Inventerisnummers VROA 1919 XIV | Inventarisnummers in deze inventaris |
---|---|
1 | 134 I |
2 | 40 |
3 | 47 |
4 | 45 |
5 | 42 |
6 | 134 II |
7 | 134 III |
8 | 134 IV |
9 | 73 |
10 | 38 |
11 | 93 -->4.AANW 1455 |
12 | 33 |
13 | 134 V |
14 | 121 |
15 | 122, 124 |
16 | 130 |
17 | 131 |
18 | 127 |
19 | 123 |
20 | 126 |
21 | 129 |
22 | 128 |
23 | 125 |
O.W. Falck, in 1756 als constabelsmaat naar Indië vertrokken keerde in 1775 als koopman terug
Waarschijnlijk bijeengebracht door O.W. Falck
Een van de leden van de vergadering was O.W. Falck
Hierbij enige stukken uit later tijd
Hierin liggen afschriften van verschillende stukken uit de jaren 1778-1793 over de toestand aan de Kaap en een tekening van drie plaatsen aldaar, toebehoord hebben aan de heer Van der Stel
Hierbij een oudere brief (van 1773) en een brief van N. Viani te Patna aan A. Zanchi te Bergamo, dd. 1777
Deze brieven handelen behalve over huiselijke aangelegenheden in hoofdzaak over de financiële betrekkingen tussen beide zwagers. Erbij bevinden zich een paar andere stukken, die daarop eveneens betrekking hebben, en een brief van Bergh aan S.C.Nederburh, lid van de Aziatische Raad, dd. 13 maart 1806, houdende bericht van de inbezitneming van de Kaap door de Engelsen
Voorin in elk deel een index van persoonsnamen. Achter in het 1ste deel een blad met aantekeningen van Falck op de memoires
Voorin een onvolledige lijst van de diploma's, achterin een lijst van de verzameling autographa (zie inv.nr. 34) met aanwijzing dergenen, die in deze band voorkomen. De stukken zijn geplakt op stroken, genummerd 1-139. Op sommige stroken zijn meer stukken geplakt, op andere stroken geen, zonder dat met zekerheid kan worden vastgesteld, of het oorspronkelijk anders is geweest
Commentarius deel II blz. 216 vermeldt de oorsprong van de collectie en zegt, dat er verschillende stukken in voorkomen, die niet aan Falck gericht zijn
De brieven van E. Bergh zelf zie onder inv.nrs. 29 en 36
Hierin ook een lijst van de archivalia, in twee kisten verpakt (mei 1838)
Hierbij een inhoudsopgave: boven de ene helft staat: Lectuur in Spanje et postea. extr. Een der opstellen, behorende tot de andere helft, bevat aantekeningen, gehouden in de directie tot uitdeling van gezonde en voedzame spijs aan behoeftigen binnen Amsterdam, 1800-1801. Een drietal van de in de inhoudsopgaven genoemde aantekeningen ("Data betrekkelijk tot eene reise door Italiën"; "Uit Huidekopers proeve van taal en dichtkunde" en "Notabele expressiën in Hoofts Ned. Hist.) ontbreekt
Deze aantekeningen, gedeeltelijk gemaakt tijdens het verblijf in Spanje (1802-1805) dragen nu eens het karakter van nouvelles, dan weer lopen zij ook over historische bijzonderheden uit vroeger tijd, zoals de laatste jaren van Karel II van Spanje
Hierbij enige gedrukte stukken (een kaart van het vergezicht van de St. Katherinakerk te Frankfurt uit, een kaart van de posten van Wurtemberg en Baden, een introductiekaart in het casino te Frankfurt en twee postwagenbiljetten
Hierbij een gedrukt stuk getiteld: Memorial, üpplåst hos Höglofl. Ridderskapet och Adeln den 1 Juni 1812 af Frïherre c.L. Staël von Holstein, en een stuk van een kaart van Zweden
De opstand van 1813 was het glanspunt in de loopbaan van Falck; dit is wellicht de aanleiding geweest, dat hij over die gebeurtenis en wat er mede samenhing, allerlei gegevens had verzameld, die hierachter volgen
Een groot gedeelte van deze brieven is waarschijnlijk door de Nederlandse regering onderschept en zo in Falk's handen gekomen. In de Waterloo-portefeuille, waarin Hora Siccama ze aantrof, kunnen ze oorspronkelijk niet berust hebben. De verzameling bevat de volgende stukken
Het stuk is onvolledig, maar aangevuld met een afschrift, genomen naar het in de papieren van Van der Palm (Mij. der Nederl. Letterkunde te Leiden) berustende aan deze door Falck verstrekte afschrift
Hierbij een rekest aan de Koning, gesteld in handen van de Secretaris van Staat, 1817. Uit A. zijn afkomstig de brieven van don E. Lorenza en ridder Lupus
Hierbij ook afschrift van het rapport van Sieyes aan de Conventie over de vrede tussen Frankrijk en de Bataafse Republiek, 1795
In inv.nr. 41 zegt Falck zelf van deze portefeuille het volgende: " <i>Zwart lederen portefeuille, na Waterloo buitgemaakt op een van Napoleons secretarissen - waarschijnlijk Fleury de Chaboulou - met een aantal minuten van zijne hand, rapporten der adjudanten, sterktestaat der Fransche armee op 19 Juny des morgens etc.</i>". Falck schijnt deze portefeuille, die hij als Secretaris van Staat ontvangen had, onder zich gehouden te hebben ook na zijn aftreden. Uit een schrijven van Falck dd. 25 juni 1815 aan de Minister van Buitenlandse Zaken Van Nagell, berustende in het archief van het departement, blijkt dat Falck aan Van Reede, Nederlands commissaris bij het leger van Wellington. heeft doen toekomen al hetgeen hij in de portefeuille gevonden heeft omtrent de toestand van de noordelijke Franse vestingen, zulks tot informatie van Wellington. Aan Van Nagell zelf zond Falck bij dat schrijven enige andere stukken uit de portefeuille, n.l.; 1. de minuut van de bekende brief van Napoleon aan de keizer van Oostenrijk dd. 1 april 1815; 2. die van een brief van Napoleon aan de groothertog van Toscane over de gevangenhouding van prinses Pauline, dd. 24 mei 1815; 3. verschillende stukken, gedeeltelijk gedrukt, over de totstand van Zwitserland, afkomstig van een zekere Olivier en de keizer medegedeeld door zijn broer Joseph bij brief van 13 juni 1815; 4. een aantal papieren omtrent de toestand van de vesting Straatsburg, waaronder rapporten, afkomstig van 's keizers adjundant Amillet, met een<br>analyse van diens rapport; 5. afschriften van de verklaring van Frankfurt van 1 december 1813 en het rapport van St. Aignan van 9 november 1813 door de Franse minister van Buitenlandse Zaken 31 mei 1815 medegedeeld aan Fain; 6. een nota omtrent de sterkte der verbonden legers in 1815.
