmführer Josef Hugo Dischner. Dischner werd op zijn beurt per 12 oktober 1942 vervangen door Albert Konrad Gemmeker. Deze laatste zou tot april 1945 als Lagercommandant aanblijven. Op 15 juli 1942 vond het eerste transport van Durchgangslager Westerbork naar Auschwitz plaats.
In de eerste maanden vertrok de trein twee keer per week: op maandag en vrijdag. Vanaf 1943 werd dinsdag de dag van het transport. 93 Treinen vertrokken vanuit kamp Westerbork richting de kampen in Oost-Europa. Tot 13 september 1944. Toen vertrok de laatste trein met 279 personen naar Bergen-Belsen. Bijna 107.000 Joden waren, grotendeels via Westerbork naar het Oosten weggevoerd. Daarnaast 245 Sinti en Roma en enkele tientallen verzetsstrijders. De meeste treinen reden naar Auschwitz. Andere transporten gingen naar Sobibor, Theresien stadt en Bergen-Belsen. Een veel kleiner aantal ging naar de kampen Buchenwald en Ravensbrück. In totaal keerden slechts 5.000 mensen terug.
Binnen Kamp Westerbork bestonden verschillende organisatieonderdelen. J. Schol formeerde begin 1942 de volgende dertien Dienstzweige:
  1. Dienstbereich 1 - Aussendienst - M. Brauner
  2. Dienstbereich 2 - Innendienst - A. Hausmann
  3. Dienstbereich 3 - Technischer Dienst - G. Schwarz;
  4. Dienstbereich 4 - Werkstätten - L. Hupert
  5. Dienstbereich 5 - Lagerinspektion - E. Frankenstein
  6. Dienstbereich 6 - Administration - J. Samson
  7. Dienstbereich 7 -Ärtzlicher Dienst - Dr. A. Bial & Dr. F. Spanier;
  8. Dienstbereich 8 - Zentralküche - H. Seligmann
  9. Dienstbereich 9 - Schulen, Kurse, etc. - G. Frank
  10. Dienstbereich 10 - Ordnungsdienst - A. Pisk;
  11. Dienstbereich 11 - Feuerwehr, Luft-schutz, Gasdienst und Sanitätsdienst - K. Fried;
  12. Dienstbereich 12 - Appell - H. Moos;
  13. Dienstbereich 13 - Frauendienst - M. Moses.
Gebaseerd op de indeling van Schol formeerde Gemmeker in januari 1943 de volgende Dienstbereiche:
  1. Dienstbereich I - Lagerkommandantur - H. Todtmann
  2. Dienstbereich II - Verwaltung - R. Fried
  3. Dienstbereich III - Ordnungsdienst - Arthur Pisk
  4. Dienstbereich IV - Gesundheitsdienst - Dr. F. Spanier
  5. Dienstbereich V- Innendienst - F. Stein
  6. Dienstbereich VI - Außendienst - E. Zielke
  7. Dienstbereich VII - Werkstätten I - E. Wachsmann (waarnemend)
  8. Dienstbereich VIII - Werkstätten II - S. Rosenbergienstbereich
  9. Dienstbereich IX - Hauptküche - H. Seligmann
  10. Dienstbereich X - Erziehung und Fürsorge - G. Frank
  11. Dienstbereich XI - Frauendienst - mw. M. Moses
  12. Dienstbereich XII - Besondere Lagerwerkstätten - H.H. Beyer
Op 14 juni 1943 bracht Gemmeker het aantal Dienstbereiche terug van twaalf naar zes. Zo onstonden:
  1. Dienstbereich I - Verwaltung - R. Fried
  2. Dienstbereich II - Allgemeiner Baudienst - E. Zielke
  3. Dienstbereich III - Ordnungsdienst - A. Pisk
  4. Dienstbereich IV - Gesundheitsdienst - Dr. F. Spanier
  5. Dienstbereich V - Bekleidungswesen - S. Rosenberg
  6. Dienstbereich VI - Zerlegebetriebe - H.H. Beyer
Na de bevrijding van 12 april 1945 richtte de Gemeente Westerbork het Inlichtingenbureau voor Joden in, dat de beschikking kreeg over de administratie van de Hulpsecretarie. Het kamp ontving rechtstreekse informatieverzoeken van familieleden van gedeporteerde joden. De opsporingstaken met betrekking tot vermiste oorlogsslachtoffers werden door meerdere concurrerende instanties uitgevoerd: het Afwikkelingsbureau voor Concentratiekampen te Vught, het Inlichtingenbureau voor Joden te Westerbork en het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. In Amsterdam hadden Volksherstel en de Afdeling Amsterdam van het Rode Kruis de beschikking over de Joodsche Raadcartotheek. Na een competentiestrijd werd in 1946 de opsporingstaak door het Ministerie van Sociale Zaken toebedeeld aan het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag (Central Tracing Bureau). In het kader van de uitoefening van die taak kwamen daar ook de meeste archiefbestanden en registraturen van de andere opsporingsbureaus terecht. ( Schutz, Vermoedelijk op transport. De Joodse Raadcartotheek als informatiesysteem binnen sterk veranderende kaders: repressie, opsporing en herinnering. Een archiefwetenschappelijk onderzoek naar de herkomst, het gebruik en het beheer van een bijzondere historische bron, Masterscriptie Universiteit Leiden 2010, pag. 82-84 )
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis
De vereniging Nederlandse Rode Kruis (NRK) is in 1867 opgericht met als doelstelling:
"In tijd van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmiddelen te helpen verzachten, ook dan, wanneer hare hulp wordt gevraagd door oorlogvoerende natiën, terwijl Nederland in den oorlog niet betrokken is; In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn."
