Terug naar zoekresultaten

3.18.05 Inventaris van het archief van het klooster van de Heilige Bartholomeus in Jeruzalem

Het archief bestaat grotendeels uit stukken betreffende het financieel beheer, zoals eigendomsbewijzen van landerijen en huizen en rentebrieven. Daarnaast bevat het onder meer enkele stukken betreffende de stichting van het klooster, een cartularium, en een kaartboek.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.05
Inventaris van het archief van het klooster van de Heilige Bartholomeus in Jeruzalem

Auteur

S.W.A. Drossaers

Versie

19-05-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1916 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Delftse Statenkloosters St. Bartholomeus in Jeruzalem
Delftse Statenkloosters / St. Bartholomeus

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1247-1572

Archiefbloknummer

36005

Omvang

; 337 inventarisnummer(s) 0,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel van de stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Klooster van de Heilige Bartholomeus in Jeruzalem

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bestaat grotendeels uit stukken betreffende het financieel beheer, zoals eigendomsbewijzen van landerijen en huizen en rentebrieven. Daarnaast bevat het onder meer enkele stukken betreffende de stichting van het klooster, een cartularium, en een kaartboek.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Dit klooster, dat van de orde van de Karthuizers was, stond ten Zuid-Westen van de stad buiten de Waterslootpoort, dicht bij de grooten weg naar Maasland. Het werd gesticht in het jaar 1469 door Frank van Borselen in samenwerking met de priors van de kloosters van de zelfde orde bij Enghien en Gent.
Hoewel uit de akte van approbatie, in Augustus 1469 gegeven door de cureit van de Oude Kerk te Delft (zie reg. no. 134), en gedrukt bij Foppens ( Miraeus, Op. Diplom. III p. 206. ) genoegzaam blijkt, dat toen nog het plan tot de stichting bestond, bleef Römer, ( Römer, a.w. I p. 497. Dat Römer zich door de akte niet van zijn meening liet afbrengen, is waarschijnlijk een gevolg van de zinstorende fout bij Foppens afgedrukt. De cureit geeft n.l. zijn approbatie "ad piam petitionem nobilis domini, domini Franconis de Borsalia necnon venerabilium priorum .... prioris domus Capelle prope Angiam et prioris domus Vallis Regalis prope Gandavum .... monasterium .... infra limites parochie mee erigere cupiencium" en niet, als bij Foppens "cupiverim", wat trouwens geen zin geeft. ) in navolging van van der Heussen en van Leeuwen ( Van Leeuwen, Bat. Ill. p. 1332, schrijft van Bleyswijck woordelijk over. ) , van meening, dat het klooster in 1430 was ontstaan, waarvoor hij nog eenige redenen, ongegronde evenwel, aanvoert. Pater Mudzaerts ( Pater D. Mudzaerts: Generale kerckel. hist. 1624. ) en A. Raissius ( A. Raissius, Origines Cartusiarum Belgie 1632, p. 123. ) noemen het jaar 1470 doch uit een transportakte van October 1469 (reg no. 135) blijkt, dat de Karthuizers toen reeds in het klooster woonden. Het gebouwencomplex, in de akte van Augustus beschreven als "ecclesiae, altaria, cimeterium, ambitus, cellae, officinae etc. omnia ad predictum monasterium pertinentia" zal dus toen wel reeds voltooid zijn geweest maar al wat met de kerkelijken dienst in verband stond nog niet geregeld. Dat 1469 werkelijk het stichtingsjaar is geweest, wordt nu bevestigd door het opschrift boven de eersten brief in Inv. no. 3 , hetwelk luidt: "Incipiunt copie literarum omnium huius domus .... a primo anno fundationis huius domus qui fuit sexagesimus nonus ab incarnatione Domini MCCCC."
Evenals de andere Karthuizerskloosters in Holland, was ook het Delftse niet onbemiddeld, grondbezit zoowel als andere inkomsten waren aanzienlijk al ontkwamen ook zij niet aan tegenslag. De schade, die zij bij overstroomingen in 1530 en 1532 (zij bezaten land op Tholen) en bij de Delftsen brand van 1536 leden, schatten zij op 200 pond Hollands jaarlijks. Om daaraan tegemoet te komen, admortiseerde Karel V 23 morgen land om het klooster heen, die zij niet wilden verkopen aan wereldlijken uit angst hun rustige afzondering erbij te zullen verliezen.
In 1571 werd ook dit klooster als veiligheidsmaatregel gesloopt, nadat de bewoners binnen Delft, volgen Raissius in het gasthuis, een onderdak hadden gezocht, waar door de Staten in hun onderhoud werd voorzien.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief berust vanouds in het Algemeen Rijksarchief.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Delftse Statenkloosters St. Bartholomeus in Jeruzalem, nummer toegang 3.18.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Delftse Statenkloosters / St. Bartholomeus, 3.18.05, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen

        • (reg. nos. 173, 178, 187, 215, 219, 221, 279 en suppl. 11 en 12)

          • 173 1472 januari 14

            Schepenen in Vosmaer oorkonden dat Jan Hugen Lenisz. als gemachtigde van Willem Jansz. Breyel heeft gegeven aan de voord van Pier Piersz. 2 1/2 gemet 12 roeden land aldaar.

            Ghedaen int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tseventich opten XIIIen dach van Januario.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.1 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

            Afschrift in Inv. no. 7 fo. 16 verso.

          • 178 1472 september 15

            Schepenen in Vosmaer oorkonden dat Huge Jans Piersz. heeft gegeven aan Ydo Ido Jacopsz. 2 gemeten 92 roeden land in de Kerckepolder aldaar.

            Ghedaen int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tseventich opten vijthiensten dach van Septembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.2 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

            Afschrift in Inv. no. 3 fo. 16 verso.

          • 187 1475 januari 17

            Schepenen in Vosmaer oorkonden dat mr. Claes Adriaensz. als gemachtigde van Pier Piersz. heeft gegeven aan Geyle Leynbots weduwe twee percelen land aldaar, groot 5 kwartier en 6 roeden.

            Ghedaen int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende tseventich opten seventhiensten dach in Januario.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.3 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

            Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLIX.

            Het opschrift luidt: "littera de XIIII 1/2 gemeten lands prope Tolnis".

          • 215 1480 Juni 11

            Schepenen in Vossemaere oorkonden, dat Willem Pieters Meusz. Heeft getransporteerd aan Ide Jacobsz. 1 ½ gemet land min 2 roeden aldaar in de Kerckenpolder.

            Ghedaen int jaer ons Heeren duisent vierhondert ende tachtich opten elfsten dach in Junius.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.6 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

          • 219 1481 april 21

            Jacob Florisz. , Gillis Pierszoene en Adrieaan Jacobsz., schepenen in Vosmaer, oorkonden dat Faes Matheeusz. en Geylle Romme Jansdr. hebben verkocht aan Ido Jacobsz. de helft van 5 kwartier en de helft van 1 1/2 gemet 36 roeden land in de kerckepolder aldaar.

            Ghedaen int jair ons Heren dusent vierhondert ende een ende tachtich opten eenentwintichsten dach van April.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.7 ). Met drie schepenzegels in groene was.

            Afschrift in Inv. no. 7 fo. 17

          • 221 1481 juli 8

            Schepenen in Vosmaer oorkonden, dat Cornelis Lenisz. heeft gegeven aan Ido Jacopsz. 3 kwartier land aldaar.

            Ghedaen int jair ons Heren dusent vierhondert ende een ende tachtich opten achtsten dach in Julius.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.8 ). Met drie schepenzegels in groene was.

          • 274 1496 December 13

            Schepenen in Vossemaer oorkonden, dat Pieter Ydoensz. voor zich zelf en voor zijn broeders en zusters aan het klooster van de Cathusers buiten Delft heeft getransporteerd zeven percelen land aldaar nl. 2 gemeten 100 roeden in de Scelblock, 1½ gemet in de Kerckenpolder, 200 roeden en 112 roeden op de Maire, 1½ gemet 8 roeden, 1½ gemet 8 roeden en 3½ kwartier vroonland in de Kerckepolder.

            Ind jar ons Heeren dusent vierhondert zes ende tnegentich opten darthiensten dach van December.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 73.9 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLVIII.

            In dorso van het oorspr. staat: "Littera de diversis particulis terrarum in Vossemaer habitis ex testamento Yde Jacobi amici nostri specialissimi in Tolnis".

      • Zie ook Inv. no. 51 .

        • (reg. nos. 113, 124, 291 en 292)

          • 113 1462 Mei 3

            Cylle Willem Reysters wed. verkoopt aan Heynrick Jansz. ¼ van 19 morgen 4 hont land in Wateringen in het Wilde Weer.

            Gegeven opten derden dach in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 74.1 ). Met de zegels van Geryt Dircxz., schout van Wateringen, en Jan Claesz., zwager van Cylle voornoemd, in groene was.

          • 124 1466 Februari 15

            Jan Claesz. verkoopt aan Heynrick Jansz. ¾van 19 morgen 4 hont land in Wateringen in het Wilde Weer.

            Opten XVen dach in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende tsestich na beloop des hoofs van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 74.2 ). Met de zegels van de oorkonder en van Pieter Gerytsz., schout van Wateringen, in groene was.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXVI verso.

            c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 5.

            In dorso van het oorspr. staat: "Van XIX marghen lants in Waterinc in een campe, gheheeten dat Wilde Weer, ons ghegheven van Barte Heinnreic Jansz. wedewy." Het opschrift boven c. luidt: "Brief van XIX morgen ende vyer hondt landts van de welcke deen helft gegeven is de Catusers ende dander helft sinte Jeronimus collegie binnen Delft."

          • 291 1503 Januari 27

            De notaris Johannes de Goch instrumenteert, dat Bartha, weduwe van Henricus te Delft, haar testament heeft gemaakt, waarbij zij aan de Karthuizers bij Delft de helft van 19 morgen 4 hont land in Wateringen in het Wilde Weer vermaakt heeft.

            Acta sunt hec.....sub anno indictione mense die hora et pontificatu superius descriptis (anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo 3a indictione VIa die vero mensis Januarii die vicesima septima hora 2a post meridiem vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno undecimo).

            Afschrift van de notaris J. de Goch op papier ( Inv. no. 74 ). Op hetzelfde blad staat een afschrift van de approbatie door burgemeesters, schepenen en raad van Delft d.d. 1503 Februari 27, welks oorspronkelijk door het oorspronkelijke van dit instrument was gestoken (zie regest no. 292).

            292 1503 Februari 27

            Burgemeesters, schepenen en raad van. Delft ratificeren het instrument d.d. 1503 Januari 27 (zie regest no. 291), waardoor deze brief gestoken is.

            Opten XXVIIen dach in Februario int jair ons Heeren dusent vijfhondert ende twee nae beloop sHoifs van Holland.

            Afschrift van de notaris J. de Goch op papier ( Inv. no. 74 ).

        • (reg. nos. 251, 267 en 318)

          • 251 1487 November 6

            Jan Huge Willemsz. verkoopt aan Spronck Woutersz. 15 hont land in Wateringhe.

            Gescreven opten VIen dach in Novembri int jair ons Heeren MCCCC zeven ende tachtich.

            Oorspr. ( Inv. no. 75.1 ). Met de zegels van Doman Jansz. en Vranc Geryt Stormsz. in papier genaaid.

          • 267 1495 Januari 27

            Spronck Woutersz. verkoopt aan heer Gielis Woutersz., priester, 15 hont land in Wateringe.

