Terug naar zoekresultaten

3.01.27.07 Inventaris van de charters, behorende tot het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer van Holland

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.01.27.07
Inventaris van de charters, behorende tot het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer van Holland

Auteur

J.A.M.Y. Bos-Rops

Versie

02-03-2024

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2023 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Grafelijkheidsrekenkamer (Charters)
Grafelijkheidsrekenkamer / Charters

Periodisering

archiefvorming: 1446-1728
oudste stuk - jongste stuk: 1418-1806

Archiefbloknummer

37162

Omvang

4122 inventarisnummer(s); 11,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Oudere documenten ook in het Middelnederlands, Middelfrans en Frans
.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Grafelijkheidsrekenkamer

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bestaat uit charters ingekomen bij de Rekenkamer, meest vanuit het centraal bestuur te Brussel (tot 1572) en verder als bijlagen bij de gecontroleerde rekeningen of als retroacta bij verworven bezittingen. Het overgrote deel van de charters heeft betrekking op het gewest Holland. Daarnaast is materiaal aanwezig over de andere gewesten waar de Rekenkamer bevoegd was.
Het archief is geordend op doosnummer, waar het nummer van de oorspronkelijk inventaris bij vermeld wordt, evenals in sommige gevallen, het nog oudere inventaris nummer en een korte toelichting.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Zie de algemene inleiding op het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer toegangsnummer 3.01.27.00.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Zie voor een uitvoeriger beschrijving van de lotgevallen van de charters van de Rekenkamer de algemene inleiding op het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer toegangsnummer 3.01.27.00. Voor het gebruik van deze toegang is het van belang om te weten dat de collectie charters rekenkamer zoals die nu bestaat, niet altijd als een samenhangende collectie is beheerd.
Van de charters uit de periode voor 1570, die werden bewaard in een toren op het Binnenhof, is een eigentijdse inventaris gemaakt, die nog in het begin van de 21e eeuw is gebruikt voor het aanvragen van de stukken in de studiezaal. Deze charters zijn beschreven in de eerste afdeling van deze toegang (A. Stukken vermeld in een inventaris uit ca. 1570).
In het midden van de negentiende eeuw, toen alle charters, ongeacht herkomst, werden onderbracht een algemene charterverzameling van het Haagse Rijksarchief, zijn de charters van de Rekenkamer vermengd geraakt met de andere charters. In de twintigste eeuw is dit weer ongedaan gemaakt. Rijksarchivaris Fruin wilde, aan de hand van de inventaris van het grafelijk archief uit 1552 gemaakt door Cornelis Suys het grafelijk archief reconstrueren. Zo ontstonden de collecties ‘charters Suys’ en ‘charters niet-Suys’. In 1943 is een begin gemaakt met het samenbrengen van de charters uit het archief van de Rekenkamer.
In 1954 zijn door J. Fox behoeve van de Rekenkamer een groot aantal charters uit de charters niet-Suys gehaald. In deze toegang is, voor zover dat bekend is, bij een charter aangegeven als het tot een van deze collecties heeft behoord. Incidenteel zijn later ook nog charters toegevoegd aan het archief. Ook dat is bij het betreffende charter aangegeven.
De verwerving van het archief
Het archief is bij Koninklijk Besluit of ministeriële beschikking overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Dit onderdeel van het Rekenkamerarchief bestaat bijna geheel uit charters. Daarom is bij de beschrijvingen van de bestanddelen alleen bij niet-charters de materiële vorm vermeld. De taak van de Rekenkamer was het optimaliseren van de opbrengsten uit het grafelijk domein en het controleren van de rekeningen. In het onderdeel charters is de weerslag hiervan:
  • Voor het functioneren van de organisatie tot 1572: opdrachten en brieven van de centrale overheid over de organisatie, werkwijze en bevoegdheden van de Rekenkamer.
  • Voor het optimaliseren van de opbrengsten uit het domein: charters over de verwerving, exploitatie en verkoop van domeingoederen (onroerend goed en zakelijke rechten), de verkoop en aflossing van renten op het domein, overeenkomsten en rechterlijke uitspraken met betrekking tot domeingoederen.