In 1909 krijgt het NRK bij Koninklijk Besluit de aanvullende opdracht om bij mobilisatie een informatiebureau voor zieken en gewonden in te richten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voert het Informatiebureau (hierna: IB) voor de eerste keer de werkzaamheden van deze oorlogstaak uit. Primair bestaat de taak uit het inwinnen en uitwisselen van informatie over militairen, krijgsgevangenen en geïnterneerden. Daarnaast levert het IB hulppakketten aan krijgsgevangenen en sociale zorg aan hun verwanten.
Het takenpakket van het IB groeit in de loop der jaren en dat is aanleiding om in 1936 het IB in vier afdelingen te verdelen ( Verslag van het Nederlandse Roode Kruis gedurende de periode augustus 1939 december 1940 ) :
  • Afdeling I: Belast met aangelegenheden omtrent Nederlandse militairen;
  • Afdeling II: Belast met aangelegenheden omtrent militairen van vreemde nationaliteit;
  • Afdeling III: de Gravendienst, onder andere belast met de identificatie van onbekende gesneuvelden;
  • Afdeling IV: Belast met het zenden van pakketten aan krijgsgevangenen, geïnterneerde burgers en gijzelaars.
Daarnaast heeft het IB een algemeen secretariaat en een staf voor de financiële administratie.
Vanwege de groeiende internationale spanningen stelt het NRK het IB op 29 augustus 1939 opnieuw in werking. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nemen de werkzaamheden van het IB explosief toe. Het IB richt zich op militairen maar er blijkt ook behoefte aan informatie over burgers. In juni 1940 richt het IB daarom het Correspondentiebureau en de Inlichtingendienst voor Burgers op ( Het correspondentiebureau probeerde contact tussen burgers in Nederland en burgers in het buitenland mogelijk te maken. Het Inlichtingenbureau behandelde vragen betreffende Nederlandsche vluchtelingen, Nederlanders in het buitenland en opvarenden van Nederlandse koopvaardijschepen. ) . Deze diensten staan los van het IB maar zijn er wel nauw mee verbonden. Tijdens de oorlog blijken er toch nog groepen geïnterneerden en gevangen te zijn die niet voorkomen in de instructie van het IB. Daarom richt het IB in mei 1943 de Afdeling V op. Deze afdeling gaat zich bezighouden met bijzondere aangelegenheden, zoals het verstrekken van inlichtingen over personen in gevangenissen ( Het Nederlandse Rode Kruis (1867-1967) door G.M. Verspyck. ) . Na de oorlog stelt het IB nieuwe afdelingen in om de informatiestromen beter te kunnen verwerken ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse militairen (inclusief Nederlanders in geallieerde dienst);
  • Afdeling B: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde militairen (inclusief Nederlanders in Duitse dienst);
  • Afdeling C: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse burgers;
  • Afdeling D: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde burgers;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
Na de capitulatie van Japan houdt Afdeling A zich bijna alleen nog maar bezig met de Nederlandse militairen in en rond Nederlands-Indië. Het blijkt ook praktischer alle zaken met betrekking Nederlands-Indië door dezelfde afdeling uit te laten voeren. Dit wordt voortaan gedaan door Afdeling A. De nog lopende zaken over Nederlandse militairen in Europa worden door afdeling A overgedragen aan Afdeling C. Eind 1945 worden ook de taken van Afdeling D bij Afdeling C gevoegd.