            Gedaen opten XXVIIen dach in Januario int jair ons Heeren MCCCC vier ende tnegentich na de loop sHoefs van Hollant.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 75.3 ). Met de zegels van Cornelis van Andel Ghijsbrechtsz. en Cornelis Engebrechtsz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1511 Mei 26 (zie regest no. 318).

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIX.

          • 318 1511 Mei 26

            Jacob Meeman, priester, geeft als executeur testamentair van heer Gillis Woutersz., priester, aan het klooster van St. Bartholomees bij Delft, ter dotatie van een cel, het land, vermeld in de brief d.d. 1495 Januari 27, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 267).

            Gedaen int jair ons Heeren dusent vijffhondert ende elve opten sess ende twintichsten dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 75.2 ). Met de zegels van de oorkonder en van Kersten Dirxz. van Alckemade in papier genaaid.

            b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIX verso.

        • 167 1471 Mei 10

          Reynier Claesz. van Eten, magister in artibus en licenciaat in de beide rechten, kanunnik van de Ouden Munster te Utrecht en raad van de bisschop, schenkt het klooster van de Karthuizers van St. Bertelmees' dael in Jherusalem bij Delft de helft van 15½ gemet land in Westenrijck aan de heerweg.

          Opten tyenden dach van Meye int jair ons Heeren M°CCCCo een ende tseventich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 76 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XLIV verso.

          c. Afschrift in Inv. no. 7 fo. 15 verso.

          (reg. no. 167)

      • 403 1558 November 1

        Philips, koning van Castilliën enz., verkoopt aan de Cathuysers buiten Delft, de memorie van de Oude Kerk, die van de Nieuwe Kerk, Jan Jacobsz. Wantsnyder, Cornelis Jorisz. de Ridder en Aechtgen Jan Bueckelsz. wed. een rente van 38 pond 15 schellingen jaarlijks, losbaar met de penning 16, ter afdoening van een lening, groot 620 pond Vlaams en verzekerd op de domeinen van Noord-Holland.

        Gegeven in onser stadt van Brussele de eersten dach van Novembri int jaer ons Heeren duysent vijffhondert acht ende vijftich van onsen rijcken van Spaengnen, Cicilliën etc. het derde ende van Engelandt ende Vranckrijcke etc. tvijffde.

        Oorspr. ( Inv. no. 79 ). Met het zegel van de koning in roode was.

        In dorso het interinement van hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerden van de domeinen en financiën d.d. 1559 Juli 17, en van de Rekenkamer d.d. 1560 April 26, benevens twee verklaringen van de Rekenkamer d.d. 17 Februari en 13 April 1584, dat de 100 pond van de hoofdsom, staande op naam van Jan Jacobsz. Wantsnyder en die op naam van de memorie van de Nieuwe Kerk, zijn afgelost.

        (reg. no. 403)

      • 238 1484 April 30

        Burgemeesters, schepenen, raden en ingezetenen van Delft verkopen aan Haesgen Jan Jacobsz. de Harnaschmakers wed. een rente van 30 schellingen Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 16.

        Dit was gedaen int jaer ons Heren duysent vierhondert vier ende tachtich opten laetsten dach in April.

        Oorspr. ( Inv. no. 80 ). Met het groot zegel van de stad in groene was.

        (reg. no. 238)

      • (reg. nos. 222, 244 en 245)

        • 222 1481 Juli 13

          Burgemeesters, schepenen, raden en inwoners van Delft verkopen aan Geertruyt Gerytsdr., ministra van het klooster St. Barbara, een rente van 5 pond Vlaams jaarlijksch, losbaar met de penning 20.

          Dit was gedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert een ende tachtich opten dertiensten dach in Julio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 81.3 ). Met het groot zegel van de stad in groene was. Met twee transfixen d.d. 1486 Januari 10 (zie de regest nos.244 en 245).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXII verso.

        • 244 1486 Januari 10

          Schepenen in Delft oorkonden, dat de pater van het St. Barbaren klooster heeft verkocht aan mr. Jan Keyll, dokter, de rente, vermeld in de brief d.d. 1481 Juli 13, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 222).

          Gedaen int jair ons Heeren MCCCC vijf ende tachtich opten Xen dach in Januario.

          Oorspr. ( Inv. no. 81.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix van denzelfden datum (zie regest no. 245).

        • 245 1486 Januari 10

          Schepenen in Delft oorkonden, dat mr. Jan Keyll, dokter, heeft verkocht aan de Cartuysers buiten Delft de rente, vermeld in de brief d.d. 1481 Juli 13, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 222).

          Gedaen int jair ons Heren MCCCC vijf ende tachtich opten Xen dach in Januario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 81.1 ). Met een schepenzegel in groene was en een verloren.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXIII verso.

      • 268 1495 September 1

        Burgemeesters, schepenen, raden en ingezetenen van Delft verkopen aan Jan die Heyuter Mathijsz. een rente van 11 schellingen 3 penningen Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 12.

        Dit was gedaen int jair ons Heeren duysent vierhondert vijff ende tnegentich opten eersten dach in Septembri.

        Oorspr. ( Inv. no. 82 ) Met het groot zegel van de stad in groene was.

        (reg. no. 268)

      • (reg. nos. 233 en 284)

        • 233 1483 Augustus 1

          Burgemeesters, schepenen, raad en ingezetenen van Delft oorkonden, dat zij hebben verkocht aan mr. Jan Jansz. die Drapenyere een rente van 3 pond Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 16.

          Dit was gedaen int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tachtich opten eersten dach in Augusto.

          Oorspr. ( Inv. no. 83 ). Met het groot zegel van de stad in groene was. Met transfix d.d. 1500 Augustus 20 (zie regest no. 284).

        • 284 1500 Augustus 20

          Schepenen in Delft oorkonden, dat mr. Jan Jansz Drapenier heeft getransporteerd aan de Cartusers bij Delft de rente, vermeld in de brief d.d. 1483 Augustus 1, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 233).

          Gedaen int jair ons Heren MCCCCC opten XXen dach in Augusto.

          Oorspr. ( Inv. no. 83 ). Met twee schepenzegels in groene was.

      • (reg. nos. 227 en 285)

        • 227 1482 November 5

          Burgemeesters, schepenen, raad en ingezetenen van Delft verkopen aan Claes Andriesz. een rente van 30 schellingen Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 16.

          Dit was gedaen int jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende tachtich opten vijften dach in Novembri.

          Oorspr. ( Inv. no. 84 ). Met het groot zegel van de stad in groene was. Met transfix d.d. 1500 December 5 (zie regest no. 285).

        • 285 1500 December 5

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Claes Andriesz. aan de Carthuysers bij Delft heeft verkocht de rente, vermeld in de brief d.d. 1482 November 5, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 227).

          Gedaen int jair ons Heren MCCCCC opten Ven dach in Decembri.

          Oorspr. ( Inv. no. 84 ). Met twee schepenzegels in groene was.

      • (reg. nos. 243, 248 en 297)

        • 243 1486 Januari 1

          Burgemeesters, schepenen, raad en ingezetenen van Delft verkopen aan Geryt Ghijsbrecht Toelinxz. van 's-Hertogenbosch een rente van 10 pond Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 20.

          Dit was gedaen int jair ons Heeren duysent vierhondert vijff ende tachtich opten eersten dach van Januario nae beloop sHoifs van Hollant ende custume van scryven van de stede van Delff.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 85 ). Met het groot zegel van de stad in groene was. Met transfix d.d. 1504 Augustus 6 (zie regest no. 297), waardoor aan dezen brief ook is vastgemaakt een brief d.d. 1486 Juni 23 (zie regest no. 248).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIV verso.

        • 248 1486 Juni 23

          Gerardus, zoon van Ghyselbertus Toelincs van Buscum ducis ['s-Hertogenbosch], transporteert aan Jacobus Jacobus Lambrechsz. zoon, burgemeester van Delft, ten overstaan van twee schepenen van Buscum ducis, de rente, vermeld in de brief d.d. 1486 Januari 1 (zie regest no. 243).

          Datum vicesima tertia die mensis Junii anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo sexto.

          Oorspr. ( Inv. no. 85 ). Met de zegels van Henricus de Leeuwe en Theodericus de Hijnden, schepenen, in groene was. Met transfix d.d. 1504 Augustus 6 (zie regest no. 297), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1486 Januari 1 (zie regest no. 243).

        • 297 1504 Augustus 6

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Jacop Jacop Lambrechtsz. zoon de oude aan de Cartuysers [Karthuizers] bij Delft de rente heeft geschonken,

          Gedaen int jair ons Heren MCCCCC ende vier opten VI dach in Augusto.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 85 ). Met twee schepenzegels in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXV.

      • (reg. nos. 302, 310 en 391)

        • 302 1505 December 24

          Burgemeesters, schepenen, raad en ingezetenen van Delft verkopen aan Cornelis Pieter Claesz. zoon een rente van 2 pond Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 16.

          Dit was gedaen int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vijff opten heyligen Corsavont.

          Oorspr. ( Inv. no. 86.3 ). Met het groot zegel van de stad in groene was. Met twee transfixen d.d. 1509 September 7 en 1544 November 4 (zie de regest nos.310 en 391).

        • 310 1509 September 7

          Jan de Heuyter verkoopt aan Marritgen jacob Harnoutsz. wed. de rente, vermeld in de brief d.d. 1505 December 24, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 302).

          Oorspr. ( Inv. no. 86.2 ). Met het zegel van de oorkonder in roode was.

        • 391 1544 November 4

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Machteld Jacobsdr., vrouw van Eenwout Willemsz., en Marritgen Jacobsdr., weduwe van Dirck Tonisz., hebben getransporteerd aan de Cathuysers buiten Delft de rente, vermeld in de brief d.d. 1505 December 24, waardoor deze gestoken is.

          Opten IIIIen Novembris anno XVC vier ende veertich.

          Oorspr. ( Inv. no. 86.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.

      • (reg. nos. 256 en 360)

        • 256 1489 October 20

          Schout, burgemeesters, schepenen en raad van Leyden verkopen aan heer Dirck Claesz. de Verwer, priester, een rente van 20 schellingen Vlaams jaarlijks, losbaar met 18 dergelijke ponden.

          Ghegeven int jair ons Heeren dusent vierhondert negen ende tachtich opten twintichsten dach in Octobri.

          Oorspr. ( Inv. no. 87.2 ). Met het groot zegel van de stad in papier genaaid. Met transfix d.d. 1527 December 1 (zie regest no. 360).

        • 360 1527 December 1

          De executeurs-testamentair van heer Dirck Claesz., in leven rector en confessor van het klooster St. Ursula te Delft, geven de Cathuysers buiten Delft de rentebrief d.d. 1489 October 20, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 256).

          Gedaen opten eersten dach in Decembri anno XVC seven ende twintich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 87.2 ). Met de zegels van Jan de Heuyter en Corstijn van Alomae, twee van de executeurs, in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXXXVII.

          In dorso van het oorspr. staat: "Gereduceert op IX schell. losrent".

      • 351 1526 Augustus 1

        Joest Aertz. te Papsou verkoopt aan de Cathusers buiten Delft een rente van 4 pond Hollands jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op ¼ van 8 morgen land.

        Opten eersten dach in Augusto anno XVC ende ses ende twintich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88 ). Met de zegels van Dirck van de Broeck Herperz. en Hermon Engebrechtz., schout van de Berckel, in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CVII verso.