  • Voor het controleren: charters over de borgstellingen voor de rekenplichtige ambtenaren, over de verhouding van die ambtenaren met de centrale overheid voor 1572 en bijlagen bij de gecontroleerde rekeningen.
De inhoud van het archief veranderde na 1573. Opdrachten van een landsheer en charters over de werkwijze van de Rekenkamer zijn na 1573 bijna niet meer aangetroffen. De charters hebben nog vrijwel uitsluitend betrekking op borg voor ambtenaren en het verwerven, beheren en afstoten van onroerende goederen en rechten binnen de grenzen van het gewest Holland. Het overgrote deel van de charters heeft betrekking op het gewest Holland. Daarnaast is materiaal aanwezig over de andere gebieden waar de Rekenkamer bevoegd was, namelijk Zeeland (vanaf de oprichting van de Rekenkamer tot aan 1593) en de gewesten die Karel V tussen 1515 en 1551 heeft verworven (vanaf de verwerving tot het einde van de zestiende eeuw).
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen op het archief verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Oorspronkelijk was het de bedoeling om alleen een summiere plaatsingslijst te maken van de charters in het rekenkamerarchief, waarbij in ieder geval van elk charter in een doos de oorkonder en de datum zou zijn vermeld. Daarom werden de stukken per doos beschreven en genummerd. Nadat het later mogelijk werd om alle charters te vlakken, te digitaliseren en per stuk te verpakken, is besloten uitvoeriger beschrijvingen te maken. Aan het eind van dit proces werd duidelijk dat de inhoud van veel dozen zo divers was dat een lichte mate van herordening de bruikbaarheid van de toegang aanzienlijk zou verbeteren. Er is er daarbij voor gekozen om dicht bij de bestaande orde te blijven. Dat geldt in het bijzonder voor de charters uit de eerste twaalf dozen (zie hierna).
De charters en stukken waren geborgen in 91 standaard archiefdozen, genummerd van 1 t/m 47 en 50 t/m 84 (de nummers 1, 6, 8, 10 en 12 bestonden uit meer dan een doos. In dozen 48 en 49 zaten oorspronkelijk stukken betreffende het eiland Terschelling, nu toegangsnummer 3.19.54). Bij de dozen 1 t/m 47 werden in de toegang twee oude nummers vermeld en bij doos 50 t/m 84 een. Waarnaar deze nummers precies verwijzen is niet helemaal duidelijk geworden, mogelijk naar oudere (concept-) toegangen, die niet zijn aangetroffen. De charters waren op doosniveau in een summiere toegang beschreven. De indeling daarvan was: ‘charters die vermeld staan in een inventaris van de Rekenkamer, Registers, 3.01.27.01, inv.nr. 64A, het laatste katern’; ‘charters Rekenkamer Supplement’; ‘charters grafelijke ambtenaren’; charters niet-Suys, verspreide charters en anders’. Het aantal charters in een doos was niet vermeld en de inhoud was niet beschreven.
Voor de inhoud van de eerste twaalf dozen werd verwezen naar folionummers van een inventaris die in de zestiende eeuw is gemaakt en die is ingebonden in een van de registers van de rekenkamer (3.01.27.01, inv. nr. 64A). Bij de stukken zelf was geen verwijzing naar de (plaats op de) betreffende folio’s vermeld. Bij dozen 13 t/m 47 werd in een aantal gevallen het soort stukken vermeld (bijvoorbeeld rentebrieven, borgtochten en cauties) en soms ook een geografische aanduiding (Holland varia, Zeeland, Voorne, Kennemerland-Friesland-Amstelland). Dozen 50 t/m 57 bevatten charters van borgtocht en cautie door grafelijke ambtenaren, geografisch geordend op ambtsgebied. Dozen 60 t/m 79 werden aangeduid als ‘Verspreide Charters’, genummerd (maar niet doorlopend) van 1 t/m 1476. Er is geen relatie gevonden met de collectie Verspreide Charters van de Derde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief. In dozen 58, 80 en 81 zaten charters ‘niet Suys’, bij doos 59 stond geen aanduiding, doos 82 bevatte aanwinsten die in 1953 en 1954 door het Algemeen Rijksarchief zijn overgenomen en dozen 83 en 84 bevatten losse bijlagen die in de twintigste eeuw uit de rekeningen zijn verwijderd. Uit de collectie Verspreide Charters van de Derde Afdeling zijn nog 43 charters en 10 stukken toegevoegd aan de charters Rekenkamer. Voor de uniformiteit van de nummering zijn deze stukken beschouwd als afkomstig uit een fictieve doos 85; een kaart, die in 2003 was ondergebracht als collectie 4.VCR, is aan doos 85 toegevoegd als inv. nr. 85.43.
Omdat het doosnummer lange tijd in publicaties is gebruikt voor verwijzingen naar de charters, is er voor gekozen de relatie tussen doos en charter in deze toegang te behouden: de eerste twee cijfers van het inventarisnummer verwijzen naar de doos waarin het charter oorspronkelijk was opgeborgen, daarna staat een volgnummer. Dat maakt het gemakkelijker charters waarnaar in het verleden is verwezen als ‘aanwezig in doos X’ terug te vinden.