In de eerste jaren na de oorlog bestaat de taak van het IB voornamelijk uit het vaststellen van het lot van weggevoerde personen. Op 12 september 1945 wijst het NRK het IB dan ook aan als National Tracing Bureau. Ook andere instanties houden zich met opsporing bezig wat het opsporingswerk niet ten goede komt. In 1946 besluit de regering daarom de opsporingstaak te centraliseren bij het IB. De werkarchieven van de andere instanties worden naar het IB overgebracht
( Luijters, G., Schutz, R. en Jongman, M. (2017). De Deportaties uit Nederland 1940-1945. Portretten uit de archieven. ) . Het IB neemt lange tijd een zelfstandige plaats in binnen het Nederlandse Rode Kruis. Het heeft een eigen directeur en wordt tot het voorjaar van 1946 gefinancierd door het Ministerie van Oorlog. Hierna neemt het Ministerie van Sociale Zaken de financiering (deels) over.
Dit zorgt er voor dat het IB een nieuwe indeling krijgt ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met alle werkzaamheden betreffende Nederlandse militairen en burgers in Indië en het verre Oosten;
  • Afdeling B: Belast met alle aangelegenheden betreffende Nederlanders in Duitse dienst en buitenlandse militairen (zogenaamde vreemde militairen);
  • Afdeling C: Belast met de aanleg van een Centrale Europese Cartotheek, het beheer van de documentatie en het archief en zaken die niet onder één van de andere afdelingen vallen zoals het opsporen van kinderen;
  • Afdeling E: Belast met alle aangelegenheden betreffende vermiste ex-politieke gevangenen;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven;
  • Afdeling H: Belast met alle aangelegenheden betreffende gedwongen en vrijwillig tewerkgestelde arbeiders;
  • Afdeling J: Belast met aangelegenheden betreffende Joden.
Eind jaren veertig neemt de hoeveelheid werkzaamheden van het IB af. Diverse afdelingen worden daarom opgeheven ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1948 tot en met 1953 door J. van de Vosse ) . Het IB blijft wel particulieren voorzien van informatie over oorlogsgetroffenen in Europa en Indonesië. Ook de gravendienst blijft actief. Vanaf de jaren ’60 wordt steeds vaker onderzoek gedaan voor de verificatie van uitkeringsaanvragen van oorlogsgetroffenen wat leidt tot de vorming van een aparte sectie voor verificatieonderzoek. Om een betere groepering van de werkzaamheden te krijgen voert het NRK in 1981 een grotere herindeling van de taken door ( Jaarverslag van het Informatiebureau 1981 ) :
  • Archief / documentatie / Oorlogsinformatie
  • Opsporingen / algemene informatie
  • Rampeninformatie binnenland / verbindingen
In de jaren die volgen vinden er nog meermaals (kleine) herindelingen plaats. Halverwege de jaren negentig zet het NRK een grote reorganisatie in. Voor de afhandeling van aanvragen met betrekking tot de periode rond de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië richt het NRK een aparte afdeling in: Oorlogsnazorg. Het Informatiebureau wordt hiermee opgeheven.
In 2014 wijzigt het NRK de naam van Oorlogsnazorg in Oorlogsarchief en brengt het de taak over naar de afdeling Opsporing en Ondersteuning ( Jaarverslag van het Nederlandsche Rode Kruis 2014 ) .