        (reg. no. 351)

      • 396 1550 November 14

        Schout en gezworens van Berckel oorkonden, dat mr. Dirck Pijnsen van der A, schout van Delft, heeft verkocht aan de Cathuyseren buiten Delft een rente van 100 carolusgulden jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op 10 morgen land in Berckel.

        Ghescreven opten XIIII November anno XVC ende vijftich.

        Oorspr. ( Inv. no. 89 ). Met het zegel van Cornelis Cornelisz., schout van Berckel, in groene was.

        In dorso staat, dat 13 Juli 1569 is betaald aan broeder Jan van Essche, prior, en broeder Roeloff Hermansz. van Utrecht, procurator, van wege de griffier van het Hof van Hollant, 1116 pond 5 schellingen, gekomen van verkochte goederen van mr. Dirck Pijnssz. van der Aa, gelegen te Berckel.

        (reg no. 396)

      • (reg nos. 9, 17-21, 29, 34 en 35)

        • 9 1373 April 26

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Cille heeft verkocht aan Ymme Gharbrandsdr. een huis met erf in het Rietveld, waaruit hij een rente van 10 schellingen Hollands jaarlijks behoudt.

          Int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tseventich tsDinxdages na sinte Marcus' dach in Aprille.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXII.

          In dorso van het oorspr. staat: "een ½ £ op een huys besieden die Nywe Kerck et solvunt die kerckmeesters Nove Ecclesia". Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de ½ £ Holl. super domum besiën de Nywe kerck ex dotatione magistri Jacobi Berxz.". Zie de noot bij regest no. 18.

        • 17 1386 Januari 16

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Kerstant Pietersz. heeft gekocht van Pieter Cillen een huis met erf naast de Nuwen Langhen dijk aan de Noordzijde van de Delft, waaruit laatstgenoemde een rente van 10 schellingen jaarlijks behoudt.

          Int jair ons Heren dusend driehonderd vive ende tachtich tsDinxdaghes na sente Ponciaens dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXX.

          Zie de noot bij regest no. 18.

        • 18 1386 Juli 3

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Claes Andryesz. heeft gekocht van Pieter Cillen een huis met erf in de Vlamincstraet, waaruit deze een rente van 10 schellingen Hollands jaarlijks behoudt.

          Int jair ons Heren dusent driehondert zess ende tachtich op sente Martijns avond translatio

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.3 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXVIII verso.

          Het opschrift boven het afschrift luidt: "Iste littere sequentes sunt de VIII £ Holl. datis a magistro Jacobo Berxz., presbytero in Delft". De littere sequentes zijn de regest nos.17, 19-21, 29, 34, 35, 38, 40, 56 en 57, terwijl tot de brieven, welke tesamen spreken van 8 pond, gegeven door Jac. Berxz. ook behoort regest no. 9.

        • 19 1386 Juli 3

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Heynric Thedeman heeft gekocht van Pieter Cillen een huis met erf in de Vlamincstraet, waaruit deze een rente van 10 schellingen Hollands jaarlijks behoudt.

          Int jair ons Heren dusent driehondert zess ende tachtich tsDinxdaghes op sente Martijns avond translatio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.4 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXIX.

          In margine naast het afschrift staat: "Redemptum est per procuratorem Wilhelmum Nicolay". De inhoud van de brief is doorgehaald.Zie de noot bij regest no. 18.

        • 20 1389 Januari 27

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Cille heeft gekocht van Kerstant Pietersz. een rente van 10 schellingen jaarlijks uit diens huis en erf naast de Nuwen Langen dijk aan de Westzijde van de Delf.

          Int jair ons Heren dusent driehondert acht ende tachtich tsDinxdaghes na sinte Pouwels dach conversio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.5 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXX.

          Zie de noot bij regest no. 18.

        • 21 1389 Mei 4

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieternelle Dirc Gherydsz. wed., Vriese, Lijsbet, Erkenraet, Pieternelle en Katrijn, Dirc Gherytsz. kinderen, hebben verkocht aan Aernt Nyclaesz. een rente van 1 pond Hollands jaarlijks uit twee huizen met erven in de Jan Soyen laan.

          Int jair ons Heren dusent driehondert neghen ende tachtich tsDinxdaghes na tsheylichs Cruus' dach invencio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.7 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1391 Mei 2 (zie regest no. 29).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXIX.

          In dorso van het oorspr. staat: "een £ Holl. op twee huysen an die Ghasthuyslaen ende daer staet een poertgen tussen beyen".Zie de noot bij regest no. 18.

        • 29 1391 Mei 2

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Zille heeft gekocht van Aernt Nyclaesz. de rente, vermeld in de brief d.d. 1389 Mei 4, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 21).

          Int jaer ons Heren dusend driehondert een ende tnegentich Dinxdaghes na Meyedaghe.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.6 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXIX verso.

        • 34 1396 October 10

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Gheryt Pietersz. heeft verkocht aan Pieter Cillen een rente van 10 schellingen Hollands jaarlijks uit twee huizen met erf in de Vlamincstraet.

          Int jair ons Heren dusent driehondert zes ende tneghentich tsDinxdaghes op sinte Victors dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.8 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXIX.

        • 35 1396 October 10

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan Hoze heeft verkocht aan Pieter Cillen een rente van een pond Hollands jaarlijks uit drie huizen met erf naast de Niewen Langhen dijk aan de Noordzijde van de Delf.

          Int jair ons Heren dusent driehondert zes ende tnegentich tsDinxdaghes op sinte Victors dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90.9 ). Met een geschonden schepenzegel in groene was en een in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXX.

      • (reg. nos. 72, 74, 76 en 79)

        • 72 1439 Mei 15

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Mary Vranck Lambrechts wed. is gepacht voor 57 schellingen Hollands jaarlijks aan verschenen rente en daarvan de 3en penning meer en in panding heeft ontvangen 6 schellingen Hollands jaarlijks uit 2 hont poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot.

          Int jair ons Heren MCCCC negen ende dertich tsFridaghes na sinte Servaes' dage.

          Oorspr. ( Inv. no. 91.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.

        • 74 1439 November 20

          Schepenen van Delft oorkonden, dat Mary Vranc Lambrechts wed. is gepacht voor 3 pond 3 schellingen Hollands jaarlijks aan verschenen rente en daarvan de 3en penning meer en in panding heeft ontvangen 6 schellingen 4 penningen jaarlijks uit 2 hont poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot.

          Int jaer ons Heren MCCCC negen ende dertich tsFridaghes na sinte Elizabetten dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 91.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.

        • 76 1440 November 25

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Mary Vranck Lambrechts . wed. is gepacht voor 9 pond 3 schellingen 4 penningen Hollands jaarlijks aan verschenen rente en daarvan de 3en penning meer en in panding heeft ontvangen 6 schellingen 6 penningen Hollands jaarlijks uit 2 hont poortland aan de Zuidzijde van de Watersloot.

          Int jair ons Heren MCCCC ende viertich tsFridaghes na sinte Elizabetten dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 91.3 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan een geschonden.

        • 79 1441 November 24

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Mary Vranck Lambrechtsz. wed. is gepacht voor 3 pond 15 schellingen 10 penningen Hollands jaarlijks aan verschenen rente en daarvan de 3en penning meer en in panding heeft ontvangen 7 schellingen Hollands jaarlijks uit 2 hont land aan de Zuidzijde van de Watersloot.

          Int jaer ons Heeren MCCCC een ende viertich tsFrydages na sinte Elizabetten dage.

          Oorspr. ( Inv. no. 91.4 ). Mer twee schepenzegels in groene was.

      • (reg. nos. 51, 52 en 84)

        • 51 1422 Augustus 25

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Dirc Dirxz. heeft verkocht aan Reyner Claes Omenz. een rente van 40 schellingen Hollands jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Kercwech.

          Int jaer ons Heren MCCCC twie ende twintich tsDinxdages na sinte Bertelmees' dage.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 92.3 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met twee transfixen d.d. 1423 December 14 en 1448 November 12 (zie de regest nos.52 en 84).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. IV verso.

          c. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXVIII.

          Het opschrift boven het eerste afschrift luidt: "Littera de II £ Holl. datis per fratrem Nycolaum Tou, monachum profossum huius domus, annue levandis a domo int Oistende".

        • 52 1423 December 14

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Reyner Claesz. heeft verkocht aan Margriet Claes Jansz. dochter de rente, vermeld in de brief d.d. 1422 Augustus 25, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 51).

          Int jair ons Heren MCCCC drie ende twintich tsDinxdaghes na sinte Luciën dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 92.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1448 November 12 (zie regest no. 84).

        • 84 1448 November 12

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Lijsbet Michiels Jansz. wed. heeft verkocht aan Claes Tou en Katrijn, Jan Claes Touwenz. kinderen, de rente, vermeld in de brieven d.d. 1422 Augustus 25 en 1423 December 14, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.51 en 52).

          Int jair ons Heren MCCCC acht ende viertich tsDinxdages na sinte Maertijns dage in de winter.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 92.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. IV verso.

          c. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXVIII.

      • (reg. nos. 12, 50, 88, 108 en 142)

        • 12 1379 April 19

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Cleyman Jacobsz. heeft gekocht van Heyman die Sceriaer een rente van 40 schellingen Hollands jaarlijks uit diens huis en erf aan de Noordzijde van de Coe(r)straet.

          Int jair ons Heren dusent driehondert neghen ende tseventich tsDinxdaghes nae beloken Paeschen.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 93.5 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met vier transfixen d.d. 1422 Januari 13,1449 October 7, 1458 December 5 en 1469 November 8 (zie de regest nos.50, 88, 108 en 142).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. IV

          c. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXVII verso.

        • 50 1422 Januari 13

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan Moll heeft gekocht van Kathryne Voppe Rijmbrantsz. wed. de rente, vermeld in de brief d.d. 1379 April 19, waardoor deze gestoken is (zie reg. regest no. 12).

          Int jair ons Heren MCCCC een ende twintich tsDynxdages na de heiligen Dertienden dage.

          Oorspr. ( Inv. no. 93.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met drie transfixen d.d. 1449 October 7, 1458 December 5 en 1469 November 8 (zie de regest nos.88, 108 en 142).

        • 88 1449 October 7

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Claes Jansz. heeft verkocht aan Ermgairt Jan de Groten wed. de rente, vermeld in de brieven d.d. 1379 April 19. en 1422 Januari 13, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.12 en 50).

          Int jair ons Heren MCCCC negen ende veertich tsDynxdaghes na sinte Baven dage.

          Oorspr. ( Inv. no. 93.3 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met twee transfixen d.d. 1458 December 5 en 1469 November 8 (zie de regest nos.108 en 142).

        • 108 1458 December 5

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Phillipsz. heeft verkocht aan Heynric Jansz. de rente, vermeld in de brieven d.d. 1379 April 19, 1422 Januari 13 en 1449 October 7, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.12, 50 en 88).

          Int jair ons Heren MCCCC acht ende vijftich tsDynxdaghes opten Ven dach in Decembry.

          Oorspr. ( Inv. no. 93.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1469 November 8 (zie regest no. 42).

          In dorso staat: "in de Coerstraet".

        • 142 1469 November 8

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Heynrick Jansz. aan het klooster van de Carthuysers buiten Delft heeft gegeven de rente, vermeld in de brieven d.d. 1379 April 19, 1422 Januari 13, 1449 October 7 en 1458 December 5, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.12, 50, 88 en 108).

          Int jaire ons Heren MCCCC negen ende tsestich opten VIIIen dach in Novembri.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 93 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. IV verso.

          c. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXVII.l verso.

      • 150 1470 Mei 20

        Rector en broeders van St. Jheronimus' dael te Delft verkopen aan Ide Jacob Spijcksdr., de begijn, een rente van 3 pond Hollands jaarlijks ten behoeve van de Karthusers buiten Delft om een lamp te branden voor het H. Sacrement in hun kerk.

        Int jair ons Heren dusent vierhondert ende tseventich opten twintichsten dach in Meye.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 94 ). Met het conventszegel in roode was.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. IV.

        (reg. no. 150)

      • (reg. nos. 67, 92, 101, 158 en 210)

        • 67 1438 Maart 11

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Claes Gerytsz. heeft verkocht aan Dirc Gerytsz. een rente van 40 schellingen Hollands jaarlijks uit zijn huis en erf naast de Nieuwen Langen dijk.

          Int jair ons Heeren MCCCC zeven ende dertich tsDinxdaghes op sinte Gregorius' avont.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 95.3 ). Met twee schepenzegels in papier gegenaaid. Met twee transfixen d.d. 1451 October 18 en 1457 October 11 (zie de regest nos.92 en 104).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. VI verso.

          Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de II £ Holl. datis partim nobis et partim hospitali per domimum Jacobum Symonis sicut lucide claret ex sequenti instrumento continenti de suo testamento" (zie regest no. 107.

        • 92 1451 October 18

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Dirc Gerytsz. heeft verkocht aan Jutte Dirc Aldewereltsdr. de rente, vermeld in de brief d.d. 1438 Maart 11, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 67).

          Int jair ons Heren MCCCC een ende vijftich tsDinxdaghes opten XVIIIen dach in Octobri.

          Oorspr. ( Inv. no. 95.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1457 October 11 (zie regest no. 104).

        • 104 1457 October 11

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Jutte Dirc Aldewereltsdr. heeft verkocht aan heer Jacob Symonsz., priester, de rente, vermeld in de brieven d.d. 1438 Maart 11 en 1451 October 18, waardoor deze gestoken is. (zie de regest nos.67 en 92).

          Int jair ons Heren MCCCC zeven ende vijftich opten Dynxdage nae sinte Victoirs dage.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 95 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. VII.

          Zie de noot bij regest no. 67.

        • 158 1471 Februari 26

          De notaris Johannes Wilhelmusz. instrumenteert, dat Jacobus Symonsz., vicaris van de beide parochiekerken in Delft, zijn testament maakt, waarbij hij o.a. aan het klooster van de Carthuysers 1 pond Hollands jaarlijks of 2 pond Vlaams ineens vermaakt.

          Sub anno indictione mensa die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo indictione quarta mensis Februarii die vero vicesima sexta hora post meridiem quasi quinta secundum usum stilum et consuetudinem civitatis ac diocesis Traiectensis pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno suo septimo).

          a. Oorspr. ( Inv. no. 95.4 ). Met signatuur van de notaris.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. VII.

          In dorso van het oorspr. staat: "An de Niwe Langendijc II £ H.".

        • 210 1479 Februari 8

          Schepenen in Delft oorkonden, dat de gasthuismeesters van het Oude Gasthuis aldaar verklaard hebben, dat de Cartuysers buiten Delft de helft van een erfrente van 2 pond Hollands jaarlijks, die heer Jacob Symonsz., priester, aan dat gasthuis en aan de Cartuysers had vermaakt, gekocht en betaald hebben, welke rente verzekerd is op een huis met erf aan de Nyewen Langen dijk.

          Int jair ons Heren MCCCC acht ende tseventich opten VIIIen dach in Februario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 95.5 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. VIII.

      • (reg. nos. 68 en 235)

        • 68 1438 April 8

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Willem Dirxz. heeft verkocht aan Aechte Jacobsdr. een rente van 1 pond Hollands jaarlijks uit zijn huis en erf.

          Int jaer ons Heren MCCCC acht ende dertich tsDinxdages na sinte Ambrosius' dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 96.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1484 Februari 24 (zie regest no. 235).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIII.

          In dorso van het oorspr. staat: "een £ Holl. op een huys an de Pontemart bij sinte Anthonys bregghe ande Oestzide van de Delft". - In het opschrift boven het afschrift staat: "Ex donatione domini Hermanni Petri presbyteri in Delft".

        • 235 1484 Februari 24

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Durf Geryt Gerytsz. wed. heeft verkocht aan heer Harman Pietersz., priester, de rente, vermeld in de brief d.d. 1438 April 8, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 68).

          Int jair ons Heren MCCCC drie ende tachtich tsDynsdaechs opten XXIIIIen dach in Februario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 96.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIII.

      • (reg. nos. 70 en 263)

        • 70 1438 Mei 6

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Adriaen Huge Nachtegaelsz. heeft verkocht aan Reyner Jansz. een rente van 3 pond Hollands jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Westzijde van de Oudelff.

          Int jair ons Heeren MCCCC acht ende dertich tsDinxdages na Meyendage.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 97.2 ). Met een schepenzegel in groene was en een in papier genaaid. Met transfix d.d. 1493 Juli 2 (zie regest no. 263).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXVI verso.

        • 263 1493 Juli 2

          Schepenen in Delft oorkonden, dat heer Jan Reynersz., priester, heeft verkocht aan de Karthuizers buiten Delft de rente, vermeld in de brief dd. 1438 Mei 6, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 70).

          Int jair ons Heeren MCCCC drie ende tnegentich Dynsdach opten anderden dach in Julio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 97.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXVI verso.

      • (reg. 257 en 269)

        • 257 1489 December 6

          Burgemeesters, schepenen en raad van Delft oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters hebben verkocht aan Floris Dirxz. een rente van 3 pond Vlaams jaarlijks.

          Gedaen int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende tachtich op synte Nycolaes' dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 98.1 ). Met het zegel ten zaken van de stad en twee schepenzegels in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXV verso.

          In dorso van het oorspr. staat: "III £ gr. op die Heylighe Gheest ex testamento Florentii Theodrici".

        • 269 1496 April 26

          De notaris Jacobus Meeman instrumenteert, dat Florentius Theodoricusz. aan de Karthuizers buiten Delft heeft vermaakt een rente van 3 pond Vlaams jaarlijks ten laste van de Heilige-Geestmeesters, waarvoor het klooster jaarlijks jaargetijde zal houden voor hem en zijn ouders.

          Acta sunt hec in ecclesia sancti Ypoliti oppidi Delfensis predicti sub anno indictione mense die hora et pontifïcatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo sexto indictione decima quarta mensis vero Aprilis die vicesima sexta hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri divina providentia pape sexti anno quarto).

          a. Oorspr. ( Inv. no. 98.2 ). Met signatuur van de notaris.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXIV verso.

      • (reg. nos. 121 en 304)

        • 121 1465 december 24

          Schepen van Oostvoorne oorkonden, dat mr. Jacop Jacopsz. uit Borsselen, priester, verkocht heeft aan mr. Jan Standaert een rente van 3 1/2 pond jaarlijks uit zijn huis en erf te Oostvoorne.

          Den vier ende twintichsten dach in Decem bri int jair viertienhondert vijf ende tsestich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 99.1 ). Met de zegels van de schepenen Jacop Oortsz, Clais Jacobsz. en Cornelis Jansz. in groene was.

          b. Afschrift in Inv.no. 3 fo. LXXII verso..

          Het opschrift luits: "Ex donatione Cornelie mortare (sororis) fratris Jacobi Brielis"

        • 304 1506 September 3

          Meester Lambrecht Jacopsz., doctor in de medicijnen, geeft volgens testament van Cornelia Pietersdr., zijn overleden vrouw, aan broeder Jacop Cornelisz. van de Bryele, haar neef, carthuiser bij Delft, de volgende jaarlijkse renten: 18 schellingen Vlaams uit een huis met erf aan de Langen dijck, een gouden wilhelmus-schild uit een huis in de Molsteeg, 30 schellingen Hollands uit een huis met erf in de Jan Mols laan, 10 schellingen Vlaams uit een huis aan de Plaets in de Bryel, 3 schellingen Vlaams uit een huis in het Noorteinde aldaar, 3 schellingen 6 penningen Vlaams uit een huis tegenover het St. Jacops gasthuis aldaar en 3 pond 10 schellingen Hollands uit een huis te Oestvoorne.

          Opten derden dach in Septembri anno vijftien hondert ende zesse.

          Oorspr. ( Inv. no. 99.2 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

          In dorso staat, dat de 10 schellingen Vlaams uit het huis aan de Plaets in de Bryel zijn afgelost met de penning in het jaar 1562.

      • 387 1541 October 18

        Schepenen in Delft oorkonden, dat Elyzabeth Cornelis Vranckenz. wed. heeft verkocht aan de Cathuysers buiten Delft een rente van 4 carolusguldens en 10 stuivers jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op haar huis met erf óp de Buiten-Watersloot.

        Opten XVIIIen Octobris anno XVC een ende viertich.

        Oorspr. ( Inv. no. 100 ). Met twee schepenzegels in groene was.

        (reg. no. 387)

      • (reg. nos. 55, 163, 211, 382 en 393)

        • 55 1432 Mei 27

          Schepenen in Delft oorkonden, dat de Heilige-Geest-gasthuis-meesters hebben verkocht aan Wendelmoet en Semeynse, Huge Jacob Massigoedsz. dochters, een rente van 5 pond 10 schellingen Hollands jaarlijks uit een huis met erf in het Noortende op de Zuid-Westhoek van de Molenstraet.

          Int jair ons Heeren MCCCC twe ende dertich tsDinxdages na sinte Urbanus' dage.

          Oorspr. ( Inv. no. 101.5 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met vier transfixen d.d. 1471 April 23, 1479 Maart 2, 1538 October 8 en 1547 Maart l (zie de regest nos.163, 211, 383 en 394).

        • 163 1471 April 23

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Willem Arentsz. heeft verkocht aan Clemeyns Pietersdr. de rente, vermeld in de brief d.d. 1432 Mei 27, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 55).

          Int jair ons Heren MCCCC een ende tseventich tsDynxdages opten XXVIIen dach in Aprili.

          Oorspr. ( Inv. no. 101.4 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met drie transfixen d.d. 1479 Maart 2, 1538 October 8 en 1547 Maart 1 (zie de regest nos.211, 382 en 393).

        • 211 1479 Maart 2

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Jacob Govaertsz., Phillips Pietersz. en Burch Pietersdr. hebben verkocht aan Meynse Pieter Gerytsdr. de rente, vermeld, in de brieven d.d. 1432 Mei 27 en 1471 April 23, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.55 en 163).

          Int jair ons Heeren MCCCC acht ende tseventich tsDynxdages opten anderen dach in Marci.

          Oorspr. ( Inv. no. 101.3 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met twee transfixen d.d. 1538 October 8 en 1547 Maart 1 (zie de regest nos.382 en 393).

        • 382 1538 October 8

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Dirck Pietersz. heeft verkocht aan Frans Willemsz. de rente, vermeld in de brieven d.d. 1432 Mei 27, 1471 April 23 en 1479 Maart 2, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.55, 163 en 211).

          Int jair ons Heeren duysent vijfhondert acht ende dortich sDyncxcdaechs opten achtsten Octobris.