De stukken der portefeuille zijn gedeeltelijk uitgegeven door Wallez (Comm. Perp. II blz. 126, zie inv.nr. 31.1) onder de titel van Porte-feuille de Buonaparte pris à Charlero le 18 Juin 1815. La Haye. Librairie Belgique. 3 cahiers, waarvan het derde het facimile van een brief van Napoleon bevat. Hiervan is ook een Nederlandse vertaling verschenen, getiteld: Bunoparte's brieventas op den 18den Juny 1815 te Charleroi prijs gemaakt. te 's Gravenhage in den Nederlandschen boekhandel. Veenestraat no. 147. Een aantal stukken is echter in deze uitgave niet opgenomen. Opmerkelijk is, dat er wel in voorkomt (1e cahier blz. 28) de bovenvermelde brief van prins Joseph, dd. 13 juni 1815, door Falck 25 juni aan de minister van Buitenlandse Zaken gezonden. Alle in het werk opgenomen stukken zijn overigens aanwezig behalve de in extract medegedeelde bibliothéque de voyage (1e cahier, blz. 33). De stukken zijn gelegd in de volgorde der 3 cahiers.
Bovendien bevinden zich nog in de portefeuille een exemplaar van het 1e en het 2e cahier, het facsimile, behorende bij het ontbrekende 3e cahier, en een exemplaar van de gedrukte Pièces officielles et nouvelles des armées, no. XI, imprimerie du Journal de la Belgique, waarin een van Franse zijde gesteld verslag van de slag bij Waterloo
Hierbij afschrift van een brief van Elout en anderen aan de gouverneur-generaal Van der Capellen, dd. 26 augustus 1818
Zie over Wappers Melis: Commentarius III, blz. 128
Het nummer is vanwege de omvang opgesplitst in drie inventarisnummers
Voorheen inv. nr. 93, zie nummer toegang 4.AANW, inv. nr 1455
Voorin een exCerpt uit de correspondentie van zijn ambtsvoorganger. De meeste brieven zijn gericht aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Nederland, slechts enkele uit 1824 en 1825 aan de Engelse regering. De brieven tussen 26 juni 1829 en 1 juli 1830 ontbreken. Vanwege de omvang is dit nummer verdeeld over drie inventarisnummers
Deze stukken betreffen de Rijnvaart, 1824-1826 de mislukte onderhandeling over de commerciële conventie en de openstelling van de West-Indische havens, 1825-1826 de handelstractaten met Mexico en Columbia, 1824-1829
Zie Commentarius III, blz. 200 vlg.
Deze stukken hebben in het 3e deel van de Commentarius gelegen (zie aldaar blz. 222 en 224)
Overgebracht naar legatiearchief België, inv.nr. 7. Was voorheen inv.nr. 113.
Overgebracht naar legatiearchief België, inv.nr. 9. Was voorheen inv.nr. 114.
Overgebracht naar legatiearchief België, inv.nr. 168. Was voorheen inv.nr. 115.
Overgebracht naar legatiearchief België, inv.nr. 174? Was voorheen inv.nr. 116.
Overgebracht naar legatiearchief België, inv.nr. 174?
Was voorheen inv.nr. 117.
Zie art. 22 van het tractaat van 19 april 1839 en art 68 van het tractaat van 5 november 1842
Hierbij een brief van lord Clarendon aan Dedel 1841.
Zie een lijst van de brieven: Aanwinsten 1909 XIV 20. Hierbij afschrift van een brief van de prinses van Oranje aan baron Alphonse de Roisin, 1849
Zie een lijst van de brieven: Aanwinsten 1909 XIV 21.
In het familiearchief berusten geen stukken van die van deze in dienst der O.I. Compagnie tot gouverneur van Ceylon opgeklomen bloedverwant van de voorgaanden zelf akomstig zijn, alleen enkel papieren die op hem betrekking hebben
Bij het exemplaar, afkomstig uit de collectie Fabius, is gevoegd een brief van de heer H.R. Gobius aan mr. J. Fabius met verzoek hem het oorspronkelijke stuk te willen verkopen. Dit schijnt te zijn geschied; het oorspronkelijke stuk is althans bij de van de heer Fabius ontvangen papieren niet gevonden
Van de vrouw van een in November 1813 door Falck tegen het grauw beschermde Franse ambtenaar? De cocarde wordt vermoed die te zijn, welke Falck in november 1813 op de hoed had gestoken. De voorwerpen waren door Falck bewaard en zijn aangetroffen in de boedel van diens weduwe.