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven van het Centraal Vluchtelingenkamp (1939-1942) en het Durchgangslager Westerbork (1942-1945) die ten dienste staan van de latere opsporing van joodse personen zijn via een omweg uiteindelijk terecht gekomen bij het Informatiebureau. Na de bevrijding ontstonden er verschillende particuliere en officiële bureaus die zich bezig hielden met de opsporing van Joden. Omdat het zuiden eerder was bevrijd dan het noorden vestigde zich in Eindhoven de Joodsche Coördinatie Commissie (JCC). Na de oorlog vestigde de JCC zich in Amsterdam. In Utrecht richtte de Nederlands Israëlitische Gemeente een inlichtingenbureau op, Informatie Werk. In Vught vestigde zich het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen (ABC) dat later verhuisde naar Den Haag. In Amsterdam richtte Volksherstel het Opsporingsbureau voor Joodsche Personen op. Hun taken werden overgenomen door de Afdeling Amsterdam van het Rode Kruis. In 1946 kwamen de bureaus in Westerbork en Amsterdam te vallen onder het Informatiebureau. Op 15 december 1946 werd een groot gedeelte van de stukken overgebracht naar Den Haag. (Alleen de cartotheek van de Joodsche Raad bleef nog tot mei 1949 in Amsterdam.) De archiefstukken werden opgenomen in het werkproces van het Informatiebureau. Er werd verder gewerkt met de dossiers en stukken ten behoeve van de opsporing. Het Informatiebureau Rode Kruis voegde zelf ook documenten toe aan de collectie. Daarnaast er soms ook informatie aan de reeds bestaande documenten toegevoegd.
Documenten die minder relevant waren voor de opsporing van vermiste personen zijn uiteindelijk bij het NIOD terecht gekomen. De collecties zijn complementair.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Dit archief bevat de neerslag van de verschillende fasen van Kamp Westerbork en de werkzaamheden van het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis met betrekking tot de opsporing van vermisten. Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork 1939-1942.
Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork 1939-1942: Van 1939 tot 1942 was Kamp Westerbork in gebruik als Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork en viel het onder de verantwoordelijkheid van het ministerie Binnenlandse Zaken en opvolgend het ministerie van Justitie. Dit gedeelte van het archief is geordend op archiefvormer, Centraal Vluchtelingen Kamp of de Gemeente Westerbork, en vervolgens op datum. Te vinden is onder andere binnenkomende en uitgaande correspondentie en lijsten betreffende aangekomen of vertrokken vluchtelingen.
Polizeiliches Durchgangslager Westerbork 1942-1945: Van de periode dat Kamp Westerbork onder het bevel van Befehlshaber der Sicherheitspolizei und Sicherheitsdienst dienst deed als Durchgangslager (1942-1945 ) is slechts een gedeelte van de oorspronkelijke kampadministratie in deze collectie terecht gekomen. Een voorbeeld van de stukken die u kunt aantreffen zijn (delen van) de financiële administratie van het kamp, zoals facturen, en de zogenaamde deportatielijsten. Daarnaast bevat dit archief stukken die zijn opgesteld door de Bevolkingsadministratie Hulpsecretarie van de gemeente Westerbork [Hulpsecretarie] die in het kamp gevestigd was. Te denken valt aan stukken betreffende geboorten, sterftegevallen en huwelijken gesloten in het kamp. Daarnaast bevat dit archief ook gealfabetiseerde lijsten van gedeporteerde personen met hun laatste woonadres voordat zij in Westerbork arriveerden.
Persoonskaarten: De Joodse gevangenen werden bij aankomst in Westerbork door de Hulpsecretarie op persoonskaarten ingeschreven als inwoner van Hooghalen. De persoonskaarten zijn in Nederland vanaf 1939 opgemaakt ten behoeve van de gemeentelijke bevolkingsadministratie. Iedere persoon staat in het bevolkingsregister op één kaart geregistreerd met naam, geboortedatum, adres, plaats in het gezinsverband en eventueel beroep, godsdienst, verhuizingen of overlijdensdatum. Als iemand verhuisde werd hij ook in de nieuwe gemeente ingeschreven in het bevolkingsregister en werd bij de inschrijving in de vorige gemeente aangetekend welke bestemming betrokkene had. Omdat bij deportatie uit Westerbork de nieuwe bestemming onbekend was werden de persoonskaarten afgestempeld met de vermelding ‘Buitenland’. Let op: de Hulpsecretarie beperkte zich in het begin tot het registreren van de kleine groep Duitse Joden uit het Stammlager, die werden gedeporteerd. De gedeporteerde Nederlandse joden werden in eerste instantie niet door de Hulpsecretarie geregistreerd; zij werden alleen op de deportatielijsten vermeld. Vanaf begin 1943 veranderde dit. De persoonskaarten komen voor een groot deel overeen met de zogenoemde ‘kleine persoonskaarten’ die door de Hulpsecretarie werden aangemaakt. Deze ‘kleine persoons kaarten’ zijn na de oorlog opgenomen in Centrale Europese Cartotheek (Centrale Europese Cartotheek (CEC), toegangsnummer 2.19.287).