          Oorspr. ( Inv. no. 101.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1547 Maart 1 (zie regest no. 393).

        • 393 1547 Maart 1

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Frans Willemsz. heeft verkocht aan de Cathuysers buiten Delft de rente, vermeld in de brieven d.d. 1432 Mei 27, 1471 April 23, 1479 Maart 2 en 1538 .October 8, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.55, 164, 212 en 382).

          Gedaen de 1en Martii anno XVC zes ende veertich nair scryven van de stede van Delft.

          Oorspr. ( Inv. no. 101.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.

      • (reg. nos. 394 en 401)

        • 394 1548 Februari 22

          Meester Michiel Doez., pater, Ida Jansdr., ministra, en gemeen convent van St. Barbara verkopen aan het convent van de Carthuysers buiten Delft, genaamd St. Bartholomees' dal, een rente van 3 pond Vlaams jaarlijks, losbaar met 60 dergelijke ponden, waarvoor zij 20 morgen land buiten de Rotterdamsche poort verbinden, tot herstel van schade door brand veroorzaakt.

          Opten XXIIen Februarii anno XVC acht ende viertich stilo communi.

          Oorspr. ( Inv. no. 102.2 ). Met het conventszegel in roode was. Met transfix d.d. 1557 Mei 17 (zie regest no. 401).

        • 401 1557 Mei 17

          Johan van Schorenburch, generaal van het Kapittel van de derde orde van St. Franciscus, pater en regent te Heltmart, approbeert en ratificeert de verkoop van de rente, vermeld in de brief d.d. 1548 Februari 22, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 394).

          Aldus gedaen binnen Amsterdam de XVIIen Mey anno XVC LVII.

          Oorspr. ( Inv. no. 102.1 ). Met het zegel van het Kapittel Generaal van de orde in groene was.

      • 411 1566 Januari 15

        Mathijs Quirijnsz. van Reynsburch, wonende op de Horen buiten Delft, verkoopt aan de Karthuizers aldaar een rente van 12 carolusguldens jaarlijks, losbaar met de penning 16.

        Den XVen Januarii anno XVC ses ende tsestich nae gemeen scryven.

        Oorspr. ( Inv. no. 103 ). Met het het zegel van heer Johan de Hocyter, hoog-heemraad van Delfflant, in roode was en zeer geschonden.

        (reg. no. 411)

      • 412 1566 December 23

        Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Gerritsz. heeft verkocht aan de Karthuizers buiten Delft een rente van 12 schellingen 6 grooten Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 16.

        Gedaen de XXIIIen Decembris anno XVC zes ende tzestich.

        Oorspr. ( Inv. no. 104 ). Met twee schepenzegels in groene was.

        (reg. no. 412)

      • 414 1568 juni 24

        Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan Cornelisz. Goutsmit verklaart h eeft schuldig te zijn aan de Karthuizers buiten Delft 605 carolusguldens wegens de koop van een hui met erf aan de Westzijde van de Voorstraet, waarvan heij er 100 in gereed geld moet betalen en het overig mag behouden tegen een rente van 34 carolusguldens 7 1/2/ sutiver jaarlijks losbaar met de penning 16

        Ghedaen den XXIIIen Junii anno XVC acht ende tzestich.

        Oorspr. ( Inv. no. 105 ). Met twee schepenzegels in groene was.

        In dorso staat een verklaring van broeder Roeloff Hermansz. van Utrecht, procurator, dat de 100 gulden de 4e juni 1567 betaald zijn.

        (reg. no. 414)

      • (reg. nos. 3-6, 13 en 41)

        • 3 1349 November 24

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan van Biervliet heeft ontvangen een rente van 40 schellingen Hollands jaarlijks uit een huis met erf, dat Jan Floris Haverdopsz. van hem gekocht heeft, en gelegen is op de Gheer.

          Int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende viertich des Dinxdaghes op sinte Katerinen avond.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 106.6 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met vijf transfixen d.d. 1358 April 17, 1360 Maart 14 en September 29, 1370 Juni 28 en 1414 Januari 9 (zie de regest nos.4-6, 13 en 41).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXVIII verso.

        • 4 1358 April 17

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Jan van Biervliet aan Dirc Louwensz. als huwelijksgift voor Katherine, zijn dochter, de rente heeft gegeven, vermeld in de brief d.d. 1349 November 24, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 3).

          Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich des Dinxdaghes na sinte Tyburcius' dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 106.5 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met vier transfixen d.d. 1360 Maart 14 en September 29, 1379 Juni 28 en 1414 Januari 9 (zie de regest nos.5. 6, 13. en 41).

        • 5 1360 Maart 14

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Enghebrecht van Boschuyzen, de rente, vermeld in de brieven d.d. 1349 November 24 en 1358 April 17, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.3 en 4), heeft gekregen van Katerine Jansdr. van Biervliet, zijn vrouw, die haar van de erfgenamen van Dirck Louwenz. heeft ontvangen.

          Int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende vijftich des Saterdaghes na sinte Gregorius' daghe.

          Oorspr. ( Inv. no. 106.4 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met drie transfixen d.d. 1360 September 29, 1379 Juni 28 en 1414 Januari 9 (zie de regest nos.6, 13 en 41).

        • 6 1360 September 29

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Lisebet Jans wed. van Rijswic heeft gekocht van Enghebrecht Jansz. van Boschuzen de rente, vermeld in de brieven d.d. 1349 November 24, 1358 April 17 en 1360 Maart 14, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.3-5).

          Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tsestich des Dinghesdaghes op sinte Michiels dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 106.3 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid. Met twee transfixen d.d. 1379 Juni 28 en 1414 Januari 9 (zie de regest nos.13 en 41).

        • 13 1379 Juni 28

          Schepenen in Delft oorkonden, dat jonge Vranc Crooc heeft gekocht van Lisebet Heynric Beynsdr. de rente, vermeld in de brieven d.d. 1349 November 24, 1358 April 17, 1360 Maart 14 en 1360 September 29, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.3-6).

          Int jair ons Heren dusent driehondert neghen ende tseventich tsDinxdaghes na sinte Jans dag te Midzomer.

          Oorspr. ( Inv. no. 106.2 ). Met twee schepenzels in papier genaaid. Met transfix d.d. 1414 Januari 9 (zie regest no. 41).

        • 41 1414 Januari 9

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Pieter Vrancke Crooxz. heeft verkocht aan Jan Jansz. de rente, vermeld in de brieven d.d. 1349 November 24, 1358 April 17, 1360 Maart 14, 1360 September 29 en 1379 Juni 28, waardoor deze gestoken is (zie de regest nos.36 en 13).

          Int jair ons Heeren MCCCC ende dertien tsDinxdages na de heiligen Dertienden dage.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 106.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXVI1I verso.

      • 10 1373 december 30

        Schepenen in die Hage oorkonden, dat Muys Gerrytsz. verklaard heeft schuldig te zijn aan aan Martijn Gherdiersz een rente van 10 schellingen Hollands jaarlijks uit een hofstede aldaar.

        Int jair ons Heeren MCCC drie ende tseventisch des Vrydages na Kerstdaghe.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 106A ). Met geschonden gemeen schepenzegel

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXVIII.

        c. Afschrift in Inv. no. 3 fo. :LXVIII.

        Het opschrift boven het tweede afschrift luidt: "Littera de X solidis Hollandie super domum opt Speu in Haga ex donatione domus Trajecti. Zie inv.nr. 137.

        (reg. no. 10)

      • 350 1526 Juli 26

        Symon Jansz. Voecht, wonende aan de Lierkant, verkoopt aan de Cathusers buiten Delft een rente van 8 pont Hollands jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op zijn huis met erf en 3 morgen land in Hompelen.

        Opten ses ende twintichsten dach in Julio anno XVC ende ses ende twintich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 107 ). Met de zegels van mr. Jan van Dorp en Hermon Engebrechtsz., schout van Berckel, in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXI.

        (reg. no. 350)

      • 400 1556 Februari 22

        Schepenen van Hodenpijl oorkonden, dat Katrijn Allardtsdr., weduwe van Symon Florisz. op Dijcxhoren, heeft verkocht aan de Karthuizers buiten Delft een rente van 8 carolusguldens jaarlijks, losbaar met 300 dergelijke guldens en verzekerd op 3 morgen land in Hodenpijl.

        Opten XXIIen Februarii anno XVC ses ende vijfftich stilo communi.

        Oorspr. ( Inv. no. 108 ). Met het ambachtszegel in groene was.

        (reg. no. 400)

      • 162 1471 April 18

        Phillips Claesz. verkoopt aan de Karthuizers buiten Delft een rente van 5 pond Hollands jaarlijks uit 6 morgen land in Maeslant.

        Opten XVIIIen dach in Aprille int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tseventich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 109 ). Met de zegels van Claes Dammaesz. en Pouwels Pouwelsz. in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXIX.

        (reg. no. 162)

      • 164 1471 April 30

        Claes Bokelsz. verkoopt aan de Karthuizers buiten Delft een rente van 4 pond Hollands jaarlijks uit 4 morgen 1 hont land.

        Opten lesten dach in Aprille int jair ons Heeren MCCCC een ende tseventich.

        Oorspr. ( Inv. no. 110 ). Met de zegels van Claes Dammaesz. en Pouwels Pouwelsz. in papier genaaid.

        In dorso staat: "Littera de IIII £ Holl. in Maeslant".

        (reg. no. 164)

      • 165 1471 April 30

        Claes Bokelsz. verkoopt aan de Karthuizers buiten Delft een rente van 4 pond Hollands jaarlijks uit 4 morgen en 1 hont land in Maeslant.

        Opten lesten dach in Aprille int jair ons Heeren MCCCC een ende tseventich.

        Oorspr. ( Inv. no. 111 ). Met de zegels van Claes Dammaesz. en Pouwels Pouwelsz. in papier genaaid.

        (reg. no. 165)

      • 170 1471 Mei 17

        Braem Pietersz. verkoopt aan de Karthusers buiten Delft een rente van 3 pond Hollands jaarlijks uit 4 morgen land in Maeslant.

        Opten XVIIen dach in Meye int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tseventich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 112 ). Met de zegels van Claes Dammaesz. en Pouwels Pouwelsz. in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXIX verso.

        (reg. no. 170)

      • (reg. nos. 95 en 299)

        • 95 1453 Juni 11

          Jacob Willem Allairtsz. verkoopt aan Lijsbet Jan die Jongen wed. een rente van een gouden Engelse nobel jaarlijks uit 6½ morgen land met woning in Maeslant.

          Op sinte Odulfs avont int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende vijftich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 113.2 ). Met de zegels van Reyner Martijnsz. en Geryt Colijnsz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1505 Februari 20 (zie regest no. 299).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIII verso.

        • 299 1505 Februari 20

          De executeurs testamentair van Jan die Jonge transporteeren aan het klooster van St. Bartelmees buiten Delft de rente, vermeld in de brief d.d. 1453 Juni 11, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 95).

          Opten twintichsten dach in Februario int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende viere nae beloop tsHoeffs van Hollandt.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 113.1 ). Met de zegels van mr. Jacop Nieman, priester, en Dirck Gerytsz., waarvan het eerste in groene was, het tweede in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIV.

      • 295 1503 December 20

        Lijsbeth Dirc die Grebbersdr., begijn te Delft, schenkt de Catuysers van St. Bartholomees' dale buiten Delft twee erfrenten, groot 3 gouden keurvorster Rijnse guldens en 2 pond Hollands jaarlijks, uit 9 morgen land in Maeslant, waarvoor zij jaarlijks eenige kerkelijke plechtigheden zullen doen vieren voor de zielen van haar en haar familie, en waarvoor jaarlijks uitdeelingen onder de broeders gehouden zullen worden van kokken en gember.

        Dit is gedaen opten twintichsten dach in Decembry int jair ons Heren duysent vijffhondert ende drie.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 114 ). Met de zegels van Pieter Arent Rutgaertsz. en Costijn Jansz. in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXXIV.

        (reg. no. 295).

      • (reg nos. 312, 331 en 332)

        • 312 1510 mei 10

          Cornelis Dirricksz verkoopt aan Jacob Gerritsz. een rente van 1 pond Vlaamsch jaarlijks uit 2 morgen land in Maeslant, losbaar met 14 pond Vlaamsch.

          Int jaer ons Heeren MCCCCC ende X opten teienden dach in Mey.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 114A.3 ). Met de zegels van Jan Jansz van Monster, priester en Wouter Aerntsz der Vosch.,in groene was.Door deze was een brief gestoken dd. 1520 maart 8 (zie regest nor. 331)

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXVIII

          Boven de brief staat "Redemptum anno 1536"

        • 331 1520 maart 8

          Aem Jansz. verkoopt als man van Coreneia Jacob Gerritsz, weduwe, aan mr. Jan Jacopsz., priester en pater van de Heilige Geest-zusters te Delft, ten behoeve van haar huis, de rente, vermeld in de brief dd. 1510 mei 10, waardoor deze gestoken is.

          Opten achtsten dach in Maert int jair ons Heren MVC ende XIX na tbeloep tsHoeffs van Hollant.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 114A.2 ). Met de zegels van Heynrich Aernt Tomaesz en Symon Blaesz in groene was in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXVIII

          Boven de brief staat "Redemptum anno 1536"

        • 331 1520 maart 10

          Bewaarders van de Helige-Geest-zusters te Delft verkopen aan mr. Pieter Jansz., priester, een rente van 1 pond Vlaams jaarlijks, vermeld in de brief dd. 1520 maart 8 , waardoor deze gestoken is.

          Int jair ons Heren XVC ende XIX den Xen dach in Martio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 114A.1 ). Met de zegels van Banck Pietersz, Bartholemeus Claesz en Konstant Dircsz van Alkemade in groene was in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXIX

          In verband met regest nr. 331 moet hier de Paas- of Maria Boodschapstijl gebruikt zijn

      • 342 1526 Februari 20

        Cornelis Jan Voppen te Zuyt-Maeslant verkoopt aan de Cathuyssers buiten Delfft een rente van 4 pond Hollands jaarlijks, verzekerd op zijn huis met erf, losbaar met de penning 18.

        Opten twintichsten dach in Februario int jair ons Heeren duysent vijffhondert ses ende twintich nae tgemeen scriven.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 115 ). Met het zegel van Pieter Vranckenz., schout, en het gemeen schepenzegel van Maeslant in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXXIV verso.

        In dorso van het oorspr. staat, dat in 1568 54 pond 9 schellingen 6 penningen betaald zijn in mindering van de hoofdsom.

        (reg. no. 342)

      • 345 1526 Mei 9

        Cornelis Reyersz. verkoopt aan de Cathusers buiten Delft een rente van 3 pond Hollands jaarlijks, verzekerd op 3 morgen land in Maeslandt en losbaar met de penning 16.

        Opten IXen dach in Mey int jair ons Heeren XVC ses ende twyntich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 116 ). Met de zegels van Dirck en Claes, Dircx. zoons, in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CVI verso.

        (reg. no. 345)

      • 397 1552 April 2

        Schepenen van Maeslandt oorkonden, dat Vranck Janssz. heeft verkocht aan de Cartuysers buiten Delft een rente van 6 pond Hollands jaarlijks uit een huis met erf aldaar, losbaar met de penning 16.

        Gedaen opten IIen Aprilis anno XVC twee ende vijftich naettgemeen scryven.

        Oorspr. ( Inv. no. 117 ). Met het gemeen ambachtszegel in groene was.

        (reg. no. 397)

      • 275 1498 December 16

        Cornelis Pietersz. en Meynsgen Mathijs Andriesz. dochter schenken de Cartuysers buiten Delft ? van een gouden Engelse nobel jaarlijks uit 1? morgen land in Monster.

        Int jair ons Heren MCCCC acht ende tnegentich opten XVIen dach in Decembri.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 118 ). Met de zegels van Costijn Jansz. en. Jan Heuyter in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXV verso.

        (reg. no. 275)

      • (reg nos. 85 en 246)

        • 85 1448 December 28

          Jan Mathijsz verkoopt aan Reyner Martijnsz. een rente van 4 gouden Rijnse keurvorster guldens jaarlijks uit 5 morgen land in Pijnaker.

          Op Alre kinder dach int jair ons Heren duysent vierhondert acht ende viertich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 119.2 ). Met het zegel van Florys van Alkemade in papier genaaid. Met een transfix d.d. 1486 Maart 15 (zie regest no. 246).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. X.

          Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de IIII florenis renensibus aureis datis a domino Petro Reyneri, sacerdote in Delft, super quinque morgen terrarum in Pijnaker".

        • 246 1486 Maart 15

          Schepenen in Delft oorkonden, dat Claes Dircxz. heeft verklaard, dat het klooster van de Cartuysers buiten Delft aanspraak heeft op een rente van 4 gouden keurvorster guldens, vermeld in de brief d.d. 1448 December 28, waardoor deze gestoken is, (zie regest no. 85) en dat hij met dat klooster is overeengekomen, dat hij het uit hoofde van die rente 15 schellingen Vlaams jaariijks zal betalen.

          Gedaen int jair ons Heren duysent vierhondert vijf ende tachtich opten XVen dach in Maert.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 119.1 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XV.

      • (reg. no. 294 en 300)

        • 294 1503 Juli 31

          Aelwijn Reyersz. van Pijnaker verkoopt aan mr. Pieter Claesz., priester, een rente van 7 pond Hollands jaarlijks uit 3 morgen en ¼ van 7 hont land aldaar.

          Int jaer MCCCCC ende drie opten laetsten dach van Julio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 120.2 ). Met het zegel van Cornelys Willem Duenz. in papier genaaid. Met transfix d.d. 1505 April 26 (zie regest no. 300).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIII.

        • 300 1505 April 26

          De executeurs testamentair van mr. Pieter Veenman, priester, transporteeren aan het klooster van St. Bartelmees buiten Delft de rente, vermeld in de brief d.d. 1503 Juli 31, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 294).

          Opten zes ende twintichsten dach in April anno vijftienhondert ende vyve.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 120.1 ). Met de zegels van Jacop Nieman, priester, en Zasbout Dirxz. in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. LXXIII verso.

      • 409 1564 Augustus 22

        Schout en gezworens van Pijnacker oorkonden, dat Vranck. Adriaensz. heeft verkocht aan de Carthuysers buiten Delft een rente van 25 schellingen Vlaams jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op 2 morgen weiland.

        Opten twee ende twintichsten dach in Augusto anno duysent vijfhondert vier ende tsestich.

        Oorspr. ( Inv. no. 121 ). Met het zegel van Dirck Willemsz., schout, in groene was.

        (reg. no. 409)

      • 368 1530 Juli 8

        Schout en gezworens van Rijswijck oorkonden, dat Claes Jan Colijnsz., Philips Louerisz. en Cornelis Reyersz. hebben verkocht aan de Katuysers buiten Delft een rente van 3 gouden carolusguldens jaarlijks, losbaar met 1 pond Vlaams en verzekerd op het huis met erf en 4½ morgen land van Claes Colijnsz.

        Opten VIIIen dach in Julio anno XVC ende dartich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 122 ). Met het zegel van Philips Louerisz., schout van Rijswijck, in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CX verso.

        (reg. no. 368)

      • 105 1457 december 10

        Schepen in Schyedamme [Schiedam] oorkonden, dat Willem Pouwelsz. een erfrente van 1 gouden philippus Boergoens schild jaarlijk heeft uit drie vierdedeel van het huis en erf van Lysbeth Claes Arendsz. weduwe en van Arent, haar zoon, in de Butterstraet.

        Int jair ons Heeren MCCCC zeven ende vijftich op den thyenenden dach in Decembri

        a. Oorspr. ( Inv. no. 122A ). Met het zegels van de schepenen Pieter Vranckensz, jna van de Water Jansz. en Jacob [Hermansz].

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXVI.

        (reg. no. 105)

      • (reg no. 151 en suppl. 2 en 7)

        • Supplement 2 1424 april 22

          Jacob Claysz., Pieter Claysz. en Diric Jansz., schepenen in Schiedam, oorkonden dat Goeswijn Michielsz. een rente van 40 schellingen Hollands 's-jaars heeft uit een een huis en erf in Diefhoeck in de Wide Steghe, oostwaarts grenzende aan de Scye.

          Int jair ons Heren MCCCC vier ende twintich opten twie ende twintichtsten dach in Aprille.

          Oorspr. ( Inv. no. 123.1 ). Met het zegel van de oorkonders in groene was.

        • Supplement 7 1452 oktober 21

          Pieter Vranckenz., Jan Pouwelsz. en Jacob Jacobsz., schepenen in Schiedam, oorkonden dat Pouwel Pouwelszoon een rente van 1 gouden Beierse gulden 's-jaars bezit uit een een huis en erf gelegen Overdam

          Int jair ons Heren MCCCC twee ende vijftich opten een ende twintichtsten dach in Octobrij

          Oorspr. ( Inv. no. 123.2 ). Met het zegel van de Pieter Vranckenz in groene was, de andere zegels verloren.

        • 151 1470 Juni 25

          Pouwels Pouwelsz. te Delft schenkt de Karthusers buiten Delft bij testament een erfrente van 8 pond Hollands jaarlijks uit eenige huizen met erven te Sciedam.

          Op de XXVsten dach in Junio int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 123 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXIIII verso.

          Onder het afschrift staat: "Istas prescriptas VIII £ Holl. assignavit nobispredictus Paulus super VII domos in Sciedammis, de quibus sunt littere VII scabinales quae jacent in eadem dosa cum predicta littera. In primis II £ H. super domum in Diefhoeck. Item 1 £ H. over de Dam opte Zuytzyde. Item 1 £ H. super conventum sororum an die Westzyde van de Breede Steghe. Item adhuc 1 £ H. in Diefhoeck. Item 1 goude Beyersche gulden super domum over de Dam. Item XVIII sc. Holl. super domum opten Dam. Item twee sc. VI d. H. super domum angularem van de Drie-Weechschedinge". Bij de regest nos.2, 3, 6 en 7 staat "redemptum".

      • (reg. nos. 63, 184 en 185)

        • 63 1436 Juni 1

          Schepenen in Scyedamme oorkonden, dat Willem Heye Yewijn Heyenz. een rente bezit van 2 gouden Pieters jaarlijks uit de helft van Pieter Everaertsz. molen en huis, geheeten de Grote molen en gelegen in de Geystraet.

          Int jair ons Heren MCCCC ses ende dertich opten eersten dach in Junio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 124.1 ). Met drie schepenzegels in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXV.

        • 184 1474 November 10

          Florys Muus verkoopt aan Jan Cruyff een rente van 2 gouden pieters jaarlijks uit de helft van de molen en het huis van Pieter Evertsz. bij de Rotterdamsche poort, gelijk vermeld wordt in de ouden brief (zie regest no. 63).

          Int jair ons Heeren XIIIIC vyer ende tseventich op sinte Martijns avont thien dage in Novembri.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 124.2 ). Met het zegel van Jacob Ermboutsz. in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXV.

        • 185 1474 November 14

          Jan Cruuf Pauwelsz. schenkt de Kartusers bij Delft een rente van 2 gouden pieters jaarlijks uit de helft van de molen en het huis van Pieter Evertsz. te Sciedam, waarvoor zij jaarlijks memorie voor hem en zijn familie zullen doen.

          Gedaen int jair ons Heeren dusent vierhondert ende vier ende tseventich de veertiensten dach in Novembri.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 124.3 ). Met geschonden zegel van de oorkonder in groene was.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXIIII.

          Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de II aureis petris super molendinam quandam in Scyedam datam a Johanne Cruyf, patre fratris nostri Pauli conversi Aemstelodamensis".

      • (reg. nos. 36 en 385)

        • 36 1403 Mei 18

          Schepenen in Scyedamme oorkonden, dat Philips Jansz. van der Hoeve een rente bezit van 20 schellingen Hollands jaarlijks uit een huis met erf in Dief hoec aldaar.

          Int jaer ons Heren MCCCC ende drie opten achtienden dach in Meye.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 125 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Gevidimeerd in de brief d.d. 1540 December 15 (zie. regest no. 385).

        • 385 1540 December 15

          Schepenen in Sciedamme geven vidimus van een rentebrief d.d. 1403 Mei 18 (zie regest no. 36).

          Int jaer ons Heeren dusent vijffhondert viertich opten vijfthienden dach Decembris.

          Oorspr. ( Inv. no. 125.2 ). Met drie schepenzegels in groene was.

          36 1403 mei 18

          Schepen in Scyedamme [Schiedam] oorkonden, dat Philips Jansz. van der Hoeve een rente bezit van 20 schellingen Hollands jaarlijks uit een huis met erf in Diefhoec aldaar.

          Int jaer ons Heeren MCCCC ende drie opten achtenden dach in Meye.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 125.2 ). Met twee schepenzegels in papier genaaid.

          b. Gevidimeerd in de brief d.d. 1540 december 15 (zie regest nr. 385)

      • 344 1526 Mei 1

        Ariaen Cornelisz. te Vlaerdingen verkoopt aan de Cathusers buiten Delft een rente van 8 pond Hollands jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op zijn huis met erf en 2½ morgen land aldaar.

        Opten Meydach anno XVC ses ende twintich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 126 ). Met de zegels van Louweris van Overwest Dammasz., schout van de Hof van Delft, en Hermon Engebrechtsz., schout van Berckel, in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXII.

        (reg. no. 344)

      • 352 1526 Augustus 1

        Ariaen Cornelisz. te Vlaerdingen verkoopt aan de Cathusers buiten Delft een rente van 12 pond Hollands jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op zijn huis met erf en 3 morgen land.

        Actum anno XVC ses ende twintich opten eersten dach in Augusto.

        Oorspr. ( Inv. no. 127 ). Met de zegels van Pieter van Ouderschie Willemsz. en Hermon Engebrechtsz., schout van Berckel, in papier genaaid.

        (reg. no. 352)

      • (reg. nos. 119 en 147)

        • 119 1464 April 24

          Aernt Bertelmeesz. verkoopt aan Dammaes Sijsman Pietersz. een rente van 4 pond Hollands jaarlijks uit een woning met 4 morgen land in Voirburch.

          Int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende tsestich opten vier ende twintichsten dach in Aprille.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 128.2 ). Met de zegels van Jan Souck Willemsz. en Clays Offhuys in papier genaaid. Met transfix d d. 1470 Maart 22 (zie regest no. 147).

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXVII.

        • 147 1470 Maart 22

          Dammaes Sijsman Pietersz. schenkt het klooster van de Katusers buiten Delft de rente, vermeld in de brief d.d. 1464 April 24, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 119).

          Opten XXIIen dach in Mairte int jair ons Heeren MCCCC negen ende tsestich nae beloep tsHoofs van Hollant.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 128.1 ). Met het zegel van de oorkonder en dat van Jan JanHeynricxz. van Groenewege, beide in papier genaaid.

          b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXVII verso.

      • 371 1533 Maart 16

        Schout en gezworens van de Zoute Veen oorkonden, dat Lenert Adriaensz. heeft verkocht aan de Cathusers buiten Delft een rente van 3 carolusguldens jaarlijks, losbaar met 8 pond Vlaams en verzekerd op zijn woning met erf en 1 morgen land.

        Opten XVIen dach in Maart anno XVC twee ende dortich nae scrivens sHoiefs van Holland.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 129 ). Met het zegel van de schout in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. CXIX.

        In dorso van het oorspr. staat: "Een halff pont groet op Lenaert Ariaensz. opten Zoute Veen".

        (reg. no. 371)

      • (reg. nos. 389 en 402)

        • 389 1543 Mei 23

          Gezworenen van de Soute Veen oorkonden, dat Dirck Arentz verkocht heeft aan heer Willem Bartholomeesz., priester te Delft, een rente van 6 carolusguldens jaarlijks, losbaar met de penning 16 en verzekerd op 7½ morgen land.

          Opten XXIIIen dach in Meye anno XVC drie ende veertich.

          Oorspr. ( Inv. no. 130 ). Met het zegel van Geryt Pietersz., baljuw en schout van de Soute Veen, in groene was.

        • 402 1557 October 24

          De executeurs testamentair van heer Arent Vranckenz., koster van de Nieuwe Kerk te Delft, verkopen aan de Cathusers buiten Delft een rentebrief van 1 pond Vlaams jaarlijks ten laste van Dirck Aertsz.

          Actum de XXIIII Octobris anno XVC seven ende vieftich.

          Oorspr. op papier. ( Inv. no. 130 ).

          Hierbij bevindt zich een extract uit het testament, waarbij de Carthuisers ½ pond jaarlijks wordt vermaakt voor pytancie.

      • 183 1474 September 2

        De notaris....instrumenteert, dat Judocus Gerardusz. van Buten bij zijn toetreding tot de orde van de Karthuizers zijn testament heeft gemaakt, waarbij hij o. a. 5 pond Vlaams jaarlijks uit zijn inkomsten, aan te wijzen door vier personen, gekozen door de prior en de rectors van het klooster, bestemt voor een cel, te bouwen of te doen bouwen door hem zelf binnen een jaar naar het voorbeeld van de cel van Thomas Sijsman en 3 dergelijke ponden voor eenzelfde cel, te bouwen door zijn erfgenamen binnen een jaar na de dag zijner professie, waarbij aan die erfgenamen de keuze gelaten zal worden of zij 3 pond jaarlijks willen betalen of de hoofdsom van een evengroote rente in eens; van zijn inkomsten zal het klooster van de dag zijner investituur af 5 pond Vlaams jaarlijks ontvangen.

        Acta sunt hec....sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quarto indictione septima mensis quidem Septembris die secunda hora tertia post meridiem vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno suo quarto).

        Afschrift van de notaris Franciscus Petrusz. op perkament ( Inv. no. 131 ).

        De onderteekening van het oorspr. door de notaris is in het afschrift niet overgenomen, zoodat diens naam niet bekend is.

        (reg. no. 183)

      • 306 1507 Juni 5

        Het klooster St. Aechte verklaart ontvangen te hebben van Aeltruyt Weendt Heinricxz. wed. een rentebrief, sprekende van 3 pond Vlaams jaarlijks, ten laste van de stad Delft met de bepaling, dat na haar dood genoemd klooster daarvan jaarlijks ontvangen zal 2 pond en de grauwe zusters te Vlaerdinck en de Carthuisers buiten Delft ieder 3 Rijnse guldens.

        Int jair ons Heren vijftienhondert ende zeven opten vijften dach in Junyo.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 132 ). Met het conventszegel in groene was.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXVI verso.

        In dorso voor het oorspr. staat: "Littera de X sc. gr. super conventum St. Agathe in Delft".

        (reg. no. 306)

      • (reg. no. 404)

        • 404 1559 Maart 7

          Mater en conventualen van het klooster St. Anna te Delft beloven, met toestemming van de prior van de Regulieren van Syon, haar overste en visitateur, de Chartroisen buiten Delft, volgens testament van heer Adriaen Jansz., eertijds pater van St. Anna, jaarlijks 6 carolusguldens uit te reiken voor twee maaltijden.

          Aldus gedaen opten VIIen Martii XVC negen ende vijftich naer gemeen scryven.

          Oorspr. ( Inv. no. 133 ). Met het zegel van het klooster St. Anna en dat van de prior van Syon in groene was.

    • (reg. nos. 362-365, 369 en 370 en suppl 13)

      Blijkens de Saccus beneficiorum van Christiaan Adriaansz. van Adrichom (Inv. St. Barb. no. 115), deelden de Karthuizers het patronaatsrecht over deze vicarie met de rector van St. Hieronymus' dal en het metselaarsgilde; de Karthuizers bewaarden de stukken, waarvoor zij van de stichter een vergoeding in geld hadden ontvangen. Van Rijn (zie a. w. p. 726) heeft de giftbrief d.d. 1518, waarbij dit geregeld werd, gezien; dat is dus misschien ook het stichtingsjaar van de vicarie (zie Inv. Hier. p. 330).

      • 362 1530 Maart 31

        De notaris Harnardus Jacobusz. van Delft instrumenteert, dat Judocus Theodericusz. Houttuyn aldaar, als collator en patroon, heer Johannes Nicolausz., priester, heeft begiftigd met de vaceerende vicarie op het St. Laurentius' altaar in de St. Ypolitus' kerk en hem aan de proost en aartsdiaken te Trajectum ter institutie heeft voorgedragen.

        Acta sunt hec....sub anno mense die hora et loco quibus supra (anno a navitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo tricesimo indictione tertia die vero Jovis mensis Martii ultima hora quasi decima ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Clementis divina providentia pape septimi anno septimo).

        Oorspr. ( Inv. no. 136.1 ). Met signatuur van de notaris.

        Aan dit charter zijn vastgehecht de regest nos.363, 364 en 370.

      • 363 1530 April 5

        De officiaal van de aartsdiaken ten Dom te Trajectum geeft last om op drie verschillende dagen bekend te maken, dat heer Johannes Nicolausz., priester, is voorgedragen voor de vaceerende vicarie op het St. Laurentius' altaar in de St. Ypolitus' kerk te Delft, en bepaalt, dat zij, die daartegen in verzet willen komen, zich bij de deken van Delfflandia moeten vervoegen op Donderdag na Paschen.

        Datum anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo die quinta mensis Aprilis.

        Oorspr. ( Inv. no. 136.2 ). Met geschonden zegel van de officiaal in groene was.

        In dorso staat een door Bartholomeus Beynerusz., kapelaan in de St. Ypolitus' kerk, onderteekende verklaring, dat aan dezen last voldaan is en dat niemand in verzet gekomen is. Dit charter is vastgehecht aan regest no. 362.

      • 364 1530 April 21-22

        De officiaal van de aartsdiaken ten Dom te Trajectum admitteert heer Johannes Nycolausz., priester, tot de institutie op de vicarie op het St. Laurentius' altaar in de St. Ypolitus' kerk te Delft, volgens verzoek van de collator Judocus Theodoricusz. Houttuyn.

        Datum anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo feria sexta post Pasche continuata a feria quinta precedenti et superscripta.

        Oorspr. ( Inv. no. 136.3 ). Met geschonden zegel van de officiaal in groene was.

        In dorso staat het getuigenis van de notaris aangaande de inbezitstelling (zie regest no. 365). Dit charter is vastgehecht aan regest no. 362.

      • 370 1531 Juni 4

        Broeder Willem Pelt, prior, en broeder Willem Claesz. van Delft verklaren uit naam van de Karthuizers buiten Delft van Joest Dirckz. in de Houttuyn ontvangen te hebben de brief van de stichting en admortisatie van een vicarie door genoemden Joest en Alijt Willemsdr., zijne nu overleden vrouw, gesticht en begiftigd met 8 morgen land in Waterink bij Quinshoel en een rente van 2 pond Vlaams jaarlijks ten laste van het Oude Gasthuis.

        Opten IIIen dach in Junio anno XVC een ende dertich.

        Oorspr. ( Inv. no. 136.4 ). Met geschonden zegel "van minder officie" van de prior in groene was.

        Dit charter is vastgehecht aan regest no. 362.

      • 365 1530 April 21

        De notaris Harnardus Jacobusz. getuigt, dat heer Bertolomeus Reynerusz., kapelaan van de St. Ypolitus' kerk te Delft, heer Johannes Nicolausz., priester, in het bezit heeft gesteld van de vicarie op het St. Laurentius' altaar in die kerk, waarvan op het wit van dezen brief sprake is (zie regest no. 364).

        Acta sunt hec anno Domini millesimo quingentesimo tricesimo die vero mensis Aprilis vicesima prima. (sic).

        Oorspr. ( Inv. no. 136 ). Met signatuur van de notaris.

        369 (c. 1530)

        Adriaen Jacobsz. van Waterinck bij Quinshoel verklaart aan de Memorieheeren te Delft 8 morgen land te gebruiken, die Joest in de Houttuyn heeft toegewezen aan een vicarie in de Oude Kerk aldaar.

        Oorspr. op papier ( Inv. no. 136 ).

        Dit stuk is gevonden bij de charters regest nos.362-365 en daarom op 1530 gesteld.

    • (reg. nos. 25, 26, 32, 37, 45-47. 59, 60, 73, 75, 208, 241 en 418).

      Zie reg. nos. 10, 15, 24 62, en 64.

      • 26 1390 Juni 18

        Lysebeth, vrouw van Jan van der Hoeve, en Willem Jansz. geven hun toestemming tot de verkoop van de rente, vermeld in de brief d.d. 1390 Juni 18, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 25).

        Int jaer ons Heeren dusent driehondert ende tnegentich tSaterdaechs na sente Odulfs dach.

        Oorspr. ( Inv. no. 137.1 ). Met het zegel van Coert Coertsz. in papier genaaid.

      • 25 1390 Juni 18

        Jan van der Hoeve Arntsz. verkoopt aan Dirc van Hodenpijl een rente van 6 pond jaarlijks uit zijn woning in Maselant, die hij in leen houdt van de grafelijkheid van Hollant.

        Ghegheven in de jaer ons Heeren dusent driehondert ende tnegentich tsSaterdaechs na sente Odulfs dach.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.2 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid. Met transfix van denzelfden datum (zie regest no. 26).

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXII verso.

        Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de VI £ Holl. emptis opter woninge ter Hoeve a domo Trajecti datis".

      • 32 1396 Augustus 14

        Dirc van Hodenpijl geeft aan Lijsbet zijn bastaardzuster de rentebrief, dien hij heeft gekocht van Jan van der Hoeve Aerntsz.

        Int jair ons Heren dusent driehondert ende ses ende tnegentich op onser Vrouwen avond assumptio

        Oorspr. ( Inv. no. 137.3 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

      • 45 1416 April 4

        Claeys Jacopsz. verkoopt aan heer Airnt van de Dorp, priester, een rente van 6 pond Hollands jaarlijks uit de woning van Willem van der Hoven in Maeslant, die Haestgen Aerntsdr., zijn vrouw, in huwelijk heeft meegebracht.

        Int jair ons Heeren dusent vierhondert ende sestien opten vierden dach in Aprille.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.4 ). Met de zegels van Robbrecht Costijnsz. en Dirc Wiggersz. in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXIII.

        Aan de voet van het afschrift staat: "Nota quod praeter litteras prescriptas est adhuc una antiqua littera quae incipit: 'Ick Dirc van Hondepijl' per quam istos redditus legavit sorori sue illegitime quae fuit ligata jacens cum prescriptis litteris (zie reg. regest no. 32).

      • 47 1417 October 30

        Fredericus, bisschop van Trajectum, geeft, ten verzoeke van Arnoldus van de Dorp, zijn approbatie aan de stichting van een kapelrie en de vergeving daarvan, vermeld in de brief d.d. 1417 October 18, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 46).

        Datum anno Domini millesimo quadringentesimo decimo septimo Sabbato post festum beatorum Symonis et Jude apostolorum.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.5 ). Met het zegel van de bisschop in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXV verso.

      • 46 1417 October 18

        Airnt van de Dorp, priester, sticht een kapelrie, waaraan hij een rente van 6 pond Hollands jaarlijks uit de woning ter Hove in Maeslant en 3½ morgen land aldaar bewijst, en waarmede hij Jan van der Meer, priester, begiftigt.

        Int jair ons Heeren dusent vierhondert ende seventien op sinte Lucas' dach ewangelist.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.6 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid. Met transfix d.d. 1417 October 30 (zie regest no. 47).

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXV.

      • 59 1435 Augustus 28

        Clais Ghijs Gheryt van Dijcksz. verkoopt aan Jan Willem (Aerntsz.) 2½ morgen land in Maeslant tussen de Bordijcksen weg en de Scede.

        Int jair ons Heren MCCCC vijf ende dertich op sinte Jans avont decollacio.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.7 ). Met het zegel van Jacob Yewijn Heyenz. in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXIIII.

        Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de 2½ morgen lants in Maeslant an de Bordijcksen wech datis a domo Trajecti".

      • 60 1435 September 7

        Jacob Yewijn Heyenz. verkoopt aan Jan Willem (Aerntsz.) ½ morgen land in Maeslant aan de Oestgaich.

        Int jair ons Heren MCCCC vijf ende dertich op onser Vrouwen avont nativitas.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.8 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXIIII verso.

        Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de ½ morgen in Maeslant an die Oistgaech a domo Trajecti".

      • 75 1440 Mei 21

        Jan Eversz. verkoopt aan Jan Willem Aerntsz. 2 morgen land, vermeld in de brief d.d. 1439 Juni 23, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 73).

        Int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertich des Saterdages na Pynxterdage.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.9 ). Met het zegel van Aelbrecht Boekelsz. in papier genaaid.

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXXIII verso.

      • 73 1439 Juni 23

        Jan Margriet Dirc Michielsz. wed., Aecht Mathijs Houdensciltsdr., haar zuster, en Jan die Leeu Dirxz. verkopen aan Jan Eversz. 2 morgen land, vermeld in de brief d.d. 1404 Mei 17, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 37).

        Op sinte Jans avont int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende dertich.

        Oorspr. ( Inv. no. 137.10 ). Met de zegels van Aernt Gerytsz., schout van tsGravenzande, en Jannes Aerntsz., zijn schrijver, in papier genaaid. Met transfix d.d. 1440 Mei 21 (zie regest no. 75).

      • 37 1404 Mei 17

        Lysebet Jansdr. van Hodenpijl, weduwe van Arnd van de Dorp, verkoopt aan Mathijs Houwescilt 2 morgen land in Maseland tussen de Gaech en de Schede.

        Des Saterdaghes na sinte Servaes' dach int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vier.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.11 ). Met het zegel van Dirc van Groenevelt, Lijsbets neef, in papier genaaid. Met transfix d.d 1439 Juni 23 (zie regest no. 73).

        b. Afschrift in Inv. no. 3 . fo. XXXIII verso.

        Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera de II morgen lants in Maeslant a domo Trajecti datis."

      • 241 1485 Januari 20

        David de Burgundia, bisschop van Trajectum, ratificeert en approbeert de schenking, vermeld in de brief d.d. 1478 Augustus 25, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 208).

        Anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quinto die vero vicesima mensis Januarii.

        Oorspr. ( Inv. no. 137.12 ). Met het zegel van de oorkonder in papier genaaid.

      • 208 1478 Augustus 25

        Broeder Werboldus van Leyden, prior, en het klooster Nove Lucis bij Trajectum geven aan de nieuwe stichting van St. Bartolomeus bij Delft alle goederen en renten, die Johannes Willem Arntz., in leven prebendarius van het klooster bij Trajectum, daaraan geschonken heeft, te weten: een kapelrie, gesticht door diens broeder mr. Arnt van Dorp, eertijds deken van St. Pieter te Utrecht, en begiftigd met 6 pond Hollands jaarlijks uit de woning ter Hoeven en met een perceel land, groot 3½ morgen, in Maeslant; voorts 4½ morgen land in Maeslant, een rente van 3 Rijnse guldens jaarlijks uit een woning met land in de Lier, 2½ morgen land aan de Bordijckweg, 2 morgen 4 hont land in Schiplude, 14 schellingen Hollands jaarlijks uit een huis aan de Dirck Langen steeg te Delft en 10 dergelijke schellingen uit een huis aan de Speu in de Hage, waarvoor het klooster het aantal monniken met een moet vermeerderen.

        Anno Domini millisimo quadringentesimo septuagesimo octavo mensis Augusti die vichesima quinta.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.13 ). Met het conventszegel in papier genaaid. Met transfix d.d. 1485 Januari 20 (zie regest no. 241).

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo. XXVIII.

        Het opschrift boven het afschrift luidt: "Littera conventus fratrum ordinis Carthusiensis prope Trajectum de bonis datis conventui nostro pro dotatione unius celle".

      • 24 1390 mei 28

        Aelbrecht, paltsgraaf opten Rijn, hertog in Beyeren, enz. geeft aan Jan van den Hoeve toestemming om een rente van 6 pond jaarlijks te verkopen uit zijn wooning ter Hoeve in Maeslant, die deze van hem in leen houdt

        In den Hage des Saterdages nae Pyncsteren int jaer ons Heren MCCC ende tnegentich

        a. Oorspr. ( Inv. no. 137.14 ). Met zegel van de oorkonder in groene was

        b. Afschrift in Inv. no. 3 fo.XXXII verso.

    • 308 1509 Mei 6

      Broeder Franciscus, prior van het Groote Huis in Cartusia, en diffinitores van het Generaal Kapittel beloven Adrianus de Heylwige, ontvanger van de hertog van Brabantia, en Margareta van Beringen, diens vrouw, wonende te Lovianum, wegens de vele weldaden, door hen bewezen aan het klooster Beata Maria Magdalena sub Cruce in Monte Calvarie aldaar, een tricenarium na hun dood, waaraan de geheele orde zal deelnemen, terwijl hun jaardag in alle klooster-kalenders zal worden ingeschreven en jaarlijks gevierd zal worden.

      Datum Cartusie ..... anno Domini MVc IX sexta Maii et sequentibus sedenti nostro Capitulo Generali.

      Oorspr. ( Inv. no. 138 ). Het zegel van het klooster verloren.

      (reg. no. 308)