Bij de nadering der Pruisen is Daendels officier bij de troepen, die Amsterdam zullen verdedigen
De brief bevat de mededeling, dat zij Daendels gepolst hebben, of hij zich in dienst van de republiek Gelderland wil begeven. Is de brief geschreven aan het Comité tot de Algemene Zaken?
Reeds spoedig na het sluiten van de vrede met Frankrijk ging Daendels over in Bataafse dienst. Tot luitenant-generaal op 11 juni 1795, is hij de organisator van het leger. Belangrijke perioden tijdens zijn commando waren: de zomer van 1796 en het najaar van 1799.In de zomer van 1796 wordt buiten de demarcatielijn door Franse en Bataafse troepen aan de Rijn gevochten, tegen de keizer en zijn zijn bondgenoten, bovendien dreigde oorlogsgevaar van Pruisen. In het najaar van 1799 landden er Engelsen en Russen bij Den Helder. Over de beide staatsgrepen in 1798 bevatten de overgeleverde stukken niets. Op 25 nvember 1802 kreeg Daendels ontslag uit zijn functie en werd ambteloos burger, landbouwer en veefokker op de Veluwe
De brieven zijn in veertig omslagen gerangschikt naar de herkomst
De brieven zijn in vier omslagen gerangschikt naar de herkomst
Zie ook inv.nrs. 68-70
De brieven zijn in elf omslagen gerangschikt naar de herkomst
De brieven zijn in dertien omslagen gerangschikt naar de herkomst
Zie ook inv.nrs. 71-73
Zie ook inv.nrs. 23-33
Zie ook inv.nrs. 38-54
Na jaren buiten dienst geweest te zijn, wordt Daendels de 16e juli 1806 door de koning benoemd tot Staatsraad in buitengewone dienst. Dan dreigt van Munster uit een Pruisische inval. Daendel wordt belast met de verdediging van de grens in het oosten (16 september); na de slag bij Jena wordt hij op 8 november benoemd tot gouverneur van Oost-Friesland
Bevat o.a. akte van benoeming van Daendels tot gouverneur-generaal van Oost-Friesland (4 november 1806)
De benoeming van Daendels tot gouverneur-generaal op 28 januari 1807 zal wel in verband staan met het plan van een expeditie, dat Daendels ontworpen had, om in 1799 met een vloot en een leger Indië te hulp te komen. Dit plan is toendertijd door tegenwerking van het Directoire in Frankrijk niet tot uitvoering gekomen Van Tenerife uit gelukte het Daendels op een Amerikaans schip, de "Virginia", Batavia te bereiken. De 30ste juni 1811 vertrekt hij vandaar per "Sapho" naar Frankrijk, na het bestuur aan zijn opvolger J.W. Janssens te hebben overgedragen. Daendels heeft veel gedaan voor de verbetering van de gezondheidstoestand van Batavia, en van de verkeerswegen op Java en voor de centralisatie van het binnenlands bestuur. Zijn positie, die toch niet gemakkelijk was door de slechte communicatie met het moederland, werd nog bemoeilijkt door de benoemingen in Holland van zijn persoonlijke vijanden, De Sandel Roy tot generaal-majoor tot generaal-majoor, en Van Polanen, toen in Noord-Amerika tot lid van de Raad van Indië. Ook over de financiële zaken was er wrijving, over de grootte en verdeling van zijn tractement en over zijn schikkingen met de Raad van Indië aangaande Buitenzorg en Weltevreden. Ook met Janssens heeft Daendels getwist over de vraag aan wie een gedeelte van de opbrengst van de verkoop van de vogelnestjes toekwam. Bij zijn vertrek zijn Daendels door de directeur-generaal Chassé 30 bons ter hand gesteld, wegens hem toekomende sommen
De op het kaft vermelde brief van de Koning, de enige die Daendels tussen 1808 en 1811 ontving, is te vinden onder de stukken van het proces van de familie Daendels voor de Hoge Raad (inv.nr. 183)
De ene tafel bevat de officiële brieven van Van der Heim, maar niet die van 1810 januari - 1811 oktober, de andere de particuliere. Ook is hier nog aanwezig een brief van J. Siberg, oud gouverneur-generaal (1808), de statuten van de orde van de Unie, een lijst van commandeurs en ridders in die orde, door Daendels benoemd, en een formulier van de eed voor deze
De brieven van Goicquel Destouches, 1810 november-december zijn niet in de tafel opgenomen
Dit nummer vindt men in Verslagen 1887, blz. 8
1801: J. Siberg koopt Buitenzorg van P.G. van Overstraten. 1808: Daendels koopt Buitenzorg van A.H. Wiese
De brieven van Daendels aan de keizer, tot wien hij zich reeds in het voorjaar van 1810 wendde, zijn niet in deze tafel opgenomen
De ene tafel bevattende brieven per "Emilia" aan de minister, de kanselier M. van der Goes, en de koning heeft misschien betrekking op verloren munten; de tweede bevat de afgaande brieven aan de minister (1808-1809)
Deze band bevat ook een brief van de directeur-generaal W.H. van IJsseldijk (1809), met minuut antwoord van Daendels
Deze band bevat ook twee minuutbrieven aan De Caen, gouverneur van Mauritius
De tafel is getiteld: " Register van de brieven, door R.G. van Polanen geschreven". Deze band bevat, behalve contracten, door Van Polanen met Amerikaanse kooplieden gesloten, die niet in de tafel zijn opgenomen, en facturen, ook brieven van Van Polanen aan de directeur-generaal W.H. van IJsseldijk, 1810, aan J. van den Bosch (schoonzoon van De Sandol Roij), 1810, en van de Sandol Roi aan J. van den Bosch, 1810
Over de tocht naar Rusland is geen enkel stuk aanwezig; wel over het beleg en de verdediging van het Poolse Modlin aan de samenvloeing van de Weichsel en de Boeg. Daendels voerde daar van januari tot december 1813 het commando.
Hierbij ook "papiers qui ont rapport aux Séances dus conseil de défense ": rapporten van inferieuren aan diens raad
Orders van superieuren en rapporten van inferieuren gedurende de eerste tijd van het beleg tot de wapenstilstand in juni, met afschrift van die gesloten wapenstilstand
Brieven van en minuutbrieven aan de officieren van de belegerende troepen gedurende de wapenstilstand
Als bijlage bij één van de brieven gaat een paspoort van Alexander I voor H.W. Daendels, zijn adjudant en zijn bediende
Op 27 juli 1815, niet lang dus na Waterloo, is Daendels door koning Willem I benoemd tot gouverneur-generaal ter kuste van Guinea. Per "Venus" vertrekt hij naar zijn bestemming, arriveert in februari 1816 te St. George del Mina en neemt het bestuur van commandant-generaal De Veer over. Op 2 mei 1818 is hij ter kuste gestorven. Daendels heeft veel aangepakt: verbetering van verkeerswegen, bevordering der cultures, kolonisatie van blanken. Kort voor zijn dood kwamen twee zoons over, om in de cultures werkzaam te zijn. Met enige ambtenaren heeft hij hevige conflicten gehad: hij en de resident A. van Barneveld, vriend en bewonderaar van Daendels, worden zelfs door Van Neck en Milet beschuldigd van moordaanslagen
Het Journaal begint bij Daendels vertrek van Texel; op 11 maart 1816 aanvaardde deze het bewind ter Kuste.
Dit nummer vindt men in Verslagen 1897, blz. 50
Dit register is op het Departement ten behoeve van Daendels gekopiëerd
Ontbreekt. In januari 1944 uitgeleend aan de Gemachtigde voor Afstammingsbewijzen in Apeldoorn en niet terug ontvangen
Bevat de enige brief die Daendels ontvangen heeft van koning Lodewijk Napoleon, dd. 19 juli 1809.
Was voorheen inv.nr. 187. Is vervallen; opgenomen in archieven officieren Bataafse, Hollandse en Franse armee, 1795-1813
Op uitdrukkelijk verzoek van de schenker zijn deze ridderorden bij het archief opgenomen. (niet meer bij het archief opgenomen). Niet meer aangetroffen, mei 1959, S.
Onderstaande stukken zijn opgenomen onder andere inv.nrs. van dit archief
Tekst uit VROA 1927
: Waarschijnlijk heeft Van Barneveld voor het schrijven van de Memorie (ten behoeve van prof. Lauts?), vermeld als inv.nr. 20 [in de oude lijst], de beschikking over Daendels papieren gekregen. Deze papieren zullen vervolgens met bescheiden van Van Barneveld weder aan de familie Daendels zijn gekomen. Blijkbaar zijn de stukken toen eigendom geworden van een kleinzoon van de Gouverneur-Generaal, Laurentius Johan Daendels (gehuwd met Nelly Swart, weduwe Jacobus Böthingk) en daarna overgeaan aan diens stiefdochter mevrouw P.C. Jonckheer-Böhtlingk