Informatiebureau: De naoorlogse stukken in de collectie zijn opgesteld door de verschillende opsporingsinstanties en zijn uiteindelijk allemaal gebundeld bij het Informatiebureau van het Rode Kruis. Dit gedeelte van het archief bevat onder andere getuigenissen van overlevenden en de neerslag van het onderzoek door het Informatiebureau over groepen vermiste Joodse personen.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij bewerking niets vernietigd.
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
De collectie is voor de overdracht aan het Nationaal Archief reeds deels gedigitaliseerd.
Bij de overdracht van het Oorlogsarchief Nederlands Rode Kruis naar het Nationaal Archief is besloten om de volgende archieven samen te voegen tot één collectie:
  1. NL-HANRK-2024 Vluchtelingenkamp Westerbork;
  2. NL-HANRK-2050 Vervolging Westerbork;
  3. NL-HANRK-2019 Hulpsecretarie Westerbork;
  4. NL-HANRK-2030 Persoonsbewijzen Westerbork.
De collectie is hiervoor omgenummerd. Inv.nr. 1590 uit NL-HANRK-2050 Vervolging Westerbork bleek twee keer voor te komen. Beide stukken hebben een apart nummer gekregen, zie inv.nr. 1646.
Ordening van het archief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Op inv.nr. 1616-1621 bestaat een (incomplete) digitale toegang. Deze is beperkt openbaar en alleen raadpleegbaar door medewerkers van het Nationaal Archief.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Het Nederlandse Rode Kruis: Kamp Westerbork, nummer toegang 2.19.296, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Rode Kruis: Kamp Westerbork, 2.19.296, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Afgescheiden archiefmateriaal
NIOD, NL-AsdNIOD, 250i Westerbork, Judendurchgangslager
Verwante archieven
​​2.04.58 Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, zorg voor de vluchtelingen uit Duitsland (archiefinventaris 2.04.58)
​​2.09.45 Inventaris van het archief van de Rijksvreemdelingendienst (RVD) en taakvoorgangers van het Ministerie van Justitie (archiefinventaris 2.09.45)
​​​​​​2.19.287 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Europese Cartotheek (CEC) (archiefinventaris 2.19.287)
​2.19.321 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: Kampen en Gevangenissen (archiefinventaris 2.19.321)
NIOD, NL-AsdNIOD, 250i Westerbork, Judendurchgangslager
Drents Archief, NL-AsnDA, 0126 Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork, 1940-1946
GMD 3 - Bestuursarchief gemeente Beilen 1917-1972
GMD 4 - Bestuursarchief van de gemeente Westerbork 1920-1997
Publicaties Blom J.C.H., Geschiedenis van de joden in Nederland , Amsterdam, 1995 Croes, M. en Tammes, P., Gif laten wij niet voortbestaan. Een onderzoek naar de overlevingskansen van joden in de Nederlandse gemeenten, 1940-1945 , Amsterdam 2004 Griffioen, P. en Zeller, R., “Jodenvervolging in Nederland en België tijdens de Tweede Wereldoorlog: een vergelijkende analyse” in: Achtste jaarboek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie , Zutphen 1997 Hájková A., "Das Polizeiliche Durchgangslager Westerbork" in: Terror im Westen - nationalsozialistische Lager in den Niederlanden, Belgien und Luxemburg 1940-1945 , Berlijn 2004 Pottkamp, R.C.C., Toegang op de deelcollectie Westerbork, Judendurchgangslager, Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Collectie Kampen en Gevangenissen , Amsterdam 2005 Schütz, R., Vermoedelijk op transport. De Joodse Raadcartotheek als informatiesysteem binnen sterk veranderende kaders: repressie, opsporing en herinnering. Een archiefwetenschappelijk onderzoek naar de herkomst, het gebruik en het beheer van een bijzondere historische bron (Masterscriptie Universiteit) , Leiden 2010 Veen, H. van der en Abuys, G., Westerbork 1939-1945, Het verhaal van Vluchtelingenkamp en Durchgangslager Westerbork, Herinneringscentrum Kamp Westerbork , Hooghalen 2003 Verbrugge, K., De centralisatie van de opsporingsbureaus voor joden in ING/NIOD, Oorlogsgetroffenen WOII. Terugkeer, opvang, nasleep, Amsterdam 2009, 35-44 in:Westerbork Cahiers deel 1-11 , Assen 1993-2006 Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939-1947 , Den Haag 1948.
​​ Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1948-1953 , Den Haag 1954

Archiefbestanddelen