Ordening van het archief
Zoals uit de vorige paragraaf al duidelijk is, waren de charters maar tot op zekere hoogte grofweg geordend. In het archief werden twee eigentijdse toegangen op een deel van het materiaal aangetroffen, een uit de zestiende en een uit het begin van de twintigste eeuw. Deze ordening is in deze toegang gehandhaafd: de bewuste stukken zijn ondergebracht in de onderdelen: ‘A. Stukken vermeld in een inventaris uit ca. 1570’ en ‘1.2.2.5’ Overige onroerende goederen en rechten’.
De stukken in rubriek ‘A. Stukken vermeld in een inventaris uit ca. 1570’ waren bijna allemaal geborgen in de eerste twaalf dozen van het archief. De oude (en moeilijk leesbare) inventaris werd tot voor kort gebruikt als toegang op de inhoud van die dozen. Deze ordening is op hoofdlijnen gehandhaafd: de charters zijn beschreven onder de rubrieken van die inventaris. Charters die in de oude inventaris zijn vermeld maar werden aangetroffen in andere dozen, zijn naar de betreffende rubrieken teruggebracht. Omdat er binnen de rubrieken van de oude inventaris geen nadere onderverdeling was aangebracht, zijn de meeste charters nu in chronologische volgorde geplaatst, behalve in de twee rubrieken ‘inventarissen’ en ‘berijtbrieven’ waar is gekozen voor een topografische ordening. Zie voor aanvullende informatie de toelichting bij rubriek A.
Een tweede toegang op een deel van de charters is een ‘Lijst van eigendomsoverdrachten’ die in doos 41 werd aangetroffen. Deze lijst, gemaakt in de negentiende of eerste helft van de twintigste eeuw, is een nadere toegang op de inhoud van dozen 41 t/m 47. De charters in deze dozen zijn op de achterkant met paars potlood voorzien van een letter, die correspondeert met de beginletter van de plaatsnaam waarin het over te dragen goed is gelegen. Deze stukken zijn alfabetisch op plaatsnaam geordend en binnen de plaats chronologisch. Zie voor aanvullende informatie de toelichting bij rubriek 2.3.2.6 Overige onroerende goederen en rechten (1533-1800).
Dozen 83 en 84 waren grotendeels gevuld met bijlagen die in de twintigste eeuw uit rekeningen in het archief Grafelijkheidsrekenkamer Rekeningen zijn gehaald. Deze stukken zijn te vinden in rubriek 2.3.1 ‘Bijlagen bij nog bestaande rekeningen’. Hierin zijn ook andere stukken ondergebracht die aantoonbaar bijlagen zijn bij nog overgeleverde rekeningen in het onderdeel Rekeningen van de Grafelijkheidsrekenkamer.
De overige charters en stukken zijn per gewest bij elkaar geplaatst. Gezien de aantallen was voor de niet-Hollandse charters alleen voor Zeeland en Utrecht een verdere onderverdeling nodig. De stukken staan in de verschillende rubrieken in chronologische volgorde.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
De oude verwijzingen naar de doosnummers waarin de charters al decennia zijn geborgen, zijn nog steeds geldig. Deze nummers zijn terug te vinden in het getal voor de punt van het inventarisnummer voor de beschrijving van elk bestanddeel.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Grafelijkheidsrekenkamer (Charters), nummer toegang 3.01.27.07, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Grafelijkheidsrekenkamer / Charters, 3.01.27.07, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Voor een overzicht van archieven die enige tijd in het archief van de Rekenkamer zijn bewaard, maar later daaruit zijn verwijderd, zie de algemene inleiding op het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer toegangsnummer 3.01.27.00.
Verwante archieven
De collectie charters is een van de drie onderdelen van het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer / Rekenkamer der Domeinen. De andere delen zijn de Registers en stukken (toegangsnummer 3.01.27.01) en de Rekeningen (toegangsnummer 3.01.27.02). Zie daarnaast ook het archief van de Rekenkamer ter Auditie (toegangsnummer 3.01.28).
Publicaties
Hier is alleen de literatuur vermeld waarnaar wordt verwezen in deze toegang. Voor overige publicaties zie de algemene inleiding op het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer toegangsnummer 3.01.27.00.

P.A.S. van Limburg Brouwer, Boergoensche charters (1428-1482) (Amsterdam/’s-Gravenhage 1869) R.W.G. Lombarts e.a. ed., Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland, van de secretaris Jan Rosa , dln. XI, XII, XIII (Leiden 1988)

Archiefbestanddelen