Terug naar zoekresultaten

2.21.038 Inventaris van het archief van ir. W. Cool [levensjaren 1877-1947], (1885) 1895-1947 (1949)

Download inventaris als PDFDownload inventaris als XML

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Beschrijving

ArchiefBeschrijving van het archiefArchiefvormingInhoud en structuur van het archiefAanwijzingen voor de gebruikerVerwant materiaal

Archief

Titel

2.21.038
Inventaris van het archief van ir. W. Cool [levensjaren 1877-1947], (1885) 1895-1947 (1949)

Auteur

W. Kraak

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1975 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 268 W. Cool
Cool

Periodisering

archiefvorming: 1895-1947
oudste stuk - jongste stuk: 1885-1949

Archiefbloknummer

C22273

Omvang

; 274 inventarisnummer(s) 4,90 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

ir. Wouter Cool (1877-1947)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Als ingenieur en adjunct-directeur bij Gemeentewerken te Rotterdam is ir. Wouter Cool (1877-1947) verantwoordelijk voor de Openbare Diensten, gebouwen en fabrieken. In 1915 wordt hij benoemd tot chef van het Havenwezen in Nederlandsch-Indië, waar hij verantwoordelijk is voor de aanleg van nieuwe havens in de archipel. Hij is ook nog o.a. bestuursvoorzitter van de Ned.-Indische spoorwegen en vice-president van het Kon. Instituut van Ingenieurs, en bekleedt diverse (inter)nationale nevenfuncties. Het archief bestaat enerzijds uit stukken betreffende zijn diverse funkties, anderzijds uit documentatie, die verschillende funkties doorkruist.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Op 2 april 1877 wordt in Utrecht uit het huwelijk van Wouter Cool en Wendelina Elisabeth van Manen een zoon geboren, Wouter genaamd. In 1894 gaat de jonge Wouter studeren aan de Polytechnische school te Delft en wordt hij lid van het Delftsch Studentencorps. De familie Cool is dan al verhuisd naar Den Haag (Balistraat 72) In 1897 wordt hij secretaris van het dispuut G.D.U. (Geef Dronkaards Ulevellen). In 1898 slaagt hij voor het examen van civiel ingenieur. Zijn eerste funktie is die van ingenieur bij Gemeentewerken te Rotterdam. Op 12 september 1901 trouwt hij daar met Louise Maria Jarma, Uit dit huwelijk zullen twee zoons. Wouter en Hans, geboren worden. In 1908 wordt hij bevorderd tot adjunkt-direkteur. Zijn arbeidsterrein aldaar strekt zich uit over alles wat een havenstad als Rotterdam in technische zin vereist, zoals kade-, bagger- en spoorwegwerken, havenloodsen, maar ook de oplossing van vraagstukken betreffende grondpolitiek, stadsuitbreiding, stratenaanleg, sociale woningbouw en arbeidsverhoudingen, het stichten van gebouwen voor Openbare Diensten, voor de bedrijven, voor de scholen en het oprichten van fabrieken voor gas, water en elektriciteit. In 1914 vraagt hij ontslag aan uit deze betrekking, omdat hij door de minister van Koloniën benoemd is tot lid van de commissie Kraus-De Jongh, een commissie van advies ter oplossing van gerezen moeilijkheden bij de uitvoering van de grote havenwerken in Nederlands-Indië, Kort hierop volgt in 1915 zijn benoeming tot Algemeen Adviseur voor het Havenwezen in Nederlandsch-Indië en chef van de gelijknamige afdeling van het departement van Burgerlijke Openbare Werken aldaar. Zijn taak is de reorganisatie van het havenwezen daar, dat nog verre van modern te noemen is. Tevens krijgt hij de hoofdleiding bij het ontwerpen en uitvoeren van alle nieuwe havenwerken in de archipel, zoals de haven van Tandjong-Priok, Soerabaja, Makassar, Belawan-Deli, e.a. In 1920 wordt hij onder dankbetuiging voor de aan den lande bewezen diensten eervol uit 's lands dienst ontslagen. Er worden nog pogingen gedaan hem zover te krijgen dat hij nog langer als Algemeen Adviseur voor het Havenwezen wil werken, maar dit gaat om financiële redenen niet door. Direct na zijn ontslag reist hij met zijn vrouw naar Nederland terug. De reis loopt via Japan en Amerika, waar hij verschillende havens bezoekt Op 1 april 1921, na inmiddels gescheiden en met Annie van Bijsterveld hertrouwd te zijn, aanvaardt hij de funktie van voorzitter van het Comité van Bestuur der Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij te Semarang. Onder de uiteenlopende arbeid die deze funktie met zich meebrengt, valt de beginnende concurrentiestrijd met het autovervoer. In 1931 wordt hij op eigen verzoek ontslagen. In 1931 keert hij voorgoed terug naar Nederland en gaat in Den Haag wonen. Hij wordt daar in 1932 algemeen secretaris en vice-president van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en bovendien hoofdredakteur van het weekblad Be Ingenieur. Deze funkties vervult hij tot kort voor zijn dood op 30 januari 1947 te Den Haag. Naast bovengenoemde funkties vervult hij nog andere, zoals gedeputeerde voor de provincie Midden-Java, curator van de Polytechnische school te Bandoeng, vice-president van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs in Nederlands-Indië, lid van de Semarangsche Havencommissie, voorzitter van een door de Zuiderzeevereniging gevormde commissie, lid van de technische commissie van de vereniging De Hollandsche Molen en in het bijzonder die van reserve-majoor voor speciale diensten van de Generale Staf en voorzitter van de Algemene Vereniging van Nederlandse Reserve-Officieren. Reserve-majoor is hij al vanaf de oprichting van het reservekader in 1897. Zijn bekendheid als ingenieur beperkte zich niet slechts tot nationaal niveau. In 1913 werd hij begiftigd met de ordetekenen van Ridder in de Orde van de Kroon van Roemenië. Op congressen vertegenwoordigde hij zoals op het world Engineering Congress in 1929 te Tokyo, herhaaldelijk de Nederlandse en Indische regering. Ook bij de Volkenbond te Genève trad hij op als arbiter.
  • Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in Woord en Beeld, Amsterdam, 1938.
  • Delftse Studentenalmanakken, 1893-1899.
  • Collectie stamboeken van ambtenaren in Indische Gouvernementsdienst, nummer Y 241.
  • Collectie stamboeken van officieren van de Landmacht van ná 1813, inventarisnummer 600-16162.
  • De Ingenieur, 7 februari 1947, nummer 6.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van ir. Wouter Cool werd, samen met andere archieven op 14 januari 1972 door de directeur-secretaris van het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief, prof. dr, J.H. van Stuijvenberg, aan het Algemeen Rijksarchief in bruikleen aangeboden (Correspondentie Tweede Afdeling, D 13.3). Dit aanbod werd door het Algemeen Rijksarchief aanvaard en op 10 oktober 1972 werd het archief overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief. Daarna volgden enige aanvullingen; de laatste werd op 25 oktober 1974 ontvangen.
Inbewaringgeving van een particulier archief, niet in eigendom verkregen
De verwerving van het archief
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bestaan enerzijds uit stukken betreffende zijn diverse funkties, anderzijds uit dokumentatie, die verschillende funkties doorkruist.
Selectie en vernietiging
Lijst van vernietigde stukken Omvang: ca. 0,2 m' De nummers 3-6 hebben geen aantoonbare relatie met Cool.
  1. Ingekomen brief van K.P. van den Berg betreffende de concessie-aanvrage voor de haven van Tandjong Priok door de vader van Van den Berg in 1882, waarvan de relevante bijlagen ontbreken. 1918. 1 stuk
  2. Tafel op niet in het archief aangetroffen stukken van zijn hand, welke ernstig beschadigd is. Z.j. (ca. 1918). 1 stuk
  3. Briefwisseling van de N.V. Electrische Meubelfabriek Modern te Amsterdam met J. Baas, vertegenwoordiger in Den Haag en met M. Goudsmit, vertegenwoordiger in Utrecht. 1923. 1 pak
  4. Briefwisseling van de N.V. Electrische Meubelfabriek Modern te Amsterdam met de firma Mandt & Mendel, Möbelfabrik te Lengsdorf/Bonn. 1922-1924. 1 pak
  5. Verkoopboek, waarschijnlijk van de N.V. Electrische Meubelfabriek Modern te Amsterdam. 1925. 1 deel
  6. Journaal, waarschijnlijk van de N.V. Electrische Meubelfabriek Modern te Amsterdam. 1924-1925. 1 deel
  7. Brief van de Brandmaatschappij te Amsterdam van 1790, betreffende een autopolis. 1946. 1 stuk
  8. Doublures van de inventarisnummers 79, 87, 89-3, 92, 95, 105, 113-3, 178, 202. 1 pak
  9. Verzameling statuten, reglementen en ledenlijsten van verenigingen, stichtingen en instituten, waarvan hij al dan niet lid is geweest, Gedrukt. 1922-1942. 1 bundel
  10. Ingekomen brieven van Ch. van Raan betreffende dijkbouw door voorouders van ir. Joh. de Rijke. 1942. 1 omslag
  11. Jaarverslag over 1942 van de Stichting De Cruquius. 1943. 1 omslag
  12. Kennismaking-nummer van het tijdschrift De Industrie van 15 december 1945. 1 katern
  13. Aflevering van het Technisch Wetenschappelijk Tijdschrift, van maart 1943. 1 katern
  14. Gestencilde brief, met bijlagen, betreffende het op te richten Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers. 1946. 1 omslag
  15. Stukken betreffende de Nederlandsche Chemische Vereeniging. 1941-1942. 1 omslag
  16. Agenda's en notulen van vergaderingen van de Nederlandse Vereniging voor Hoger Onderwijs in de Economische Wetenschappen, 1942-1943. 1 omslag
  17. Brochure van de N.V. Nederlandse Turfgasgenerator Mij te Amsterdam, met geleidebrief. 1941. 1 katern
  18. Kranteknipsels, waarvan het verband met dit archief niet duidelijk is. 1 omslag
  19. Lijst met een opsomming van lidmaatschappen, waarvan het verband met Cool niet aantoonbaar is. Z.d. 1 omslag
  20. Lijsten van uitgegeven boeken, Gedrukt. 1942. 1 omslag
  21. Systematische inhoudsopgave van het blad Mededeelingen, van het Nederlandsch Instituut voor Efficiency en het Nederlandsch Instituut voor Dokumentatie en Registratuur. Gedrukt. 1941. 1 katern
  22. Verordeningsbladen 32 en 33 voor het bezette Nederlandsche gebied. 1941. 2 katernen
Verantwoording van de bewerking
Bij de inventarisatie werd een redelijke ordening aangetroffen, die het archief echter niet altijd toegankelijk maakte. Daarom is op verschillende plaatsen een andere ordening aangebracht. Zoveel mogelijk is gestreefd naar een ordening volgens funkties, terwijl de uitgebreide dokumentatie zoveel mogelijk is geordend volgens onderwerp, waarbinnen dan weer op opeenvolging in de tijd.
Deze inventaris werd in 1974 en '75 vervaardigd door W.B. Kraak als op de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief tewerkgestelde Gewetensbezwaarde Militaire Dienst.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 268 W. Cool, nummer toegang 2.21.038, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Cool, 2.21.038, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen