Archief
Titel
2.21.165 Inventaris van het archief van de familie Uhlenbeck, 1744-1962 (1978)
Auteur
J.A.A. BervoetsVersie
15-08-2019
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
1978 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Collectie 310 Uhlenbeck Uhlenbeck
Periodisering
archiefvorming: 1744-1962 oudste stuk - jongste stuk: 1744-1978
Archiefbloknummer
C22125Omvang
; 222 inventarisnummer(s) 1,20 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale, geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Uhlenbeck, Johan Wilhelm (1744-1812)
Gildemeester, Wilhelmina (1757-1813)
Uhlenbeck, Christianus Cornelius (1780-1845)
Andringa, Catharina Elisabeth (1789-1849)
Uhlenbeck, Maria Elisabeth (1809-1860)
Uhlenbeck, Olke Arnoldus (1810-1888)
Lette, Antoinette (1825-1909)
Uhlenbeck, Johannes Cornelis (1813-1848)
Uhlenbeck, Christian Eliza (1840-1897)
ten Bosch, Anna Christina (1843-1921)
Uhlenbeck, Olke Arnoldus (1872-1929)
Uhlenbeck, Johannes Diederik (1875-1939)
Uhlenbeck, Christiaan Eliza Olke Uhlenbeck (1904-?)
Guyot, Paul Charles Guillaume (1800-1861)
Guyot, Henri Daniel (1836-1912)
Uhlenbeck, Antoinette (1842-1923)
Samenvatting van de inhoud van het archief
De Familie Uhlenbeck is oorspronkelijk afkomstig uit de Rijnstreek in het huidige Duitsland. Doordat Johan Wilhelm Uhlenbeck in de 18e eeuw in dienst trad van de V.O.C. geraakte de Familie in de Nederlanden. Zijn zoon Christian werd civiel ingenieur en diende in de Marine, en diens broer Olke Arnoldus diende in de marine, en voer o.a. als commandant van de 'Palembang' op het toen nog gesloten Japan. Ook Olke's zoon Christian Eliza had een loopbaan bij de marine, en was o.a. lid van de rekenkamer. Het archief bevat o.a. persoonlijke papieren, bio- en autobiografisch materiaal van verschillende telgen, correspondentie, stukken betreffende bevelvoering over verschillende schepen, portretten en teksten van redevoeringen.Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
1. Het geslacht Uhlenbeck in Velbert en Ceylon
Het geslacht Uhlenbeck ( Voor een beschrijving van het geslacht Uhlenbeck, zie Nederlands Patriciaat, jaargang 31, 1945, pag. 287-298, en de zich daarin bevindende literatuurverwijzing. Zie voor nadere details ook inventarisnummers 50 en 202. ) is afkomstig van het landgoed Eulenbeck onder Velbert (Rijnstreek, hertogdom Berg), dat door de eigenaars vanaf de 15e eeuw in exploitatie was gebracht. In de 18e eeuw werd er een ijzergieterij opgericht. Johan Wilhelm Uhlenbeck (1744-1812) ( P.C. Molhuysen, P.J. Blok, L. Knappert, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel V, kolom 982-986, bevat beschrijvingen van Christianus Cornelius Uhlenbeck (1780-1845), Christian Eliza Uhlenbeck (1840-1897), Johan Wilhelm Uhlenbeck (1744-1812) en Olke Arnoldus Uhlenbeck (1810-1888). ) verliet echter het landgoed en diende als Feldwebel Frederik de Grote. In 1768 vluchtte hij na een duel naar Ceylon, waar hij zich in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie begaf. Als majoor-commandant van Galle werd hij in 1796 bij de overgave van Ceylon aan de Engelsen krijgsgevangen gemaakt. Na zijn vrijlating leefde hij als ambteloos burger voort. Op 3 september 1775 huwde hij Maria Wilhelmina Gildemeester (1757-1813). Zijn zoon Christianus Cornelius Uhlenbeck (1780-1845) raakte bij de overgave van Ceylon eveneens krijgsgevangen, doch trad weldra als civiel-ingenieur in Engelse dienst. Dit stelde hem mede in staat om de Nederlandse kolonie in Ceylon te vertegenwoordigen, wanneer de belangen van zijn landgenoten (de "burgers") moesten worden behartigd. Zo wist hij de afschaffing van de slavernij op Ceylon te bewerkstelligen. Op 26 mei 1805 huwde hij Catharina Elisabeth Andringa, die hem in Colombo negen kinderen schonk. Terwille van de maatschappelijke ontplooiing van deze kinderen besloot hij in 1820 tot de overtocht naar Nederland, hetgeen leidde tot een openbaar afscheid van alle "burgers". Het schip, waarop hij met zijn moeder en zijn gezin voer, leed in 1821 schipbreuk voor de Tafelbaai, hetgeen echter slechts tot materiële verliezen leidde. Uhlenbeck vestigde zich als ambteloos burger in Voorburg, waar hij in 1828 tot burgemeester werd benoemd. Tien jaar later nam hij ontslag, maar zijn technische vaardigheden, opgedaan in Ceylon, leidden ertoe, dat hij bij de oprichting van de koninklijke akademie voor de opleiding van burgerlijke ingenieurs in Delft onder ir. A. Lipkens tot administrateur werd benoemd.2. Olke Arnoldus Uhlenbeck (1810-1888)
Olke Arnoldus, de tweede zoon van Christianus Cornelius Uhlenbeck en Catharina Elisabeth Andringa, werd op 18 maart 1810 in Colombo geboren. Op 11-jarige leeftijd maakte hij de wederwaardigheden van de overtocht naar Nederland mee. Na een opleiding op een Engels college begon in 1826 een marine-opleiding, die tijdelijk door de actieve dienst werd onderbroken toen in de jaren 1830-1832 de Nederlandse marine bij gelegenheid van de afscheiding van België op de Schelde moest opereren. Bij een landingsoperatie voor de citadel van Antwerpen in 1832 liep Uhlenbeck een hoofdwond op. Naar aanleiding van deze krijgsverrichtingen werd hij bij Koninklijk Besluit van 8 oktober 1842, nr. 4, tot ridder in de Militaire Willemsorde, 4e klasse, benoemd.
Als luitenant ter zee werd hij in 1835 toegevoegd aan ir. A. Lipkens, die als adviseur van het departement van Binnenlandse Zaken tevens de koning van advies moest dienen over door hemzelf ontworpen duikboten. Uhlenbeck kreeg de taak deze boten te vergelijken met Engelse modellen, ze varensgereed te maken en te beproeven. Weldra werd hij ook betrokken bij de opleiding van duikers en bij onderzoekingen van onderzee-toestellen op non-belligerent terrein. De door hem en Lipkens op deze manier geperfectioneerde vindingen werden echter niet operatief gemaakt. Lipkens werd in 1842 directeur van de koninklijke akedemie voor de opleiding van burgerlijke ingenieurs in Delft, Uhlenbecks opdracht werd in 1844 ingetrokken, omdat hij tot lid van een commissie ter aanbieding van geschenken aan de keizer van Japan werd benoemd en op het fregat "Bromo" werd geplaatst.
Aldus werd hij betrokken bij het diplomatiek initiatief van koning Willem II ter verruiming van de Nederlands-Japanse betrekkingen. In Japan verbleef hij op het fregat "Palembang" in afwachting van 's keizers antwoord op het verzoek om aanbieding. Zijn ergernis over het commando over de "Palembang", over de verhoudingen tussen de Nederlandse handelsfactorij op Deshima en de Japanse overheid en over de beperkingen in bewegingsvrijheid die hemzelf en zijn manschappen door de Japanners waren opgelegd, brachten hem in een conflict met het opperhoofd van de Nederlandse handel in Japan, dat in 1846 door de goeverneur-generaal van Nederlandsch-Indië in zijn nadeel werd beslecht. Een periode van gedeeltelijke nonactiviteit volgde door ziekte van Uhlenbeck en zijn vrouw Marie Jeanne Arnoldine Lette, met wie hij op 25 april 1839 gehuwd was. In 1850 werd hij belast met de inspectie van het loodswezen in Amsterdam, maar na de dood van zijn vrouw op 19 oktober 1852 ging hij weer in actieve dienst. Op 3 november 1854 huwde hij Antoinette Lette, de zuster van zijn overleden vrouw. Rangverhoging en een zekere roem behaalde hij, toen hij in 1856 met de verouderde raderboot de "Vesuvius" moest optreden tegen zeeroversbases in de Molukken. Op zijn geslaagde poging om het schip in noodweer te behouden en de daarbij betoonde moed volgde zijn bevordering tot kapitein-luitenant. In 1859 nam "lord Donderton", zoals allengs zijn bijnaam werd, tijdelijk het commando over de marine in Suriname waar. In 1861 werd hij bevorderd tot kapitein ter zee, en als zodanig voerde hij het bevel over een nieuw type fregat met stoomvermogen "Adolf Hertog van Nassau", waarmee hij verscheidene malen wereldreizen ondernam. In 1866 werd hij bevorderd tot schout-bij-nacht en werd hem het commando van het marine-etablissement Willemsoord opgedragen. In 1869 werd hij vice-admiraal en het jaar daarop werd hij benoemd tot commandant van de zeemacht in Oost-Indië.
Onder zijn commando begonnen de schermutselingen tegen zeeroverijen aan de noordkust van Sumatra, die in 1874 zouden uitlopen op de Atjeh-oorlog. Hij zelf keerde echter reeds terug naar Nederland, toen de eerste aanvallen op de kust van Atjeh plaatsvonden. Op 25 april 1874 werd hij op zijn verzoek uit de dienst ontslagen en gepensioneerd. Op 26 maart 1888 overleed hij in Den Haag.
3. Christian Eliza Uhlenbeck (1840-1897) en zijn nakomelingen
( Een levensbericht van Christian Eliza Uhlenbeck bevindt zich in het Marineblad nr. 9, 1 maart 1897, inventarisnummer 85. Een dienststaat bevindt zich in het stamboek van marine-officieren na 1850, nr. 208 en in inventarisnummer 87. ) Christian Eliza, de enige in leven gebleven zoon van Olke Arnoldus Uhlenbeck en zijn eerste vrouw Marie Jeanne Arnoldine Lette, werd op 7 mei 1840 in Voorburg geboren. Hij volgde het voetspoor van zijn vader en werd op 14-jarige leeftijd adelborst aan de Koninklijke Militaire Akademie in Breda. In 1857 begon zijn loopbaan als zee-officier op het schip de "Admiraal van Wassenaar", en van 1859 tot 1861 was hij betrokken bij patrouilles in Nederlandsch-Indië. Bij enkele gelegenheden voerde hij het commando over de schoenerbrik "Makassar" voor de kust van Borneo. Van 1864 tot 1865 voer hij onder bevel van zijn vader Olke Arnoldus op het fregat met stoomvermogen "Adolf Hertog van Nassau". Sedertdien bleef hij voornamelijk betrokken bij de opleiding van marine-officieren in het moederland en bij beproeving van nieuwe vindingen op technisch gebied. In 1875 vertrok hij weer naar Nederlandsch-Indië, waar hij werd gestationeerd voor de noordkust van Atjeh om het bevel te voeren over de bevoorrading van manschappen, die daar een bruggenhoofd hadden gevormd. Zelf had Uhlenbeck het commando over een landingsdivisie, die in 1877 de vorstendommen Samelangan en Merdu pacificeerde. In 1878 keerde hij om gezondheidsredenen naar Nederland terug.
In 1880 bevorderd tot kapitein-luitenant, kreeg hij het bevel over het wachtschip "Hellevoetsluis". In 1882 had hij de leiding over de opleiding van bootsmansleerlingen aldaar. Deze activiteit werd onderbroken, toen hij in 1884 tot chef van de eerste afdeling van Marine in Batavia werd benoemd. In 1887 zette hij in Nederland zijn activiteiten in de onderwijssfeer voort, omdat hij tot commandant van het Koninklijk Instituut voor de Marine en directeur van het Onderwijs werd benoemd. Dit bleef hij tot zijn bevordering tot schout-bij-nacht in 1892: hem werd toen het commando van de marine in Willemsoord en van de stelling Den Helder opgedragen.
Op 16 september 1896 vroeg Uhlenbeck om gezondheidsredenen ontslag en pensioen aan. Op 7 januari 1897 overleed hij in Zandvoort.
Christian Eliza was op 19 mei 1871 gehuwd met Anna Christina ten Bosch. Uit dit huwelijk kwamen drie zoons voort, waarvan de oudste, Olke Arnoldus, op 9 maart 1872 in Tiel geboren werd. Hij was voorbestemd om de voetsporen van zijn vader te volgen, maar werd als adelborst afgewezen. Nu volgde hij de opleiding Indisch Ambtenaar in Delft en begon vanaf 1896 een burgerlijke loopbaan bij de Algemene Secretarie in Batavia ( Voor een staat van dienst als indisch ambtenaar, bijgehouden vanwege zijn pensionering, zie inventarisnummer 133. ) . In 1904 werd hij referendaris, in 1907 en 1908 nam hij het secretariaat van de Raad van Indië waar. Na tijdelijk aan de departementen van Oorlog en Eredienst verbonden te zijn geweest, werd hij in 1910 definitief secretaris van de Raad van Indië. In 1919 werd hij lid van de Algemene Rekenkamer van Nederlandsch-Indië. In 1923 nam hij ontslag uit 's lands dienst en keerde naar Den Haag terug, alwaar hij werd gepensioneerd. Op 2 februari 1929 overleed hij.
Zijn beide broers Johannes Diederik Uhlenbeck (1875-1939) en Anne Christiaan Anton Uhlenbeck (1883-1927) hadden administratieve functies in Indische ondernemingen. Johannes Diederik was administrateur van de onderneming Kwala Namoe van de Medan Tabak Maatschappij, Anne Christiaan Anton van de ondernemingen Penandjoeng en Mandalaneh onder Soerabaja.
Olke Arnoldus Uhlenbeck was gehuwd met Maria Berbera Visser (geboren 1874), die hem één zoon schonk, Christiaan Eliza Olke. Deze werd op 2 september 1904 in Buitenzorg geboren en begon, na een marine-opleiding vrijwillig te hebben afgebroken, zijn loopbaan als surnumerair bij de belastingen in Rotterdam. In 1935 was hij firmant van de commissionairsfirma Schuller & Co., die in 1949 opging in de Rotterdamsche Bank N.V.
4. Het geslacht Guyot
Op 24 mei 1871 huwde Antoinette Uhlenbeck, een dochter van Olke Arnoldus Uhlenbeck (1810-1888) en Marie Jeanne Arnoldine Lette (1813-1852), Henri Daniel Guyot (1836-1912), die als marine-officier bevriend raakte met Olke Arnoldus en zijn zwager Christian Eliza Uhlenbeck. Hij was de zoon van Paul Charles Guillaume Guyot (1800-1861) ( Voor een beschrijving van het geslacht Guyot, zie Nederlands Patriciaat, jaargang 2, 1911, pag. 172-175. ) en Henriette Jacqueline van Noort (1799-1869). Paul Charles Guillaume Guyot, die op zijn beurt de zoon was van de oprichter van het doofstommeninstituut in Groningen, Henri Daniel Guyot (1753-1828) ( Een biografie van Henri Daniel Guyot bevindt zich in P.C. Molhuysen e.a., Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, kolom 1008. ) , begon in 1814 zijn loopbaan als militair ( Een biografie van Paul Charles Guillaume Guyot bevindt zich in o.c., kolom 1009. Een staat van dienst bevindt zich in het stamboek van officieren na 1813, inventarisnummer 301, fo. 149. ) . Hij werd opgeleid in de artillerieschool in Delft, waar hij in 1819 assistent-instructeur werd. Ook doceerde hij aan de Koninklijke Militaire Akademie in Breda, totdat hem in 1829 als kapitein-luitenant werd opgedragen de goeverneur-generaal J. van den Bosch als adjudant te begeleiden naar Nederlandsch-Indië tot diens ontslag. Als zodanig was hij niet alleen betrokken bij de militaire aspecten van het goevernement en de persoonlijke veiligheid van de goeverneur-generaal, maar diende hij de goeverneur-generaal ook op andere beleidspunten van advies. Na het aftreden van goeverneur-generaal Van den Bosch keerde Guyot eveneens naar Nederland terug, waar hij zich na twee jaar non-activiteit uit de militaire dienst terugtrok en zich in Nijmegen vestigde.
Daar maakte hij naam als historicus en bekleedde hij diverse functies. In 1846 werd hij tot lid van de Provinciale Staten van Gelderland gekozen, maar in 1851 verhuisde hij naar Den Haag, waar hij in 1857 lid van de gemeenteraad en in 1858 wethouder werd. Zijn plotselinge dood in 1861 maakte een eind aan zijn politieke loopbaan.
Henri Daniel Guyot werd op 7 mei 1836 in Nijmegen geboren. Hij begon zijn marineloopbaan als kadet in de Koninklijke Militaire Akademie in Breda in 1850 en werd in 1887 gepensioneerd als schout-bij-nacht titulair ( Een dienststaat van Henri Daniel Guyot bevindt zich in het stamboek van marine-officieren na 1850, nummer 159. ) . In 1864 verbleef hij een half jaar in Suriname. Van 1870 tot 1874 was hij belast met de begeleiding van Olke Arnoldus Uhlenbeck, commandant van de zeemacht in Oost-Indië, die weldra ook zijn schoon-vader werd. Op 24 mei 1871 huwde hij diens dochter Antoinette. Hij was in de jaren 1873-1874 en in 1878 betrokken bij patrouilles en schermutselingen in Atjeh en in 1873 tijdelijk verbonden aan het departement van Marine in Batavia. In 1879 was hij tijdelijk hoofd van de 1e afdeling van Marine aldaar. Guyot was van 1889 tot 1897 lid van de Tweede Kamer als afgevaardigde van het eerste kiesdistrict in Den Haag, waar hij op 6 mei 1912 overleed.
Stamboom van het geslacht Guyot:
Stamboom van het geslacht Uhlenbeck:
Geschiedenis van het archiefbeheer
In het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, kolom 983 ( P.C. Molhuysen, P.J. Blok, L. Knappert, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel V, kolom 982-986, bevat beschrijvingen van Christianus Cornelius Uhlenbeck (1780-1845), Christian Eliza Uhlenbeck (1840-1897), Johan Wilhelm Uhlenbeck (1744-1812) en Olke Arnoldus Uhlenbeck (1810-1888). ) maakt professor C.C. Uhlenbeck melding van archivalia, afkomstig van Christianus Cornelius Uhlenbeck, berustend bij "zijn nabestaanden". Uhlenbeck correspondeerde toen met Olke Arnoldus Uhlenbeck (1872-1929) over diens voorgeslacht ( Vergelijk inventarisnummer 127. ) . Het familiearchief, dat bij Olke Arnoldus berustte, werd uitgebreid met enige papieren, afkomstig van nakomelingen van Henri Daniel Guyot (1753-1828). Men mag aannemen, dat Paul Charles Guillaume Guyot zijn historiografische aantekeningen, die hij in Nijmegen maakte, te zamen met de door hem verzamelde oudheden aan de gemeente heeft geschonken. Zij werden in 1977 door de gemeentearchivaris in een verzameling verspreide handschriften aangetroffen, en een inventaris van dit bestand is in voorbereiding. ( Correspondentie van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief, 1977, D 638, bevat een voorlopige opgave van de in Nijmegen aangetroffen handschriften door B.A.M. Kruysen. De opgave is als Aanhangsel II bij deze inventaris gevoegd. ) In 1975 gaf Christiaan Eliza Olke Uhlenbeck het familiearchief in bruikleen aan de bibliotheek van de Nederlandse Genealogische Vereniging in Naarden. Enkele bescheiden hieruit werden door de vereniging in multokaternen ingeplakt en in de documentatieverzameling opgenomen. Deze is terwille van het genealogisch onderzoek in zijn geheel van een klapper voorzien. Toen een artikelenserie van A. Korthals Altes in het NRC-Handelsblad de waarde van het familiearchief voor uitgebreider historisch onderzoek aantoonde, werden gedeelten van dit archief tijdelijk op het Algemeen Rijksarchief gedeponeerd met het doel, er kopieën van te laten maken ( Correspondentie van de Tweede Afdeling, 1976 D 1436, 1671; 1977 D 9.51, 9.56. ) . Na nader overleg met de heer Uhlenbeck en het bestuur van de Nederlandse Genealogische Vereniging volgde een overdracht van deze bruikleen aan het Algemeen Rijksarchief ( Correspondentie van de Tweede Afdeling, 1977 D 9.80, 9.90, 9.98, 9.104, 9.105, 9.145. ) . De in de multo-katernen geplakte stukken werden als onvervreemdbaar en bijgevolg als aan de vereniging geschonken beschouwd en bleven in de bibliotheek van de vereniging in Naarden. Dit had ten gevolge, dat het familiearchief Guyot nagenoeg geheel in twee delen uiteenviel, evenals enkele archiefbestanddelen van Christian Eliza Uhlenbeck (1840-1897) en Olke Arnoldus Uhlenbeck (1872-1929). In december 1982 werd het familiearchief aangevuld met stukken, afkomstig van Johannes Diederik Uhlenbeck (1875-1939) die tot dan toe in het Centraal Bureau voor Genealogie berustten ( Correspondentie van de Tweede Afdeling, 1982 D 9.197. ) .De verwerving van het archief
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording van de bewerking
In het voorjaar van 1978 werd het archief geïnventariseerd door drs J.A.A. Bervoets, chartermeester I van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief. Bij deze inventaris werd een tafel gevoegd op de stukken, aanwezig in de bibliotheek van de Nederlandse Genealogische Vereniging in Naarden, vervaardigd door mevrouw dr. E.P. de Booy, beheerster van het Centraal Register van Particuliere Archieven, en een lijst van Stukken van Paul Charles Guillaume Guyot in het gemeentearchief van Nijmegen, vervaardigd door B.A.M. Kruysen, waarnemend gemeentearchivaris aldaar.
De inventaris werd in 1983 bijgesteld, nadat de aanvulling van december 1982 hierin was verwerkt. Tegelijkertijd werd toen geprobeerd om het archief te completeren met fotokopieën uit de verzameling van de Nederlandse Genealogische Vereniging in Naarden. Het resultaat van deze acquisitiepoging is achterin in de inventaris opgenomen. De verzameling is echter niet volledig.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 310 Uhlenbeck, nummer toegang 2.21.165, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Uhlenbeck, 2.21.165, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
- collecties Guyot en Uhlenbeck, in de bibliotheek van de Nederlandse Genealogische Vereniging te Weesp
- stukken afkomstig van Paul Charles Guillaume Guyot (1800-1861), in het gemeentearchief van Nijmegen.
Zie voor een beschrijving van deze stukken de inventaris op de collecties Gyot en Uhlenbeck in de bibliotheek van de Nederlandse Genealogische Vereniging te Naarden en Aanhangsel II in de papieren versie van de inventaris.
De verzameling maakt deel uit van de zgn. "documentatiecollectie" (doc-collectie), bestaande uit een aantal folio-klembanden, waarin documenten geplakt zijn. Deze collectie is in zijn geheel geklapperd ten behoeve van het genealogisch onderzoek, zodat de stukken als onvervreemdbaar onderdeel van deze collectie moeten worden beschouwd.
De collectie bevat stukken afkomstig van Paul Charles Guillaume Guyot (1800-1861), Henri Daniel Guyot (1836-1912), Christian Eliza Uhlenbeck (1840-1897) en Olke Arnoldus Uhlenbeck (1872-1929).
Inventaris op de collectie Guyot en Uhlenbeck in de bibliotheek van de Nederlandse Genealogische Vereniging, Cattenhagestraat 8a, Naarden
Map |
blz. |
Omschrijving |
Periode |
Map 1 |
1 |
Bewijs van werkend lidmaatschap van het Genootschap van Waterloo. |
1830 |
Map 1 |
2-31 |
Stukken betreffende zijn opleiding als cadet bij de infanterie en zijn militaire loopbaan. |
1814-1832 |
Map 1 |
32-33 |
Stukken betreffende zijn benoeming tot ridder in de Militaire Willemsorde. |
1832-1833 |
Map 1 |
34-41 |
Stukken betreffende de bepaling van zijn traktement als Indisch militair, de vaststelling van zijn pensioen en zijn verzoek om eervol ontslag. |
1833-1835 |
Map 1 |
42,52-54 |
Stukken betreffende zijn aanstelling, herbenoeming, ontslag en dienstverband als lid van de plaatselijke schoolcommissie in Nijmegen. |
1837-1850 |
Map 1 |
43 |
Ingekomen brief van de directie van het Museum van Oudheden in Leiden, houdende dankzegging voor de toezending van een bronzen Indisch beeldje en een bel. |
1838 |
Map 1 |
44,51,69,74 |
Stukken betreffende zijn aanstelling, herbenoeming en ontslag als regent van het Cellebroedershuis in Nijmegen. |
1840-1850 |
Map 1 |
45 |
Ingekomen brief van de directie van het Instituut van Doofstommen te Groningen, houdende dankzegging voor de aanbieding van diverse stukken, afkomstig van zijn vader Henri Daniel Guyot, bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het instituut. |
1840 |
Map 1 |
46 |
Staat, houdende een verantwoording van de verkoop van aan zijn vader Henri Daniel Guyot toebehoord hebbende medailles, met nadere verklaring. |
1840 |
Map 1 |
47 |
Ingekomen convocatie voor een vergadering van de commissie voor onderstand aan noodlijdenden in geval van watersnood in Nijmegen. |
1840 |
Map 1 |
48,49 |
Stukken betreffende zijn benoeming tot lid van de stedelijke raad van Nijmegen. |
1842 |
Map 1 |
55,56 |
Stukken betreffende zijn lidmaatschap van de kerkelijke commissie tot instandhouding van de openbare godsdienst bij de Nederlandse Hervormde Gemeente in Nijmegen. |
1843 |
Map 1 |
57 |
Stukken betreffende zijn lidmaatschap van de subcommissie van de Maatschappij van Weldadigheid in Nijmegen. |
1844 |
Map 1 |
58 |
Ingekomen brief van de kerkeraad van de Doopsgezinde Gemeente van Nijmegen, houdende dankzegging voor de toezending van een "bijdrage tot de geschiedenis" van deze gemeente. |
1845 |
Map 1 |
59,71,72 |
Stukken betreffende zijn deelname aan verschillende commissies van de stedelijke raad van Nijmegen. |
1845, 1849 |
Map 1 |
61-67 |
Stukken betreffende zijn lidmaatschap van de provinciale staten van Gelderland. |
1846 |
Map 1 |
68 |
Ingekomen brief van de stadsbibliothecaris van Nijmegen, houdende dankzegging voor de toezending van een levensbeschrijving van twee Leidse hoogleraren. |
1847 |
Map 1 |
70 |
Stukken betreffende zijn onderzoekingen met betrekking tot de toestand van het gemeentearchief in Nijmegen. |
1849 |
Map 1 |
73,73 |
Stukken betreffende zijn lidmaatschap van het bestuur van de classis van de Nederlandse Hervormde Gemeente in Nijmegen, 1850. |
1851 |
Map 1 |
76-78 |
Stukken betreffende zijn vertrek uit Nijmegen en daaruit voortkomende ontslagnemingen uit diverse functies. |
1850-1851 |
Map 1 |
79 |
Akte, houdende aanstelling als wethouder in Den Haag. |
1858 |
Map 1 |
80-83 |
Stukken betreffende zijn bemoeienis met de zorg en het beheer van het gemeentelijke archiefbestand van Den Haag. |
1858-1860 |
Stukken afkomstig van Henri Daniel Guyot (1836-1912)
Map |
blz. |
Omschrijving |
Periode |
Map 1 |
85 |
Ingekomen missive van het departement van Marine, houdende zijn ontheffing als adjudant van zijn schoonvader Olke Arnoldus Uhlenbeck en zijn plaatsing bij het fregat "Prins Alexander der Nederlanden". |
1872 |
Map 1 |
86-88,92 |
Stukken betreffende zijn deelname aan de examencommissie voor adelborsten. |
1887 |
Map 1 |
89-91,93-94 |
Stukken betreffende zijn verzoek om pensionering en zijn bevordering tot schout-bij-nacht titulair. |
1887 |
Map 1 |
95 |
Aantekening over de samenstelling van de état-major van het fregat "Doggersbank". |
1853 |
Map 1 |
96 |
Missive betreffende zijn beëdiging tot lid van de Tweede Kamer. |
1889 |
Map 1 |
97-103 |
Stukken betreffende zijn marineloopbaan over de jaren |
1850-1860 |
Map II |
1 |
Foto van het Instituut van Doofstommen te Groningen, met op de voorgrond het gedenkteken voor Henri Daniel Guyot. |
Z.j. |
Map II |
2-139 |
Stukken betreffende de afwikkeling der nalatenschap van Henri Daniel Guyot (1832-1908), laatstelijk vice-president van de arrondissementsrechtbank te Groningen. |
1908 |
Map III |
1 |
Diploma van Henri Daniel Guyot (1836-1912) houdende zijn erelidmaatschap van de vereniging "Het ereteken voor belangrijke krijgsverrichtingen" |
1885 |
Map III |
2 |
Portret van H.G. Seelig, luitenant-generaal van de artillerie. |
Z.j. |
Map III |
3 |
Portret van Johannes van Roggen (1754-1839), stadschirurgijn en vroedmeester te Nijmegen. |
Z.j. |
Map III |
4 |
Portret van dr. Jan Matthijs van Roggen (1768-1853), med. doct., chirurgijn majoor (broer van voorgaande). |
Z.j. |
Map III |
5-111 |
Stukken betreffende de afwikkeling der nalatenschap van Henri Daniel Guyot. N.B. Zie ook map II. |
(1832-1908) |
Map IV |
1 |
Diploma, overhandigd aan Henri Daniel Guyot (1836-1912) bij de uitreiking van het ereteken voor belangrijke krijgsverrichtingen wegens deelname aan de expeditie naar Boni. |
1859 |
Map IV |
2-18,208,209 |
Stukken betreffende de afwikkeling der nalatenschap van Henri Daniel Guyot (1832-1908). |
1908 |
Map IV |
19-20,22-24 |
Stukken betreffende de pensioenaanvrage van Henri Daniel Guyot (1832-1908) en de terugzending van zijn decoraties. |
1896-1908 |
Map IV |
21 |
Stukken betreffende de benoeming van Henri Daniel Guyot (1832-1908) tot ridder van de Nederlandse Leeuw. |
1860 |
Map IV |
25-74 |
Stukken afkomstig van Henri Daniel Guyot (1836-1912) betreffende zijn marineloopbaan over de jaren |
1860-1872 |
Map IV |
75 |
Ingekomen missive bij Frederik Hendrik Ampt van G.K. van Hogendorp en L. graaf van Limburg Stirum, leden van het Driemanschap, houdende machtiging van requisitie van twee loggers in Rotterdam. N.B. Frederik Hendrik Ampt is de vader van Frederik Hendrik Ampt (geboren 1834), die op 23 september 1861 huwde met Catharina Guyot (1834-1901). |
21 november 1813. |
Map IV |
76 |
Afschrift van een brief van Henri Daniel Guyot (1753-1828) houdende dankzegging voor de toekenning van de Orde van Verdienste door koning Lodewijk Napoleon. |
1807 |
Map IV |
79 |
"In memoriam H.D. Guyot (1836-1912)", necrologie. Gedrukt. |
1912 |
Map IV |
80-96,98,100 |
Briefwisseling van Henri Daniel Guyot (1836-1912) met zijn ouders Paul Charles Guillaume Guyot en Henriette Jacqueline van Noort. |
1848-1873 |
Map IV |
97,99 |
Fotografische reprodukties van kaarten van de Bandazee. |
1873 en z.j. |
Map IV |
101 |
Tekst van een door Henri Daniel Guyot gehouden toespraak tot D. Heyting, hoofd van het plaatselijk bestuur in Banda. |
1873 |
Map IV |
77 |
Familiefoto, vier dames en vier heren, ca. |
1890 |
Map IV |
78 |
Gedicht op koning Willem III in het Surinaams. Gedrukt. |
1863 |
Map IV |
102 |
Plattegrond van een huis aan de Molenstraat in Nijmegen, |
z.j. |
Map IV |
10 |
Verslag over het onthullen van het standbeeld van koning Willem II. Gedrukt. (Verspreid door boekhandel A.J. van Tetroode, Den Haag). |
1853 |
Map IV |
103,105 |
Ingekomen brieven van zijn zusters Pauline en Catharine Guyot. |
1853 |
Map IV |
106-173 |
Stukken betreffende zijn marineloopbaan over de jaren |
1873-1887 |
Map IV |
174,177-179 |
Briefwisseling naar aanleiding van zijn herverkiezing als lid van de Tweede Kamer en zijn verkiezingsnederlaag. |
1896-1897 |
Map IV |
180-181,187-189, 195-198,207 |
Stukken betreffende de afwikkeling van legaten van Henri Daniel Guyot (1832-1908) aan het doofstommeninstituut in Groningen en aan andere instellingen. |
1908 |
Map IV |
182-186 |
Ingekomen adressen van het loodspersoneel in Vlaardingen en Vlieland en van diverse bij het loodswezen betrokken personen naar aanleiding van een redevoering van Henri Daniel Guyot in de Tweede Kamer over het pensioen van dit personeel, met bijlagen. |
1892 |
Map IV |
191 |
Gedicht, aangeboden door de Doofstommenvereniging "Door Liefde Saamgebracht" te Amsterdam aan het Instituut voor Doofstommen te Groningen ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan. |
Z.j. (1893) |
Map IV |
190 |
Portret van Toekoe Oemar, uit het Tijdschrift "Insulinde", weekblad gewijd aan koloniale zaken. |
Z.j. |
Map IV |
99 |
Rekest van Jacobus Guyot in Den Haag aan Wilhelmina van Pruissen om wegens het overlijden van Hendrik van Gogh in aanmerking te komen deze op te mogen volgen als baljuw en schout van 's-Gravenhage, Zandambacht en Naaldwijk c.a. Minuut. |
Z.j. |
Map IV |
193,194 |
Brieven aan "amice" of "neef" of "Henri" (H.D. Guyot 1836-1912 ?) van (H.D.) Guyot (1832-1908 ?) uit Groningen. N.B. Zie ook map VI blz. 89, 90. |
Z.j. |
Map IV |
200-206 |
Ingekomen brieven bij Henri Daniel Guyot (1836-1912) van zijn ouders Paul Charles Guillaume Guyot en Henriette Jacqueline van Noort. N.B. Zie ook blz. 80-96, 98, 100. |
Z.j. |
Map IV |
192-194,211-213 |
Ingekomen brieven en aankondigingen van huwelijk en verlijden van diverse personen (het is niet duidelijk aan wie de brieven gericht zijn). |
1888-1909 |
Map IV |
214 |
Dienststaat van Henri Daniel Guyot (1836-1912). |
1878 |
Map V |
- |
Genealogische documentatie betreffende leden van het geslacht Guyot in Lotharingen, Metz en Luik. N.B. Zie ook map VI, blz. 2-75, 87. |
Z.j. |
Map VI |
1 |
Diploma van Henri Daniel Guyot (1836-1912) van het lidmaatschap van de Vereeniging van oud-strijders. |
Z.j. |
Map VI |
2-75,87 |
Genealogische documentatie betreffende leden van het geslacht Guyot in Lotharingen. |
Z.j. |
Map VI |
76,77 |
Stukken betreffende de verdeling van zaken in vruchtgebruik van Elisabeth Marie Jeanette Moers, geboren Van der Meer. |
1912 |
Map VI |
78-80 |
Testamenten van Charles Guyot, |
1849-1854, 1859, 1860 |
Map VI |
81-85,88 |
Brieven en knipsels betreffende het doofstommeninstituut in Groningen (afkomstig van H.D. Guyot, 1832-1908), |
1907-1908 |
Map VI |
89-90 |
Brieven aan "amice" (H.D. Guyot, 1836-1912 ?) van (H.D.) Guyot (1832-1908 ?) uit Groningen. N.B. Zie ook map IV, 193, 194. |
1890 |
Map VI |
94 |
Ingekomen afschrift van een resolutie van Stad en Lande houdende de oprichting van het doofstommeninstituut in Groningen. |
1793 |
Map VI |
93,96-99 |
Biografische documentatie over Henri Daniel Guyot |
(1753-1828) |
Map VI |
97 |
Staat van verenigingen waarvan H.D. Guyot lid was. |
Z.j. |
Map VI |
97-99 |
Testimonia, uitgereikt door hoogleraren aan de universiteit van Franeker aan Henri Daniel Guyot. |
(1753-1828), 1773-1774 |
Map VI |
94,95,100-108,110-114, 119 |
Stukken betreffende het dienstverband van Charles Guyot (1790-1867) als kwekeling, onderwijzer en premier instituteur aan het doofstommeninstituut in Groningen. |
1804-1838, 1848, 1850-1854 |
Map VI |
109 |
Correspondentie van Charles Guyot (1790-1867) over de bestemming van de onder hem berustende bibliotheek over doofstommen. |
1848 |
Map VI |
120-122 |
Concept van een rekest van Henri Daniel Guyot (1753-1828) aan de koning houdende het verzoek om zijn beide zoons (Rempt Tobie en Charles) na zijn overlijden in zijn functies te doen opvolgen, z.j., met gunstige beschikking. |
1823 |
Map VI |
124 |
Akte, houdende aanstelling van Charles Guyot als aidechirurgijn. |
1814 |
Map VI |
125,126 |
Stukken betreffende de inschrijving van Charles Guyot aan de Universiteit van Groningen, |
1810 |
Map VI |
129 |
Volmachten van Henri Daniel Guyot (1836-1912) aan zijn vrouw Antoinette Uhlenbeck, |
1877 |
Map VI |
130 |
Kaartje houdende de tafelschikking van een officieel diner te Groningen, met H.D. Guyot als tafelpreses. Gedrukt. |
17 juni 1890 |
Map VI |
131-132 |
Ingekomen brief bij Henri Daniel Guyot (1836-1912) van zijn neef n.n. in Buitenzorg, houdende condoleancebetuiging voor het overlijden van zijn neef Henri Daniel Guyot (1832-1908). |
1908 |
Map VI |
134 |
Adres aan koningin Wilhelmina van oud-leerlingen van Nederlandse inrichtingen voor doofstommenonderwijs met verzoek om invoering van leerplicht voor gehoorlozen. Gedrukt. |
1912 |
Map VI |
135. |
Brief aan Henri Daniel Guyot (1753-1828) van leden der hoofddirectie van het Instituut voor Doofstommen betreffende een opschrift voor de gevel van het nieuwe jongenskosthuis. |
1822 |
Map VI |
136 |
Afbeelding van een gedenkteken ter ere van Henri Daniel Guyot |
(1753-1828) |
Map VI |
115-117 |
Stukken betreffende aan Charles Guyot verleende onderscheidingen. |
1841, 1852 |
Stukken afkomstig van Christian Eliza Uhlenbeck (1840-1897)
Map |
blz. |
Omschrijving |
Periode |
Map VII |
1 |
Diploma, uitgereikt bij het ereteken voor belangrijke krijgsverrichtingen wegens deelname aan de expeditie naar Zuidoost-Borneo (1859-1863). |
1863 |
Map VII |
2 |
Bericht van aanbieding van een portret van koning Willem III voor het Koninklijk Instituut voor de Marine. |
1891 |
Map VII |
3-7 |
Briefwisseling van Uhlenbeck naar aanleiding van verzoeken om audiënties, 1891. |
1894 |
Map VII |
8-14 |
Stukken betreffende zijn officiële aanwezigheid bij de begrafenis van koning Willem III. |
1890 |
Map VII |
15-31 |
Rapporten, aantekeningen en correspondentie over de expeditie naar Samalangan, Noordkust van Atjeh in 1877. |
1877-1879 |
Map VII |
32-34,37-38 |
Stukken betreffende zijn benoeming tot ridder Nederlandse Leeuw, 1884 en tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau. |
1894 |
Map VII |
35-36,39-63, 94 |
Stukken betreffende hem toegekende ereteken en bevelen tot overplaatsing, 1854-1892. |
1897 |
Map VII |
64-89 |
Afschriften van door Uhlenbeck opgestelde conduite-rapporten. |
1881-1883 |
Map VII |
90 |
Akte, houdende huwelijkse voorwaarden tussen Uhlenbeck en Anna Christina ten Bosch. |
1871 |
Map VII |
92 |
Testament van Anna Christina ten Bosch. |
1871 |
Map VII |
93 |
Testament van Christian Eliza Uhlenbeck, |
1871 |
Map VII |
91 |
Volmacht van Uhlenbeck voor zijn echtgenote. |
1875 |
Map VII |
95,96 |
Menu's van diners. |
1891, 1895 en z.j. |
Stukken afkomstig van Olke Arnoldus Uhlenbeck (1872-1929)
Map |
blz. |
Omschrijving |
Periode |
Map VII |
98,99 |
Kranteknipsels betreffende zijn overlijden, |
1929 |
Map VII |
101 |
Ingekomen brief van Raden Soeria Nata Madinda demang van Djasinga, houdende dankzegging voor bemiddeling inzake de benoeming van zijn neef Soeria Nata Pamekas tot zijn opvolger. |
1902 |
Map VII |
104,105 |
"De Prins der Geillustreerde Bladen", houdende een foto van de Raad van Indië, onder secretariaat van Uhlenbeck. |
8 mei 1915 |
Map VII |
105 |
Kennisgeving van het huwelijk van Olke Arnoldus Uhlenbeck met Maria Berbera Visser. |
1897 |
Map VII |
107,109 |
Kranteartikelen betreffende zijn vader Christian Eliza Uhlenbeck. |
1897 |
Map VII |
110 |
Overdruk van het Tijdschrift van Marine, houdende een necrologie van Christian Eliza Uhlenbeck. |
1897 |
Map VII |
112 |
Ingekomen brief bij Olke Arnoldus Uhlenbeck van de Senaat van het Delftsch Studentencorps houdende aanbieding van de functie van preses. N.B. Uhlenbeck zag van de benoeming af. |
1893 |
Map VII |
113-150 |
Stukken betreffende zijn dienstverband als Indisch ambtenaar. |
1904-1923 |
Mapblz.OmschrijvingPeriodeMapblz.OmschrijvingPeriodeMapblz.OmschrijvingPeriodeMapblz.OmschrijvingPeriode